72 Verslag van tie handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 Maart 1924.
vastgesteld. Deze bedragen komen ons billijk voor, ook
omdat de leermiddelen vroeger buiten de overeenkomst
vielen.
Onder overlegging van het betrekkelijk schrijven van
het bestuur der school hebben wij de eer U voor te
stellen te besluiten op de aanbieding, onder de navol
gende voorwaarden, opnieuw in te gaan:
a. het onderwijs wordt gegeven door den leeraar in
de scheikunde, die aan de Christelijke hoogere burger
school werkzaam is;
b. de gemeente stelt zich aansprakelijk voor alle
schade, die tengevolge van deze lessen aan het gebouw,
toestellen en apparaten wordt toegebracht;
c. de regeling wordt aangegaan voor den tijd van
één jaar, gerekend te zijn ingegaan 1 September 1922
met stilzwijgende continuatie van jaar tot jaar, met recht
van opzegging wederzijds, mits ten minste drie maanden
vooraf kennis wordt gegeven;
d. de vergoeding bedraagt 210.per jaar;
e. aan den amanuensis-concierge der Christelijke
hoogere burgerschool wordt bovendien eene vergoeding
van 75.per jaar wegens extra werkzaamheden toe
gekend.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
6 Agenda no. 7). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om van onderscheidene eigenaren strooken
grond over te nemen tot verbetering van een gedeelte
van den Harlingertrekweg.
Dit voorstel luidt als volgt:
Op den duur zal behoefte bestaan aan een verbetering
van de bestrating en een daarmede samenhangende ver
breeding van den Harlingertrekweg van de Harlinger-
vaartsbrug af tot vóór de bergplaats eigen aan de Ba-
taafsche Petroleummaatschappij en in gebruik bij de
N. V. Acetylena.
Om de bedoelde verbetering te bereiken is de mede
werking van onderscheidene eigenaren van aldaar ge
legen perceelen noodig. Bij acte van 27 Mei 1916 werd
dan ook reeds van de Bataafsche Petroleummaatschappij
een klein, door slootdemping verkregen perceeltje grond,
thans kadastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie D
no. 1618, en bij acten van 21 December 1918 en 23 De
cember 1918 onderscheidenlijk van de N. V. „Leeu
warder Papierwarenfabriek" en van de N. V. Hubert
de Oroot's kantoorboekenfabriek en boekdrukkerij de
vóór de aan die naamlooze vennootschappen behoo-
rende gebouwen aan den Harlingertrekweg gelegen
grond in eigendom overgenomen. Een afdoende ver
betering van den trekweg zal alleen zijn te bereiken,
wanneer alle eigenaren van aldaar gelegen perceelen
strooken grond van hun bezit aan de gemeente afstaan.
Pogingen zijn aangewend om hen te bewegen tot den
bedoelden afstand, ten deelc met goed gevolg.
Tot afstand zijn bereid de heeren J. IJpeus Kalt en
S. Polak, voorzoover betreft zijn aan den Harlingertrek
weg gelegen pakhuis, de N. V. Stoommeelfabriek „For-
tuna", de N. V. „Friesche Sportclub", de N. V. Scheep
vaartmaatschappij „Holland-Friesland", de firma van
Creveld en Fabre en de N. V. Bataafsche Petroleum
maatschappij; bij de eigenaren Coöperatieve Vereeniging
Amsterdamsche Huidenclub, S. Fonk, R. en K. Bokma
en S. Polak, voorzooveel betreft perceel sectie D no.
854, hebben de aangewende pogingen tot geen resultaat
geleid.
Hoewel dus niet alle eigenaren tot medewerking be
reid zijn, meenen wij toch, dat het belang van de ge
meente is gediend met het overnemen van de aan de
vermelde eigenaren behoorende strooken grond.
Onder overlegging van de stukken geven wij U in
overweging te besluiten:
kosteloos over te nemen van:
a. IJpeus Kalt, alhier, een gedeelte van het perceel
kadastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie D no.
855, voorzoover dit gedeelte ligt ten zuiden van het
op het bedoelde perceel gelegen pakhuis;
b. van de N. V. Stoommeelfabriek „Fortuna", geves
tigd alhier, een strook grond, welke een zuidelijk ge
deelte uitmaakt van de perceelen kadastraal bekend ge
meente Leeuwarden sectie D nos. 1737, 1222, 1223, 604,
605, 606, 1595, 1627 en 862 en ten noorden wordt be
grensd door den zuidelijken gevel van het op het perceel
no. 1737 staande gebouw en het verlengde van de lijn
waarin die gevel is opgetrokken, behalve dat de zuide
lijke gevel van het fabrieksgebouw op het vermelde
perceel no. 1595 aldaar de noordelijke grens van de
bedoelde strook zal uitmaken;
c. van de N. V. Scheepvaartmaatschappij „Holland-
Friesland", gevestigd te Amsterdam, kantoor houdende
alhier, een zuidelijk gedeelte van het perceel kadastraal
bekend alsvoren no. 1245, welk gedeelte ten noorden
wordt begrensd door den zuidelijken gevel van het op
het vermelde perceel staande pakhuis en het verlengde
van de lijn waarin die gevel is opgetrokken;
d. van de N. V. „de Friesche Sportclub", gevestigd
alhier, een zuidelijk gedeelte van het perceel kadastraal
bekend alsvoren no. 1643, welk gedeelte ten noorden
wordt begrensd door het verlengde van de lijn waarin
de zuidelijke gevel van het onder c vermelde pakhuis
is gelegen;
c. van S. Polak, alhier, een zuidoostelijk gedeelte
van het perceel kadastraal bekend alsvoren no. 1689,
welk gedeelte ten noorden wordt begrensd door het
verlengde van de lijn waarin de gevel van het naast
liggende perceel kadastraal bekend alsvoren no. 1688
is gelegen;
van de firma van Creveld en Fabre, firmanten
L. van Creveld te Rotterdam en Ch. Fabre te Parijs, een
zuidelijk gedeelte van het perceel kadastraal bekend
alsvoren no. 1465, welk gedeelte ten noorden wordt
begrensd door de meest zuidelijke gevels van de
op het vermelde perceel staande gebouwen en het ver
lengde van de lijn waarin die gevels zijn opgetrokken;
g. van de N. V. Bataafsche Petroleummaatschappij,
gevestigd te 's Gravenhage, een zuidelijk gedeelte van
het perceel kadastraal bekend alsvoren no. 1617, welk
gedeelte ten noorden wordt begrensd door den zuide
lijken gevel van het op het vermelde perceel staande
meest zuidelijk gelegen gebouw en het verlengde van
de lijn waarin die gevel is opgetrokken,
een en ander gelijk op de overgelegde teekening om
beurten met geel of rood is aangeduid, en onder bepa
ling, dat de gemeente de op de overdracht vallende
kosten draagt en onder nader door Burgemeester en
Wethouders te stellen voorwaarden.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Beekhuis merkt op dat hier staat „kosteloos
over te nemen". Vroeger werd door de gemeente de
goede gewoonte gevolgd, dat dergelijke stukjes grond
niet kosteloos maar, met het oog op de registratie, tegen
een koopsom van 1.werden overgenomen. Spreker
wil voorstellen om datzelfde hier weer toe te passen,
omdat anders deze overname voor de registratie wordt
geacht een schenking te zijn.
De Voorzitter: Heeft geen van de leden bezwaar tegen
het amendement van den heer Beekhuis?
De heer Weima heeft zich afgevraagd of het wel
noodig is dat de gemeente deze zaak overneemt. Het is
hem gebleken dat de Harlingertrekweg den laatsten tijd
beduidend verbeterd is. Men zal zich herinneren dat er
indertijd herhaaldelijk klachten en ingezonden stukken
kwamen dat die weg niet te bewandefen was, doch het
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 Maart 1924.
73
blijkt dat hij nu in heele goede conditie is; op 't oogen-
blik ziet hij er zoo goed uit, dat twee auto's elkaar ge
makkelijk kunnen passeeren. Als er nog iets moet wor
den verbeterd, dan is het de bocht bij de stad, die in
verband met het autoverkeer iets te nauw is. Is dat ook
het plan, als de Raad besluit dit aan te nemen en wat
denken Burgemeester en Wethouders te doen ten op
zichte van de menschen die weigerachtig zijn?
Spreker wil in dit verband ook opmerken dat de toe
lichting hierbij niet geheel en al juist is. In een van de
stukken is gezegd dat de Amsterdamsche Huidenclub
ook weigerachtig is. Dit is niet heelemaal juist. De Ver
eeniging heeft met den directeur de zaak onder de oogen
gezien en het bestuur heeft gezegd: we zijn heelemaal
niet weigerachtig en willen graag meewerken om den
weg in een goede conditie te brengen, maar wanneer
de zaak wordt uitgevoerd, zooals Burgemeester en Wet
houders zich dat voorstellen, komt het pand van de
Huidenclub 1 M. in den grond te zitten, wat een bezwaar
is, omdat het daardoor beduidend in waarde verliest.
De directeur der Gemeentewerken heeft dat toen ook
gevoeld, het is inderdaad een bezwaar. Dat dit pand nu
juist zoo laag staat, is moeilijk te wijzigen, maar spreker
heeft dit alleen even in 't midden willen brengen om aan
te toonen dat de Amsterdamsche Huidenclub absoluut
niet ongenegen is. Zij wil wel kosteloos zonder ver
goeding haar grond overdragen, doch vraagt alleen
maar, als haar pand beduidend in waarde daalt wat
door deskundigen zou kunnen worden uitgemaakt het
recht op een tegemoetkoming. Spreker heeft dit alleen
even willen weergeven voor de leden, die de situatie niet
kennen.
Het komt spreker in eerste instantie voor dat het 't
beste is dat de toestand blijft, zooals hij is, behoudens
verbetering van de bocht. Wenscht de Raad dat echter
niet te doen, dan meende spreker dat het wenschelijk,
noodig en nuttig was, om misverstand te voorkomen,
even mede te deelen dat hier geen tegenwerking is van
de Amsterdamsche Huidenclub, maar dat uitvoering van
de plannen vermindering van waarde van haar pand
tengevolge zou hebben.
De heer O. F. de Vries wil in de eerste plaats onder
schrijven dat deel, wat de heer Weima in 't midden
bracht omtrent de bocht. Hij gelooft wel dat dit een van
de verbeteringen is, die tot stand moet komen. Spreker
weet niet, welke bezwaren hieraan vastzitten, maar
vraagt of het niet mogelijk is op de eene of andere ma
nier de eigenaren te dwingen den grond voor hun pan
den af te staan.
In de tweede plaats wil spreker onder de aandacht
van Burgemeester en Wethouders brengen het gedeelte
voorbij de N. V. Acetylena en voorbij een 12-tal wo
ningen, die daarbij staan, welk gedeelte hoe langer hoe
slechter wordt. Een paar jaar geleden is daar nog iets
aan gedaan, maar de wal, die ook herhaaldelijk van de
schepen heeft te lijden en de straat zijn daar nu werkelijk
zoo slecht, dat spreker Burgemeester en Wethouders
wil vragen daar de walbeschoeiïng wat op te knappen
en de straat wat te verbeteren, 't Is gevaarlijk er bij
avond langs te loopen.
De heer Fransen (wethouder) zegt dat het voorstel
van Burgemeester en Wethouders, om die stukken grond
van de verschillende eigenaren over te nemen, is ge
daan, omdat men dien grond op 't oogenblik kan krijgen.
Ten opzichte van den hoek, waarover de heer Weima
sprak en die zoo noodig verbreed moet worden, zullen
Burgemeester en Wethouders zeer zeker moeite doen
bij de betrokken eigenaren om den daarvoor noodigen
grond over te nemen. Als dat lukt zullen Burgemeester
en Wethouders zeer zeker met eventueele voorstellen
tot verbetering komen. Daarover kan dan door den Raad
later worden beslist.
Ook de opmerking van den heer O. F. de Vries zullen
Burgemeester en Wethouders zeer zeker ter harte ne
men; zij zullen zien of daar reeds voor dien tijd verbe
tering is aan te brengen
De beraadslagingen worden gesloten.
De Voorzitter deelt mede dat het voorstel van Bur
gemeester en Wethouders zoodanig wordt gewijzigd dat
wordt voorgesteld dat in plaats van „kosteloos" „tegen
den prijs van 1.van de verschillende eigenaren de
stukj-es grond worden overgenomen.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het aldus gewijzigde voorstel van Burgemeester
en Wethouders.
7 (Agenda no. 8). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot verlenging der vergunning aan de N.
V. „de Oldehovetot het exploiteeren van een lift in
den toren van dien naam.
Dit voorstel luidt als volgt:
Op 7 Juli van dit jaar is de tienjarige termijn ver-
loopen gedurende welken aan de N. V. Maatschappij
„de Oldehove" concessie is verleend om een electrische
lift in den toren de Oldehove te exploiteeren (zie raads
besluit van 7 Juli 1914). Thans verzoeken de directeuren
in hun brief van 18 Februari 1.1. gelijke vergunning op
dezelfde voorwaarden wederom te verleenen voor den
tijd van 10 jaren
Misschien klinkt het te sterk om te zeggen dat
deze lift-installatie in een behoefte voorzien heeft,
doch wel is duidelijk gebleken dat het goed is gezien
het bestijgen van de Oldehove op deze wijze te ver
gemakkelijken, daar in dit eerste tiental jaren door ruim
113.000 personen van de lift is gebruik gemaakt. De
gemeente is hierdoor dus wel een attractie rijker ge
worden.
Bij den directeur der Gemeentewerken bestaat,
blijkens zijn advies van 26 Februari 1.1. no. 269, geen
bezwaar aan dezen is het toezicht op de werking van
de lift opgedragen en uit het telken jare omtrent den
toestand gerapporteerde blijkt de goede werking van
de installatie ook worden de noodig geachte voor
zieningen terstond uitgevoerd. Wij zien er dus geen
bezwaar in op het bovenvermelde verzoek in te gaan
en stellen U, onder verwijzing naar het overgelegde
verslag van de exploitatie, voor te besluiten
de vergunning aan de naamlooze vennootschap „de
Oldehove" tot het exploiteeren van een lift in den toren
de Oldehove te verlengen met een tijd van 10 jaar en
dus te verleenen tot 7 Juli 1934, onder de thans gel
dende voorwaarden.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
8 (Agenda no. 9). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot vaststelling van de bijdrage voor inkoop
van diensttijd volgens de Pensioenwet 1922 en tot
wijziging van de verordening in zake de pensionneering
van gemeenteambtenaren enz. (gem.blad 1914 no. 3 en
1919 no. 41) (Bijlage no. 8).
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
V. Aan de orde is de interpellatie van den heer H. de
Boer inzake toelating van leerlingen tot openbare lagere
scholen (sub II a).
De interpellatie wordt geopend.
De Voorzitter: Wenscht de heer De Boer zijn vraag
toe te lichten?