214 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 19 Augustus 1924. Namen. Woonplaats. Tijd van geboorte. Beroep. H. W. Sonnega P. Bokma O. F. de Vries E. A. M. Wölcken K. W. Wits H. Tiemersma Leeuwarden J) }f 11 5 Sept. 1868 2 Juni 1871 21 Sept. 1887 4 Febr. 1877 23 Febr. 1872 4 Nov. 1866 apotheker fabrikant gedistilleerd expediteur en timmerman bouwkundige schilder zeepzieders knecht Ter plaatsing op de opgave worden, als eerste drietal van benoembaren, aangewezen: H. W. Sonnega, voornoemd, met 19 stemmen; P. Bokma, „18 0. F. de Vries, 12 terwijl verder zijn uitgebracht: op H. Tiemersma 2 stemmen, op K. W. Wits 6 stemmen en op E. A. M. Wölcken 1 stem. Ter plaatsing op de opgave worden, als tweede drietal van benoembaren, aangewezen: E. A. M. Wölcken, voornoemd, met 16 stemmen; K. W. Wits, 14 H. Tiemersma, „17 terwijl verder zijn uitgebracht: op Beekhuis 3 stemmen, op H. de Boer 1 stem en 3 biljetten blanco zijn inge leverd. 4 (Agenda no. 5). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan de Leeuwarder Kaatsclub ver gunning te verleenen tot het leggen van een dam in de sloot aan den Stienserweg, voor het perceel kada straal bekend sectie D no. 496. Dit voorstel luidt als volgt: Tot het verkrijgen van een toegangsweg tot een kaatsterrein aan den Stienserweg is het noodzakelijk een dam te leggen in de sloot langs dezen weg, waartoe bij brief van 11 Juni 1924 door S. Schuitmaker ten be hoeve van de Leeuwarder Kaatsclub vergunning wordt gevraagd. Hiertegen heeft de Directeur van gemeente werken blijkens zijn advies van 24 Juli 1.1. no. 1088 geen bedenking; de toegangsweg zelf loopt over particulier lerrein en is dus niet als openbare straat aan te merken. Ook onzerzijds bestaan tegen inwilliging van het ver zoek geen bezwaren, zoodat wij U voorstellen te be sluiten aan de Leeuwarder Kaatsclub, alhier, tot weder- opzeggens toe vergunning te verleenen tot het leggen van een dam in de sloot langs den Stienserweg, waar deze de grens vormt tusschen dezen weg en het perceel kadastraal bekend sectie D no. 496, onder de volgende voorwaarden: 1. de gevraagde vergunning wordt tot wederopzeg- gens verleend, terwijl de juiste plaats van den aan te leggen dam in overleg met den Directeur der gemeente werken moet worden bepaald; 2. de dam moet worden gemaakt van goeden grond nadat de sloot ter plaatse goed is gereinigd; de taluds rnoeten vanuit den bodem van de sloot met blokzoden worden opgezet; 3. in den dam moet op nader te bepalen hoogte een riool worden gelegd wijd 20 e.M., op een houten bot zwaar ten minste 4 X 20 c.M.; 4. op de eigendomsgrens moet een draai- en sluit- baar hek worden geplaatst, gemaakt volgens een door Burgemeester en Wethouders goed te keuren teekening; 5. hek en dam moeten steeds ten genoegen van Burgemeester en Wethouders in goeden en netten staat worden onderhouden; 6. wanneer de vergunning wordt opgezegd of er geen gebruik meer van wordt gemaakt, moeten hek en dam binnen een door Burgemeester en Wethouders in billijkheid te stellen termijn worden verwijderd en het talud van de sloot in den oorspronkelijken staat worden teruggebracht; 7. als bewijs van het eigendomsrecht van de ge meente op den grond waarop de dam wordt gelegd moet jaarlijks vóór 1 Juli, voor het eerst vóór 1 October 1924, bij den boekhouder van het bedrijf der gemeentewerken een recognitie ad 0.50 worden betaald. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 5 (Agenda no. 6). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot overneming in eigendom van het zij straatje van den Stationsweg. Dit voorstel luidt als volgt: Bij adres, ingekomen den 7 Mei 1924, hebben alle eigenaren van een dwarsstraatje van den Stationsweg, welk straatje loopt over de perceelen kadastraal bekend sectie G nos. 6643, 6642, 5968, 5967 en 5966, verzocht dit aan de gemeente te mogen overdragen. Daar de adressanten de bedragen, welke de gemeente voor straatoverdracht eischt ingevolge de verordening rege lende de overdracht van particuliere straten (gemeente blad 1923 no. 4), hebben voldaan, bestaat er o. i. tegen die overdracht geen bezwaar. Wij hebben de eer U voor te stellen te besluiten: over te nemen het voor straat bestemde gedeelte van: a. het perceel kadastraal bekend gemeente Leeuwar den sectie G no. 6643 van G. G. van der Wal; b. het perceel kadastraal bekend alsvoren no. 6642 van R. N. Kuperus; c. de perceelen kadastraal bekend alsvoren nos. 5968 en 5967 van G. G. Hoekstra; d. het perceel kadastraal bekend alsvoren no. 5966 van U. Wijnstra, voor den prijs van 1.gezamenlijk en overigens op de door Burgemeester en Wethouders vast te stellen voorwaarden. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 6 (Agenda no. 7). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging der gemeentebegrooting, dienst 1924. Dit voorstel luidt als volgt: Zooals uit het hierbij overgelegd schrijven d.d. 30 Juli j.l. no. 69 blijkt, kunnen Gedeputeerde Staten zich in de gegeven omstandigheden met de door ons voorge stelde wijze van behandeling, n.l. de wijzigingen, die de begrooting zal moeten ondergaan, als gevolg van Uw besluit van 1 Juli j.l., waarbij besloten werd geen gevolg te geven aan de uitnoodiging van den Minister van On derwijs, Kunsten en Wetenschappen, om de salarissen van het personeel, verbonden aan het gymnasium, alhier, in overeenstemming te brengen met de rijksregeling, bij afzonderlijke begrootingswijziging aan te brengen, ver eenigen. Voldoende aan het verzoek van Gedeputeerde Staten om de onderhavige wijziging in de eerstvolgende, na dagteekening van bovenvermeld schrijven, te houden vergadering in behandeling te nemen, hebben wij de eer U bijgevoegde wijziging no. 5 van de gemeente begrooting voor den dienst 1924 ter vaststelling aan te bieden. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 19 Augustus 1924. 215 7 (Agenda no. 8). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan D. Kalma bouwterrein aan den Wissesdwinger in erfpacht af te staan. Dit voorstel luidt als volgt: Bij Uw besluit van 11 Maart 1924 no. 78r/38 werd o. m. aan de kerkelijke gemeente van Gedoopte Chris tenen (Baptisten) een perceel bouwterrein aan den Wissesdwinger in koop afgestaan. De genoemde gemeente heeft bij adres van 23 April 1924 verzocht om van hare verplichtingen ontheven te worden, daar zij door financieele moeilijkheden niet in staat was op den aangevraagden grond een vergader lokaal te bouwen. Vervolgens is door den heer D. Kalma, alhier, ver zocht om het bovenbedoelde terrein, alsmede het nog resteerende terrein, in erfpacht te mogen ontvangen. De gegadigde heeft zich bereid verklaard om den af braak van de huizen, welke staan op de perceelen ka dastraal bekend sectie A nos. 1426 en 1600 en reeds in minder goeden staat verkeeren, voor zijn risico te nemen, terwijl hij aan de gemeente een afbraakwaarde van 350.zal vergoeden, welk bedrag voldoende is te achten. De huursonnnen komen dan van 1 Augustus 1.1. af te zijnen voordeele. Overigens bedraagt de bedongen grondprijs 10. per M-., welke ook was bepaald bij den bovenvermelden verkoop. In verband met een behoorlijke bebouwing van het terrein moet de rooilijn, welke voor den Wissesdwinger vastgesteld is bij Uw besluit van den 22 November 1921 no. 520r/294, eenigszins worden gewijzigd. Bij dit be sluit was rekening gehouden met een eventueele ver breeding van de Wissessteeg, doch, zooals reeds bij het in den aanhef genoemde besluit is aangenomen, zal deze weg, welke voor het verkeer weinig voordeel zal ople veren, vervallen. De Directeur der gemeentewerken kan zich met een en ander vereenigen. Onder overlegging van de stukken geven wij U in overweging te besluiten: I. de rooilijn aan den Wissesdwinger, welke is vast gesteld bij raadsbesluit van 22 November 1921 no. 520r/294, te wijzigen, zooals op de bijbehoorende situ- atieteekening gemerkt „bij 3234 van '24" met een zware bloklijn is aangegeven; II. in te trekken het bepaalde onder II in het raads besluit van den 11 Maart 1924 no. 78r/38; III. aan D. Kalma, alhier, tot 31 December 1990 in erfpacht af te staan het nog beschikbare bouwterrein aan den Wissesdwinger, hetwelk is gelegen onmiddellijk naast en ten oosten van het bouwterrein, dat aldaar aan belanghebbende en den heer J. Altena in erfpacht is afgestaan, zooals op de bijbehoorende schetskaart ge merkt „bij 2244 van '24" in rood is aangegeven, waarin gedeeltelijk valt het blok woningen thans kadastraal bekend sectie A nos. 1426 en 1600, ter grootte van on geveer 620 M2., de juiste grootte nader door een land meter van het kadaster uit te meten, zulks op de vol gende voorwaarden: 1. de erfpachtscanon zal worden berekend naar een grondwaarde van 10.per M2. en een rentevoet van 6 per jaar; 2. de erfpachter stort binnen tweemaal 24 uren, nadat hij van het raadsbesluit tot toewijzing in erfpacht kennis heeft bekomen, een bedrag van 300.ten kantore van het gemeentelijk grondbedrijf, als waarborg voor de nakoming der voorwaarden, welk bedrag hem, na voldoening daaraan, op aanvraag zal worden terug gegeven; 3. de rooiïng voor de bebouwing zal nader door den dienst der gemeentewerken worden aangegeven; 4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van Burgemeester en Wethouders is overgedragen, mag gedurende dien tijd bebouwing door derden niet plaats vinden; 5. voor den afstand in erfpacht zijn verder van toe passingvoorzoover mogelijk en met het bovenstaande niet in strijd de bepalingen betreffende de uitgifte in erfpacht van bouwterreinen gelegen tusschen Ooster singel en Cambuursterpad en toebehoorende aan de gemeente Leeuwarden; 6. de erfpachter moet op eerste vordering van Bur gemeester en Wethouders in erfpacht aannemen, voor den duur, naar den grondprijs, rentevoet en op dezelfde voorwaarden als hier bovenvermeld een zoodanig ge deelte van de aan de gemeente toebehoorende perceelen, thans kadastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie A nos. 1709, 58, 34 en 53 als Burgemeester en Wethouders zullen vaststellen, zijnde de grootste oppervlakte van het aldus in erfpacht te nemen terrein, bepaald door de lijn, waarin de zuidgrens van de perceelen nos. 53, 34 en 58 voormeld is gelegen, terwijl de kosten van de des wege op te maken akte van erfpacht en van de uit meting door een landmeter van het kadaster komen ten laste van den erfpachter; 7. indien de erfpachter vergunning krijgt om buiten het hierbij in erfpacht uitgegeven terrein te bouwen, neemt hij den daarvoor benoodigden grond mede op de bovenstaande voorwaarden in erfpacht; 8. de erfpachter neemt, indien dit door Burgemeester en Wethouders noodig wordt geoordeeld, mede op bo venvermelde voorwaarden in erfpacht, een ten oosten van het hierbij uitgegeven terrein gelegen strook grond met een breedte van ten hoogste ongeveer 11/2 M., met dien verstande, dat de erfpacht van deze grond met een termijn van 3 maanden van de zijde der gemeente kan worden opgezegd, welke grond onbebouwd zal moeten blijven en door een hekwerk, ten genoegen van Burge meester en Wethouders, van den openbaren grond moet worden afgescheiden; 9. de erfpachter koopt van de gemeente voor 350.- den opstal van de perceelen kadastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie A nos. 1426 en 1600 voormeld; 10. de erfpachter neemt van de gemeente, gerekend van den 1 Augustus 1924 af, de huur over en voor zijn risico de ontruiming van de onder 9 bedoelde woningen en zorgt voor den afbraak daarvan; 11. de onder 10 bedoelde afbraak moet zijn voltooid vóór den 1 Augustus 1925, terwijl het aan de gemeente eventueel verblijvende gedeelte van den ondergrond van de onder 9 vermelde perceelen, na afbraak voldoende geëgaliseerd, kosteloos aan haar moet worden opge leverd. De beraadslagingen worden geopend. De heer Van der Veen merkt op dat in den raadsbrief onder punt 10 van de voorwaarden, waaronder de erf pacht wordt verleend, staat: „de erfpachter neemt van de gemeente, gerekend van den 1 Augustus 1924 af, de huur over en voor zijn risico de ontruiming van de onder 9 bedoelde woningen en zorgt voor den afbraak daarvan." Wanneer men er nu aan toe is, die huizen af te breken, is het voor spreker de vraag of dan aan de bewoners daarvan een andere woning kan worden aangeboden. Z. i. is het op 't oogenblik zoo dat, zoo lang die wo ningen het eigendom der gemeente zijn, de kans van de bewoners, als zij in die gemeentewoningen blijven, om bij afbraak een andere woning te krijgen, er beter voorstaat, dan wanneer de betrokken erfpachter de be schikking over die woningen zal krijgen en het risico van de ontruiming draagt. Is er met Kalma over deze zaak al onderhandeld of heeft men Kalma misschien ook toezegging gedaan, dat de ge meente eventueel voor andere woningen voor die menschen zal zorgen Spreker zou daaromtrent graag nadere mededeelingen van het college ontvangen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1924 | | pagina 2