Vergadering van Dinsdag 29 Juli 1924.
204 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 15 Juli 1924.
60 waren. Die menschen kunnen dus alleen in tijdelijken
dienst worden genomen en niet voor vast. Dat is abso
luut uitgesloten, terwijl verder de directeur wel zal uit
kijken dat, wanneer hij weer tijdelijke werklui aanstelt,
hij geen menschen meer neemt van 60 jaar.
Spreker meent ook wel dat de directeur heeft laten
doorschemeren: wij krijgen die menschen en die blijven
dan hangen; wij schuiven ze dan van het eene werk in
het andere, omdat daarbij ook de kwestie voorzit die
menschen een beetje te kunnen helpen. Anders waren
die menschen er wel eens 3 of 4 weken uit geweest.
Als dat dus de eene kant is, meent spreker, dat niet
4 raadsleden van arbeiderskant de zaak op de spits
moeten drijven. Men moet hier werkelijk ook eens een
beetje georganiseerd overleg gebruiken op een an
dere manier bedoeld dan in de Commissie voor Georga
niseerd Overleg; hier zit het principe er in, men moet
het niet verkeerd uitleggen
Burgemeester en Wethouders willen dus toezeggen
dat zij deze lijst nog wel eens willen nakijken. Spreker
gelooft dat de Raad en Burgemeester en Wethouders
thans wel heel goed weten wat de bedoeling is; spreker
heeft de leeftijden opgenoemd van de menschen, over
wie het hier gaat. De grondwerkers en de menschen, die
in de plantsoenen werken en die voor één speciaal werk
zijn aangenomen en niet anders, zullen zeker niet onder
het Werkliedenreglement kunnen vallen daarmee zal
de geheele Raad het toch wel eens zijn en zullen dus
moeten worden beloond volgens het collectief contract.
Nu wil spreker nog even een kwestie memoreeren in
verband met een uitdrukking die hier is gebezigd, n.l.
dat er in de toekomst verandering moet komen. Dat is
nu juist het voorstel, dat de raadsleden, die zitting heb
ben in het Georganiseerd Overleg, zoo „best" hebben
gelezen. Het was een voorstel tot wijziging van het
Werkliedenreglement met alle toelichtingen er bij. Als
het Georganiseerd Overleg zich daarover nu maar spoe
dig wil uitspreken, zal men gauw uit de misère zijn.
De heer H. de Boer merkt op dat men nu zoover is
dat men tot een conclusie kan komen. Na deze toezeg
ging van Burgemeester en Wethouders kan spreker zijn
motie wel intrekken, welke hij alleen heeft ingediend,
omdat men per slot van rekening toch tot een resultaat
moet komen.
Hier moet echter één ding bij vast staan, n.l. dat de
Raad weet, dat dan met degenen, die niet onder het
Werkliedenreglement zullen vallen of met de betrokken
organisaties zoo noodig in het Georganiseerd Over
leg, maar spreker gelooft dat dit dan wel met de be
trokken organisaties zal kunnen worden behandeld -
ook onder de oogen zal worden gezien, of die menschen
zich zullen moeten neerleggen onder de bepalingen van
het collectief contract of dat de positie en het belang
van de gemeente ook meebrengt dat daarboven iets
wordt uitgegaan. Spreker laat dat verder in 't midden;
hij bedoelt alleen maar dat daar zal worden besproken
of dan met die menschen ook een speciaal contract moet
worden afgesloten, ook opdat zooiets, als wat hier om
trent Leeuwenstein is gedemonstreerd, zich niet meer
kan voordoen.
Als Burgemeester en Wethouders dat willen toezeg
gen, wil spreker zijn motie wel intrekken.
De Voorzitter wil daarop direct namens Burgemeester
en Wethouders antwoorden dat zij in dat opzicht gee
nerlei toezegging wenschen te doen. Zij doen alleen de
toezegging, zooals spreker die namens Burgemeester en
Wethouders heeft gedaan: dat zij de lijst nader zullen
nagaan, omdat daarop werkelijk menschen voorkomen,
die meer in tijdelijken dan in lossen dienst zijn, maar
wenschen niet meer naar boven te gaan ten opzichte van
het eenmaal ingevoerde collectief contract. Men moet
nu ook niet altijd één kant uit werken. Dat contract is
uitdrukkelijk door Burgemeester en Wethouders vastge
steld. Spreker wil hier nog bestrijden hetgeen door den
heer O. F. de Vries is gezegd: er is indertijd besloten
dat het collectief contract zou worden toegepast en niet
dat alleen het loon uit de particuliere bedrijven zou wor
den toegepast.
Burgemeester en Wethouders willen dus alleen die
toezegging doen, die zij hebben gedaan; als de heer
De Boer zijn motie niet wil intrekken, is het 't beste
die in stemming te brengen.
De heer H. de Boer trekt zijn motie in.
De beraadslagingen worden gesloten.
Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergadering
door den Voorzitter gesloten.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 29 Juli 1924. 205
Tegenwoordig 22 leden, te weten: mevrouw Buis
manBlok Wijbrandi, de heeren Visser, Tulp, Lauten-
bach, Tiemersma, Hooiring, Cohen, Y. de Vries, Jansen,
Beekhuis, H. de Boer, Hofstra, Fransen, Van der Schoot,
M. Molenaar, O. F. de Vries, Scheltema, Muller, Botke,
Weima, Westra, en Van der Veen.
Afwezig 5 leden, waarvan met kennisgeving de heer
Dijkstra, zonder kennisgeving de heeren K. de Boer,
B. Molenaar, Oosterhoff en Koopmans.
Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beynra,
Burgemeester.
I. Wordt medegedeeld:
1. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd de
raadsbesluiten d.d. 1 Juli 1.1. tot het instellen van eene
rechtsvordering tegen J. Bender en M. den Hollander te
Nieuwerkerk aan den IJsel en tot ruiling van grond aan
de Schoolstraat met G. Grondsma.
2. bericht van den heer W. F. J. Uffelie dat hij de be
noeming tot lid van het bestuur der Vereeniging voor
Volkshuisvesting aanneemt.
De punten sub 1 en 2 worden voor kennisgeving
aangenomen.
3. adres van het bestuur der Leeuwarder Schoolver-
eeniging om gelden te willen toestaan voor aanschaffing
van toestellen en spelmateriaal, benoodigd voor de in
richting van het gymnastieklokaal in de St. Anthony-
straat.
Wordt in handen van Burgemeester en Wethouders
gesteld om prae-advies.
4. adres van de afdeeling Leeuwarden van den
Nederlandschen Bond van Leeraren en Leeraressen bij
het Nijverheidsonderwijs om op de gemeentebegrooting
voor 1925 een post, groot 18.741.46^2te plaatsen
voor uitbetaling van de bedragen, door het personeel
der Nijverheidsscholen in deze gemeente over 1920 te
weinig genoten aan jaarwedde.
Zal worden behandeld bij de begrooting voor 1925.
5. adres van P. C. Scheffelaar Klots en 522 anderen,
houdende verzoek om de verbetering der verkeerswegen
in de gemeente niet te zoeken in demping der binnen
grachten.
Wordt bij de desbetreffende stukken gevoegd.
6. dat het verslag der gemeente over 1923 gereed is
en binnenkort in druk zal verschijnen.
7. dat Burgemeester en Wethouders bij openbare
aanbesteding hebben gegund het bouwen van een koel
huis met dienstwoningen enz. aan L. H. Geveke, alhier,
voor de som van 89.500.
De punten sub 6 en 7 worden voor kennisgeving aan
genomen.
II. De Voorzitter zou, tenzij de Raad daartegen be
paalde bezwaren heeft, de agenda willen aanvullen met
het punt betreffende wijziging der begrooting dienst
1924. Dit punt kon niet tijdig meer op de agenda worden
aangebracht maar heeft toch dringende haast, omdat
Gedeputeerde Staten thans om andere reden de begroo
ting niet willen goedkeuren. Burgemeester en Wet
houders hebben nu in der haast nog een voorstel ge
maakt en dat gister bij de leden rondgezonden. Spreker
stelt voor den brief van Gedeputeerde Staten tijdens de
benoemingen even bij de leden te laten circuleeren, dan
zijn zij daarvan ook beter op de hoogte, en dan dit punt
als laatste punt voor heden aan de orde te stellen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
III. Wordt overgegaan tot behandeling van de voor
heden op den oproepingsbrief vermelde punten.
1 (Agenda no. 2). Benoeming van onderwijzend
personeel aan de gemeentelijke hoogere burgerschool
met 3 jarige cursus.
Overeenkomstig de aanbevelingen worden benoemd:
a. tot leeraar (vast)
1. in het teekenen: J. Bosch.
2. in de lichamelijke oefening: P. H. Smit.
3. in het Nederlandsch: J. v. d. Wateren.
allen reeds tijdelijk als zoodanig werkzaam;
b. gedurende den cursus 1924/25 tijdelijk:
1. in de aardrijkskunde: J. Jansma.
2. in de natuurkunde: R. Palsma.
3. in de natuurlijke historie: A. M. F. Reijnders.
allen reeds tijdelijk als zoodanig werkzaam, met
algemeene stemmen;
c. tijdelijk en tot wederopzegging, uiterlijk tot 1
Januari 1925 als leeraar in de Duitsche taal:
G. Dijkstra, thans reeds tijdelijk als zoodanig
werkzaam, met 21 stemmen, terwijl 1 biljet van
onwaarde wordt verklaard.
2 (Agenda no. 3). Benoeming van onderwijzend
personeel aan het gymnasium, tot wederopzegging, uiter
lijk tot 1 September 1925.
Overeenkomstig de aanbevelingen worden benoemd:
a. tot tijdelijk leeraar in de cosmographie Dr. H. F.
Huisken, directeur der R. H. B. S., alhier;
b. tot tijdelijk leeraar in de lichamelijke oefening
W. de Vries;
c. tot tijdelijk leeraar in het Hoogduitsch G.
Dijkstra;
allen met algemeene stemmen.
3 (Agenda no. 4). Benoeming van een tijdelijk
leeraar en een tijdelijke leerares, beiden in de wis- en
natuurkunde aan de school van middelbaar onderwijs
voor meisjes.
Overeenkomstig de aanbeveling worden benoemd:
a. E. S. Levison, reeds tijdelijk als zoodanig werk
zaam, met 22 stemmen;
b. mevrouw D. W. H. de LiefdeEngelkes, met 20
stemmen, terwijl 2 biljetten blanco zijn ingeleverd.
4 (Agenda no. 5). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om aan B. Rijpstra, A. Visser en J. Bak
ker eervol ontslag te verleenen als onderwijzer, onder
scheidenlijk aan gemeenteschool no. 10a, 10b en 10b.
Dit voorstel luidt als volgt:
Zooals ook uit het hierbij overgelegd advies van den
inspecteur van het lager onderwijs blijkt bedraagt het
aantal leerlingen, dat zich voor de centrale 7e en 8e
leerjaarscholen voor het nieuwe schooljaar heeft aange
meld, als volgt:
voor het 7e leerjaar (eindonderwijs) 176
7e (opleiding voor H. B. S. en
gymnasium)43
8e (eindonderwijs) 79,
waarvoor de navolgende klassen gevormd zullen
worden
6 zevende klassen voor eindonderwijs (gemiddeld
aantal leerlingen per klasse 176 6 is 30);
2 zevende klassen voor opleidingsonderwijs (gemid
deld aantal leerlingen per klasse 43 2 is 22)
3 achtste klassen voor eindonderwijs (gemiddeld
aantal leerlingen per klasse 79 3 is 27).
Volgens art. 29 der verordening op het openbaar
lager onderwijs (gemeenteblad no. 22 van 1923) be
draagt in gewone omstandigheden het aantal leerlingen
op deze scholen gemiddeld 30 met een maximum van