Veigadering van Maandag ZS Juni 1923. 122 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 Juni 1923. genomen een leerplan mèt vreemde taal, dan volgt er een stemming of deze de Fransche taal zal zijn of de Engelsche. De heer Tulp (wethouder)Ik wil nog even in het midden brengen dat hier niet wordt gedacht aan de Duitsche taal, zooals de Bond van Nederlandsche On derwijzers voorstelt. De Voorzitter: Daaromtrent is hier heelemaal geen voorstel. Er zijn hier geen andere voorstellen dan Fransch of Engelsch. De beraadslagingen worden gesloten. Met 17 tegen 6 stemmen wordt besloten bij het voorbereidend onderwijs wèl een vreemde taal in het leerplan op te nemen. Vóór stemmen: de heeren Lautenbach, Van der Werff, Visser, Fransen, Dijstra, mevrouw BuismanBlok Wij- brandi, de heeren Cohen, O. F. de Vries, Tulp, Ooster- hoff, Muller, Tiemersma, Collet, Dijkstra, IJ. de Vries, De Vos en Berghuis. Tegen stemmen: de heeren Koopal, Jansen, De Boer, B. Molenaar, M. Molenaar en Westra. De Voorzitter: Nu is dus voor het voorbereidend on derwijs aangenomen dat daarbij zal worden gegeven een vreemde taal. Nu is de kwestie, welke taal. Mevrouw Buisman stelt voor de Fransche taal. Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi: Dat is ook het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De heer De Boer: Zou U niet willen vragen of de Raad hierover stemming verlangt? Het heeft nu weinig zin meer daarover te stemmen. Bij het voorbereidend onderwijs is geen amendement ingekomen, dus is dat van de baan. De Voorzitter: Verlangt een van de leden stemming? Met algemeene stemmen wordt verder besloten dat in het leerplan van het voorbereidend onderwijs de vreemde taal zal zijn de Fransche taal. Met 15 tegen 8 stemmen wordt besloten bij het eindonderwijs wèl een vreemde taal in het leerplan op te nemen. Vóór stemmen: de heeren Lautenbach, Van der Werff, Visser, Fransen, Dijstra, mevrouw BuismanBlok Wij brandi, de heeren Cohen, O. F. de Vries, Tulp, Muller, Tiemersma, Collet, Westra, Dijkstra en Berghuis. Tegen stemmen: de heeren Oosterhoff, Koopal, Jan sen, De Boer, B. Molenaar, M. Molenaar, IJ. de Vries en De Vos. Met 15 tegen 8 stemmen wordt besloten dat in het leerplan van het eindonderwijs de vreemde taal zal zijn de Engelsche taal. Vóór stemmen: de heeren Lautenbach, Van der Werff, Dijstra, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, de heeren Oosterhoff, Koopal, Jansen, Muller, Tiemersma, Collet, De Boer, B. Molenaar, M. Molenaar, IJ. de Vries en Berghuis. Tegen stemmen: de heeren Visser, Fransen, Cohen, O. F. de Vries, Tulp, Westra, Dijkstra en De Vos. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders, zooals dit na de voorgaande stemmingen is gewijzigd. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de openbare vergadering door den Voorzitter gesloten. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 25 Juni 1923. 123 Tegenwoordig 22 leden, te weten: de heeren Visser, Van der Werff, Lautenbach, Fransen, Tulp, Dijkstra, O. F. de Vries, Tiemersma, Oosterhoff, Koopal, IJ. de Vries, Muller, De Boer, M. Molenaar, Van Weideren baron Rengers, Cohen, Jansen, B. Molenaar, Westra, Collet, Dijstra, later de heer Botke. Afwezig 3 leden, waarvan met kennisgeving mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, zonder kennisgeving de heeren Berghuis en De Vos. Voorzitter: aanvankelijk de heer S. Tulp Szn., wet houder, later de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma, Burge meester. I. Installatie van het nieuw benoemde lid, den heer G. Botke. De Voorzitter deelt den Raad mede, dat van Gede puteerde Staten bericht is ingekomen dat geen bezwaren bestaan tegen toelating van den heer G. Botke als lid van den gemeenteraad. De heer G. Botke, door den Secretaris binnengeleid, wordt door den Voorzitter beëedigd, en legt daartoe de beloften, bedoeld bij artikel 39 der Gemeentewet, af. De Voorzitter: Hiermee, mijnheer Botke, zijt gij ge ïnstalleerd als lid van den gemeenteraad, ik feliciteer U met Uwe benoeming. U moet thans innemen den zetel, die is opengevallen door het overlijden van het door ons allen buitengewoon hooggeachte raadslid, den heer Zandstra. Ik hoop en verwacht dat U op dezelfde manier als de heer Zandstra vol liefde en ambitie de belangen van de gemeente mede zult behartigen. Ik verzoek U thans Uw plaats te willen innemen. II. Wordt medegedeeld 1. dat de Minister van Onderwijs, Kunsten en We tenschappen heeft goedgekeurd het raadsbesluit van 11 April 1922 betreffende toevoeging van het vak electro- techniek aan het leerplan der Ambachtsschool. 2. dat Gedeputeerde Staten a. hebben goedgekeurd het raadsbesluit d.d. 28 Mei 1.1. tot opheffing van de gemeentescholen nos. 1, 2 en 3 b. voor kennisgeving hebben aangenomen de mede- cleeling van Burgemeester en Wethouders van de toe lating van den heer G. Botke, als lid van den Raad. 3. rapport omtrent de opneming der kas van het bedrijf der gemeentereiniging. De punten sub 13 worden voor kennisgeving aan genomen. 4. adres van S. de Jong, Kleijenburg no. 10 alhier, betreffende stank, veroorzaakt door een in de nabijheid van zijn woning gelegen mesthoop enz. Wordt in handen van Burgemeester en Wethouders gesteld ter afdoening. 5. adres van G. du Bois Pzn. om in de gemeentelijke bestekken omtrent betonwerken de bepaling op te ne men, dat de aannemer zijn werklieden geen lagere loonen mag uitbetalen, dan zijn bepaald bij de ter plaatse geldende overeenkomst, gesloten tusschen de werkne mers en de werkgeversorganisaties in de bouwbedrijven. Wordt voorgesteld dit adres in handen van Burge meester en Wethouders te stellen ter afdoening. De beraadslagingen worden geopend. De heer Fransen: Ik heb geen bezwaar om het adres in handen van Burgemeester en Wethouders te stellen ter afdoening, alleen zou ik Burgemeester en Wethou ders warm willen aanbevelen het verzoek in gunstige overweging te nemen. De heer Koopal: Ik zou willen voorstellen dat Bur gemeester en Wethouders prae-advies over dit verzoek uitbrengen. De Voorzitter: Vindt U dat beter, dan dat het in han den van Burgemeester en Wethouders wordt gesteld ter afdoening Ik geloof wel zeker ten minste voor zoover ik weet dat Burgemeester en Wethouders wel aan den wensch van den heer Fransen tegemoet zullen komen. Maar als U bent gesteld op prae-advies zal ik Uw voorstel in stemming brengen. De heer Koopal Ja. De heer O. F. de Vries (wethouder)Het is natuurlijk moeilijk om op de zaak vooruit te loopen, maar ik meen wel namens het college te spreken als ik zeg, dat Bur gemeester en Wethouders op het standpunt staan van te handhaven, wat hier door Dubois wordt gevraagd. Als de heer Koopal daarmee genoegen kan nemen, zal prae-advies misschien onnoodig zijn. De heer Koopal: Naar aanleiding van de mededeeling van den wethouder wil ik mijn voorstel intrekken. De Voorzitter: Met de opmerking van den heer Fran sen zal door Burgemeester en Wethouders rekening wor den gehouden. De beraadslagingen worden gesloten. Het adres sub 5 wordt in handen van Burgemeester en Wethouders gesteld ter afdoening. 6. adres van P. Jorna te Huizum om hem vergunning te verleenen tot het maken van een inrit in aansluiting aan het gemeenteriool in den nieuwen Hollanderdijk voor zijn aldaar te stichten perceel op het kadastrale perceel gemeente Huizum sectie B no. 866. Wordt in handen van Burgemeester en Wethouders gesteld ter afdoening. 7. schrijven van het bestuur van de afdeeling Leeu warden van den Centralen Nederlandschen Ambtenaars- bond waarbij adhaesie wordt betuigd met het adres van de afdeeling Leeuwarden van den Bond van Werklieden in overheidsdienst inzake de vaste aanstelling van werk lieden bij het bedrijf der gemeentelijke waterleiding en hunne pensionneering. Wordt bij de desbetreffende stukken gevoegd. 8. adres van J. Heslinga, hoofd der bijzondere school aan de Pieter Feddesstraat, om aan hem en onderschei dene onderwijzers eene uitkeering uit de gemeentekas te verstrekken op grond der wet van 5 Mei 1923, Staats blad no. 190. Wordt in handen van Burgemeester en Wethouders gesteld om prae-advies. 8. dat Burgemeester en Wethouders a. in overweging geven gerekend met ingang van 12 Mei 1923 in te trekken het raadsbesluit van den 27 November 1900 no. 8, waarbij aan de Voogden van het Old Burger Weshuis vergunning is verleend tot het maken en hebben van een stalt in de Schieringersloot langs het Kalverdijkje, aangezien het stalt is opgeruimd. Dienovereenkomstig wordt met algemeene stemmen besloten. b. provisioneel in erfpacht hebben afgestaan aan L. Hofman alhier pl.m. 63 A12. van de terreinen tusschen den Oostersingel en het Cambuursterpad, waarde pl.m. 252.canon pl.m. 15.12 c. het topgras van de perceelen weiland aan de Bildtsche straat sectie D nos. 1758 en 1759 bij openbare

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1923 | | pagina 1