VergaderiDD van DWg 11 December 1923.
266 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 November 1923.
Bovendien is aan de U. L. O. scholen geen van de onder
wijzers bereid en geschikt om daar zangonderwijs te
geven. Om nu het zangonderwijs aan die scholen zoo
goed mogelijk te doen zijn, wordt daarvoor een vak
onderwijzer genomen en nu had ik gedacht dat daartoe
in elk geval van Uw kant medewerking zou komen.
De heer K. de Boer: Ik begrijp niet waarom de wet
houder zoo boos op mij is; ik heb hem absoluut geen
medewerking opgezegd, ik heb alleen maar iets ge
vraagd.
De heer Tulp (wethouder): Ja, ik ken je vragen wel.
De beraadslagingen worden gesloten.
Art. 44 wordt onveranderd vastgesteld.
Artt. 4550 (bijlage 22) worden onveranderd vast
gesteld.
Art. 54 (bijlage 22).
De beraadslagingen worden geopend.
De heer K. de Boer: Ik doe het met zekeren schroom,
maar ik vraag hier toch weer het woord. Onder a wordt
gesproken van ,,de Nederlandsche Toonkunstenaars-
vereeniging", mag ik vragen welke vereeniging men daar
mee bedoelt? Ik meen dat dit een vakvereeniging is van
toonkunstenaars en niet een vereeniging, die diploma's
uitreikt. Hier is zeker bedoeld „de Maatschappij tot be
vordering van de Toonkunst".
De heer Tulp (wethouder): Dit is de vereeniging, die
dat diploma uitgeeft, dat geloof ik zeker.
De heer K. de Boer: Dan stel ik voor dat Burge
meester en Wethouders dit nog eens nader onder de
oogen zien.
De Voorzitter: Goed.
De beraadslagingen worden gesloten.
Art. 54 wordt, met inachtneming van de toezegging,
door den Voorzitter aan den heer K. de Boer gedaan,
voorloopig onveranderd vastgesteld.
Artt. 5560 (bijl. 22) worden onveranderd vast
gesteld, waarna de geheele verordening wordt vast
gesteld.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethou
ders sub B, C (zooals nader gewijzigd in bijlage no. 30,
sub B b) D en E.
Aan de orde is Ontwerp II (bijl. 22).
De artt. dezer verordening worden achtereenvolgens
onveranderd vastgesteld, waarna de geheele verorde
ning wordt vastgesteld.
Met algemeene stemmen wordt achtereenvolgens be
sloten overeenkomstig de voorstellen van Burgemeester
en Wethouders in bijlage no. 30 sub A bg, waarna
de betrekkelijke verordening dienovereenkomstig wordt
vastgesteld.
11 (Agenda no. 14). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot vaststelling van verordeningen betref
fende het getal en de jaarwedden van leeraren enz.
aan het gymnasium, tot wijziging van de verordening
voor het gymnasium enz. (bijlage no. 10).
De beraadslagingen worden geopend.
De heer K. de Boer: Zou het in verband met het late
uur niet wenschelijk zijn de behandeling dezer verorde
ningen tot de volgende vergadering uit te stellen
De Voorzitter vraagt of er over dit punt werkelijk wel
zooveel te doen zal zijn. Zou de Raad het maar niet
liever even afhandelen
De heer K. de Boer: Ik dacht wel dat er veel over te
doen zal zijn.
De Voorzitter kan dit niet beoordeelen, omdat hij niet
weet wat de Raad wil.
Den heer Tulp (wethouder) wil het voorkomen dat
hier de principieele kwestie moet worden uitgemaakt of
men het regeeringssubsidie wil behouden of niet. Zoo
ja, dan zal er over de verordening zelf niet veel te praten
wezen, dan zal men wel moeten aanvaarden wat door
de regeering is voorgeschreven. En over het principe
behoeft de Raad niet zoo lang te praten.
De heer K. de Boer doet het voorstel om de behan
deling van dit punt uit te stellen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het voorstel van den heer K. de Boer wordt met 20
tegen 6 stemmen aangenomen.
Vóór stemmen de heeren Visser, Fransen, Dijkstra,
K. de Boer, Collet, H. de Boer, Hooiring, mevrouw
BuismanBlok Wijbrandi, de heeren Oosterhoff, Botke,
O. F. de Vries, Tiemersma, Westra, Hofstra, Weima,
Cohen, Muller, M. Molenaar, B. Molenaar en Beekhuis.
Tegen stemmen: de heeren Lautenbach, Tulp, Schel-
tema, Koopmans, IJ. de Vries en Van der Schoot.
Op verzoek van den heer H. de Boer en anderen wordt
in geheime vergadering overgegaan.
Na heropening der openbare vergadering wordt, niets
meer te behandelen zijnde, deze door den Voorzitter
gesloten.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 December 1923. 267
Tegenwoordig 26 leden, te weten de heeren Dijkstra,
M. Molenaar, Hooiring, Muller, Botke, Lautenbach,
Visser, Weima, Scheltema, Tulp, Koopmans, O. F. de
Vries, Oosterhoff, Cohen, Westra, mevrouw Buisman
Blok Wijbrandi, de heeren Tiemersma, IJ. de Vries,
Hofstra, Van der Schoot, K. de Boer, B. Molenaar,
Fransen, H. de Boer, Beekhuis en Jansen.
Afwezig, zonder kennisgeving, de heer Collet.
Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma, Bur-
11 gemeester.
I. Het verslag der vergadering van 9 October 1923
wordt onveranderd vastgesteld.
II. Wordt medegedeeld
1. dat de Minister van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen heeft berust in de tijdelijke benoeming van IJ.
Kooistra tot leeraar in de plant- en dierkunde aan de
gemeentelijke H. B. S. met 3-jarigen cursus en daarop
aansluitende Hoogere Handelsschool, welke leeraar voor
het geven van dat onderwijs aan die inrichtingen niet
bevoegd is.
2. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd de
raadsbesluiten d.d. 6 November 1.1. betreffende het ver-
leenen van garantie voor de terugbetaling van gelden,
opgenomen door de woningbouwvereeniging „Beter
Wonen" en de Vereeniging voor Volkshuisvesting.
3. rapporten van de opneming der kassen van de
gemeentelijke gasfabriek en het gemeentelijk electrici-
teitbedrijf.
4. verslag van het jaarlijksch bezoek, ingevolge art.
179« der Gemeentewet door Burgemeester en Wet
houders aan het Nieuwe Stads Weeshuis en de Stads
Bank van Leening gebracht.
De punten sub 14 worden voor kennisgeving aan
genomen.
5. aanbeveling voor de benoeming van twee be
stuursleden van het Nieuwe Stads Weeshuis, wegens
periodieke aftreding van den heer M. Braaksma en van
mevr. J. UffelieSonnega.
a. vacature M. Braaksma
1. M. Braaksma
2. J. de Bruin
b. vacature mevr. J. UffelieSonnega
1. mevr. J. UffelieSonnega
2. SissinghKutsch Lojenga.
Komt voor op de agenda voor heclen onder punt 2.
6. adres van de afdeeling Leeuwarden van den Cen-
tralen Nederlandschen Ambtenaarsbond om, indien
wordt besloten overeenkomstig het voorstel van Bur
gemeester en Wethouders tot vaststelling van eene ver
ordening, betreffende het getal en de jaarwedden der
leeraren aan het gymnasium (enz.), punt 11 der agenda
voor heden, art. 14, 1, aan te vullen met de bepaling,
dat den concierge van het gymnasium behalve vrij
wonen ook vuur en licht wordt verstrekt.
Wordt gevoegd bij de stukken die onder punt 11 der
agenda voor heden aan de orde zijn gesteld.
7. adres van S. Roosma alhier om hem vergunning
te verleenen een gedeelte van een sloot aan het Kalver-
dijkje, voorzoover loopende langs de voorgevels van
twee aldaar te bouwen burgerwoningen, te mogen doen
dempen.
Wordt in handen van Burgemeester en Wethouders
gesteld om prae-advies.
8. de ontwerp-begrootingen der gemeente en voor
hare onderscheidene bedrijven, alle dienst 1924.
Zijn gedrukt als bijlagen tot het raadsverslag en
worden bij de leden rondgezonden.
Voorgesteld wordt ditmaal met het oog op den wei
nigen tijd, die vóór het intreden van den nieuwen dienst
nog rest, het onderzoek in de sectiën niet te doen plaats
hebben, in welk geval de behandeling der begrootingen
aan de orde zal worden gesteld op Maandag den 24
December e.k. 's voormiddags 10 uur, zoo noodig voort
te zetten op Donderdag 27 December e.k. en volgende
dagen telkens v.m. te 10 uur.
De Voorzitter licht dit punt toe. De begrootingen zijn
nog niet geheel afgedrukt, maar zullen uiterlijk a.s. Za
terdag bij de leden worden rondgezonden. Spreker wil
beginnen met de excuses te maken van het college dat
de begrootingen zoo laat zijn aangeboden. Hiervoor
zijn allerlei oorzaken en redenen. De begrootingen zijn
alle omgewerkt in verband met nieuwe voorschriften
van Gedeputeerde Staten als gevolg van gepleegd
overleg tusschen de griffiers van alle Staten waardoor
alle begrootingen van alle gemeenten, behalve die in
Limburg, gelijkluidend zijn geworden. Die omwerking
is een heel werk geweest. Verder is er bij gekomen de
verandering van wethouders en in den Raad, maar
vooral van de wethouders en het feit dat de wethouder
van Financiën een andere is geworden, waardoor spre
ker persoonlijk meer tijd aan de begrootingen heeft
moeten wijden. Burgemeester en Wethouders vinden
het zelf ook onaangenaam dat de zaak zoo laat is, maar
er is zoo hard voortgemaakt als maar kon, het kón niet
anders.
Nu de kwestie van het sectie-onderzoek. Raadpleegt
men den tijd, die er nog overblijft, dan blijkt dat, zelfs
al krijgen de leden de begrootingen Zaterdag a.s. den
15en dezer in handen, zij toch een paar dagen tijd
moeten hebben om de begrootingen na te kijken en daar
aan hun speciale attentie te wijden hoe vlugger dat
gebeurt hoe liever spreker 't heeft zoodat het al
gauw Zaterdag de 22e zal zijn geworden. Dan rest er
dus voor de behandeling in den Raad vóór Nieuwjaar
nog maar één week, aanvangende den 24en December,
waarin ongelukkig ook nog de Kerstdagen vallen, zoodat
er maar een zeer luttel aantal werkdagen overblijft.
Spreker stelt daarom namens Burgemeester en Wet
houders voor dit jaar het sectie-onderzoek niet te doen
houden. Het college zou dit voorstel niet willen doen,
als het van meening was dat de behandeling in den Raad
daardoor wordt benadeeld, maar het is er van overtuigd
dat die er niet onder lijden zal. Het is van zeer veel
belang dat de begrootingen ten minste op 1 Januari bij
Gedeputeerde Staten zijn ingezonden. Wel kunnen ze
dan nog niet direct door dit college worden goedge
keurd, maar Gedeputeerde Staten kunnen dan toch
machtiging geven, zooals gebruikelijk is, om alle ont
vangsten te innen en de helft van de bedragen, geraamd
onder de uitgaven, uit te geven. Zijn de begrootingen
1 Januari niet ingezonden, dan kunnen Gedeputeerde
Staten heel moeilijk die machtiging geven en dan loopt
men hier direct vast met de uitgaven. Daarom stelt het
college voor dit jaar het sectie-onderzoek te laten over
gaan, terwijl het verder deze data in de gedachten heeft:
een speciale raadsvergadering te houden voor behande
ling der begrootingen op 24 December en, mocht de
Raad dien dag niet klaar komen, dan de behandeling
voort te zetten op 27 December. Dat is het voorstel van
Burgemeester en Wethouders, dat spreker bij dezen
doet.
De beraadslagingen worden geopend.
Den heer Weima spijt het ook dat de begrootingen
zoo laat zijn gekomen en hij voelt ook de moeilijkheid
omtrent inzending voor 1 Januari bij Gedeputeerde
Staten. Toch lijkt het hem onmogelijk den dag voor de
Kerstdagen in openbare zitting de begrootingen te be
handelen. Dat geldt niet alleen voor de menschen die
de stad uit gaan zij zouden hier desnoods kunnen
blijven of die visites krijgen, maar het klemt zeer