24 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 Februari 1923. Swart eenige jaren lang een buitengewoon hooge huur betaald de gemeente zou tot het uiterste gaan en dezen pachter waarschijnlijk de voortzetting van zijn bedrijf onmogelijk maken, indien ook het laatste huurjaar de overeenkomst bestaan bleef. Wij hebben geen enkele reden om aan te nemen dat dit ook voor Turksma, al thans in die mate als met Swart het geval was, zou gelden. Ook de gemeentelijke deskundige voor de lan derijen is, blijkens zijn overgelegd schrijven, van dit gevoelen. Hij wijst er op dat in gunstige jaren de ge meente niet meer dan de overeengekomen huur ont vangt zij zou, worden verzoeken als het onderhavige toegewezen, altijd de slechte kansen houden. Bovendien kan eene vergelijking met den huurder van de „Magere Weide" niet in allen deele opgaan, omdat de perceelen aan den Groningerstraatweg eerst in 1921 aan Pinto zijn verhuurd; adressant Turksma zou dus ten hoogste twee jaren schade kunnen lijden. Voorts kan zeker niet gezegd worden, als bij Swart, dat het tekort op de exploitatie van de gehuurde landerijen de voort zetting van het bedrijf onmogelijk maakt. Turksma toch is veehandelaar en, al moge ook dit bedrijf den invloed van de ongunstige tijden ondervinden, nevens verliezen staan ook winsten. Hij zegt trouwens in zijn adres ook alleen dat de opbrengst van de (ze) pachtprijzen hem zeer bezwaarlijk valt. Opgemerkt dient nog ten slotte dat de exploitatie van weiland, dat in het onderhavige geval trouwens alleen gebruikt wordt om handelsvee tijdelijk te bergen, in mindere mate „de ongunst der tijden" ondervindt dan die van bouwland. Bij de „Magere Weide" nu betrof het voor een groot deel bouwland, niet alles zelfs van de beste kwaliteit. Wij geven U in overweging op het adres eene afwij zende beschikking te nemen. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 7 (Agenda no. 8). Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het nader adres van J. en A. Haag- sma te Woudsend om kwijtschelding van boete wegens vertraagde oplevering van privaattonnen. Dit prae-advies luidt als volgt Bij Uw besluit van den 12 December 1922 no. 542R/359 werd afwijzend beschikt op een adres van J. en A. Haagsma te Woudsend, die daarbij als aan nemers van de levering van 400 privaattonnen ten dienste der gemeente-reiniging verzochten hen te ont heffen van de betaling der boete ad 200.wegens vertraagde oplevering der tonnen. Dit besluit gaf hun aanleiding om opnieuw een ver zoekschrift, thans met uitvoerige toelichting, tot Uwe Vergadering te richten, om op Uw besluit terug te komen, dat in de raadsvergadering van den 27 Decem ber 1.1. een punt van bespreking uitmaakte. Wij deden toen de toezegging dat de zaak nog eens nader onder de oogen zou worden gezien en stelden daarom deze stukken in handen van den Directeur der gemeente reiniging, die blijkens zijn overgelegd, zeer gedocumen teerd, advies van 29 Januari 1.1. tot de conclusie komt dat de opgelegde boete ad 200.70 dient gehandhaafd. Wij vinden geen aanleiding U te raden op Uwe be schikking van 12 December 1.1. terug te komen en geven U daarom, met verwijzing naar genoemd rapport, in overweging het nader adres van J. en A. Haagsma voor kennisgeving aan te nemen. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 8 (Agenda no. 9). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging der verordening houdende voorwaarden waarop en tarieven waarnaar de Gemeente reiniging diensten verstrekt (bijlage no. 3). De Voorzitter: Namens Burgemeester en Wethouders kan ik meedeelen dat door het college wordt voorgesteld uit de voorgestelde redactie van tarief Fi (sub 111), welke thans luidt „Voor het aan het terrein der gemeentereiniging gebrachte bedrijfs- of huisafvalenz.", te laten vervallen de woorden „of huis", zoodat het tarief dan alleen betrekking heeft op bedrijfsafval, dit is het zelfde als de commissie voor de reiniging voorstelt. De beraadslagingen worden geopend. De heer Westra: Omtrent dit ontwerp is een adres ingekomen bij den gemeenteraad, een adres, dat mij zeer heeft verwonderd. Daarin wordt door den voorzitter van de Leeuwarder Winkeliersvereeniging aangevoerd dat de gemeentereiniging een dienst is ten gerieve van alle gemeentenaren, die dus feitelijk gratis, maar in elk geval voor een veel te lage prijsberekening diensten, ook aan de bedrijven, zou moeten verleenen. Ik zou mij op dat standpunt niet kunnen stellen en ik heb mij daarop in de commissie voor de reiniging ook niet gesteld. Ik neem juist het standpunt in, dat ook de drijfveer is geweest tot het voorstel van de commissie, dat in het algemeen ten opzichte van de gezamenlijke ingezetenen, die allen huisvuil hebben af te geven aan de stadsreiniging, geen bezwaar bestaat, dat dit door dien dienst gratis ge schiedt, omdat, wat men te kort komt, toch door allen te zamen aan belasting wordt opgebracht. Iets anders is het echter met de bedrijfsonkosten. Als er niet een juiste kostprijs voor de diensten zou worden betaald, dan zouden allicht de bedrijven, als de belastingbetalers de tekorten allen samen opbrachten, dergelijke cijfers nooit zuiver kunnen calculeeren. Toch zal men de on kosten zuiver op het bedrijf moeten calculeeren, opdat men ze kan afwentelen op de afnemers. Ik meen dan ook dat het standpunt van de vereeniging hier zeer on juist is. In andere gevallen redeneert deze vereeniging ook juist andersom, dan wordt gezegd: de winkeliers, de middenstanders, brengen de meeste belasting op, er moet ook voor gezorgd worden dat de bedrijven uit kunnen, dat de kostprijs wordt geëischt voor de diensten, die worden verleend, opdat de belasting niet te hoog wordt. Ik geloof dan ook dat de winkeliers hier zeer mis zijn, ook omdat het bedrag op de begrooting slechts uit getrokken tot 1500.niet in hoofdzaak door de winkeliers maar in hoofdzaak door de grootindustrie zal worden opgebracht. Dit adres, dat is ingekomen, is ge heel verkeerd, waarom ik mij dan ook voor het ontwerp zal verklaren. De heer ColletZe zijn wel eens vaker mis. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders, zooals dit door dezen bij monde van den Voorzitter onder punt III nader is gewijzigd. 9 (Agenda no. 10). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van eene verordening, houdende regelen voor het toezicht op door de gemeente gesubsidieerde ofte subsidieeren instellingen bijlage no. 8). Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 10 (Agenda no. 11). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van de verordening op den keuringsdienst van vee en vleesch in de gemeente Leeuwarden (bijlage no. 9). De beraadslagingen worden geopend. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 Februari 1923. 25 De heer Westra: Ik heb onlangs bij gelegenheid van het indienen van een adres gepleit voor een wijziging der verordening ten opzichte van de tarieven, omdat gebleken was dat die tarieven niet in overeenstemming zijn met de kosten van de vleeschkeuring. Nu is nog een keer te meer, waar in de vorige vergadering bij de wij ziging der begrooting voor 1922 ook is besloten tot wij ziging van de opbrengst van de keurloonen, gebleken, dat die keurloonen meer hebben opgebracht, dan de kosten van den keuringsdienst zijn. Nu dan ook tot wijziging der verordening wordt overgegaan, meen ik dat er alle reden is om ook de tarieven in de verordening te wijzigen. Daarom zou ik willen voorstellen dat Bur gemeester en Wethouders dit ontwerp terug nemen en, als zij daarmee terug komen, dat zij dan tegelijkertijd komen met een wijziging van de keurloonen. De Voorzitter: Ik zou dit willen opmerken, dat dit eigenlijk alle wijzigingen zijn, die urgent zijn, gezien het afschrift, dat bij de stukken heeft gelegen, van een vonnis van het Kantongerecht te Leeuwarden, waarbij iemand, die geen aangifte of een verkeerde aangifte had gedaan, is ontslagen van alle rechtsvervolging, omdat de ver ordening niet klopte met het voorschrift van Burge meester en Wethouders, terwijl dit voorschrift toch zuiver was gegrond op de practijk. Waar men vroeger het wezen van de practijk niet wist, is het thans de be doeling daarin te voorzien. Ik heb het idee dat de Raad tegen deze wijzigingen zeer weinig bezwaar zal hebben. In de practijk is ge bleken dat ze noodig zijn, zal de dienst goed mar- cheeren. Met wat de heer Westra nu in het midden brengt, wil hij nu de geheele zaak maar uitstellen. Ik meen echter dat de heer Westra, als hij werkelijk meent dat de tarieven verkeerd zijn en dat minder moet worden geheven, het beste zijnerzijds een voorstel kan doen en dit bij den Raad aanhangig kan maken. Burgemeester en Wethouders kunnen daarop dan prae-advies uitbrengen. Ik zou echter willen voorstellen deze 6 wijzigingen niet aan te houden. Ik geloof dat deze zaken dringend voor ziening noodig hebben. Ik zou den heer Westra dus wil den voorstellen, als hij werkelijk de tarieven gewijzigd wil hebben, een voorstel daartoe in den Raad te brengen. Dit kan dan door Burgemeester en Wethouders behan deld worden en dan kunnen ook de financieele gevolgen onder de oogen worden gezien. Ik meen ook wel namens de wethouders te spreken, als ik den Raad voorstel niet op het verzoek van den heer Westra in te gaan. De heer Westra: U hebt aangevoerd dat verschillende punten van een bijzondere urgentie waren. Ik meen juist, dat ik juist naar aanleiding daarvan bij mijn ver zoek zou moeten persisteeren, omdat ik dan de zekerheid zou hebben dat de noodige spoed zou worden betracht bij wat ik wenschte veranderd te krijgen. Maar daar staat tegenover dat er een andere aanleiding is, n.l. de leegte van verschillende stoelen hier, die mij doet ver onderstellen dat ik hier nu waarschijnlijk toch geen ge lijk zou krijgen. Ik meen daarom den Raad een stemming te moeten besparen en wil mijn voorstel intrekken. De heer De Boer Wijs politiek inzicht. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Ter behandeling van 11 (Agenda no. 12). Rapport der commissie voor de reclames omtrent bezwaarschriften in eersten aan- leg tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting naar het inkomen, dienst 1921 wordt in geheime vergadering overgegaan. Na heropening der openbare vergadering wordt, niets meer te behandelen zijnde, deze door den Voorzitter gesloten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1923 | | pagina 4