212 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 29 Juli 1924. omdat de pensioensbijdragen er nog af moeten, wordt het zoo laat, dat Burgemeester en Wethouders zich niet meer verantwoord achten verder door te betalen. Zij hebben machtiging om tot de helft van de uitgaven, die op de begrooting voorkomen uitbetalingen te doen. Zij hebben de jaarwedden, die er op voorkomen al gedu rende het eerste halfjaar uitbetaald en zijn nu al met het tweede bezig. Als Burgemeester en Wethouders dus streng wilden zijn, zouden door hen na 1 Juli geen wed den meer zijn betaald. De betaling van de jaarwedden, die bij de maand gebeurt is na 1 Juli ook nog niet ge daan, maar de weekloonen zijn al betaald. Dat gaat echter niet in den treure door; hoe eerder de goed keuring van de begrooting is afgewikkeld hoe beter. Spreker wil er dan ook den Raad voor waarschuwen dat, als Gedeputeerde Staten niet willen ingaan op de me thode van Burgemeester en Wethouders, door de oor spronkelijke begrooting goed te keuren en de wijzigingen te doen aanbrengen door een wijzigingsbegrooting, maar de wijzigingen aangebracht willen hebben op de oor spronkelijke begrooting en deze dan niet goedkeuren, het dan met de betalingen zal vastloopen. De heer Beekhuis is het heelemaal met den Voor zitter eens dat, wanneer de volgende vergadering de be slissing anders zal zijn, dan wel weer een wijziging in de begrooting kan worden gebracht. Maar spreker zou dan hier ook willen constateeren dat, wanneer men nu stemt voor deze wijziging, daarmee dan nog geenszins in principe is beslist dat men den volgenden keer niet anders stemmen kan. Spreker heeft er zoopas op ge wezen dat de Raad niet gauw op een besluit moet terug komen, maar hij beschouwt dit niet als zoodanig; het besluit zal pas den volgenden keer vallen. De kwestie is, dat het formeel iets eenvoudiger is, het zoo te doen en spreker zal op die motieven dan ook stemmen voor het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Het lijkt hem ook beter hiertoe nu te besluiten en dan later een prin- cipieele beslissing te nemen in deze zaak. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeenkom stig de Nota van Wijziging, voorgesteld door Burge meester en Wethouders. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergadering door den Voorzitter gesloten. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 19 Augustus 1924. 213 ïeigatoiog van Dinslag 19 Augustus 1924. Tegenwoordig 20 leden, te weten: de heeren Tie- mersma, Westra O. F. de Vries, Fransen, H. de Boer, Visser, Hofstra, Tulp, Dijkstra, Botke, Muller, IJ de Vries, Koopmans, Weiina, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, de heeren Beekhuis, Hooiring, Van der Veen, Jansen en Van der Schoot. Afwezig 7 leden, waarvan met kennisgeving de heeren M. Molenaar en B. Molenaar, zonder kennis geving de heeren Lautenbach, Scheltema, K. de Boer, Oosterhoff en Cohen. Voorzitter: de heer S. Tulp Szn., wethouder. 1. Wordt medegedeeld: 1. dankbetuiging van H. M. de Koningin-Moeder voor de Haar namens Gemeenteraad en Burgerij aan geboden gelukwenschen op 2 Augustus 1.1.; 2. dat Gedeputeerde Staten: a. de ontvangst hebben bericht van de verordening ter uitvoering van art. 4, le lid, sub 3 der Hinderwet, betreffende het oprichten, hebben of gebruiken van slachterijen en vilderijen van vee, vastgesteld den 15 Juli 1.1.; b. hebben goedgekeurd blijkens hun schrijven van den 30 Juli 1924 no. 69, 2e afdeeling F, de gemeente- begrooting, dienst 1924; de raadsbesluiten: d.d. 27 December 1923 en 12 Februari 1924 tot wij ziging der gemeentebegrooting, dienst 1924 en het raadsbesluit d.d. 1 Juli 1924 tot wijziging der gemeente begrooting, dienst 1923; d.d. 15 Juli 1924 tot koop van twee perceelen bouw terrein hoek Kalverstraat en Auke Stellingwerfstraat en aan de Kalverstraat en de Schoppershofstraat van de woningstichting „St. Joseph", alhier; d.d. 29 Juli 1.1., waarbij aan W. van der Kooij, L. H. Geveke, en G. de Wilde en A. Winters in erfpacht zijn afgestaan terreinen aan de oostzijde van den Poppeweg, aan de Tjerk Hiddesstraat en het Cambuursterpad en aan de zuidzijde van de Franekerstraat. De mededeelingen sub 1 en 2 a en b worden voor kennisgeving aangenomen. c. de goedkeuring hebben onthouden aan het raads besluit van den 1 Juli 1924 tot wijziging der gemeente begrooting voor 1924. Op voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt besloten bij de Kroon in beroep te gaan. 3. schrijven van U. Rijpma, alhier, waarbij hij in beroep komt van het besluit van Burgemeester en Wet houders d.d. 10 Juli 1924, houdende weigering van de vergunning tot het bouwen van eene woning aan de van Swietenstraat op het kadastrale perceel sectie G no. 8430. Op voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt besloten te hooren de commissie bedoeld bij art. 70, 2e lid, der Bouwverordening. 4. dat Burgemeester en Wethouders bij openbare aanbesteding hebben gegund het verbouwen van de gemeente-bewaarschool no. 6 aan K. de Haan, alhier, voor 5273. Wordt voor kennisgeving aangenomen. II. De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen de volgende vragen: a. van den heer O. F. de Vries: „Kunnen Burgemeester en Wethouders aan den Raad mededeelen wat de redenen zijn dat de houten barakwoningen aan de Engelsche straat nog niet zijn verplaatst?" b. van den heer Hooiring: „Kunnen Burgemeester en Wethouders mededeelen wat de reden is van het niet indienen van het voorstel der commissie-ad hoe inzake huisvesting van daklooze gezinnen? Zijn Burgemeester en Wethouders bereid indiening van bedoeld voorstel in de eerstvolgende vergadering van den Raad te bevorderen?" Spreker stelt voor om, indien de Raad geen bezwaar heeft dat deze vragen aan Burgemeester en Wethouders worden gesteld, die dan na afhandeling der agenda voor heden aan de orde te stellen. Dienovereenkomstig wordt besloten. III. Wordt overgegaan tot behandeling van de voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. 1 (Agenda no. 2). Vaste benoeming van onder wijzend personeel aan het gymnasium. De aanbeveling van curatoren luidt als volgt: a. leerares klassieke talen: mej. C. M. Ribbink; b. leeraar klassieke talen: Sj. Wartena, beiden reeds tijdelijk als zoodanig werkzaam. De Voorzitter wil even mededeelen dat mej. Ribbink nog geneeskundig onderzocht moet worden, terwijl de heer Wartena al reeds is gekeurd. De benoeming van mej. Ribbink kan dus slechts geschieden behoudens ge neeskundige goedkeuring. Worden benoemd: sub a. mej. C. M. Ribbink, met algemeene stemmen; sub b. Sj. Wartena met 19 stemmen en 1 stem op mej. Maathuis. 2 (Agenda no. 3). Benoeming van eene leerares in de Engelsche taal aan de school van middelbaar onderwijs voor meisjes voor het tijdvak 1 September 1924 tot en met 31 Augustus 1925. Overeenkomstig de aanbeveling van Burgemeester en Wethouders wordt benoemd mej. J. Maathuis, reeds tijdelijk als zoodanig werkzaam, met algemeene stem men. 3 (Agenda no. 4). Opmaken eener opgave voor de benoeming van drie leden van het college van zetters, ter vervulling der vacature, ontstaan door het overlijden van den heer P. Attema Dzn. en der vacatures die met 1 Januari 1925 zullen ontstaan door periodieke aftre ding van de heeren H. W. Sonnega en P. Bokma. De aanbeveling van Burgemeester en Wethouders luidt als volgt: Met ingang van 1 Januari 1925 treden volgens den rooster als leden van het college van zetters af de heeren: H. W. Sonnega en P. Bokma, terwijl dan tevens behoort te worden voorzien in de vacature in dat college ontstaan door het overlijden van den heer P. Attema Dzn. Ingevolge artikel 3 der wet van 5 April 1870 (Staats blad no. 63) behoort door den Gemeenteraad vóór den 1 September eene opgave van benoembaren tot leden van gemeld college aan den Commissaris der Koningin te worden ingezonden, welke opgave tweemaal zooveel personen moet bevatten als er leden zijn te benoemen. Ter voldoening aan bovengenoemde bepaling hebben wij de eer U de volgende nominatie aan te bieden. Lijst van benoembaren tot leden van het college van zetters, ter vervulling der vacatures, die met ingang van 1 Januari 1925 in dat college zijn ontstaan door peri odieke aftreding en overlijden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1924 | | pagina 1