I ill I ïergaderlog van Dinsdag 9 December 1924. i i Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 December 1924. 385 Tegenwoordig 25 leden, te weten: de heeren Visser, Lautenbach, M. Molenaar, O. F. de Vries, Fransen, Koopmans, Botke, Cohen, Tiemersma, Muller, Van der Veen, Beekhuis, Scheltema, Oosterhoff, Hooiring, Weima, Hofstra, Van der Schoot, K. de Boer, Westra, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, de heeren H. de Boer, IJ. de Vries, Dijkstra en B. Molenaar. Afwezig 2 leden, waarvan met kennisgeving de heer Jansen, zonder kennisgeving de heer Tulp. Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyina, Burgemeester. I. De verslagen der vergaderingen van 9 en 23 Sep tember 1924 worden onveranderd vastgesteld. II. Wordt medegedeeld: 1. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd de raadsbesluiten van 11 November 1.1. om in rechten op te treden tegen den door S. Vlessing te 's Gravenhage tegen de gemeente ingestelden eisch omtrent terugbe taling van een gedeelte van den destijds door hem op den prijs voor electrischen stroom bijgedragen kolen- bijslag; van 15 Juli 1924 gewijzigd bij dat van 11 No vember 1924 tot vaststelling van een verordening op den keuringsdienst van vee en vleesch en d.d. 11 No vember 1.1. houdende machtiging aan Burgemeester en Wethouders om toestemming te verleenen tot splitsing van de erfpacht op de kadastrale perceelen in sectie G no. 11767 aan de Tijnjestraat. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 2. verzoek van W. Jonker te Lekkum en J. Engel- moer, alhier, om vergunning te willen verleenen tot demping van een gedeelte sloot aan den Lekkumerweg. Wordt in handen gesteld van Burgemeester en Wet houders ter afdoening. 3. verzoek van T. de Jong Sr., eigenaar van het ge deelte Dokkumertrekweg dat gelegen is tusschen het aan de gemeente behoorend gedeelte en de gemeente grens, om dien weg tegen matige vergoeding van hem over te nemen. Wordt in handen gesteld van Burgemeester en Wet houders om prae-advies. 4. verzoek van F. J. A. Fritzlin om hem met ingang van 1 Januari a.s. te willen ontheffen van zijn functie als lid der commissie van beheer over het Stadszieken huis. Wordt besloten conform het verzoek, onder dankbe tuiging voor de als zoodanig aan de gemeente bewezen diensten. 5. verslag van het jaarlijksch bezoek, ingevolge art. 179 u der Gemeentewet door Burgemeester en Wet houders gebracht aan het Nieuwe Stads Weeshuis, de Stads Bank van Leening en het Stadsarmhuis. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 6. adres van H. Leopold e. a., allen ouders van te genwoordige leerlingen der Middelbare Meisjesschool, houdende verzoek aan genoemde school den noodigen financieelen steun te blijven verleenen. Wordt bij de desbetreffende stukken gevoegd. 7. adres van de afdeelingen Leeuwarden van den Algemeenen Nederlandschen Bouwarbeidersbond, van den Nederlandschen Roomsch-Katholieken Bouwvakar beidersbond en van den Nederlandschen Christelijken Bouwarbeidersbond, om tot regeling der arbeidsvoor waarden van bouwarbeiders in lossen dienst der ge meente, met die organisaties een collectieve arbeids overeenkomst aan te gaan. Wordt voorgesteld dit adres in handen te stellen van Burgemeester en Wethouders ter afdoening. De beraadslagingen worden geopend. De heer H. de Boer zegt dat in tegenstelling met het geen Burgemeester en Wethouders op 't oogenblik voorstellen, zijn fractie meent dat het van belang zal zijn hierover prae-advies uit te brengen, omdat deze kwestie belangrijk genoeg is om daarover in den Raad van gedachten te wisselen en ook hierom, omdat deze zaak wel in verband staat met de discussies, die eenige maanden geleden hier in den Raad zijn gehouden in verband met de vraag welke arbeiders onder het Werk liedenreglement zouden vallen. Die lijst is den Raad toe gezegd; spreker dringt nog eens op spoed aan. Hij ge looft niet dat zij al bij de stukken lag en hoopt de lijst dus spoedig tegemoet te mogen zien. Als deze lijst bekend is, meent sprekers fractie dat ook het oogenblik is aangebroken om tevens over deze zaak van gedachten te wisselen. Spreker gelooft dus dat het, alles in aanmerking ge nomen, het beste is, dat door Burgemeester en Wet houders prae-advies hierop wordt uitgebracht, opdat Burgemeester en Wethouders uitvoerig hun gedachten kunnen motiveeren en de Raad dan een beslissing in deze belangrijke kwestie kan nemen. Aangezien niet alleen de Moderne, maar ook de Christelijke en de Roomsch-Katholieke organisaties deze zaak hebben aan gebracht, blijkt daaruit voldoende dat het een belangrijke zaak is. Spreker stelt daarom voor dat op dit adres door Burgemeester en Wethouders prae-advies wordt uitge bracht. De Voorzitter wil opmerken dat met het voorstel van den heer De Boer, om dit adres in handen van Burge meester en Wethouders te stellen om prae-advies, alleen zal worden bereikt dat er in den Raad over gesproken zal worden, maar dat dit eigenlijk een zaak is, die alleen Burgemeester en Wethouders aangaat en niet den Raad. De regeling van de arbeidsvoorwaarden voor de losse arbeiders, die diensten voor de gemeente presteeren, is niet een kwestie van den Raad maar van Burgemeester en Wethouders. Het zou dus alleen zijn dat men er in den Raad eens over wil praten en dat zou ook kunnen als dit adres voor den volgenden keer nog eens bij de stukken werd gelegd; wie dat wil. kan er dan iets van zeggen. Prae-advies heeft hier echter eigenlijk geen re sultaat; de Raad heeft hierin geen beslissing, maar het is een kwestie van uitvoering van Burgemeester en Wet houders. Stelt de Raad er prijs op hierover nog iets te zeggen, dan acht spreker het 't eenvoudigst dit adres bij de stukken te leggen voor de volgende vergadering. Dan kan ieder, die dat wil, er iets over zeggen. De heer H. de Boer zou dan dit willen voorstellen: of Burgemeester en Wethouders genegen zijn dan deze zaak niet nu reeds ter afdoening tot zich te nemen, maar haar te behandelen tegelijk met de bedoelde lijst, wan neer die bekend zal worden. Dan zouden die beide zaken hier tegelijk in bespreking kunnen worden gebracht en daarbij zou spreker zich dan nu kunnen neerleggen. De Voorzitter wil wel zeggen dat Burgemeester en Wethouders dit adres wel even willen laten liggen en het niet dadelijk zullen afdoen. In zooverre willen zij wel tegemoet komen aan het verzoek van den heer De Boer. De beraadslagingen worden gesloten. Met inachtneming van de toezegging van den Voor zitter wordt het adres in handen van Burgemeester en Wethouders gesteld ter afdoening. 8. aanbeveling voor de benoeming van een curator van het gymnasium, wegens periodieke aftreding van den heer dr. R. Vorenkamp. 1. Dr. R. Vorenkamp. 2. Ds. ten Bruggencate. 3. Ds. M. L. Deenik.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1924 | | pagina 1