Vergadering van Dinsdag 28 Maatl 1922. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 Maart 1922. 77 Tegenwoordig alle leden. Voorzitter: de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma, Bur gemeester. I. Aan de orde is: Vaststelling van de notulen der raadsvergaderingen van 27 December 1921 en 17 Januari 1922. De beraadslagingen worden geopend. De heer De Boer: Ik ben er de vorige vergadering niet geweest, maar ik had toen wel een aanmerking op de notulen. Mag ik die nu nog maken? De Voorzitter: Op de oude notulen? De heer De Boer: Op de notulen van de begrootings- vergadering. De Voorzitter: Die zijn vastgesteld. Maar misschien heeft de Raad geen bezwaar Uw opmerking aan te hooren. De heer De Boer: Die opmerking had de heer Berg huis ook kunnen maken, omdat deze ook part in de kwestie had. Het ging over het weglaten in het be trokken gedeelte van de Memorie van Antwoord van Burgemeester en Wethouders van de toezegging tot het geven van een jaarverslag van de bedrijven. De heer Berghuis heeft toen gezegd: In het stuk dat ik geschreven heb, staat het wel, maar het is niet opge nomen. Het kan nu in de notulen echter wèl worden opgenomen Dat is niet gedaan. Misschien dat de heer Berghuis daaromtrent nog iets heeft te zeggen? De heer Berghuis (wethouder) kan antwoorden dat die opmerking van hem op een misverstand berustte. In het oorspronkelijk rapporteursverslag stond het ook en daarnaar kan spreker verwijzen. Als men het rapport en het antwoord vergeleek, zag men ook terstond, dat het antwoord van Burgemeester en Wethouders sloeg op datgene, wat de heer De Boer wenschte. Als deze het verslag van rapporteurs legt naast het antwoord van Burgemeester en Wethouders, dan zal hij zien, dat dit antwoord was, dat Burgemeester en Wethouders aan het gevraagde zouden voldoen en het gevraagde was ,,vóór de vaststelling der rekening". De heer De Boer meende toen dat het niet volledig was en spreker eveneens, doch het bleek hem dat herstelling niet noodig was, omdat de vraag uitvoeriger was dan hij meende. De heer De Boer: Als de kwestie maar vast staat, dan doet het er weinig toe, hoe het precies in de notulen staat. Dan ben ik gerustgesteld. De beraadslagingen worden gesloten. De notulen der vergaderingen van 27 December 1921 en 17 Januari 1922 worden onveranderd vastgesteld. II. Wordt medegedeeld: 1. dat de Minister van Onderwijs heeft goedgekeurd de tijdelijke benoeming van mej. C. M. Ribbink tot leerares in de klassieke letteren aan het gymnasium. 2. dat Gedeputeerde Staten: a. hebben goedgekeurd de raadsbesluiten d.d. 28 Februari 1.1., waarbij is bekrachtigd de aankoop van de panden Bote van Bolswertstraat nos 1, 3 en 11, Burge meester en Wethouders zijn gemachtigd 50 op stain staande boomen te verkoopen en tot verkoop aan de provincie van een gedeelte van den tuin van het perceel Doelestraat no. 8; 14 Maart 1.1. om in rechten op te treden tegen H. de long tot ontruiming van het pand Eekhoffstraat no. 26, en de betaling van de door dezen verschuldigde huur penningen; b. hebben bericht dat tegen de regeling van het cre- diet ad 1300.bij raadsbesluit van den 28 Februari 1.1. verleend voor den aanleg van een tegeltrottoir langs het Cainbuursterpad van den Oostersingel tot de Bleek- laan, bij hen geen bezwaar bestaat. 3. bericht van mej. J. Jansma aan Burgemeester en Wethouders en van H. van der Harst, dat zij de benoe ming tot lid der Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs aannemen. 4. proces-verbaal van de opneming van de boeken en kas van den gemeente-ontvanger. De punten sub 14 worden voor kennisgeving aan genomen. 5. adres van M. en J. Kuipers alhier, waarbij zij ver zoeken hen te ontheffen van de nakoming van een der voorwaarden, waaronder hun is verkocht het perceel bouwterrein aan het Nieuwe Kanaal, kadastraal bekend sectie G no. 11441, en wel die houdende verbod om het gekochte in de eerste tien jaren als bouwterrein te ver koopen of te exploiteeren. Wordt in handen gesteld van Burgemeester en Wet houders om prae-advies. 6. adres van het bestuur der afdeeling Leeuwarden van den Nederlandschen Bond van leeraren bij het Nij verheidsonderwijs om maatregelen te treffen dat het achterstallig salaris aan leeraren van de Nijverheids scholen in deze gemeente wordt uitgekeerd. Wordt bij de desbetreffende stukken gevoegd. 7. lijst van de dagen en uren, waarop aan de ge meentelijke bewaarscholen openbare lessen zullen wor den gehouden. Tot bijwoning worden uitgenoodigd de heeren Dijstra, De Boer en Lautenbach. 8. dat Burgemeester en Wethouders: a. behoudens 's Raads goedkeuring aan het bestuur van den Bond van Christelijke Zangvereenigingen in Friesland op Hemelvaartsdag, Donderdag 25 Mei e.k., uiterlijk tot des avonds 6 uur, vergunning zullen ver- leenen om in den Prinsentuin een zangersfeest door aan gesloten vereenigingen te doen geven; b. den Raad voorstellen te besluiten hun college een algemeene machtiging te verleenen om den Prinsen tuin op door hen te stellen voorwaarden voor dergelijke doeleinden in gebruik af te staan. De Voorzitter merkt op dat er enkele periodiek jaar lijks terugkomende feesten zijn, waarvoor deze vergun ning wordt gevraagd. Burgemeester en Wethouders vragen nu den Raad machtiging te willen verleenen, om den Prinsentuin onder door hen te stellen voorwaarden voor dergelijke doeleinden af te staan. De beraadslagingen worden geopend. De heer Dijstra vindt het een beetje vervelend om hier nog eens op terug te komen, want er is in den Raad al vaker over gesproken, ook bij een gelegenheid dat gevraagd werd, hieraan te voldoen, en waartegen de Raad toen bezwaar maakte. Spreker acht het 't beste de zaak maar bij den naam te noemen; hij meent dat het was naar aanleiding van den 1 Mei-dag. Is daarvoor indertijd ook niet deze vergunning gevraagd en heeft de Raad daarop toen niet afwijzend beschikt? Toen is deze kwestie in ernstige bespreking geweest in den Raad.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1922 | | pagina 1