106 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 Mei 1923. uitgezonderd, niet in overweging genomen, dan nadat het desbetreffende college kennis heeft genomen van het oordeel der commissie." Nu is, aldus spreker, de uitleg, die de heer Molenaar aan dit artikel geeft, deze, dat de Raad dus een dergelijk verzoek dit is nu toevallig van personeel van het Waterleidingbedrijf, maai morgen kan er wel een ander verzoek zijn niet in overweging mag nemen, dan na dat de commissie is gehoord. Ik zou nu dit willen zeggen dat, als de Raad het adres in handen van Burgemeester en Wethouders stelt om prae-advies, de Raad dan op dit oogenblik het adres in overweging neemt. Volgens dit artikel zou dit dus niet mogen geschieden dan nadat de Commissie voor Geor ganiseerd Overleg is gehoord. Hier staat toch: „spoed- eischende gevallen en dat is het hier niet bepaald uitgezonderd, niet in overweging genomen, dan nadat het desbetreffende college kennis heeft genomen van het oordeel der commissie." Ik stel mij de loop van zaken zoo voor, dat de Raad het adres in handen stelt van Burgemeester en Wet houders om prae-advies en dat Burgemeester en Wet houders in hun vergadering het verzoek niet in overwe ging kunnen nemen dan nadat de Commissie voor Geor ganiseerd Overleg advies heeft uitgebracht. Anders zou elk verzoek volgens Uw uitleg niet in handen van Burgemeester en Wethouders maar eerst naar de com missie moeten, dan zou het advies der commissie in den Raad moeten komen en daarna zou de Raad kunnen zeggen dat Burgemeester en Wethouders prae-advies moesten uitbrengen. Ik geloof toch niet dat dit de be doeling van het artikel is, al moet ik eerlijk zeggen dat het er misschien wel uit gelezen kan worden. Ik geloof dat de uitleg van den heer Molenaar niet heeft voor gezeten, toen het artikel is aangenomen. Mijn meening is wel dat de Raad geen beslissing mag nemen voordat het advies der commissie is uitgebracht en dat ook Burgemeester en Wethouders geen besluit mogen nemen voordat het advies der commissie is overgelegd. Maar wanneer de woorden „in overweging genomen" in heel strengen zin worden geïnterpreteerd, zou ik zeggen, dan mogen we op 't oogenblik niets doen, dan mogen we nu niets verder doen dan het advies afwachten. Ik geloof toch niet dat dit de bedoeling is geweest. Kan de heer Molenaar zich met mija opvatting vereenigen De heer M. Molenaar: U zegt dat het waarschijnlijk niet de bedoeling is geweest, maar dat men het artikel wel zoo kan opvatten. Ik meen dat het wèl de bedoeling is geweest en ik meen ook te mogen aannemen dat het artikel zich niet anders Iaat lezen. Maar ik heb zoopas gezegd dat de commissie er waarschijnlijk zeer veel prijs op zal stellen de meening van Burgemeester en Wet houders te hooren. Als Burgemeester en Wethouders het verzoek nu in handen van de commissie stellen, vergezeld van hun advies, dan wordt er tijd uitgespaard en er wordt meteen tegemoet gekomen aan mijn denk beeld. De Voorzitter: Volgens de verordening zullen Burge meester en Wethouders zeer zeker het advies moeten vragen van de commissie, maar Burgemeester en Wet houders kunnen dan toch ook pas hun standpunt be palen nadat dit advies door hen is ingewonnen; van de argumenten, die in dat advies worden aangevoerd, zal het afhangen of Burgemeester en Wethouders den eenen of wel den anderen kant zullen overgaan. Burgemeester en Wethouders zeggen toe dat zij de commissie om ad vies zullen vragen en zij brengen dan hun prae-advies uit gebeurde het andersom dan zou er nog wel eens een heel klein Hollandsch woordje kunnen volgen zij moeten toch eerst advies vragen en dan zal het daar van afhangen of zij den eenen of den anderen kant zullen overgaan. De heer Visser: Ik zou naar aanleiding hiervan iets willen vragen. Het voorstel, dat hier wordt gedaan, is, dat het adres wordt gerenvoyeerd naar Burgemeester en Wethouders om prae-advies. In een volgende ver gadering zal dan dus het college met prae-advies komen en de raadsleden kunnen dat dan accepteeren of ne- geeren. Veronderstel dat de Raad dan een uitspraak doet in dien zin, dat hij weigert de menschen op te nemen, zooals in het verzoek wordt gevraagd, komt dan ook nog het vraagstuk aan de orde in het Georganiseerd Overleg? Ik geloof het niet. Dan zal men dus in de practijk dit krijgen, dat de Commissie voor Georgani seerd Overleg, als zoodanig hierbij rechtstreeks betrok ken, bij dergelijke zaken zal worden gepasseerd. De Voorzitter: Naar aanleiding van wat de heer Visser zegt, wil ik meedeelen dat ik mij den loop van zaken aldus voorstel. Er is een request ingekomen, waarom trent door den heer Lautenbach is gevraagd of het wel volkomen in den haak is, of wel alle namen genoemd zijn. Burgemeester en Wethouders hebben daaraan niet de noodige attentie gegeven, om daarop te kunnen ant woorden en ook daarom wordt door hen voorgesteld het adres in handen van Burgemeester en Wethouders te stellen om prae-advies. Volgens artikel 3 der ver ordening kan nu het adres niet door Burgemeester en Wethouders in overweging worden genomen ik be schouw de woorden „niet in overweging nemen" als „geen beslissing nemen" voor de commissie is ge hoord. Burgemeester en Wethouders stellen dus het request in handen van de Commissie voor Georgani seerd Overleg om advies. Dat advies komt in en naar aanleiding daarvan bepalen Burgemeester en Wethou ders hun houding. En zoo komt dan ten slotte het prae- advies van Burgemeester en Wethouders in den Raad, zooals Burgemeester en Wethouders op grond van alle mogelijke inlichtingen hun standpunt meenen te moeten bepalen. De Raad kan daar dan in meegaan of een van de leden kan zijn eigen standpunt hebben, dit dan naar voren brengen en trachten het tot raadsbesluit te doen verheffen. Dat is de zaak. De heer IJ. de Vries: Voor mij is er een andere vraag, die van het begin af bij mij heeft geculmineerd. Deze werklieden komen vragen of zij gemeentewerklieden mogen worden in vasten dienst, zij zijn dus nog niet gemeentewerkleiden, zoolang zij in hun dienst geen vaste aanstelling hebben. Heeft nu een Commissie voor Ge organiseerd Overleg uit gemeentewerklieden mede te beslissen over personen, die niet in gemeentedienst zijn? De heer Dijkstra (wethouder): Ze zijn in tijdelijken dienst. De heer IJ. de Vries: Ze zijn tijdelijk, maar vragen een vaste aanstelling. Men kan dus niet het verzoek van deze werklieden als van de andere over dien weg laten gaan, maar men kan het langs de besturen van bepaalde bonden meedeelen. Om nu het advies te krijgen van de Commissie voor Georganiseerd Overleg, waarlangs dan de Raad kan beslissen, daar voel ik niet veel voor. Mij dunkt dat wij eerst de vraag aan de orde moeten stellen of wij deze werklieden in vasten dienst zullen nemen, ja of neen. De heer Dijkstra (wethouder)Dat komt dan. De heer IJ. de Vries: Neen, dat moet eerst aan de orde komen en dan kan de Commissie voor Georganiseerd Overleg zich ook uitspreken of men de menschen in vasten dienst zal opnemen, ja of neen. De Voorzitter: Ik wil dit opmerken dat hier in artikel 1 staat dat er een geregeld overleg zal plaats vinden „over alle zaken, welke in den ruimsten zin des woords Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 Mei 1923. 107 op de arbeids- en dienstvoorwaarden van het personeel der gemeente betrekking hebben". Volgens Uw op vatting zou onder het personeel der gemeente alleen moeten worden verstaan het vaste personeel dat reeds in vasten dienst der gemeente is. Maar dat staat nergens en ik geloof ook nooit dat dit de bedoeling is. Ik geloof dat onder het personeel der gemeente verstaan moet worden niet alleen het op het oogenblik in vasten dienst zijnde personeel, maar ook wel degelijk het tijdelijk personeel. Dat is ook zeer zeker het geval, omdat het tijdelijk personeel ook een aanstelling krijgt. Iets anders is het natuurlijk met personeel dat een tijdelijke aanstel ling heeft voor een werk dat b.v. 2 maanden duurt, omdat daarvoor een paar personen meer moeten zijn. Het personeel van de waterleiding is echter eigenlijk semi-vast en semi-tijdelijk en de reden, waarom Burge meester en Wethouders dat personeel tot nog toe geen vaste aanstelling hebben verleend is, omdat het geheele waterleidingbedrijf voor de gemeente tijdelijk is. Anders was er geen kwestie van dat die menschen geen vaste aanstelling hadden gekregen en dan hadden zij ook vol komen recht daarop. Maar ik kan dit wel vooruit ver klappen, dat vaste aanstelling nog niet is geschied, omdat het heele waterleidingbedrijf voor de gemeente tijdelijk is. Laten wij echter over die kwestie nu niet verder spreken. Ik geloof intusschen niet dat wij het artikel zoo streng moeten interpreteeren, dat alleen het personeel, dat op 't oogenblik in vasten dienst der ge meente is, moet worden verstaan onder personeel der gemeente. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 6. dat Burgemeester en Wethouders: a. het perceel Turfmarkt no. 4 bij openbare inschrij ving op afbraak hebben verkocht aan F. Pander te Houtigehage voor 611. Wordt voor kennisgeving aangenomen. b. in de vacature P. Hogenhuis als ambtenaar, be last met de beteekening van stukken betreffende ver volging ter invordering van plaatselijke belastingen en de tenuitvoerlegging van dwangbevelen, bedoeld bij art. 261 der Gemeentewet, tijdelijk hebben aangewezen J. Süthoff, deurwaarder bij het Gerechtshof alhier. Burgemeester en Wethouders vragen daartoe mach tiging van den Raad tot tijdelijke afwijking van artikel 1 der Salarisverordening 1919, waar de jaarlijksche be zoldiging van den ambtenaar, bedoeld in het aange haalde wetsartikel, is bepaald. De gevraagde machtiging wordt met algemeene stem men verleend. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. (Agenda no. 2). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot bekrachtiging van den aankoop in open bare veiling van het perceel Weerklank Laagpad no. 10. Dit voorstel luidt als volgt Ingevolge Uwe algemeene machtiging hebben wij aan gekocht het perceel no. 10 aan het Laagpad. Voor 230.vermeerderd met de kosten van over neming en de onkosten is de gemeente eigenares ge worden. Wij stellen U voor goed te keuren den aankoop in openbare veiling van de woning Laagpad no. 10, ka dastraal bekend gemeente Leeuwarden, Sectie G no. 2367 voor 230.met de kosten in totaal 272.07. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 2 (Agenda no. 3). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan W. Poelstra en L. Lamsma alhier in erfpacht af te staan een perceel bouwterrein aan de Franeker straat. Dit voorstel luidt als volgt Bij adres van 6 Maart 1.1. richtten W. Poelstra en L. Lamsma, alhier, tot ons het verzoek om aan hen in erf pacht af te staan een gedeelte der bouwterreinen nabij den Harlingerstraatweg, gelegen aan de Franekerstraat achter de aan den Harlingerstraatweg gebouwde houten villa's. Wij hebben de belanghebbenden in kennis ge steld met de gebruikelijke voorwaarden van afstand in erfpacht en de mededeeling ontvangen, dat zij zich daarmede kunnen vereenigen. De grondprijs, die tot grondslag van den erfpachts canon zal strekken, is 7.per M2., welk bedrag vol doende is te achten en overeenkomt met hetgeen voor grond aan de genoemde straat is bedongen van de Coöperatieve Vereeniging „Woningbouw". De Directeur der Gemeentewerken kan zich blijkens zijn overgelegd advies met den bedoelden afstand in erfpacht veree nigen. Onder overlegging van de stukken geven wij U in overweging te besluiten aan W. Poelstra en L. Lamsma, alhier, tot 31 De cember 1990 in erfpacht af te staan een gedeelte van het perceel kadastraal bekend gemeente Leeuwarden Sectie D no. 1755 en gelegen aan de noordzijde van de Frane kerstraat, als op de overgelegde situatieteekening met een roode arcure is aangeduid, ter grootte van ongeveer 1572 M-\, de juiste grootte nader door een landmeter van het kadaster op te meten, zulks op de volgende voorwaarden 1. de canon wordt berekend naar een grondwaarde van zeven gulden 7.per M2. en een rentevoet van 6 per jaar 2. de erfpachters moeten binnen tweemaal 24 uren, nadat zij van de toewijzing in erfpacht kennis hebben bekomen, een waarborgsom van 550.storten ten kantore van het gemeentelijk grondbedrijf voor de na koming der voorwaarden, welk bedrag hun na voldoe ning daaraan op aanvrage wordt teruggegeven 3. de rooilijn der te stichten gebouwen zal nader door den dienst der gemeentewerken worden aange geven 4. de bepalingen betreffende de uitgifte in erfpacht van bouwterreinen gelegen tusschen Oostersingel en Cambuursterpad en toebehoorende aan de gemeente Leeuwarden, voorzoover mogelijk en met het boven staande niet in strijd, worden voor dezen afstand in erfpacht van kracht verklaard. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 3 (Agenda no. 4). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verhuring van bouwland aan den Sneekertrekweg, aan K. Hoogland alhier. Dit voorstel luidt als volgt De deskundige voor de gemeentelijke landerijen is blijkens zijn overgelegd schrijven van 4 Mei 1.1. met den huurder van de bouwlanden aan den Sneekertrekweg K. Hoogland krachtens Uw besluit van 25 April 1922 no. 161 R/l02 voor het jaar 1922 bij hem in gebruik ge weest, tot overeenstemming gekomen omtrent een nieuwe Verhuring voor het loopende jaar. Hoewel de voorgestelde huursom ad 450.aanmerkelijk blijft beneden het bedrag, in het vorig jaar ontvangen, 910.dient in aanmerking te worden genomen dat Hoogland rekening heeft te houden met den bouw van de centrale slachtplaats; hij neemt alle risico voor be-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1923 | | pagina 2