304 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 October 1921. heel veel revolutionnaire katholieken, ook van den aller jongsten tijd, aan te wijzen, die het staatsgezag aan tasten. Maar voor den heer Visser geeft het toch niet, dat spreker die noemt. Dan wil spreker er nog de aandacht op vestigen, dat de heer Visser is begonnen met den naam Wijnkoop te noemen. Men zal spreker dus moeten toegeven dat de heer Visser, die zeide dat hij er nooit over begon, hier het eerst de politiek in den Raad heeft gebracht. Maar dat ziet hij van zichzelf nooit. De heer Berghuis (wethouder) zal de politiek en de revolutie er buiten laten, wat betrekkelijk bij de verhu ring van dit lokaal heel niet ter sprake had behoeven te komen. Het college heeft alleen aan het bestuur der Federatie gevraagd hoeveel publiek men verwachtte, een opgave van het aantal personen. Het bestuur heeft toen het bewijs van dit aantal getoond. Tevens kan spreker meedeelen dat naar mededeeling van de huurster de directie van de Harmoniezaal niet bereid was het ron deel te laten wegnemen, zoodat er dan in de Harmonie in geen geval plaats zou zijn en er anders ook geen voldoende zaal disponibel was. Op die gronden meenden Burgemeester en Wethouders hun voorstel tot verhuring te mogen doen. Mevrouw Buisman heeft nog over den prijs gesproken, maar als mevrouw Buisman weet wat het brengen, halen en huren van stoelen bedraagt, dan blijkt dat een huur prijs van 100.hier meer dan voldoende is en zeker niet in concurrentie met particulieren. Ten opzichte van de vraag van mevrouw Buisman over de veiligheid en brandgevaar, wil spreker opmer ken, dat er een rookverbod kan worden uitgevaardigd en dat men met de verlichting in de Beurs voor brand niet bang behoeft te zijn. Dan meenden Burgemeester en Wethouders dat de uitgangen zeer voldoende zijn en bovendien bestaat het gebouw haast geheel uit steen en is er haast geen hout aanwezig. Als men de boven zalen wil verbieden, dan gelooft spreker dat men hier wel kan uitscheiden met vergaderen. Spreker gelooft trouwens ook niet dat mevrouw Buisman het daarom heeft gevraagd, maar meer, omdat zij de Beurszaal niet wil verhuren. De heer O. F. de Vries (wethouder) wil enkel zeggen dat hier van concurrentie met particuliere zalen geen sprake is. De zaak zit zoo in elkaar dat het Federatie bestuur èn de Harmonie heeft gehuurd en daarvoor zal moeten betalen èn de Beurs heeft gehuurd en daarvoor zal moeten betalen. Voor beide zalen heeft het verant woording en het zal beide zalen moeten betalen. Doch het aantal entreé's was zoo geweldig hoog dat men de Harmonie, die mèt rondeel 850 en zonder rondeel onge veer 1200 menschen kan bergen, niet kan gebruiken. Er waren hier in een oogenblik tijds 1600 a 1700 kaarten verkocht en dat aantal is nu al gestegen tot over de 2000. Daarom is de beschikking gevraagd over het Beurslokaal, omdat de menschen nergens anders ge borgen kunnen worden. De heer Berghuis (wethouder) wil mevrouw Buisman nog een kleine mededeeling doen. Zij moet niet vergeten dat er iederen Vrijdag in de bovenzaal van de Beurs een 16002000 menschen aanwezig zijn en dat er dan zelfs gerookt wordt. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met 18 tegen 4 stemmen aangenomen. Vóór stemmen de heer Zandstra, mevrouw Buis manBlok Wijbrandi, de heeren Fransen, Van der Werff, Dijkstra, M. Molenaar, Koopal, Collet, De Boer, Tiemersma, Van Weideren baron Rengers, Muller, Tulp. j IJ. de Vries, Jansen, Berghuis, B. Molenaar en O. F. de Vries. Tegen stemmen: de heeren Lautenbach, Visser, Dij- stra en De Vos. 10 (Agenda no. 10). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan Th. van der Meer, alhier, voor den tijd van drie jaren te verhuren de westelijke helft van het perceel weiland aan den Harlingcrtrekweg sectie D no. 255. Dit voorstel luidt als volgt: Ingevolge Uw besluit van 27 Augustus 1918 werd de westelijke helft van perceel Sectie D no. 255, geheel groot 4.00.90 H.A., aan het rijk verhuurd voor oefenings terrein voor de militairen. Deze huur eindigde met 1 September 1921. Het rijk heeft te kennen gegeven niet weder te willen huren. Voor het jaar 1921 is het grasgewas op dit land ver pacht geweest aan Thijs van der Meer, alhier. Deze heeft medegedeeld het terrein te willen huren. Op den grondslag van 522.50 per jaar is met hem overeen stemming verkregen. De deskundige over de gemeente- landerijen acht deze huur voldoende. Wij kunnen ons met die zienswijze vereenigen en geven U daarom in overweging te besluiten: de westelijke helft van het perceel kadastraal bekend, gemeente Leeuwarden, Sectie D no. 255, geheel groot 4.00.90 H.A., ondershands voor den tijd van 3 jaren, gerekend met ingang van 1 September 1921, te verhuren aan Th. van der Meer, alhier, voor 522.50 's jaars en overigens op voorwaarden door Burgemeester en Wet houders noodig geoordeeld. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 11 (Agenda no. 11). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan M. Kuipers, alhier, te verkoopen een terrein aan de Tynjestraat en aan Burgemeester en Wethouders het noodige crediet te verleenen voor het leggen van eene straat, loopende van de Tynjestraat in oostelijke richting. Dit voorstel luidt als volgt: Bij adres van 7 September j.l. verzoekt Melle Kuipers, alhier, een strook grond aan de Tynjestraat en het Nieuwe Kanaal in erfpacht te mogen ontvangen, om daarop eene fabriek voor draadvlechterij te bouwen. Als voorloopige beschikking op dat verzoek is hem het terrein, op het hierbij overgelegde kaartje in roode ar?ure aangegeven, vormende een strook van 15 M. breedte, loopende van het Nieuwe Kanaal naar de Tynjestraat, ter lengte van 120 M. en deel uitmakende van het perceel, kadastraal bekend gemeente Leeu warden Sectie G no. 10449, in koop zoowel als in erf pacht aangeboden, in koop voor een prijs van 4.— per M-\, in erfpacht naar een grondwaarde van 5.— per M2. en een canon, berekend naar 6 van de waarde. Een terrein in de onmiddellijke nabijheid is in 1918 verkocht voor 3.50 per M2. aan de firma S. van der Meer te Groningen. Nu de toestand sedert dat jaar meer stabiel is geworden meenden wij op een prijs van 4.— te kunnen aanhouden. Bij afstand in erfpacht wordt, tegenover de verplichte aflossingen die de ge meente heeft te doen, geen koopsom verkregen, aldus is kapitaalvorming niet mogelijk. Daarom is de prijs bij erfpacht hooger gesteld. Adressant heeft daarop te kennen gegeven het ter rein te willen koopen. Wij adviseeren daarop in te gaan. Wij nemen deze gelegenheid te baat U tevens een voorstel te doen ten opzichte van het verder naar het Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 October 1921. 305 oosten liggende bouwterrein tot even voorbij den grind weg. De Tynjestraat loopt onmiddellijk langs de spoor- sloot. Beziet men het bovenbedoelde kaartje dan valt het op, dat het terrein tusschen deze straat en het Nieuwe Kanaal aan de oostzijde van dit kanaalpand een grootere diepte heeft. Voor fabrieksdoeleinden is zelfs deze diepte niet noodig. Wordt het van het westen naar het oosten in tweeën gedeeld, ongeveer zooals in stippellijnen is aangegeven, dan ontstaan twee bouw blokken: een noordelijk en een zuidelijk, beide van vol doende diepte. Door deze splitsing wordt de grond meer gegadigd en het belang van de gemeente het beste gediend. De nieuwe straat kan dan worden gelegd ter plaatse als op de teekening aangegeven. De grindweg kan zoo noodig te zijner tijd ten deele vervallen en meer oostwaarts gelegd worden. Het leggen van genoemde straat heeft geen haast. Dat kan geleidelijk eind voor eind geschieden, naarmate liet terrein wordt verkocht of op andere wijze van de hand gedaan. Wij vragen voorloopig Uwe goedkeuring voorbedoelden straataanleg en in verband daarmede het noodige crediet, om, bij verkoop van den grond of afstand in erfpacht daarvan, geleidelijk tot dien aanleg over te kunnen gaan. Wij geven U alzoo in overweging te,besluiten: A. aan Melle Kuipers, alhier, te verkoopen een strook grond, gelegen tusschen het Nieuwe Kanaal en de van de Tynjestraat naar het oosten aan te leggen straat, als op het bijbehoorende situatiekaartje in roode arcure aangegeven, ter breedte van 15 M. en ter lengte van ongeveer 120 M., alzoo groot 1800 M2. (de juiste grootte nader door een landmeter van het kadaster op te meten), deel uitmakende van het perceel kadastraal bekend gemeente Leeuwarden Sectie G no. 10449, voor 4 per M2., onder de volgende en eventueel nader door Burgemeester en Wethouders noodig geachte voor waarden: 1. de koopprijs wordt bepaald naar de kadastraal uitgemeten grootte; 2. de betaling der koopsom geschiedt binnen veer tien dagen na het verlijden der koopacte; bij in gebruik neming vóór dien tijd betaalt de kooper eene rente, berekend naar 6 's jaars over de koopsom van den dag van in gebruikneming af tot dien der betaling; 3. de aanvaarding van het gekochte heeft plaats bij het onderteekenen der acte; 4. de bebouwing van het terrein moet binnen vijf jaren na dagteekening der koopacte plaats hebben ge had; 5. het van het terrein afkomende hemel-, huis- en fabriekswater mag alleen op den boezem worden ge loosd; 6. het terrein mag binnen tien jaren na de onder- teekening der koopacte niet als bouwterrein worden verkocht of geëxploiteerd. B. tot het leggen van eene straat van de Tynjestraat naar het oosten als op het bijbehoorende situatiekaartje in stippellijnen is aangegeven en voor den aanleg van die straat bij gedeelten, naarmate het terrein aldaar wordt verkocht of in erfpacht gegeven, aan Burge meester en Wethouders het noodige crediet te verleenen. De beraadslagingen worden geopend. De heer IJ. de Vries zou gaarne een vraag willen doen. Wanneer deze zaak wordt aangenomen waar hij niet aan twijfelt zou hij gaarne willen weten of men de kleine hoekjes grond, die overblijven, ook be schikbaar wil stellen voor fabrieksterrein of dat men ze beschikbaar wil stellen voor arbeiderswoningen. Het wil spreker wenschelijk voorkomen dat de vrij komende hoekjes grond, die niet aan het Kanaal liggen, daarvoor worden bestemd, dat daarop arbeiderswoningen worden gebouwd. De heer De Boer wil even meedeelen dat hij bezwaar heeft tegen het verkoopen van den grond in plaats van het in erfpacht uitgeven daarvan. De heer O. F. de Vries (wethouder) kan den heer IJ. de Vries antwoorden dat er tot nog toe geen aanvragen zijn ingekomen om daar woningen te bouwen, maar dat daaraan bij het omleggen van de Tynjestraat wel is ge dacht. Als er meer fabrieken komen zullen er misschien wel aanvragen inkomen, maar dan kan de zaak nader worden overwogen. Het is juist om die reden dat wordt voorgesteld het terrein anders te vergeven. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met 21 stemmen tegen 1 stem aangenomen. Tegen stemt alleen de heer De Boer. V. De Voorzitter geeft te kennen nog gaarne even een kleine aangelegenheid met den Raad in besloten zitting te willen behandelen. Wordt in geheime zitting overgegaan. Na heropening der openbare vergadering wordt, niets meer te behandelen zijnde, deze door den Voorzitter gesloten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1921 | | pagina 5