300 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 October 1921. den Effectenhandel, waaronder begrepen een schrifte lijke verklaring, waarbij de gemeente zich verbindt, rente en aflossing te Amsterdam betaalbaar te stellen, aldaar bij uitgifte van nieuwe couponbladen zonder kosten de gelegenheid open te stellen tot inlevering van den talon en in ontvangstneming der couponbladen, alsmede al daar alle kennisgevingen van de obligatiehouders en geregeld een uitlotingslijst en jaarlijks een restantenlijst te publiceeren. Alle kosten van uitgifte, zooals het gebruikelijke 3 'g makelaarsprovisie, de drukkosten van het prospectus, inschrijvings- en toewijzingsbiljetten, de advertentie- kosten voor het publiceeren van door De Friesche Bank alhier open te stellen inschrijving, de kosten voor het verkrijgen van de officieele noteering voor de obligatiën ter beurze te Amsterdam zijn voor rekening van De Friesche Bank, terwijl de aanmaak- en zegelkosten der obligatiën c. q. van de recepissen door de gemeente Leeuwarden worden gedragen. De verjaringstermijn der aflosbaar gestelde obligatiën wordt gebracht op 30 jaren. De coupons en aflosbaar gestelde obligatiën worden ten laste der gemeente Leeuwarden door dezelve be taalbaar gesteld, behalve bij den ontvanger dezer ge meente, te Amsterdam ten kantore van de Amsterdam- sche Bank en te Leeuwarden bij De Friesche Bank, voorts bij de bijkantoren van de Amsterdamsche en De Friesche Bank. Door de gemeente wordt aan De Friesche Bank i/s provisie vergoed over de betaalde bedragen. Wij hebben ons met betrekking tot deze aanbieding van deskundige zijde laten voorlichten in hoeverre thans hij openbare inschrijving voordeeliger aanbiedingen zouden kunnen worden tegemoet gezien dan de 6i/2 leening tegen den aan c even koers van 99 53 die ons van de beide voorslagen de aannemclijkste lijkt. Algemeen was men van meening, dat hiermee waar schijnlijk niet eenig voordeel zou kunnen worden be haald en dat de gemeente de hier geboden kans om geld op langen termijn te krijgen niet ongebruikt moest laten voorbijgaan. De financieele commissie, voor deze aan gelegenheid bijeengeroepen, is van hetzelfde gevoelen en adviseert om op de 6Y2 aanbieding in te gaan. Bij dit voorstel wordt niet overgelegd een plan van aflossing. Voor de vaststelling daarvan is noodig, dat vooraf overleg gepleegd wordt met den betrokken kas- j sier en het college van Gedeputeerde Staten. Wij verzoeken U dus met inachtneming van den bovenbedoelden maximum 40-jarigen looptijd der lee ning, dit afiossingsplan aan ons college ter vaststelling over te laten. Waar ook ons college van meening is, dat thans op geen voordeeliger voorwaarden geld op langen termijn zal zijn te krijgen en in de naaste toekomst die kans zich evenmin zal voordoen, hebben wij de eer U voor te stellen te besluiten: tot het aangaan met De Friesche Bank ahier van eene onderhandsche geldleening groot 1,000,000.a 6y2 tegen een koers van 99.53 op de voorwaarden als hierboven zijn aangegeven, onder bepaing, dat rente en aflossing dezer leening zullen worden~~gevonden uit de gewone middelen der gemeente en dat de regeling van de aflossing enz. wordt overgelaten aan Burge meester en Wethouders. De beraadslagingen worden geopend. De heer De Boer vraagt of door Burgemeester en Wethouders ook is overwogen of de mogelijkheid be staat om deze geldleening b.v. een half jaar uit te stellen. De heer Berghuis (wethouder) kan namens Burge meester en Wethouders antwoorden dat dit zeer zeker overwogen is. Maar de aanbieding, die men nu heeft, is natuurlijk onder zeer korten termijn; zij is zelfs niet eens tot dezen dag, maar is, met het oog op het be sluit van den Raad, verlengd tot a.s. Donderdag. Als men dus deze geldleening een half jaar uitstelt, heeft men geen aanbieding meer en zal men moeten afwachten, hoe dan de geldmarkt is. De een kan daarover op deze manier en de ander op die manier denken, maar Bur gemeester en Wethouders meenden niet te mogen na laten met deze aanbieding bij den Raad te komen. Als men de leening een half jaar uitstelt, dan zal men ook met een ontzettenden hoop tijdelijke geldleeningen komen te zitten, o. a. voor de uitgaven voor de scholen, de betaling van gekocht land enz. Dat worden dan alle maal tijdelijke leeningen bij de kassiers. Bij het college is zelfs de vraag gerezen de moeilijkheden zijn aan het college beter bekend dan aan den Raad hoe moeilijk het dan zal zijn, dat geld te krijgen. Het beste is, wanneer in de gemeente eenmaal vaststaat dat men de tijdelijke leeningen toch moet omzetten in een vaste, dat de Raad daartoe dan overgaat. Natuurlijk is wel overwogen of de leening niet kan worden uitgesteld en, als de Raad betei wist dan het college hoe de geldmarkt later wezen zal, dan zou dat misschien wenschelijk zijn. Maar gezien de verschillende koersen van de Indische leeningen (6'/2 leeningen met een koers van 99) meenden Burgemeester en Wethouders dat dit een aan nemelijk voorstel was om er mee bij den Raad te komen. De heer De Boer zegt dat het met een leening als deze erg moeilijk is om standpunt te kiezen, vooral omdat door den termijn, dien de Raad ter beschikking heeft, de tijd voor overweging en het inwinnen van ad vies bijzonder kort is. De agenda was pas j.l. Zaterdag in het bezit van de raadsleden, zoodat er al heel weinig tijd voor informaties overbleef. Zooals de wethouder van Financiën al zegt is het hier eigenlijk een kwestie van gevoelen en van verwachten wat komen zal, iets, waar de een zoo en de ander zoo over zal denken. Maar spreker meent toch, waar de tijden op 't oogenblik teruggaande zijn, dat er zeer veel argumenten voor uit stel te vinden waren. Hij meent gehoord te hebben dat dit met het oog op de gemeentefinanciën wel mogelijk is en gelooft dat men dan beter deed de leening een half jaar uit te stellen. Spreker grondt die meening hierop dat, wanneer de prijzen van een massa artikelen belang rijk aan het dalen zijn, de geldruimte dan in de naaste toekomst belangrijk grooter zal zijn dan zij is geweest. Een ander belangrijke factor is dat de industrieele- en handelsfondsen zeer belangrijk aan het dalen zijn. Het zeggen is reeds dat de menschen op de geldmarkt zich van die fondsen afwenden, waartegenover echter staat dat de staatsfondsen in sterke mate stijgende zijn. Spreker heeft zich de moeite getroost eens na te gaan hoe op 30 December van het vorige jaar de koersen waren. Op dat oogenblik zat in dien koers dus nog de berekening van een coupon van het vorige jaar, was die koers dus feitelijk te hoog, terwijl in de koers van het oogenblik geen coupon zit. Nu blijkt dat van 30 December 1920 tot 13 October 1921 de koers van de Nederlandsche Werkelijke Schuld gemiddeld is ge avanceerd met 8 punten, maar dat de bankaandeelen van de Amsterdamsche Bank, de Nederlandsche Han delsmaatschappij en de Rotterdamsche Bank gemiddeld zijn gedaald met 34 punten, dat een 8-tal industrie fondsen met gemiddeld 109 punten zijn gedaald en dat de fondsen van scheepvaartondernemingen met gemid deld 94 punten zijn gedaald. Wel reden dus om de voorzichtigheid te betrachten, waarom spreker dan ook meent dat het voorzichtiger was om, als het mogelijk is, de zaak nog eenigen tijd uit te stellen. De heer Berghuis (wethouder) wil in de eerste plaats tegenspreken dat de heer De Boer gehoord kan hebben dat uitstel, althans voor een half jaar, mogelijk is. Dat is mogelijk ja, als de kassiers zoo welwillend zijn op promesse aan de gemeente Leeuwarden geld te ver strekken. Maar spreker kan wel meededen dat, wanneer Verslag van de handelingen van den gemeenteraad al het geld op promesse van de kassiers moet worden betrokken, er dan van de zijde van de kassiers heel wat faciliteiten zouden worden gevraagd. Er zal dan min stens op promesse 1 inillioen moeten worden betrokken en het hangt van de geldmarkt af of dit door de kas siers voor de gemeente beschikbaar gesteld zou worden. Zoo niet, dan raakt men raar in verlegenheid. Dat de geldmarkt dalende is, weten we allemaal wel en ook dat de daling veel langzamer gaat dan de stij ging. Spreker acht het nu het juiste oogenblik om de leening af te sluiten; hij is overtuigd dat men de eerste weken geen beter aanbod zal krijgen. Spreker is dit wel met den heer De Boer eens; het college weet ook zelf niet of op het oogenblik de tijd voor een leening is aangebroken. Maar naar de inlichtingen, die het heeft ingewonnen, heeft het wel gevonden dat thans het oogenblik is aangebroken en het is in die meening ver sterkt door de Indische leeningen. Deze leening zal met dezen koers zeer zeker geen strop zijn. Waar de Indische leeningen zijn gesloten met een koers van 99 en we allen weten, hoe de gemeente Leeuwarden voor eenige jaren fiasco heeft geleden met een leening, daar gelooft spreker, dat men hier met een koers van 99.53 tevreden kan zijn. Of uitstel nog een half jaar zou kunnen duren, kan het college ook niet zeggen. Dat hangt geheel af van de houding der kassiers ten opzichte van het op pro messe geld opnemen. Want dat moet dan in ieder geval. De binnenkomende inkomsten van het kohier moeten toch strekken voor de gewone uitgaven. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 8 Agenda no. 9). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om het af 'rekenlokaal in de Waag gedurende 3 dagen in Januari e.k. in gebruik af te staan voor het houden van een pluimveetentoonstelling door de raskonijnenfokkersclub „het Raskonijn" en de duiven- vereeniging „de Noordster"beide alhier. Dit voorstel luidt als volgt: De raskonijnen fokkersclub „het Raskonijn" voor Leeuwarden en omstreken en de duivenvereeniging ,,de Noordster" alhier wenschen op 7 en 8 Januari 1922 eene nationale tentoonstelling te houden. Zij beoogen daar mede bevordering van de pluimveefokkerij. Voor dat doel vragen de vereenigingen bij adres van 11 October 1921 het at'rekenlokaal in de Waag te mogen gebruiken van Vrijdagavond (6 Januari) na afloop van de markt tot en met Zondag 8 Januari 1922, alle onkosten komen voor rekening van de vereenigingen. Wij ineenen, dat tegen inwilliging van het verzoek geen bezwaren bestaan, waarom wij U in overweging geven te besluiten: aan de raskonijnenfokkersclub „het Raskonijn" voor Leeuwarden en omstreken en de duivenhoudersvereeni- ging „de Noordster" te Leeuwarden van Vrijdagavond 6 Januari tot en met Zondag 8 Januari 1922 kosteloos in gebruik af te staan het afrekenlokaal in de Waag voor het houden van eene nationale pluimveetentoon stelling onder de volgende bepalingen: a. het lokaal mag in gebruik worden genomen op genoemden Vrijdag na afloop van de markt en moet op Maandagmorgen 9 Januari 1922 des voormiddags om 10 uur geheel ontruimd zijn en zindelijk ten genoegen van den beurs- en waagmeester worden opgeleverd; b. de vereenigingen hebben zich bij het gebruik te gedragen naar de aanwijzingen van den beurs- en waagmeester; van Leeuwarden van Dinsdag 25 October 1921. 301 c. alle kosten welke uit het gebruik en uit de ver plichting tot vergoeding van alle toegebrachte schade voortvloeien zijn ten laste van de vereenigingen. De beraadslagingen worden geopend. De heer Dijstra zou de vraag willen stellen of door het college wel eens wordt overwogen, aandrang uit te oefenen om den Zondag er buiten te houden. Het be vreemdt spreker dat deze dag er altijd in opgenomen wordt. Hij staat daar zelf vierkant tegenover, maar kan zich indenken, dat er ook uit een sociaal oogpunt iets tegen in te brengen is, omdat dan altijd een deel van het personeel op dagen, niet voor hen bestemd, werk zal vinden. De Voorzitter zegt dat in dit speciaal geval niet met de vereenigingen is gesproken over de kwestie van den Zondag. En spreker gelooft wel dat het college van Bur- gemeestei en Wethouders, ten minste, zooals het nu is samengesteld, er voor is, dat de Zondag wordt opge nomen. 't Is hier de kwestie dat een deel van de men schen in Leeuwarden daar bezwaar tegen heeft, maar een zeer groot deel ook niet. Men kan ook anders, als de Zondag uitvalt, haast niet zulke tentoon stellingen bezoeken. Men heeft nu wel den vrijen Zaterdagmiddag er bij, maar, afgescheiden dat die nog niet overal is doorgevoerd, is de Zondag toch voor zeer veel menschen de dag om hem voor dergelijke dingen te gebruiken. Burgemeester en Wethouders hebben in dezen dan ook niet over den Zondag gesproken. De heer Dijstra: Dan bestaat er bij mij principieel bezwaar om aan dit voorstel mijn stem te geven. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met 16 tegen 6 stemmen aangenomen. Vóór stemmen de heer Zandstra, mevrouw Buis manBlok Wijbrandi, de heeren Fransen, Dijkstra, M. Molenaar, Koopal, Collet, De Boer, Tiemersma, Van Weideren baron Rengers, AAuller, Tulp, De Vos, Berg huis, B. Molenaar en O. F. de Vries. Tegen stemmen: de heeren Lautenbach, Visser, Dij stra, Van der Werff, IJ. de Vries en Jansen. De Voorzitter wil, nu toch over de Beurs wordt ge sproken, den Raad meedeelen dat er nog een verzoek is ingekomen, dat luidt als volgt: „Voor een openbare vergadering met den heer Duijs op Donderdag 27 October e.k. zou de Stedelijke Federatie S. D. A. P. gaarne de beschikking hebben over het Beursgebouw". Het verzoek is onderteekend door den voorzitter der federatie, den heer H. de Boer. Spreker kan namens Burgemeester en Wethouders meedeelen, als de Raad deze zaak thans wil behandelen er was geen tijd meer op het punt op de agenda te brengen en de toestand is ook zoo, dat er geen raads vergadering meer kan worden gewacht dat Burge meester en Wethouders dan voorstellen de Beurs ter beschikking te stellen van bedoelde Federatie tegen een vergoeding van 100.terwijl daartegenover dan op de Federatie de verplichting ligt, voor stoelen enz. te zorgen. De gemeente neemt daaromtrent niets op zich. Spreker meent te weten dat de Federatie die verplichting op zich neemt. Hij vraagt of de Raad het goed vindt dat dit punt nu behandeld wordt. De heer Van der Werff wou vragen of dan de Beurs te allen tijde beschikbaar zal zijn voor alle politieke partijen. De Voorzitter zegt dat thans eerst de kwestie is of de Raad wil dat dit punt nu behandeld wordt. Is daar bezwaar tegen?

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1921 | | pagina 3