ïtrgatoinj van Dinsdag 12 Juni 1923. 110 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 Mei 1923. De heer Oosterhoff: Ik kom ten opzichte van dit voor stel met eenzelfde verzoek, als de heer De Boer heeft gedaan bij punt 6, of eigenlijk met een verzoek dat nog een klein beetje verder gaat. Bij mij was niet alleen het bezwaar dat de tijd zeer kort is geweest al is het waar, dat wij dit stuk een paar dagen eerder hebben ontvangen dan gewoonlijk maar ik vind eigenlijk dat dit niet een kwestie is, die wij op het stadhuis kunnen bestudeeeren. Dit zijn stukken, die wij niet maar even in een verloren uurtje kunnen bekijken, maar waarvoor men eens rustig moet kunnen zitten om ze te bestu- deeren. Nu weet ik wel dat het een vrij kostbare ge schiedenis is die bijlagen te laten drukken, maar daar staat tegenover dat het hier ook over vrij belangrijke bedragen voor de gemeente gaat; het gaat er om of de gemeente gedurende vele jaren een ton meer of minder of in 't geheel geen geld zal betalen en ik meen dat men daar wel eenige kosten voor mag maken. Ik wil daarom den Raad voorstellen de behandeling van dit voorstel uit te stellen en tot Burgemeester en Wethouders het ver zoek te richten de voornaamste stukken te laten drukken en onder de leden te distribueeren. Het voorstel-Oosterhoff wordt ondersteund en maakt dus een onderwerp van beraadslaging uit. De beraadslagingen daarover worden geopend. De Voorzitter: Ik zal van mijn kant niet op behan deling aandringen, omdat deze zaak niet zoo'n haast heeft als wat de heer Tulp zoopas heeft verdedigd ten opzichte van het onderwijs. Eigenlijk heeft deze zaak voor de gemeente heelemaal geen haast en in zooverre is het dus ook moeilijk te verdedigen dat dit voorstel in deze vergadering moet worden behandeld. Ik zou echter deze vraag willen stellen: hoe staan de leden onder het drukken van al die bijlagen? Er is een advies van den directeur der lichtbedrijven met 7 bijlagen bij. Wanneer de Raad er bijzonder veel prijs op stelt dat alles gedrukt thuis te krijgen, dan kan dat ge beuren, maar ik kan niet de verzekering geven dat het nu direct goedkoop is. Als het werkelijk niet anders kan om de zaak goed te bestudeeren, dan willen Burge meester en Wethouders graag meewerken, maar wij hebben het onder elkaar ook al besproken dat dat waar schijnlijk nog al wat kosten zullen zijn. De heer De Boer: Toen wij de gesloten vergadering hebben gehad met den heer Gerbrandij, heb ik voor gesteld het verslag van die vergadering te laten drukken, vooral op dit motief, dat het verslag van die vergadering ten minste van net zooveel beteekenis was als dat van gewone openbare vergaderingen. Er is, dunkt mij, geen argument te vinden om dat verslag niet te laten drukken, tenzij die vergadering een vertrouwelijk karakter droeg. Maar men kan dan het verslag ook als een vertrou welijk stuk behandelen. Ik ben er voor dat in alle geval de belangrijkste stukken worden gedrukt en steun dus het voorstel-Oosterhoff. De heer Muller: Ik zou deze vraag willen stellen: zou het college van Burgemeester en Wethouders ook bij benadering kunnen zeggen wat het ongeveer moet kosten De heer Tulp (wethouder)Een ton. De heer Muller: Neen, het drukken. De Voorzitter: Ik zou het U niet kunnen zeggen, maar Burgemeester en Wethouders meenen dat er heel wat komt kijken. Het advies van den directeur der lichtbe drijven met de bijlagen kan natuurlijk wel worden ge drukt. Om nu het verslag van de vergadering, dat is 73 folio bladzijden geschreven schrift, ook te laten druk ken, ik zou haast zeggen, laten we dan het andere maar wat royaler nemen. De heer Tulp (wethouder): Mij wil het voorkomen dat, als de leden zich niet, zooals ik, plaatsen op het standpunt „contract is contract" en „geef geen cent", maar de leden bereid zijn de provincie iets te geven, zij dan weinig aan de stukken zullen hebben. Door den directeur van het Provinciaal Electriciteitsbedrijf is een berekening gemaakt en door onzen directeur ook, maar ten slotte zal het toch er op neer komen dat men de provincie een douceurtje geeft. Het gaat dan om de kwestie van de hoegrootheid daarvan en voor een 25.000.meer of minder zijn de stukken van niet veel beteekenis. Het is ten slotte een gevoelskwestie. De heer Dijstra: Ik voel voor het betoog van den wet houder bitter weinig. Wij weten, dat door den Raad indertijd in principe is uitgemaakt dat tegenover het college van Gedeputeerde Staten ten aanzien van deze kwestie een welwillende houding zou worden aange nomen. Ik meen dus dat het principe als zoodanig geen onderwerp van bespreking meer behoeft uit te maken. Maar de omstandigheden en voorwaarden, waaronder de zaak tot stand komt, lijken mij van veel grooter invloed en ik zou het daarom betreuren wanneer de stukken niet werden gedrukt. De Voorzitter U ondersteunt dus het verzoek van den heer Oosterhoff. De heer Dijstra Ja. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel-Oosterhoff. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergadering door den Voorzitter gesloten. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 Juni 1923. 111 Tegenwoordig 23 leden, te weten: de heeren Lauten- bach, Van der Werff, Visser, Fransen, Dijstra, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, de heeren Cohen, O. F. de Vries, Tulp, Oosterhoff, Koopal, Jansen, Muller, Tie- mersma, Collet, De Boer, B. Molenaar, M. Molenaar, Westra, Dijkstra, IJ. de Vries, De Vos en Berghuis. Afwezig, met kennisgeving, de heer Van Weideren baron Rengers. Een vacature. Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma, Burgemeester. I. De verslagen der vergaderingen van 27 Maart en van 10 en 24 April 1923 worden onveranderd vast gesteld. II. Wordt medegedeed 1. dat Gedeputeerde Staten a. hebben goedgekeurd de raadsbesluiten d.d. 8 Mei 1.. tot het instellen van eene rechtsvordering tegen J. Bender en N. den Hollander te Nieuwerkerk a/d IJssel, als in gemeenschap van goederen gehuwd met eerstgenoemde, betreffende verhaal van verplegings- kosten van H. de Boer 22 Mei 1.1. om aan Poelstra en Lamsma een terrein aan de Franekerstraat in erfpacht af te staan, verhuring van bouwland aan den Sneekertrekweg aan K. Hoog land alhier en aankoop van het perceel Laagpad no. 10 b. aan de schoolbesturen, die bij hen in beroep zijn gekomen van het raadsbesluit d.d. 27 Maart 1923, waar bij werden afgewezen de ingediende aanvragen om toe kenning eener bijdrage als bedoeld in artikel 102, le lid, der Lager Onderwijswet 1920, in de kosten van het bij zonder vervolgonderwijs over 1921, hebben medege deeld dat zij aan dat "artikel geen aanspraak op uit- keering eener gemeentelijke bijdrage in de genoemde kosten kunnen ontleenen 2. rapporten omtrent de opneming der kassen van het bedrijf der gemeentewerken, het gemeentelijk grond bedrijf, de gemeentelijke gasfabriek en het gemeentelijk electriciteitbedrijf. De punten sub 1 en 2 worden voor kennisgeving aan genomen. 3. adres van het bestuur der woningbouwvereeniging „Beter Wonen" om haar ten behoeve van den bouw van 36 woningen en een winkelhuis een bedrag van pl.m. 130.000.te leenen 4. nader schrijven van genoemd bestuur, houdende mededeeling dat door bemiddeling van Kingma's Bank 125.000.tegen 6 rente kan worden geleend onder voorwaarde, dat de gemeente zich garant stelt en na 3 jaar jaarlijks 2 der hoofdsom wordt afgelost. De Voorzitter deelt mede dat het bestuur van „Beter Wonen" in dit laatste schrijven te kennen geeft, dat het meent niet op de aanbieding van Kingma's Bank te moeten ingaan, aangezien dan de huren van de wonin gen te hoog zullen moeten worden. Burgemeester en Wethouders stellen voor om het adres sub 3 in hun handen te stellen om prae-advies en het schrijven sub 4 voor kennisgeving aan te nemen. Dienovereenkomstig wordt besloten. 5. adressen van het bestuur der Vereeniging voor Christelijk Schoolonderwijs alhier om wegens uitbrei ding van het getal leerlingen aan hare scholen in de Margaretha de Heerstraat en de Pieter Feddesstraat de gelden voor de aanschaffing van nieuwe schoolmeubelen toe te staan. Wordt in handen van Burgemeester en Wethouders gesteld om prae-advies. 6. adres met memorie van toelichting van de afdee- ling Noord-Friesland van „de Vereeniging voor M. U. L. O.", waarbij ernstig ontraden wordt het leervak Fransch in te voeren op de z.g.n. 7e en 8e leerjaar- scholen 7. adres van de afdeeling Leeuwarden van den Bond van Nederlandsche onderwijzers om het voorstel van Burgemeester en Wethouders inzake de bepaling der leervakken aan de 7e en 8e leerjaarscholen te aanvaar den met deze wijziging, dat voor de scholen voor eind onderwijs in paats van het Fransch de Engelsche of de Duitsche taal wordt gekozen. De punten sub 6 en 7 worden gevoegd bij de stukken, die onder punt 12 der agenda voor heden aan de orde zijn gesteld. 8. schrijven van de Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs, houdende aanbeveling voor de benoe ming van een lid dier commissie, ter voorziening in de vacature G. H. Honing. De aanbeveling luidt als volgt 1. W. F. M. van Schaik, Marssumerstraat 1 2. Dr. L. de Jager, Tweebaksmarkt 68 3. Dr. D. A. de Groot, Willemskade 5. 9. idem voor de benoeming van twee leden dier commissie, ter voorziening in de vacatures G. Botke en H. de Boer. De aanbevelingen luiden als volgt (vacature G. Botke) 1. H. de Boer, Emmakade 139 2. J. B. de Vries, van Sijtzamastraat 14; 3. B. Kooistra, van Heemstrastraat 3. (vacature H. de Boer): 1. G. Botke, van Asbeckstraat 12 2. J. Posthumus, van Asbeckstraat 30 3. F. Dekenga, Tjerk Hiddesstraat 14. De punten sub 8 en 9 komen onder punt 3 der agenda voor heden aan de orde. 10. schrijven van Burgemeester en Wethouders van Wijmbritseradeel om bij H. M. de Koningin adhaesie te betuigen met een adres van den Raad dier gemeente aan Hare Majesteit om het daarheen te leiden dat de openlijke Godslastering strafbaar wordt gesteld in het wetboek van strafrecht. Burgemeester en Wethouders stellen voor, met ver wijzing naar 's Raads besluit van 13 Maart 1.1. op een adres van den Bond tegen het schenden van Gods hei ligen naam, om hiertegen bij gemeentelijke verordening regelen te treffen, ook dit adres voor kennisgeving aan te nemen. Met algemeene stemmen wordt dienovereenkomstig besloten. 11. adres van de afdeeling Leeuwarden van den Centralen Bond van Transportarbeiders, waarbij onder de aandacht van den Raad wordt gebracht dat b.v. de aanleg van het nieuwe terrein voor de gemeentereiniging aan vele georganiseerde arbeiders werk zal verstrekken. Burgemeester en Wethouders wijzen er op dat de piannen voor den aanleg van het nieuwe terrein in een vergevorderd stadium van voorbereiding zijn, zoodat deze binnenkort bij den Gemeenteraad kunnen worden ingediend. Zij stellen voor in verband daarmede het adres voor kennisgeving aan te nemen. De beraadslagingen worden geopend. De heer Koopal zou naar aanleiding van dit adres Burgemeester en Wethouders willen vragen, in verband met de groote werkloosheid en de reuzenmalaise, met datgene, wat adressant aangeeft, de verplaatsing van het aschland, zooveel mogelijk spoed te betrachten. De heer Dijkstra (wethouder): Ik kan op de opmer king van den heer Koopal dit antwoorden, dat de ver plaatsing van het aschland thans in dit stadium ver keert, dat de volgende vergadering het voorstel daartoe in behandeling kan worden genomen. Ik heb die be-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1923 | | pagina 1