166 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 4 September 1923.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
4. adres van den Christelijken Besturenbond alhier
om bij werken, die de gemeente in eigen beheer uitvoert,
bij voorkeur georganiseerde werklieden te werk te
stellen.
5. adres van den Leeuwarder Bestuurdersbond om
bij de uitvoering van werken door de gemeente bij het
te werk stellen van arbeiders aan georganiseerden de
voorkeur te geven enz.
Wordt voorgesteld de adressen sub 4 en 5 in handen
te stellen van Burgemeester en Wethouders ter nadere
informatie.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Muller zou naar aanleiding van de adressen
van den Christelijken Besturenbond en den Leeuwarder
Bestuurdersbond Burgemeester en Wethouders willen
vragen hierover prae-advies uit te brengen.
De Voorzitter De bedoeling is dat de adressen ter
nadere informatie gaan naar Burgemeester en Wethou
ders, omdat dezen op het moment, toen de adressen in
kwamen, zelf niet wisten hoe de toestand was. Prae-
advies is niet noodig, als werkelijk gebeurt, wat hier
wordt gevraagd. De Burgemeester moest deze adressen,
ingevolge de Gemeentewet, thans aan den Raad over
leggen en kon ze dus moeilijk achterhouden, anders had
ik liever met dit overleggen aan den Raad nog een ver
gadering gewacht, opdat Burgemeester en Wethouders
zich eerst eens op de hoogte zouden kunnen stellen. Dat
hebben zij nu niet kunnen doen en daarom is in de ver
gadering van Burgemeester en Wethouders besloten
voor te stellen de adressen ter nadere informatie aan hen
te zenden. Mocht het college prae-advies noodig achten
in den een of anderen geest, dan zal dat gebeuren, maar
eerst willen Burgemeester en Wethouders zich graag
zelf op de hoogte stellen.
De heer Muller Ik heb daar geen bezwaar tegen,
als ik dan maar de verzekering krijg, dat Burgemeester
en Wethouders bereid zullen zijn, dat advies aan den
Raad mede te deelen. Dan kunnen we altijd nog zien.
De Voorzitter Burgemeester en Wethouders zullen
meedeelen hoe de uitvoering van het besluit van den
Raad zal zijn. Die uitvoering is eigenlijk een zaak van
Burgemeester en Wethouders. De kwestie is dat, toen
de verzoeken inkwamen, Burgemeester en Wethouders
het zelf niet wisten en niet zoo snel konden nagaan hoe
het besluit precies wordt uitgevoerd. Daarom willen
zij de verzoeken ter nadere informatie omtrent de uit
voering van het besluit tot zich nemen. Burgemeester
en Wethouders willen intusschen graag toezeggen het
resultaat hiervan aan den Raad te zullen mededeelen.
De heer Visser: Is niet reeds in dezen geest een be
sluit genomen Als het mij goed voorstaat is indertijd
met meerderheid van stemmen door den Raad het besluit
genomen om de georganiseerden vóór de ongeorgani
seerden aan den arbeid te zetten. Misschien is dat iets
anders geweest n.l. bij de werkloosheidskwestie. Ik
meen dat indertijd een schrijven is binnengekomen,
waarin de vraag werd gesteld eerst degenen, die geor
ganiseerd waren, bij werkverschaffing aan den arbeid
te zetten en dan de ongeorganiseerden en dat dit ver
zoek door den Raad is gesanctionneerd.
De heer Muller: Dit is toch geen werkverschaffing
De Voorzitter: Als ik mij goed herinner is de kwestie
om de georganiseerden boven de ongeorganiseerden te
laten voorgaan ter sprake geweest bij het geven van
ik zal het maar noemen onderstand, wanneer de
werkloozenkassen waren uitgeput. Bij die kwestie is,
naar ik meen, het voorgaan van de georganiseerden in
behandeling gekomen en wel op dit motief, dat de ge
organiseerden korteren of langeren tijd hadden bijge
dragen om steun te krijgen, wanneer zij werkloos zouden
zijn, uit de werkloozenkas. Men noemde hier toen het
motief dat de georganiseerden zelf hadden bijgedragen,
terwijl de ongeorganiseerden zich aan de toekomst nooit
iets gelegen lieten liggen en ook niet hadden gestort
voor 't geval er te zijner tijd eens werkloosheid kwam.
Het is dus zeer goed dat de adressen ter nadere in
formatie gaan naar Burgemeester en Wethouders, om
dat Burgemeester en Wethouders blijkbaar niet geheel
op de hoogte zijn en de Raad blijkbaar ook niet.
De heer Visser: Ik meende dat het niet alleen betrof
het uitkeeren van gelden aan de werkloozen, maar ook
het te werk stellen van werkloozen.
De Voorzitter: Om daar achter te komen, dient juist
dit voorstel.
De heer O. F. de Vries Ik wou nog een kleine
toelichting geven naar aanleiding van de woorden
van den heer Visser. Het is bijna volkomen juist, wat
de Voorzitter zegt de kwestie betrof niet de steun-
uitkeeringen maar de werkverschaffing en naar aan
leiding daarvan om werkverruiming tot stand te bren
gen. Toen is in den Raad geweest het voorstel om een
hooger loon uit te keeren aan de georganiseerden en
ook is ter sprake gekomen de kwestie om de voorkeur
te geven aan de georganiseerden. Toen is ook bij de
werkverschaffing werkelijk de voorkeur gegeven aan de
georganiseerden.
Deze adressen betreffen echter niet alleen de werk
verschaffing, maar alle werken, die de gemeente uit
voert. Dit is dus een heel andere geschiedenis.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
De Voorzitter verzoekt den nieuwbenoemden wethou
ders thans de voor hen bestemde zetels te willen inne
men, aan welk verzoek wordt gevolg gegeven.
V. Wordt overgegaan tot behandeling van de voor
heden op den oproepingsbrief vermelde punten.
1 (Agenda no. 4). Verdeeling van den Raad in
sectiën.
De verdeeling geschiedt als volgt
In de eerste sectie nemen zitting de heer M. Mole
naar, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi en de heeren
H. de Boer, O. F. de Vries, Hooiring, K. de Boer en
Hofstra.
In de tweede sectie nemen zitting de heeren Botke,
Koopmans, Collet, Dijkstra, Cohen, Jansen, Tiemersma
en B. Molenaar.
In de derde sectie nemen zitting de heeren Westra,
Muller, Van Weideren baron Rengers, Oosterhoff, Van
der Schoot, Visser, IJ. de Vries en Weima.
Naar de loting, welke vervolgens plaats heeft, tot
verdeeling van de wethouders over de sectiën, zullen
behooren tot de eerste sectie wethouder Tulp, tot de
tweede sectie wethouder Scheltema en tot de derde
sectie de wethouders Lautenbach en Fransen.
Volgens art. 64 van het Reglement van Orde is de
Burgemeester voorzitter van de eerste, wethouder
J. Scheltema voorzitter van de tweede en wethouder
D. Lautenbach van de derde sectie.
2 (Agenda no. 5). Benoeming van
a. vier leden der commissie voor het Stedelijk orkest
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 4 September 1923.
167
Worden benoemd
1. de heer Hooiring, met 15 stemmen
Op den heer O. F. de Vries zijn 11, op den heer B. Mo
lenaar is 1 stem uitgebracht.
2. de heer IJ. de Vries, met 15 stemmen.
Op den heer O. F. de Vries zijn 11, op den heer B. Mo
lenaar is 1 stem uitgebracht.
3. de heer K. de Boer, met 15 stemmen.
Op den heer O. F. de Vries zijn 11, op den heer B. Mo
lenaar is 1 stem uitgebracht.
4. de heer Weima, met 16 stemmen.
Op den heer O. F. de Vries zijn 7 stemmen uitgebracht,
terwijl 4 biljetten blanco zijn ingeleverd.
b. vier leden der commissie voor de openbare werken
Worden benoemd
1. de heer O. F. de Vries, met 26 stemmen.
Er zijn 2 biljetten blanco ingeleverd. Het briefje, dat
meer in de bus gevonden is dan er leden aanwezig zijn,
is niet van invloed op den uitslag der stemming.
2. de heer B. Molenaar, met 26 stemmen.
Er is 1 biljet blanco ingeleverd.
3. de heer Oosterhoff, met 15 stemmen.
Op de heeren Fransen en B. Molenaar is ieder 1 stem
uitgebracht, terwijl 10 biljetten blanco zijn ingeleverd.
4. de heer M. Visser, met 14 stemmen.
Er zijn 13 biljetten blanco ingeleverd.
c. vier leden der commissie voor de gemeentelijke
bewaarscholen
Worden benoemd
1. mevr. BuismanBlok Wijbrandi, met 14 stemmen.
Op den heer Muller zijn 10 stemmen en op den heer
Visser is 1 stem uitgebracht, terwijl 2 biljetten blanco
zijn ingeleverd.
2. de heer Muller, met 26 stemmen.
Op den heer H. de Boer is 1 stem uitgebracht.
3. de heer Visser, met 14 stemmen.
Op den heer H. de Boer zijn 10 stemmen uitgebracht,
terwijl 3 biljetten blanco zijn ingeleverd.
4. de heer Hofstra, met 14 stemmen.
Op den heer H. de Boer zijn 11 stemmen uitgebracht,
terwijl 2 biljetten blanco zijn ingeleverd.
d. vier leden der commissie voor de gemeentereini
ging
Worden benoemd
1. de heer Dijkstra, met 26 stemmen.
Er is 1 biljet blanco ingeleverd.
2. de heer Westra, met 16 stemmen.
Op den heer Hooiring zijn 11 stemmen uitgebracht.
3. mevr. BuismanBlok Wijbrandi, met 15 stemmen.
Op den heer Jansen zijn 10 stemmen en op den heer
Hooiring is 1 stem uitgebracht, terwijl 1 biljet blanco
is ingeleverd.
4. de heer Weima, met 14 stemmen.
Op de heeren Jansen en Hooiring zijn ieder 2 stemmen,
op den heer O. F. de Vries is 1 stem uitgebracht, terwijl
8 biljetten blanco zijn ingeleverd.
e. vier leden der financieele commissie
Worden benoemd
1. de heer Collet, met 25 stemmen.
Er zijn 2 biljetten blanco ingeleverd.
2. de heer IJ. de Vries, met 15 stemmen.
Op den heer M. Molenaar zijn 11 stemmen, op den heer
B. Molenaar is 1 stem uitgebracht.
3. de heer Van Weideren baron Rengers, met 14
stemmen.
Op den heer M. Molenaar zijn 12 stemmen uitge
bracht, terwijl 1 biljet blanco is ingeleverd.
4. de heer Oosterhoff, met 15 stemmen.
Op den heer M. Molenaar zijn 12 stemmen uitgebracht.
vier leden der commissie voor de gemeentelijke
waterleiding en de lichtfabrieken
Worden benoemd
1. de heer Cohen, met 16 stemmen.
Op den heer Dijkstra zijn 4 stemmen uitgebracht, terwijl
7 biljetten blanco zijn ingeleverd.
2. de heer Collet, met 16 stemmen.
Op den heer Dijkstra zijn 10 stemmen uitgebracht, terwijl
1 biljet blanco is ingeleverd.
3. de heer Tiemersma, met 13 stemmen.
Op den heer Dijkstra zijn 9 stemmen uitgebracht, terwijl
5 biljetten blanco zijn ingeleverd.
4. de heer Van der Schoot, met 15 stemmen.
Op den heer Dijkstra zijn 2 stemmen uitgebracht, terwijl
10 biljetten blanco zijn ingeleverd.
g. vier leden der commissie voor het ontwerpen van
strafverordeningen
Worden benoemd
1. de heer Koopmans, met 15 stemmen.
Op den heer K. de Boer zijn 5 stemmen en op den heer
H. de Boer is 1 stem uitgebracht, terwijl 6 biljetten
blanco zijn ingeleverd.
2. de heer H. de Boer, met 15 stemmen.
Op den heer K. de Boer zijn 3 en op den heer Botke
2 stemmen uitgebracht, terwijl 7 biljetten blanco zijn
ingeleverd.
3. de heer Van Weideren baron Rengers, met 14
stemmen.
Op den heer K. de Boer zijn 2 stemmen en op den
heer Botke is 1 stem uitgebracht, terwijl 10 biljetten
blanco zijn ingeleverd.
4. de heer Jansen, met 25 stemmen.
Op den heer K. de Boer is 1 stem uitgebracht, terwijl
1 biljet blanco is ingeleverd.
h. drie leden der commissie voor het onderzoek der
gemeenterekening, dienst 1922.
Bij stemming over het eerste lid verkrijgt de heer
Collet 12, de heer Van der Schoot 9 en de heer Ooster
hoff 3 stemmen, terwijl 3 biljetten blanco zijn ingeleverd.
Geen volstrekte meerderheid verkregen zijnde, wordt
tot een tweede vrije stemming overgegaan.
Worden benoemd
1. de heer Collet, met 16 stemmen.
Op den heer Van der Schoot zijn 9 stemmen en op den
heer Hofstra is 1 stem uitgebracht, terwijl 1 biljet blanco
is ingeleverd.
2. de heer Weima, met 24 stemmen.
Op den heer Collet is 1 stem uitgebracht, terwijl 2 bil
jetten blanco zijn ingeleverd.
3. de heer Oosterhoff met 14 stemmen.
Op den heer Hofstra zijn 10 stemmen uitgebracht. Er
zijn 2 biljetten blanco ingeleverd, terwijl 1 biljet van
onwaarde wordt verklaard.
3 (Agenda no. 6). Benoeming van een leerares
(leeraar) in de wis- en natuurkunde aan de school van
Middelbaar Onderwijs voor meisjes, wegens uitbreiding
van personeel.
De aanbeveling luidt als volgt
1. Ir. E. S. Levison te Rotterdam
2. Mej. J. Pino te Amsterdam.
Wordt benoemd Ir. E. S. Levison, voornoemd, met
26 stemmen en 1 stem op mej. Pino.
4 (Agenda no. 7). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot vaststelling van de balans en de winst
en verliesrekening over 1922 van het bedrijf der ge
meentewerken.
Met op drie na algemeene stemmen wordt besloten