396 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 23 December 1924.
Dit voorstel luidt als volgt:
De speelplaats van de gemeentelijke bewaarschool
no. 5 aan den Oostersingel is te klein voor het aantal
kinderen dat deze school bezoekt. In verband hiermede
hebben wij aan den Directeur der gemeentewerken op
gedragen een plan voor uitbreiding van het speelterrein
in te zenden, waaraan hij bij schrijven van 30 Juli j.I.
no. 1132 heeft voldaan. Bij uitvoering volgens dat plan
(zie de teekening, gemerkt II) zouden de kosten, indien
de demping van het westelijk gedeelte van den aangren-
zenden vijver met zand plaats had, 2070.bedragen;
bij demping met grond 345.minder. Waar dit be
drag ons vrij hoog voorkwam, droegen wij den Directeur
op een plan met begrooting in te dienen, waarbij de
filterinrichting in den vijver bestaan bleef. Zijne begroo
ting, ingezonden bij schrijven van 24 Sept. j.I. no. 1442
(zie teekening III), komt in dat geval en bij uitvoering
in eigen beheer op een bedrag van 1204.te ver
meerderen met 30 algemeene kosten 361.20.
Samen 1565.20 of rond 1570.hetgeen ons aan
nemelijk voorkomt.
De Commissie voor de Openbare Werken kan zich,
blij kens haar schrijven van 12 September j.I., met de
vergrooting van het speelterrein vereenigen.
Indien ook Uwe Vergadering daarmede accoord gaat,
zal met den huurder van een gedeelte van het terrein
bij den vijver, E. Jongstra, eene overeenkomst moeten
worden getroffen, aangezien de voor de uitbreiding be-
noodigde grond 185 M-.) onder de met hem ge
sloten huurovereenkomst valt. Blijkens de hierbij over
gelegde verklaring neemt Jongstra met de huuronttrek-
king van genoemde 185 M-. genoegen, indien hem een
westelijk gedeelte van het vijverterrein wordt verhuurd,
ten oosten aansluitende aan den thans bij hem in huur
zijnden grond, op de mede overgelegde teekening in
rood aangegeven, ter grootte van 400 M-., tegen den
prijs van 0.10 per M-. per jaar, met dien verstande,
dat het nieuwe terrein, in verband met de daaraan door
den huurder te besteden kosten om het voor zijn bedrijf
geschikt te maken, tot 1 Juni 1925 geen huur zal doen.
Met deze schikking kunnen wij ons vereenigen.
Wij wenschen nog Uwe aandacht te vestigen op eene
plaats gehad hebbende herstelling aan de gemeentelijke
bewaarschool no. 6 aan de Tuinen. Uit een op ons ver
zoek door den Directeur der gemeentewerken ingesteld
onderzoek naar den toestand van de balklaag en de kap
van de groote speelzaal in genoemde school, die naar
wij vermoedden herstelling noodig hadden, bleek dat
deze in een buitengewoon bouwvalligen staat verkeer,
den. De toestand was zelfs van dien aard dat met het
oog op de veiligheid dadelijk ingrijpen noodzakelijk was.
Hetzelfde was het geval met het dak van de kleine
speelzaal bij een onderzoek naar de kosten die ver
bonden zouden zijn aan de verandering van deze zaal
in een leslokaal, door boven de bestaande ramen dak
kozijnen aan te brengen met kiepramen voor ventilatie,
bleek dat ook hier het dak in zeer slechten toestand
verkeerde. Het onmiddellijk treffen van maatregelen was
ook ten opzichte van dit lokaal een gebiedende eisch.
Na gehouden aanbesteding werd de uitvoering der aan
te brengen herstellingen opgedragen aan den laagsten
inschrijver, K. de Haan, alhier, voor 5273.Dit be
drag moet worden vermeerderd met 30 algemeene
kosten f 1581.90. Samen 6854.90 of rond 6860.
Waar op de gemeentebegrooting voor dit jaar een
bedrag van 2000.is uitgetrokken voor gewoon on
derhoud van al de gemeentelijke bewaarscholen en
70.voor herstellingen aan dak en goten van het
nieuwe gedeelte van bewaarschool no. 6, kan uit die
posten voor het bovenbedoelde werk niet worden geput
en zal het noodig zijn hiervoor een afzonderlijk crediet
te verleenen. Hierbij zij opgemerkt dat met de aange
brachte herstellingen mede een nieuw leslokaal is ver
kregen, dat met het oog op het gestadig toenemen van
leerlingen spoedig in gebruik zal dienen te worden ge
nomen.
Wij hebben de eer U voor te stellen te besluiten
I. aan Burgemeester en Wethouders een crediet te
verleenen van 1570.voor de uitbreiding van de
speelplaats bij de gemeentelijke bewaarschool no. 5 aan
den Oostersingel, volgens het plan 111, overgelegd bij
het schrijven van den Directeur der gemeentewerken
d.d. 24 September 1924, no. 1442;
II. Burgemeester en Wethouders te machtigen met
E. Jongstra eene overeenkomst aan te gaan, waarbij aan
de den 16 Juli 1918 gesloten huurovereenkomst wordt
onttrokken een gedeelte, ter grootte van 185 M-.,
van den daarbij aan hem verhuurden grond nabij den
vijver aan den Oostersingel,
en hem tot 1 Juni 1928 in huur af te staan voor den
piijs van 0.10 per M-. per jaar een ten oosten van en
aansluitende aan het thans aan hem verhuurde terrein
gelegen gedeelte, groot 400 M2., van het vijverterrein
kadastraal bekend in sectie G no. 11456, met dien ver
stande dat voor laatstgenoemd terreingedeelte tot 1 Juni
1925 geen huur behoeft te worden betaald,
en verder onder de door Burgemeester en Wethouders
te stellen voorwaarden;
lil. aan Burgemeester en Wethouders een crediet te
verleenen van 6860.voor het aanbrengen van her
stellingen aan de gemeentelijke bewaarschool no. 6 aan
de Tuinen, overeenkomstig het bestek en teekeningen,
overgelegd bij het schrijven van den Directeur der ge
meentewerken d.d. 15 Juli 1924, no. 1034.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Oosterhoff zou wel een vraag willen doen.
We krijgen ieder jaar bij de begrooting van Openbare
Werken een gespecificeerde opgaaf van de verschil
lende posten voor gewoon en buitengewoon onderhoud
van de schoollokalen. Nu kan het licht voorkomen dat
in den loop van het jaar blijkt dat er iets is vergeten
of daarop niet is gerekend. Waar hier echter wordt mee
gedeeld dat de zoldering van beide lokalen in buiten
gewoon bouwvalligen staat verkeerde, meent spreker dat
dit bij den aanvang van dit jaar wel bekend had kunnen
zijn en dat daarvoor dus wel gelden op de loopende
begrooting hadden kunnen worden uitgetrokken. Het
lijkt hem altijd een verkeerde tactiek werken uit te
voeren, als daarvoor in de begrooting geene gelden zijn
uitgetrokken. Spreker zou daarom willen vragen of er
buitengewone omstandigheden zijn geweest die dezen
toestand hebben veroorzaakt.
De heer Jansen zou in de eerste plaats willen vragen
of het wel absoluut noodzakelijk is dat de speelplaats
bij de bewaarschool aan den üostersingel wordt ver
anderd, zooals is voorgesteld. Spreker aanschouwt den
toestand daar regelmatig, maar het is hem niet duidelijk
geworden dat het noodzakelijk is dat die speelplaats zoo
wordt verbreed. Waar daar gewoonlijk slechts een 25
a 30 kinderen spelen, gelooft spreker dat de oppervlakte
daarvoor voldoende is, als de speelplaats wat beter
wordt ingericht dan thans het geval is.
In de tweede plaats wil spreker, als hem kan worden
aangetoond dat deze vergrooting wel noodzakelijk is,
de vraag stellen of men daarmee dan niet te Iaat in den
Raad komt. Het is hem n.l. gebleken dat reeds eenige
maanden de zaak daar al belangrijk wordt veranderd,
dat er met Jongstra niet meer een overeenkomst getrof
fen moet worden, maar dat die al getroffen is; Jongstra
heeft het bedoelde stuk grond n.l. reeds lang omge
ploegd en de gemeente heeft dit reeds lang omheind
ook. Stel nu, dat de Raad het crediet voor de speelplaats
weigert, dan is de zaak daar niet meer in den ouden
toestand terug te brengen. Spreker gelooft dat het nood
zakelijk is dat dergelijke voorstellen eerst in den Raad
worden gebracht en door den Raad worden goedge
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 23 December 1924.
keurd, voordat men met de uitvoering van het werk be
gint. Nu is het niets anders als een achter de feiten
aanloopen.
De heer O. F. de Vries zou iets willen vragen omtrent
de credietaanvrage voor school 6. Burgemeester en Wet
houders zeggen:
„Wij wenschen nog Uwe aandacht te vestigen op
eene plaats gehad hebbende herstelling aan de ge
meentelijke bewaarschool no. 6 aan de Tuinen."
De zaak is dat volgens de stukken, die in de portefeuille
lagen, reeds op 30 April van dit jaar door den directeur
van Gemeentewerken een crediet hiervoor is aange
vraagd en bij zijn schrijven van 21 Mei nog eens, dat
den 15 Juli de bestekken en teekeningen zijn ingekomen
en dat den 6en Augustus de aanbesteding heeft plaats
gehad. Er is dus alle tijd en gelegenheid geweest om
dit crediet bij den Raad aan te vragen. Nu het werk is
afgeloopen, zal de Raad het crediet voor een herstelling,
die wèl noodzakelijk was, wel moeten verleenen, doch
spreker meent dat er wel eerder gelegenheid was ge
weest dit crediet aan te vragen.
Verder merkt spreker op dat de vorige zaak wel bij
de commissie voor Openbare Werken om advies is ge
weest, maar dat deze zaak, welke omvangrijker is, daar
niet is behandeld.
De heer Fransen (wethouder) kan den heer Ooster
hoff antwoorden dat het werkelijk vreemd aandoet, dat
nu de toestand van de gebouwen van dien aard was,
dat het geen oogenblik langer meer kon wachten. Het
heeft Burgemeester en Wethouders ook bevreemd dat
dit zoo was. Toen de wethouder van Onderwijs vroeg
herstellingen aan te brengen aan de bewaarschool aan
de Tuinen, bleek uit het voorloopig onderzoek dat de
zolderbalklaag in een slechten toestand verkeerde en
uit een verder onderzoek bleek, dat de kap in een zoo-
danigen toestand verkeerde dat zij eigenlijk niet te her
stellen was. De wethouder van Onderwijs heeft toen
verzocht de school zoo spoedig mogelijk weer in een
goeden staat te brengen, terwijl hij graag wilde dat de
herstellingen in de vacantie vielen.
Spreker geeft toe dat het niet de weg is om zoo laat
een crediet aan te vragen, maar bij de behandeling van
deze herstellingen der bewaarschool aan de Tuinen was
daar niet eerder tijd voor. Men moest zoo gauw mogelijk
trachten aan dien toestand een eind te maken. Een ge
bouw, dat daarbij stond en dat dienst deed als een soort
speelplaats, is toen ook veranderd en voor leslokaal in
orde gemaakt.
De neer Jansen acht vergrooting van den speeltuin
bij school 5 niet noodig, maar daarop is toch meerdere
malen aangedrongen, vroeger ook al, omdat de speel
plaats veel te klein was. Er kwam nog bij dat de jeugd
er van gebruik maakte voor minder goede dingen, zoo
dat de speelplaats altijd in een vervuilden toestand ver
keerde. Het is nu de bedoeling ook meteen het hek te
verbeteren en dit zoodanig te maken dat de speelplaats
voortaan voor vervuiling zal zijn gevrijwaard.
Wat betreft de opmerking dat het andere stuk grond
al bij Jongstra in gebruik is, dit moest wel, omdat de
planten, die op het stuk tuin stonden dat nu bij de
speelplaats wordt getrokken, voor den winter moesten
worden overgebracht, wilde Jongstra niet te veel ver
liezen lijden. Anders was de gemeente ook nog voor die
kosten komen te staan.
De heer O. F. de Vries meent dat er voldoende gele
genheid is geweest om een credietaanvrage te doen.
Spreker heeft echter in zijn antwoord aan den Oosterhoff
al gezegd dat er tijdens de onderhandelingen bespre
kingen en onderzoekingen telkens meer bij kwam. Bur
gemeester en Wethouders meenden dat hier met den
nieesten spoed moest worden gewerkt om de zaak zoo
spoedig mogelijk in orde te maken.
De Voorzitter merkt op dat het de bedoeling is voor
deze werken niet te leenen, maar ze te betalen uit den
gewonen dienst van Gemeentewerken. Men vindt mis
schien dat die 1570.voor uitbreiding van de speel
plaats wei geleend zou kunnen worden het andere
is reparatiewerk, alleen is van deze gelegenheid ook
gebruik gemaakt er een lokaal bij te maken, dat anders
niet gebruikt kon worden maar de bedoeling is beide
bedragen uit den gewonen dienst van Gemeentewerken
te betalen. Dit voorstel bedoelt eigenlijk den Raad er
mee in kennis te stellen dat t. z. t. de begrooting van
Gemeentewerken zal worden gewijzigd en dat deze
beide posten zullen worden beschouwd als gewoon on
derhoud.
De heer Muller merkt op dat de heer Jansen betwijfelt
of het wel noodzakelijk is dat voor deze speelplaats een
dergelijk bedrag wordt uitgetrokken, terwijl de heer
Fransen zegt dat er meermalen op uitbreiding van die
speelplaats is aangedrongen. Spreker gelooft dat noch
het een noch het ander geheel juist is. De heer Fransen
is absoluut onjuist als hij zegt dat er dikwijls op uit
breiding van de speelplaats is aangedrongen; wèl is er
echter dikwijls op verbetering van de omheining aange
drongen. De wethouder van Ónderwijs heeft, mede naar
aanleiding van de besprekingen in de bewaarschool
commissie, eindelijk de zaak besproken met den di
recteur en wat hier nu gaat gebeuren is daarvan het
resultaat; dat is dus door den wethouder van Onderwijs
en den directeur klaargemaakt. Wat hier in dit voorstel
is belichaamd acht spreker echter, hij zou haast zeggen
overbodig. Hij is het volkomen met den heer Jansen
eens dat die speeltuin, zooals hij op 't oogenblik is, wat
de grootte betreft, wel voldoet aan de eischen. Misschien
was het wel wenschelijk dat de speelplaats iets grooter
werd, maar wanneer er een of twee klassen op spelen,
zou men zich hiermee wel kunnen redden. Iets anders
is echter de kwestie van de omheining en nu is het spr.
groote grief dat juist de wijziging, waarop steeds wèl
is aangedrongen, in dit voorstel niet tot haar recht komt,
omdat men volstaat met de bestaande omheining te
handhaven en alleen voorstelt daar eenig prikkeldraad
van boven op te maken, en meent dat de omheining dan
wel zoo is dat de schoolvrije jeugd geen gebruik meer
van de speelplaats zal kunnen maken. Het is juist de
groote grief van het onderwijzend personeel dat de
schoolvrije jeugd de speelplaats in zoo'n toestand brengt,
dat zij voor de school absoluut onbruikbaar is. Spreker
heeft er zeer dikwijls op aangedrongen: maak de om
heining goed, dan is de speelplaats, al ligt zij aan den
openbaren weg, wel bruikbaar, en nu is dit het eenige
resultaat, dat uit al die besprekingen naar voren is ge
komen. Spreker zal nu niet een voorstel doen om die
omheining beter te maken, maar hij vreest dat de speel
plaats met deze omheining blijft in den toestand, waarin
zij altijd is geweest.
De heer Jansen kan zich volkomen bij de woorden van
den heer Muller aansluiten; als iets in aanmerking komt
voor verbetering, dan zou hij ook zeggen dat dit is de
omheining. Spreker heeft het reeds met enkele woorden
gezegd, de kwestie is dat die speelplaats daar veel te
onrustig is, èn voor het onderwijzend personeel èn voor
de kinderen. Spreker aanschouwt dat telkens weer; hij
komt er misschien wel 10 maal daags langs. Er is vol
doende ruimte. Waarom er dan zoo'n stuk bij aan te
trekken Daarmee komt men er niet, maar daardoor
maakt men de speelplaats nog onrustiger. Als er een
voorstel was gekomen tot het maken van een betere
omrastering of afsluiting, was spreker daarin meege
gaan. 't Is nu wel aardig en leuk dat enkele kinderen
wat meer ruimte zullen hebben, maar spreker gelooft
niet dat dit noodzakelijk is. Daarom gelooft hij dat men
dit moet nalaten, vooral, waar iets, wat noodzakelijk is,
niet gebeurt. Want spreker is het met den heer Muller