134 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Mei 1924. 4. wanneer tengevolge van den trottoiraanleg werk zaamheden aan de gevels van bovenvermelde gebouwen noodig zijn, geschieden deze door en voor rekening der gemeente, en overigens op de gebruikelijke voorwaarden. 4 (Agenda no. 5). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan D. en Th. Kamsma alhier in erfpacht af te staan een strook grond aan het Groninger plein, aansluitende aan het hun daar reeds vroeger in erfpacht afgestaan terrein. Dit voorstel luidt als volgt: Bij Uw besluit van 29 Januari 1924 no. 23r/11 werd aan D. Kamsma en Th. Kamsma, alhier, een perceel bouwterrein aan de Camminghastraat en het Groninger plein in erfpacht afgestaan. Belanghebbenden wenschen in verband met de be bouwing van hun terrein thans een iets grootere opper vlakte ter beschikking te hebben en dienden daartoe bij ons een aanvrage in. Het gewenschte terrein is onmid dellijk naast en ten noordwesten van het reeds uitge geven terrein gelegen en heeft een breedte van 2 M. langs het Groningerplein gemeten bij een diepte van 32.60 M. De prijs van het terrein moet naar onze meening op 12.50 per M-. worden gesteld, daar het bijzonder mooi is gelegen en gemakkelijk tegelijkertijd met het terrein, dat op den oostelijken hoek van het Gro ningerplein en den Groningerstraatweg is gelegen, van de hand had kunnen worden gedaan. Zij hebben verklaard met dezen prijs en de overige gebruikelijke voorwaarden genoegen te kunnen nemen. De Directeur der gemeentewerken heeft geen bezwaar tegen afstand in erfpacht van een strook van de aange geven breedte bij een diepte van 17 M. Wij zijn van meening, dat aan de wenschen van de belanghebbenden volledig kan worden tegemoet gekomen zonder dat dit aan een goede bebouwing langs den Groningerstraatweg in den weg behoeft te staan; de diepte achter de rooilijn blijft voldoende, n.l. 19 M. Onder overlegging van de stukken geven wij U in overweging te besluiten: aan D. Kamsma en Th. Kamsma, alhier, tot 31 De cember 1990 in erfpacht af te staan een perceeltje bouw terrein aan de oostzijde van het Groningerplein, gelegen onmiddellijk naast en ten noordwesten van het terrein, dat aldaar reeds aan de belanghebbenden in erfpacht is afgestaan, zijnde gedeelten van de perceelen kadastraal bekend sectie F nos. 3332, 3748 en 3752, zooals op de bijbehoorende situatieteekening nader is aangegeven, ter breedte langs het Groningerplein gemeten van 2 M. en ter diepte van ongeveer 32.60 M., alzoo ter grootte van ongeveer 65 M2., de juiste grootte nader door een landmeter van het kadaster uit te meten, zulks op de volgende voorwaarden: 1. de erfpachtscanon zal worden berekend naar een grondwaarde van 12.50 per M2. en een rentevoet van 6 per jaar; 2. de erfpachters storten binnen tweemaal 24 uren, nadat zij van het raadsbesluit tot toewijzing in erfpacht kennis hebben bekomen, een bedrag van 40.ten kantore van het gemeentelijk grondbedrijf als waarborg voor de nakoming der voorwaarden, welk bedrag hun, na voldoening daaraan, op aanvrage zal worden terug gegeven, en overigens op de voorwaarden van het raadsbesluit van 29 Januari 1.1. no. 23r/11. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethou ders sub 24 (agenda sub 35). 5 (Agenda no. 6). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot onderhandsche verhuring van het perceeel Peperstraat no. 10 aan S. Eskens alhier. Dit voorstel luidt als volgt: Van H. A. Rollema ontvingen wij bericht, dat hij het winkelhuis Peperstraat no. 10 met den 12 Mei 1924 niet opnieuw wenschte in te huren. Bij een openbare verhuring bleek voor dit pand in het geheel geene be langstelling te bestaan. Daarop werden een tweetal aanbiedingen voor de huur ontvangen, waaronder die van S. L. Eskens, alhier, de voordeeligste was. Deze biedt voor het huurjaar Mei 192412 Mei 1925 700.- en is bereid voor het volgende huurjaar 12 Mei 1925 12 Mei 1926, indien het pand dan niet behoeft te worden afgebroken, 800.-- te betalen. Naar de meening van den Administrateur van het gemeentelijk woningbedrijf zijn deze bedragen in ver gelijking met andere panden aan de Peperstraat aan nemelijk, schoon de huurprijs over het laatstverloopen huurjaar aanmerkelijk hooger was, n.l. 27.per week. Ook wij kunnen ons met eene verhuring op dezen voet vereenigen. In het huurcontract zal, als voor de andere panden aan de Peperstraat, de bepalingen worden op genomen, dat de gemeente na een opzeggingstermijn van drie maanden de beschikking over het perceel kan erlangen. Wij geven U dus in overweging te besluiten het winkelhuis Peperstraat no. 10, kadastraal bekend sectie B no. 3485, te verhuren voor den tijd van één jaar, gerekend met ingang van 12 Mei 1924 tot den 12 Mei 1925, aan S. L. Eskens alhier voor Zeven honderd gulden (f 700.en c. q. voor het huurjaar 12 Mei 192512 Mei 1926 aan denzelfde voor Acht honderd gulden 800.—), onder de gebruikelijke door Burgemeester en Wet houders te stellen voorwaarden. De beraadslagingen worden geopend. De heer Beekhuis wou graag even iets weten wat hem niet heeleinaal duidelijk is. Het blijkt niet precies wat de bedoeling is: dat Eskens zal krijgen een keurjaar of het tegenovergestelde, dat de gemeente, als het eerste jaar is afgeloopen, de keuze heeft, om hem opnieuw als huurder te nemen of niet. Als het de bedoeling is dat beide partijen na afloop van het eerste jaar vrij zullen zijn, vindt spreker het beter het pand gewoon voor één jaar te verhuren. Hij kan dat hier niet recht uit lezen. De Voorzitter deelt mede dat de bedoeling is het pand ingaande 12 Mei 1924 voor een jaar te verhuren aan Eskens voor 700.en het jaar daarna voor 800. met den gebruikelijken opzeggingstermijn, die de ge meente voor alle huurders in de Peperstraat in acht neemt, hij meent van een of drie maanden. De heer Beekhuis: Dus wordt het voor 2 jaren ver huurd. De Voorzitter: Voor 2 jaren; het eerste jaar voor 700.en het tweede jaar voor f 100.meer. De gemeente heeft echter het recht te allen tijde de huur te doen eindigen, mits met een of drie maanden ik weet dat niet precies opzegging van te voren. Dit houdt verband met de verbreeding van de Peperstraat. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 6 (Agenda no. 7). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om hun een aanvullend crediet te verleenen Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Mei 1924. 135 voor de uitvoering van werken, ter verbetering van den weg Achter de Hoven. Dit voorstel luidt als volgt: Nadat op Uw besluit van den 25 September 1923, wat betreft den aankoop van het zuidoostelijk gedeelte van het kadastrale perceel sectie G no. 10210 van J. H. Bos en J. H. Stoett c. s., de vereischte goedkeuring van Gedeputeerde Staten was verkregen, droegen wij den Directeur der gemeentewerken op de noodige voorbe reidende maatregelen te nemen voor de verdere uitvoe ring van de werken, waarvan in ons voorstel van den 16 Augustus/6 September 1923 reeds werd gewaagd. Deze werken bestaan in de verbreeding van de Van Heemstrastraat voor gemeenteschool no. 13 en de ver betering van den weg Achter de Hoven; voor de ver betering van den toestand bij genoemde school werd ons reeds een crediet van 3050.verleend. De directeur raamt thans de kosten van laatstge noemd werk (onderdeel a der begrooting behoorende bij zijn advies van 1 Maart 1924 no. 292) op 3200. terwijl met de verbetering van den weg Achter de Hoven volgens den oorspronkelijken opzet, blijkens onderdeel b van deze begrooting, 13.270.is gemoeid. Gelijk de aanhef van het nader advies van dien ambtenaar d.d. 7 April 1924 no. 495 reeds vermeldt, is ons de wensche- lijkheid eener wijziging van den te verbreeden weg Achter de Hoven gebleken; de nieuwe teekening bij dat advies behoorende, geeft bij vergelijking met de bij het advies van 1 Maart behoorende en de in Uwe Verga dering van 25 September 1923 overgelegde, voldoende aan dat de verandering bestaat in het iets verder aan leggen van het trottoir langs genoemden weg en de doortrekking van de Verstolkstraat met het aanleggen van twee gedeelten zijstraat. In te gaan op het denkbeeld van den directeur om, ten behoeve van eene verbetering aan de zuidzijde van den weg, met den eigenaar van het aldaar gelegen terrein (op de teekening met een roode lijn aangegeven) omtrent overneming van dien grond te onderhandelen, achten wij voorshands niet wenschelijk. Voor de doortrekking van de Verstolkstraat en het aanleggen van twee gedeelten zijstraat noemt de di recteur onder a van zijn advies van 7 April 1.1. no. 495 een bedrag van 9200.de verdere verbreeding van den weg Achter de Hoven enz. (onderdeel beischt 7500.met loodsen, keeten en hulpmateriaal is voor deze werken 17.000.benoodigd. In totaal zal dus, bij uitvoering als aangegeven, voor deze werken ver- eischt worden 3200.j- 13.270 -|- 17.000. 33.470.te vermeerderen met 11 JA voor alge meene onkosten, renteverlies tijdens den bouw en toezicht 3849.of totaal 37.319.be nevens 325.voor overneming van het gedeelte van het kadastrale perceel sectie G no. 11761, op de over gelegde teekening zwart gearceerd, dat aan de Naani- looze Vennootschap Vleeschwarenfabriek „Frisia" be hoort, en die genegen is dat gedeelte voor genoemd bedrag af te staan. Tevens zal, overeenkomstig het mede overgelegd schrijven van den Directeur der gemeentewerken d.d. 20 Mei 1924 no. 719(3/252, van de koopsom ad 5150. van het in den aanhef genoemde terrein 2060.ten laste van de uitbreiding van het wegennet moeten ko men, met welk bedrag het onderhavige crediet alzoo dient te worden verhoogd. De rest der koopsom drukt op het gemeentelijk grondbedrijf. Benoodigd is dus 39.704. In het advies van den directeur d.d. 1 Maart 1.1. no. 292 zegt deze, dat voor voltooiing van het werk, zooals men zich in 1917 dat had voorgesteld, nog beschikbaar is een bedrag van pl.m. 23.300.Hiervan is reeds besteed voor aankoop van materialen voor de sedert opgeschorte uitvoering van het werk 10.000.(ma- gazijnvoorraad), terwijl op de begrooting voor 1923 nog beschikbaar is 13.300.welk bedrag bij de eerstvol gende begrootingswijziging op den dienst 1924 zal worden overgebracht. In mindering van het benoodigde bedrag komt derhalve 23.300 -j- 3050.is 26.350.—. Wij geven U dus in overweging te besluiten: I. voor de uitvoering van de hierboven genoemde werken, bedoeld bij de adviezen van den Directeur der gemeentewerken d.d. 1 Maart 1924 no. 292 en 7 April 1924 no. 495, een aanvullend crediet te verleenen van 39.704.26.350.— is f 13.354.—; II. van de naamlooze Vennootschap Vleeschwaren fabriek ,,Frisia" voor de som van 325.in eigendom over te nemen het op de teekening, behoorende bij het advies van den Directeur der gemeentewerken d.d. 7 April 1.1. no. 495, zwart gearceerde gedeelte groot 75 M2. van het kadastrale perceel sectie G no. 11761 (gedeelte van het oude kadastrale no. 10209). 7 (Agenda no. 8). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van de vergoeding aan besturen van bijzondere scholen volgens art. 101, 9e lid der L. O. wet 1920 (vakonderwijs). Dit voorste] luidt als volgt: Blijkens Uw in afschrift bij de stukken gevoegd be sluit van den 21 en Augustus 1923, no. 273r/157, be loopt het bedrag, hetwelk ingevolge artikel 101, 9e lid, der Lager Onderwijswet 1920, over het jaar 1923 aan de besturen van bijzondere lagere scholen, voor het aan die scholen doen geven van vakonderwijs, per lesuur moet worden vergoed: a. voor een school voor u. 1. o. 2.20, tot een ma ximum getal uren van 2296; b. voor een school voor gewoon 1. o. 1.73, tot een maximum getal uren van 376. Het volgende staatje geeft een overzicht van de ver- eenigingen, welke een verzoek tot het over 1923 ont vangen van gemeentelijke vakonderwijsvergoeding in zonden, terwijl het bovendien aangeeft, voor welk aantal uren die vergoeding gevraagd wordt (kolom 6) en te vens is er in opgenomen het bedrag der vergoeding, dat aan de schoolbesturen, overeenkomstig art. 101, 9e lid, moet worden toegekend (kolom 8) (zie volgende pag.). Bij het in kolom 5 vermelde maximum aantal uren voor de Vereeniging voor Christelijk Volksonderwijs moet in aanmerking genomen worden, dat de school dier vereeniging met ingang van 1 September 1923 is opge heven, zoodat het bestuur dus over 1923 slechts aan spraak kan maken op een vergoeding voor 2/3 X 376 uren vakonderwijs. De school van de Nederlandsch Hervormde School- vereeniging is 1 September 1923 geopend. Het bestuur van deze vereeniging kan dus over 1923 rechten doen gelden op vakonderwijsvergoeding voor 1/3 X 376 uren. De bedragen der vergoeding, vermeld in de laatste kolom, zijn berekend met inachtneming van het vol gende: Had een schoolbestuur over 1923 aan een be paalde school meer uren vakonderwijs doen geven dan de gemeente naar evenredigheid over 1922 bij het open baar onderwijs per school (vergelijk kolommen 5 en 6), dan is toegekend het maximum bedrag, hetwelk krach tens artikel 101, 9e lid, kon worden gegeven. Waren minder uren vakonderwijs gegeven dan het aantal, waarvoor ten hoogste vergoeding kon worden verleend, dan is het aantal werkelijk gegeven uren vak onderwijs vermenigvuldigd met het bedrag der vergoe ding per lesuur, hetzij voor 1. o., hetzij voor u. 1. o. Bij Uw in den aanhef van dit voorstel genoemd be sluit werd aan het bestuur der Roomsch-Katholieke meisjesschool voor gewoon lager onderwijs, gevestigd aan het Jacobijner Kerkhof alhier (ook: Groote Kerk straat no. 89) en de Roomsch-Katholieke meisjesschool

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1924 | | pagina 2