y v
206 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 29 Juli 1924.
lil 1 j I
*i r B
32 per klasse, welk maximum, zooals hierboven blijkt,
nergens wordt overschreden. Wij merken nog op dat
met de hierbij voorgestelde indeeling voor het nieuwe
schooljaar de jaarwedden van alle leerkrachten door het
Rijk worden vergoed.
In het geheel worden dus 6 2 3=11 klassen
in het leven geroepen, welke als volgt gegroepeerd
zullen worden:
gemeenteschool no. 10a: 2 zevende klassen en 2
achtste klassen (eindonderwijs), totaal vier leerkrach
ten;
gemeenteschool no. 106: 1 zevende klasse (eindon
derwijs) en 2 zevende klassen (opleidingsonderwijs),
totaal drie leerkrachten;
gemeenteschool no. 10d: 3 zevende klassen en 1
achtste klasse (eindonderwijs), totaal vier leerkrachten.
Tot dusver waren in totaal veertien leerkrachten aan
deze scholen verbonden, t. w.:
aan gemeenteschool no. 10a5
no. 1065
no. 1(W4.
Uit het bovenstaande volgt derhalve dat aan gemeen
teschool no. 10a één en aan gemeenteschool no. 106
twee leerkrachten overbodig zullen raken.
In overeenstemming met het aangehaald advies van
den inspecteur hebben wij dan ook de eer U voor te
stellen te besluiten in verband met de opheffing van
hunne betrekking met ingang van 26 Augustus 1924
eervol ontslag te verleenen aan:
B. Rijpstra, onderwijzer aan gemeenteschool no. 10a;
A. Visser, 106;
J. Bakker, 106.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeenkom
stig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
5 (Agenda no. 6). Benoeming van twee reserve
onderwijzers aan de scholen voor openbaar lager onder
wijs alhier.
De voordrachten luiden als volgt:
1. A. Visser, eervol ontslagen onderwijzer aan
gemeenteschool no. 106;
2. B. Rijpstra, idem no. 10a;
1. B. Rijpstra, voornoemd;
2. A. Visser, voornoemd.
Worden benoemd:
sub a: A. Visser, voornoemd, met 21 stemmen en
1 stem op B. Rijpstra;
sub 6: B. Rijpstra, voornoemd, met 21 stemmen en
1 stem op A. Visser.
6 (Agenda no. 7). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om bouwterrein in erfpacht uit te geven
aan den Poppeweg aan W. van der Kooi;
aan de Franekerstraat aan G. de Wilde en A.
Winters;
c. aan de Tjerk Hiddesstraat aan L. H. Geveke
Deze voorstellen luiden als volgt:
Bij adres van 5 Juni 1.1. richtte de heer W. van der
Kooy alhier tot ons het verzoek om een perceeltje bouw
terrein aan de oostzijde van den Poppeweg in erfpacht
te mogen ontvangen.
Het door den adressant bedoelde terrein is thans nog
verhuurd aan den heer J. S. Bottema, doch kan te allen
tijde aan de huur worden onttrokken, waarbij de huurder
over het loopende en eventueel volgende huurjaren een
vergoeding ontvangt van 23/10 cent per M2. onttrokken
weiland. Deze kosten van onttrekking komen ten laste
van den erfpachter.
De adressant heeft verklaard genoegen te nemen met
de gebruikelijke voorwaarden. Evenals voor het noorde
lijker gelegen bouwterrein kan de prijs op 5.per M2.
worden gesteld.
De Directeur der Gemeentewerken kan zich blijkens
zijn advies d.d. 18 Juni 1924 no. 884 met dezen afstand
in erfpacht vereenigen.
Onder overlegging van de stukken geven wij U in
overweging te besluiten
aan W. van der Kooy alhier tot 31 December 1990
in erfpacht af te staan een perceel bouwterrein aan de
oostzijde van den Poppeweg, zijnde een gedeelte van
het perceel, kadastraal bekend sectie G no. 11438, ter
breedte van 26.90 M. langs den Poppeweg gemeten,
aanvangende op 14.40 M. uit de zuidgrens van het ter
rein, dat aldaar aan J. J. Visser in erfpacht is afgestaan
en met een gemiddelde diepte van 35 M., zooals op de
bijbehoorende situatieteekening met een arceering is
aangegeven, ter grootte van ongeveer 942 M2., de juiste
grootte nader door een landmeter van het kadaster uit
te meten, zulks op de volgende voorwaarden:
1. de erfpachtscanon zal worden berekend naar een
grondwaarde van 5.per M2. en een rentevoet van
6
7c per jaar
2. de erfpachter stort binnen tweemaal 24 uren,
nadat hij van het raadsbesluit tot toewijzing in erfpacht
kennis heeft bekomen een bedrag van 235.ten kan
tore van het gemeentelijk grondbedrijf als waarborg
voor de nakoming der voorwaarden, welk bedrag hem
na voldoening daaraan op aanvraag zal worden terug
gegeven
3. de rooiïng voor de bebouwing zal, mede in ver
band met een ten noorden van het gevraagde terrein
geprojecteerde straat aan de west- en noordzijde door
den dienst der gemeentewerken worden aangegeven
4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van
Burgemeester en Wethouders is overgedragen mag ge
durende dien tijd bebouwing door derden niet plaats
hebben
5. de kosten voor het uit de huur nemen van het
aangevraagde terrein gedurende het loopende huurjaar
zijn ten laste van den erfpachter
6. voor den afstand in erfpacht zijn verder van toe
passing voorzoover mogelijk en niet in strijd met het
bovenstaande de bepalingen betreffende de uitgifte
in erfpacht van bouwterreinen gelegen tusschen Ooster
singel en Cambuursterpad en toebehoorende aan de
gemeente Leeuwarden
7. het erfpachtsrecht van een noordeijlke strook
grond ter breedte van 3.60 M. langs den weg gemeten
en strekkende over de geheele diepte van het bedoelde
terrein, kan met inachtneming van een termijn van een
maand van de zijde der gemeente worden opgezegd, in
welk geval de canon naar evenredigheid zal worden
verminderd.
De heeren G. de Wilde en A. Winters, alhier, richtten
bij adres van 18 Juni 1.1. tot ons het verzoek om aan
hen een perceel bouwterrein aan de Franekerstraat in
erfpacht af te staan. Wij hebben de adressanten met de
gebruikelijke voorwaarden in kennis gesteld en van hen
bericht ontvangen, dat zij deze voorwaarden aan
vaarden.
De grondprijs, naar welke de erfpachtscanon zal
worden berekend, bedraagt 7.per M2., welke prijs
overeenkomt met dien welke voor het bouwterrein aan
de noordzijde van de Franekerstraat is bedongen.
De Directeur der Gemeentewerken kan zich blijkens
zijn hierbij overgelegd advies met dezen afstand in erf
pacht vereenigen.
Wij geven U in overweging te besluiten
aan G. de Wilde en A. Winters alhier tot 31 December
1990 in erfpacht af te staan een gedeelte van het per
ceel kadastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie D
no. 1812 aan de zuidzijde van de Franekerstraat, zooals
op de bijbehoorende situatieteekening in rood is aan
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 29 Juli 1924. 207
gegeven, begrensd ten oosten door het perceel kadas
traal bekend alsvoren no. 1774, ter lengte van 23.50 M.
langs den weg gemeten en ter diepte van 20 M., ter
grootte alzoo van ongeveer 470 M2., de juiste grootte
nader door een landmeter van het kadaster uit te meten,
zulks op de volgende voorwaarden:
1. de canon wordt berekend naar een grondwaarde
van zeven gulden 7.per M2. en een rentevoet van
6 per jaar
2. de erfpachters moeten binnen tweemaal 24 uren,
nadat zijn van de toewijzing in erfpacht kennis hebben
bekomen, een waarborgsom van 164.storten ten
kantore van het gemeentelijk grondbedrijf voor de na
koming der voorwaarden, welk bedrag hun na voldoe
ning daaraan op aanvrage wordt teruggegeven
3. de rooiïng der te stichten gebouwen zal nader
door den dienst der gemeentewerken worden aan
gegeven
4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van
Burgemeester en Wethouders is overgedragen mag ge
durende dien tijd bebouwing door derden niet plaats
vinden
5. de bepalingen betreffende de uitgifte in erfpacht
van bouwterreinen gelegen tusschen Oostersingel en
Cambuursterpad en toebehoorende aan de gemeente
Leeuwarden, voorzoover mogeijk en met het boven
staande niet in strijd, worden voor dezen afstand in
erfpacht van kracht verklaard.
c.
De heer L. H. Geveke, alhier, heeft bij schrijven
van 10 Maart 1924 tot ons het verzoek gericht om hem
een zuidelijk gedeelte van het bouwterrein, gelegen op
den noordwestelijken hoek van de Tjerk Hiddesstraat
en het Cambuursterpad en den zuidwestelijken hoek
van de Tjerk Hiddesstraat en de Koestraat, dat indertijd
van de bouwvereeniging Sint Joseph is teruggenomen,
in erfpacht te mogen ontvangen.
Wij hebben de adressant met de gebruikelijke voor
waarden in kennis gesteld en van hem bericht ont
vangen, dat hij zich daarmede kan vereenigen. Den
prijs hebben wij gemeend te moeten stellen op 10.50
per M2., zulks in verband met de gunstige ligging van
den grond en het renteverlies, dat geleden is omdat
Sint Joseph niet in staat was te betalen.
De Directeur der Gemeentewerken kan zich blijkens
zijn hierbij overgelegd advies met dezen afstand in erf
pacht vereenigen.
Wij hebben de eer U voor te stellen te besluiten
aan L. H. Geveke, alhier, tot 31 December 1990 in
erfpacht af te staan een perceel bouwterrein op den
noordwestelijken hoek van de Tjerk Hiddesstraat en het
Cambuursterpad zijnde een zuidelijk gedeelte van het
perceel kadastraal bekend sectie F no. 3423, ter grootte
van ongeveer 800 M2., de juiste grootte nader door een
landmeter van het kadaster uit te meten, zooals op de
bijbehoorende situatieteekening in effen rood is aan
gegeven, zulks op de volgende voorwaarden:
1. De erfpachtscanon zal worden berekend naar een
grondwaarde van 10.50 per M2. en een rentevoet van
6 per jaar;
2. de rooiïng voor de bebouwing zal nader door den
dienst der gemeentewerken worden aangegeven;
3. de erfpachter stort binnen tweemaal 24 uren
nadat hij van het raadsbesluit tot toewijzing in erfpacht
kennis heeft bekomen een bedrag van 420.ten kan
tore van het gemeentelijk grondbedrijf als waarborg
voor de nakoming der voorwaarden, welk bedrag hem
na voldoening daaraan op aanvraag zal worden terug
gegeven;
4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van
Burgemeester en Wethouders is overgedragen mag ge
durende dien tijd bebouwing door derden niet plaats
hebben;
5. de gemeente heeft het recht om het erfpachts
recht van een oostelijke strook van het bovenbedoelde
terrein, gelegen meer dan 2 M. buiten de rooilijn aan
de Tjerk Hiddesstraat, zijnde een strook 3 Al. breedte,
met een opzeggingstermijn van een maand op te zeggen,
in welk geval de canon naar evenredigheid zal worden
verminderd;
6. voor het overige zijn van toepassing voor
zoover mogelijk en niet in strijd met het bovenstaande
de bepalingen betreffende de uitgifte in erfpacht van
bouwterreinen gelegen tusschen Oostersingel en Cam
buursterpad en toebehoorende aan de gemeente Leeu
warden.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeenkom
stig de voorstellen van Burgemeester en Wethouders
sub a, 6 en c.
7 (Agenda no. 8). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om aan D. Landeweer vergunning te ver
leenen tot het plaatsen van een hijschkraan aan den
Kanaalweg N.Z.
Dit voorstel luidt als volgt:
Van D. Landeweer is een brief ontvangen d.d.
18 Maart 1.1. met verzoek aan den Kanaalweg N.Z. ten
oosten van den ingangsweg naar zijne fabriek een
hijschkraan met een hefvermogen van 35000 K.G. te
mogen plaatsen. Deze kraan, waarvan eene teekening
bij het verzoek is ingezonden, moet dienen om machitie-
deelen en stoomketels te laden en te lossen. Het advies
hieromtrent van den Directeur der gemeentewerken
luidt gunstig; wel kan het 3 M. vooruitsteken van
het bovengedeelte van de kraan buiten de oeverlijn voor
de scheepvaart wellicht eenig bezwaar opleveren, doch
dit is eene zaak welke Gedeputeerde Staten aangaat;
van gemeentewege kan echter de noodige medewerking
worden verleend, mits bepaalde voorschriften worden
in acht genomen, zoodat wij U voorstellen te besluiten:
aan D. Landeweer tot wederopzeggens toe ver
gunning te verleenen tot het plaatsen en hebben van een
hijschkraan met een hefvermogen van 35000 K.G. aan
den Kanaalweg N.Z., onder de volgende voorwaarden:
1. De juiste plaats van den hijschbok moet in nader
overleg met den Directeur der gemeentewerken worden
bepaald achter de bestaande oeververdediging, zoodat
deze intact kan blijven. Onder eiken poot moet een be
tonblok van voldoende afmetingen en van deugdelijke
samenstelling worden aangebracht, elk rustende op 4
gave dennen of eiken palen van voldoende lengte en
zwaarte en waarvan de koppen ten hoogste liggen op
20 cM. onder F. Z. P.
2. De betonblokken moeten onderling worden verbon
den; na het aanbrengen der betonblokken moet de rest
van de gaten met uitkomenden grond onder voortdurend
goed aanstampen worden aangevuld en met graszoden
aangewerkt.
3. De overtollige grond moet onmiddellijk buiten het
aan de gemeente toebehoorend terrein worden vervoerd.
4. De hijschbok met toebehooren moet steeds in
goeden staat en netjes worden onderhouden, ten genoe
gen van Burgemeester en Wethouders.
5. Wanneer de vergunning wordt ingetrokken of er
geen gebruik meer van wordt gemaakt, moet de hijsch
bok met toebehooren binnen een door het gemeente
bestuur te stellen termijn worden opgeruimd en de berm
van den weg in den oorspronkelijken toestand worden
teruggebracht, naar genoegen van Burgemeester en
Wethouders.
6. Alle kosten, die uit het verleenen van de vergun
ning voortvloeien, komen ten laste van den vergunning
houder.
7. Als bewijs van het eigendomsrecht der gemeente
op den grond, waarop de hijschbok wordt geplaatst,
moet door den vergunninghouder of zijne rechtverkrij
genden jaarlijks vóór 1 Juli, voor het eerst vóór 1 Augus
tus 1924, ten kantore van den boekhouder van gemeen-