20 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 17 Januari 1922.
stellen de zaak aan te houden tot de heer Dijkstra weer
aanwezig is, die alle mogelijke vragen kan beant
woorden.
De heer Jansen meent dat, wanneer het den Raad
ernst is met de werkloosheidsbestrijding, dan al die
mogelijkheden niet zoo erg moeten worden opgenomen.
Spreker vreest geen moeilijkheden. Wanneer daar een
boereplaats staat, dan zal die wel productief worden
opgenomen. Daar brandt de Raad zich absoluut niet
aan wanneer er een aanvang wordt gemaakt met de
uitvoering. Spreker zou daarom zeggen wat de heer
De Boer ook reeds aanhaalde, een aanvang maken met
de uitvoering van het werk en over de moeilijkheden
nog niet spreken.
De heer IJ. de Vries vraagt nog eenmaal het woord.
Hij wil ten eerste constateeren dat de Voorzitter zegt:
dat het eigenaardig zou zijn, wanneer Burgemeester en
Wethouders prae-advies zouden uitbrengen op een
voorstel van de commissie-ad hoe. Spreker is over
tuigd, zoo Burgemeester en Wethouders het toevallig
met het voorstel niet eens waren, zij dan wel bij den
Raad waren gekomen met een afwijzend prae-advies.
Ten tweede zegt de heer Jansen dat dit een werk is
ter bestrijding van de werkloosheid. Spreker heeft zich
ook niet verklaard tegen het voteeren van een bedrag
van 60,000.noch tegen een bedrag van 80,000.
voor bestrijding der werkloosheid. Hij heeft alleen in
lichtingen gevraagd. Ook is hij niet tegen het plan.
Hij is een voorstander daarvan. Maar toch zou hij
graag willen dat, waar men misschien door een half
uur redeneeren een 20,000.of 25,000.kon
besparen, men antwoord kreeg op de gestelde vragen.
Dit is een zaak, een ernstige behandeling waard en
men moet daar nu maar niet met een Jantje van Leiden
overheen loopen. Het moet niet worden een geschie
denis als met de begraafplaats, waaraan ten slotte 3
ton meer is besteed, dan men zich had voorgesteld en
dan bovendien nog niet voldoet aan de gestelde eischen.
De Voorzitter: Verlangt een van de leden stemming
over punt b
De heer Visser zou het toch wenschelijk achten om
met de verdere behandeling te wachten tot er iemand
is die inlichtingen kan verschaffen.
De Voorzitter is van oordeel dat er lang genoeg tijd
is gegeven voor de discussies bij dit punt. Hij zal het
in stemming brengen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Punt b wordt met algemeene stemmen aangenomen.
Aan de orde is punt c.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Van der Werff heeft zooeven gevraagd,
waarom men niet den Tijnjeweg neemt en dan over
den spoorweg gaat regelrecht op de plaats van be
stemming aan. Spreker zou daarop antwoord willen
hebben.
De heer O. F. de Vries (wethouder) antwoordt dat
de Tijnjeweg niet wordt genomen omdat aan den nieu
wen weg verschillende industrie-terreinen komen te
liggen. Wanneer men nu een weg zou nemen, die af
takt van den Tijnjeweg, dan zou die later toch weer
moeten worden weggebroken. Daarom is de weg ge
nomen, die op het uitbreidingsplan is geprojecteerd.
Volgens inlichtingen zijn de bouwblokken dan zooveel
voordeeliger. Dat is de reden.
De heer Van der Werff meende in de stukken ge
lezen te hebben dat de weg maar tijdelijk zal worden
aangelegd met keibestrating van 2.75 M. en met klin
kerpuin ter weerszijden van 87y2 c.M. Hij weet niet,
wat de Tijnjeweg betreft, of de erfdienstbaarheid het
toelaat, maar anders had hij dien weg veel beter ge
vonden; dan was de nieuw aan te leggen weg veel
korter. Daarom had hij liever gezien dat de weg aan
dien kant was gemaakt. De wethouder zegt wel dat de
weg nu gemaakt wordt volgens het uitbreidingsplan
der gemeente, maar daaraan is later ook nog wel te
veranderen. En misschien zal men daar nog in geen
100 jaar huizen bouwen.
De Voorzitter: Verlangt een van de leden stemming
over punt c?
De heer Dijstra: Ik heb gestemd voor de punten a en
b, maar zal mij verder tegen elke uitgave verklaren,
omdat ik meen dat, voor de verlangde inlichtingen zijn
gegeven, men niet aan 't werk kan gaan.
De beraadslagingen worden gesloten.
Punt c wordt met 14 tegen 7 stemmen aangenomen.
Vóór stemmen de heeren Zandstra, Tulp, Muller,
De Vos, Tiemersma, mevrouw BuismanBlok Wij-
brandi, de heeren M. Molenaar, De Boer, O. F. de Vries,
Jansen, IJ. de Vries, B. Molenaar, Westra en Berghuis.
Tegen stemmen de heeren Lautenbach, Visser,
Dijstra, Van der Werff, Van Weideren baron Rengers,
Cohen en Fransen.
Aan de orde is punt d.
De heer Dijstra zegt dat hij den Raad telkens de stem
mingen wel wil besparen, maar dat hij zich ook hier
tegen verklaart.
De Voorzitter zegt dat het de bedoeling is eerst de
punten van deze bijlage af te werken en daarna de voor
stellen in stemming te brengen, welke hier niet in staan
en die straks zijn genoemd, de rechtstreeksche voorstel
len van Burgemeester en Wethouders inzake grond
baggeren enz.
Spreker herinnert er verder aan dat, wat punt d be
treft, Burgemeester en Wethouders hierbij nog voor
stellen den overweg te verleggen tot tegenover de
Julianastraat, waarvoor apart nog een crediet van
1600.noodig is.
Het voorstel sub d, aangevuld met een credietaan-
vrage door Burgemeester en Wethouders van 1600.
voor het verleggen van den spoorwegoverweg, wordt
met 14 tegen 7 stemmen aangenomen.
De uitslag der stemming is gelijk aan de voorgaande.
Punt c wordt met 14 tegen 7 stemmen aangenomen,
met dezelfde vóór en tegenstemmers.
Aan de orde is punt
De beraadslagingen worden geopend.
De heer De Boer merkt op dat bij dit besluit, waarbij
een opsomming voorkomt wat er voor deze 5000.
zal moeten gebeuren, geen besluit wordt genomen of
de commissie de zaak verder zal uitwerken of dat ge
meentewerken of de gemeentereiniging dit doen zal.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 17 Januari 1922. 21
Dan wil spreker vragen of, nu het rapport-Noppen
in druk is verschenen, er niet aan elk van de raadsleden
een exemplaar kan worden verstrekt. Of er een of tien
worden gedrukt, dat maakt toch niet veel verschil.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi zegt dat er wel
meer rapporten hadden kunnen worden gedrukt, maar
dat dit om de kosten is gelaten. Er was geen geld voor.
Spreekster wil den Voorzitter echter wel voorstellen of
vragen of daartoe nog kans bestaat.
De heer Fransen: Heeft men er één laten drukken?
Mevrouw Buisman-Blok Wijbrandi: Neen, er zijn
eenige gedrukt maar niet meerdere, omdat de cijfers en
prijzen zooveel wijzigingen hebben ondergaan.
De heer Fransen: Dan moest de commissie ze maar
overtypen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Punt wordt met 14 tegen 7 stemmen aangenomen,
met dezelfde vóór- en tegenstemmers als bij de voor
gaande stemming.
De Voorzitter: Dan volgen nog de voorstellen van
Burgemeester en Wethouders:
le. grond ontgraven uit afsnijding hoek Potmarge en
haven10,913.
2e. grond baggeren uit Potmarge 1,275.
3e. grond baggeren uit Potmarge van
de westgrens tot de Tijnje 7,155.
Samen 19,343.
Dit voorstel wordt met 14 tegen 7 stemmen aange
nomen, met dezelfde vóór- en tegenstemmers als bij de
voorgaande stemming.
De behandeling van bijlage no. 11 wordt tot nader
aangehouden.
Ter behandeling van:
12 (Agenda no. 13). Rapport der commissie voor
de reclames omtrent bezwaarschriften tegen aanslagen
in de plaatselijke directe belasting naar het inkomen,
in eersten aanleg, diensten 1918, 1919, 1920 en 1921,
in beroep dienst 1920.
wordt in geheime vergadering overgegaan.
Na heropening der openbare vergadering wordt, niets
meer te behandelen zijnde, deze door den Voorzitter
gesloten.