176 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 September 1923.
De heer Tulp (wethouder)Ik zou willen antwoorden
dat de vragen, welke de heer De Boer wenscht te stellen,
gerust in openbare zitting kunnen worden gedaan en
ook worden beantwoord, omdat er niets persoonlijks
achter zit.
De heer H. de Boer: Ik heb eerst te kennen gegeven
dat ik het zelf beter vond een vergadering met gesloten
deuren te houden, omdat ontegenzeggelijk wel de
kwestie gaat over zaken, maar toch ook ongetwijfeld
personen daarmee gemoeid zijn. Ik wil dus alsnog, om
dat ik dat het beste vind, voorstellen, om een verga
dering met gesloten deuren te houden, terwijl, indien
dat voorstel mocht worden verworpen, ik dan in open
bare vergadering hierover zal spreken.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel-H. de Boer, zoodat de openbare
vergadering wordt geschorst en in geheime vergadering
wordt overgegaan.
Na heropening der openbare vergadering wordt, nie
mand meer het woord verlangende, met algemeene
stemmen besloten overeenkomstig het voorstel van
Burgemeester en Wethouders.
2 (Agenda no. 3) Benoeming van
a. een raadslid als gemachtigde der gemeente Leeu
warden in de vergadering van aandeelhouders der
N. V. Intercommunale Waterleiding gebied Leeuwarden,
in verband met de periodieke aftreding van den heer
J. Oosterhoff als lid van den Gemeenteraad.
Wordt benoemd de heer Oosterhoff, met 20 stemmen
en 1 stem op ieder der heeren Tulp en Muller, terwijl
3 biljetten blanco zijn ingeleverd.
Overeenkomstig het sub 6 der mededeelingen be-
slotene
a\ een lid van den Raad van Beheer der N. V.
Intercommunale Waterleiding gebied Leeuwarden, ter
voorziening in de vacature, ontstaan door het bedanken
van den heer S. Dijstra.
Wordt benoemd de heer Koopmans, met 18 stemmen
en 1 stem op ieder der heeren K. de Boer en Tiemersma,
terwijl 4 biljetten blanco zijn ingeleverd en 1 biljet van
onwaarde wordt verklaard.
b. een lid van den Gemeenteraad dat overeenkomstig
de dienaangaande getroffen regeling door het bestuur
der plaatselijke afdeeling van de woningstichting Patri
monium tot bestuurslid kan worden benoemd, in ver
band met de periodieke aftreding van den heer H.
Tiemersma als lid van den Gemeenteraad.
Wordt benoemd de heer Tiemersma, met 23 stemmen
en 1 stem op ieder der heeren Oosterhoff en O. F. de
Vries.
c. twee leden in het bestuur der vereeniging voor
Volkhuisvesting, daarin vertegenwoordigende de ge
meente, vacatures K. de Boer en H. A. Vosman.
Worden benoemd
in de vacature-K. de Boer de heer O. F. de Vries met
17 stemmen en 8 stemmen op den heer K. de Boer;
in de vacature-Vosman de heer Ottema, met 17 stem
men, 2 stemmen op mevrouw UffelieSonnega, 4 stem
men op den heer H. Wits en 1 stem op den heer Berg
huis, terwijl 1 biljet blanco is ingeleverd.
d. zes leden der commissie voor georganiseerd
overleg, wegens periodieke aftreding als lid van den
Gemeenteraad van de heeren A. Cohen, M. Molenaar,
J. Muller, J. Oosterhoff, P. F. J. Westra en D. Lau-
tenbach en de benoeming van laatstgenoemde tot wet
houder.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer M. Molenaar: Ik zou graag in de gelegenheid
worden gesteld om, naar aanleiding van wat hier staat
te geschieden, enkele woorden te zeggen. Afgaande op
hetgeen is geschied in de vorige raadszitting, met be
trekking tot de wethoudersverkiezing en de verkiezing
van de verschillende commissiën, weten wij al van te
voren vast, hoe de stemming zal uitvallen. De combi
natie ik zal dat woord ook maar gebruiken heeft
bepaald welke leden er in deze commissie zitting zullen
hebben, dus komen die leden ook uit de bus.
Hoe is de bestaande toestand, in de pas afgetreden
commissie? Daarin hadden zitting 3 sociaal-democraten,
2 leden van de rechterzijde en 2 vrijzinnigen. Deze leden
zijn destijds benoemd door het college van Burgemeester
en Wethouders, wat, naar mijn meening, niet juist is
geweest, omdat op grond van de verordening de be
noeming moet plaats hebben door den Raad. Thans
geschiedt dat dan ook beter. Ik heb indertijd mijn be
zwaren geopperd dat het college dat had gedaan,
echter niet tegen de wijze waaróp toen de benoeming
is geschied; integendeel, deze was nauwkeurig in over
eenstemming met de politieke verhoudingen in den Raad,
de samenstelling 3 sociaal-democraten, 2 vrijzinnigen en
2 rechtschen gaf nauwkeurig weer de verhoudingen,
waaruit de Raad was samengesteld.
Wat zal er nu echter gebeuren In de commissie
zullen zitting krijgen 2 sociaal-democraten en 4 leden
van de rechterzijde, terwijl de vrijzinnigen zich zullen
moeten vergenoegen met 1 zetel. Zelfs de kleine fractie
van 3 menschen van de anti-revolutionnairen zal 2 leden
krijgen aangewezen de heer Lautenbach is, naar ik
vernam, bestemd als voorzitter en heeft als zoodanig ook
stem als lid en daarnaast zal nog een van zijn fractie
als lid worden benoemd.
Ik wensch daartegen ons ernstig protest te laten
hooren. Niet dat dit iets zal baten, daar stel ik mij niets
van voor. Maar ik wensch hier in het openbaar te zeggen
dat, als men op deze wijze de commissie samenstelt,
aan het overleg schade zal worden toegebracht. Meer
dan eenige andere commissie behoort deze commissie
te zijn een nauwkeurige afspiegeling van den Raad.
Hoe is dit overleg indertijd tot stand gekomen Op
aandringen van de organisaties en ook, omdat de groote
meerderheid van den Raad van meening was dat aan
het gehannes over de arbeidsvoorwaarden van het per
soneel een eind moest komen, dat er moest komen een
overleg, dat den Raad zou bevrijden van den toevloed
van adressen, die bij alle gelegenheden werden inge
diend. Hoe zou de Raad daarvan worden bevrijd? Door
het instellen van een commissie, die het vertrouwen van
den Raad zou bezitten.
Deze nieuwe commissie nu kan niet het vertrouwen
hebben van dezen Raad, doordat de verhoudingen daar
in absoluut niet een weerspiegeling zullen zijn van de
verhoudingen in den Raad. Hoe onze houding zal zijn in
de nieuwe commissie, behouden wij ons voor; daarover
zullen wij ons nog nader beraden. Maar indien de com
binatie bedoelt met deze handelwijze een begin van af
braak van het georganiseerd overleg, dan wil ik van
deze plaats de werklieden en ambtenaren oproepen
daartegen bijtijds door middel van hun organisaties
krachtig stelling te nemen en te trachten te redden, wat
er nog te redden is.
Men kan ons in dezen Raad weren uit het college van
Burgemeester en Wethouders, men kan ons weren uit
de commissies, maar men kan ons niet weren uit den
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 September 1923. 177
Raad zélf. Daarin zitten wij als mandatarissen van onze
kiezers en daarin blijven wij zitten om zoo goed mogelijk
de belangen der arbeidersklasse te verdedigen. Hiermee
wil ik volstaan; laat nu het onrecht verder zijn loop
hebben.
De Voorzitter stelt voor de discussies over een com
missie, die nog niet benoemd is, uit te stellen. Misschien
dat men recht van spreken heeft, als de commissie is
benoemd, maar dan kan men met een voorstel komen
om de samenstelling te wijzigen. Laat men echter de
discussies, zoolang de commissie nog niet is benoemd,
uitstellen.
De heer IJ. de Vries: Mag ik dan bij voorbaat het
woord vragen, nadat deze commissie is benoemd? De
heer A^olenaar heeft enkele stellingen gedebiteerd, die
met deze commissie absoluut niets te maken hebben en
die totaal onwaar zijn.
De Voorzitter: Dat zullen we straks zien, of er over
te praten valt of niet.
De heer Visser: Ik weet niet of het reglementair toe
laatbaar is, om de discussies te laten wachten tot de
commissie benoemd is. Maar ik wil deze korte verklaring
geven, dat het mijnerzijds en ik geloof ook niet bij
de rechterzijde absoluut niet de bedoeling is geweest,
om onevenredige verhoudingen in de commissie voor
georganiseerd overleg te doen gelden. Wanneer de ver
kiezing heeft plaats gehad, kunnen wij geen invloed
meer op de stemming doen gelden. Daarom zou ik, als
de Voorzitter kan toestaan dat misschien nog eenig
overleg plaats heeft, opdat men raakt tot een stemming,
waardoor de Raad evenredig vertegenwoordigd wordt,
een dergelijk overleg nog graag wenschen.
De Voorzitter: Ik moet zeggen dat ik op het oogen-
blik, tenzij er een voorstel uit de vergadering komt,
moeilijk nog de gelegenheid kan geven tot overleg. De
heeren hebben al zoo lang geweten dat er 6 leden be
noemd moesten worden, als er nu nog geen overleg is
gepleegd
De heer Visser: Dan doe ik het voorstel om de benoe
ming dezer commissie aan te houden tot de volgende
vergadering.
De heer M. Molenaar: Als de overzijde bereid is tot
overleg, wil ik op 't oogenblik wel meedeelen, wie onze
candidaten zijn.
De Voorzitter: Er is op 't oogenblik een voorstel tot
uitstel, dat is nu in behandeling. Ik zal dat voorstel in
stemming brengen.
De heer IJ. de Vries: Ik wil in dezen toch mijn groote
verwondering te kennen geven, dat de sociaal-demo
craten hiervoor opkomen. Als wij zien de oude leden
van de commissie
De Voorzitter 't Gaat thans over het voorstel tot
uitstel en nergens anders over.
De heer M. Molenaar: Tot wanneer?
De heer Visser: Tot de volgende vergadering.
De Voorzitter: Tot de Burgemeester het punt weer
op de agenda zet.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het voorstel-Visser om de benoeming uit te stellen,
wordt met 20 tegen 5 stemmen aangenomen.
Vóór stemmen de heeren Visser, Tulp, Fransen,
Lautenbach, Scheltema, Jansen, Oosterhoff, M. Mole
naar, Tiemersma, O. F. de Vries, Dijkstra, Muller, Collet,
H. de Boer, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, de
heeren Hofstra, Weima, Botke, Van Weideren baron
Rengers en Westra.
Tegen stemmen: de heeren Koopmans, IJ. de Vries,
Van der Schoot, K. de Boer en B. Molenaar.
3 (Agenda no. 4). Benoeming van
a. tijdelijk onderwijzend personeel aan het gymnasium.
Overeenkomstig de aanbevelingen worden benoemd
a. tot tijdelijk leerares in de oude talen
mej. A. Smith te Groningen, met algemeene stemmen;
b. tot tijdelijk leeraar in de lichamelijke oefening
W. de Vries, reeds als zoodanig werkzaam, met 24
stemmen.
b. tijdelijk onderwijzend peroneel aan de middel
bare avondhandelsschool, schooljaar 1923124.
Overeenkomstig de voordrachten worden met alge
meene stemmen benoemd
a. tot directeur
A. Deinema, hoofd van gemeenteschool no. 14b,
alhier
b. tot leeraar in Duitsche en Nederlandsche corres
pondentie
C. Andriesse, hoofd der school voor uitgebreid lager
onderwijs, alhier
c. tot leeraar in lezen en handelsaardrijkskunde
G. Steegstra,, hoofd van gemeenteschool no. 13&,
alhier
d. tot leeraar in boekhouden en handelsrekenen
H. v. d. Heide, hoofd van gemeenteschool no. 12,
alhier
e. tot leeraar in stenografie en machineschrijven
W. Röben, leeraar in die leervakken alhier,
allen thans reeds als zoodanig werkzaam.
c. een tijdelijk leeraar in het Fransch aan de
Gemeentelijke H. B. S. en Hoogere Handelsschool,
gedurende de ziekte van mej. Th. A. Charbon.
Overeenkomstig de aanbeveling wordt met algemeene
stemmen benoemd H. R. Boulan, te Groningen.
d. een hoofd van gemeenteschool no. 7a, vacature
O. Sijtstra.
De voordracht luidt als volgt
I. N. Dijkeina, thans waarn. hoofd van gemeente
school no. la en vroeger hoofd van gemeente
school no. 2
2. A. Visser, thans onderwijzer aan gemeenteschool
no. 10Ó en vroeger hoofd van gemeenteschool
no. 10c.
Met algemeene stemmen wordt benoemd N. Dijkema,
voornoemd.
e. een onderwijzeres aan gemeenteschool no. 13a,
vacature H. van de Haar.
De voordracht luidt als volgt
1. Mej. A. Woudstra,
2. J. Kniphorst,
3. A. Westra,
reserve-onderwijzeressen te Leeuwarden.
Wordt benoemd mej. A. Woudstra, met 22 stemmen
en 2 stemmen op mej. Kniphorst, terwijl 1 biljet van
onwaarde wordt verklaard.