160 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 Juni 1925. 6 (Agenda no. 7). Interpellatie van het lid, den heer L. Dijkstra, betreffende de wijze van herstelling der eerste kanaalsbrug. De vraag is opgenomen in het verslag der vergadering van 29 Mei 1925. De interpellatie wordt geopend. De heer Dijkstra heeft zijn vraag bij de herstelling van deze brug gesteld om de volgende reden. Hij heeft zich bij verschillende herstellingen van bruggen en ook van straten op drukke verkeerspunten wel eens de vraag gesteld en daarom vraagt hij nu ook inlichtingen of dergelijke herstellingen niet op een beetje vluggere wijze door een andere methode van werken kunnen worden gedaan. Wat toch is het geval? Van deze brug moesten de hoofden worden hersteld en nu werkte men daar met 2 of 3 man aan en men werkte 8 uren per dag. Dat laatste is op zichzelf niet op tegen, maar spreker meent dat daardoor op drukke verkeerspunten een der gelijke stagnatie ontstaat, die tot nog toe zoo verbazend hinderlijk is, dat hij wil vragen of het niet tijd wordt en of het niet technisch mogelijk is, dat in het vervolg bij dergelijke karweien in ploegenstelsel of op dergelijke wijze wordt gewerkt. Spreker wil er aan herinneren dat men 16 dagen bezig is geweest met de herstelling van deze brug en dat steekt nog zeer gunstig af bij de herstelling van andere bruggen; bij de herstelling van de Wirdumerpoortsbrug en van de Noorderbrug heeft spreker zich wel eens af gevraagd: zou het wel eens klaar komen? Spreker wil in hetzelfde verband ook de aandacht vestigen op de herstelling van straten op drukke ver keerspunten, waarbij het n.l. ook nog vaker dan eenmaal voorkomt dat men op Vrijdag marktdag begint met een herstelling, zoodat men wel eens den indruk krijgt dat men bij de bedrijfsleiding er niet één moment bij stilstaat wat er zoo'n dag wel gebeuren kan. Spreker wil er aan herinneren dat, nadat de Noorderbrug, die weken lang in reparatie is geweest, eindelijk was her steld, men Vrijdagmorgen de straat er daar weer uil had, net toen er daar heel veel wagens moesten pas- seeren. Hetzelfde deed zich indertijd ook voor aan den Stienserweg; men brak den weg er uit en de passee- rende wagens moesten toen, terwijl het juist nog ver bazend nat was, om de boomen heen. Op zoo'n manier wordt het verkeer stopgezet en dan vraagt men zich wel eens af of de bedrijfsleiding daar dan niet de minste notitie van neemt. Spreker wil er nog aan herinneren dat de Doelestraat, een van de drukste verkeersstraatjes tusschen Nieuwestad en Zaailand op Goede Vrijdag werd opgebroken. Deze interpellatie is nu dienende om er op te wijzen dat dergelijke dingen, naar sprekers bescheiden mee ning, practischer kunnen worden aangepakt. Hij hoopt dat daarin verbetering zal worden gebracht en wil om die reden het college vragen met zijn opmerkingen rekening te willen houden, door de herstellingen op drukke verkeerspunten, als het technisch mogelijk is, in den kortst mogelijken tijd te doen uitvoeren. De heer Fransen (wethouder) zegt dat het college de opmerkingen van den heer Dijkstra omtrent het opbreken van straten hier en daar, welke niet zoozeer in zijn interpellatie waren genoemd, omdat deze meer speciaal sloeg op het werk aan de Eerste Kanaalsbrug, toch wel ter harte wil nemen. De verschillende voorbeelden, die de heer Dijkstra naar voren heeft gebracht, heeft het college ook al met de directeuren besproken, terwijl het daarbij heeft medegedeeld dat dit geen manier van handelen was. Wat de Eerste Kanaalsbrug betreft, daaraan is vol gens den heer Dijkstra 16 dagen gewerkt. Daaronder zijn echter begrepen de Zon- en feestdagen, het werk heeft maar 11 dagen geduurd. Er is gewerkt van 12 tot en met 16 Mei is 5 dagen, van 18 tot en met 23 Mei is ook 5 dagen omdat Hemelvaartsdag daarin viel en van 25 tot en met 27 Mei is 3 dagen, dus totaal 13 dagen. Verder gaan er voor het eerste en tweede gedeelte beide nog een dag af voor het verharden van de specie. Zoodat er in 't geheel 11 dagen aan is gewerkt. De heer Dijkstra zegt het duurt zoo lang. Ja, het duurt langer dan vroeger, maar vroeger werkten de menschen ook langer en nu zooveel korter. Wat de heer Dijkstra verder wil, een tweeploegenstelsel, dat gaat bij een dergelijk werk absoluut niet op. De brug lag schuin afgedraaid en er bleef aan weerskanten slechts een 3 M. over. Spreker meent dat er 4 man bezig was, of twee aan den eenen kant en één aan den anderen kant. Veel metselaars kan men er ook niet bij zetten, dan staan ze elkaar in den weg. Het werk had misschien een paar dagen vlugger klaar gekund, wanneer de men schen in plaats van 8x/2 uur 12 of 13 uur per dag hadden gewerkt, wat spreker voor haastwerk absoluut niet over dreven zou vinden en als werkelijk blijkt dat zooiets zoo kort mogelijk moet duren, zou spreker het volstrekt niet overdreven vinden dat van den vroegen morgen tot den laten avond werd gewerkt, om er zoo spoedig mogelijk een eind aan te maken. Met twee ploegen werken gaat echter absoluut niet. Dat gaat wel goed bij een groot stuk werk, waarbij men in dezelfde lijn doorgaat, maar niet hier, waar men telkens moet opmeten, afhakken en breken, waarbij de eerste ploeg telkens de tweede weer geheel zou moeten instrueeren, waarbij de tweede ploeg niet met zooveel ambitie zou werken, omdat het werk al voor een deel door een ander is gedaan en waarbij men door het elkaar verkeerd begrijpen telkens verkeerd werk zou kunnen krijgen. Dat is hierbij dus absoluut niet te doen. De eenige weg is, dat er eens met de di rectie over gesproken wordt om, wanneer het geval zich weer eens voordoet een paar menschen per dag iets langer te laten werken, waardoor zoo'n werk dan in plaats van in 11 dagen misschien in 3 dagen korter tijd af kan. Dan zullen de werklieden echter in plaats van 81/2 uur 12 of 13 uur per dag moeten werken. We hebben nu den 8-urigen werkdag, die jaren lang is afgesmeekt en wij moeten die nu ook maar met al zijn lief en leed en met al zijn ongerief, dat hij met zich brengt, accep teeren. Wil men nu in korter tijd de herstellingen gedaan hebben, dan zou de gemeente dus overwerkvergunning moeten aanvragen. Spreker wil dit den volgenden keer wel met den directeur bespreken, opdat er in plaats van 81/2 uur 12 a 13 uur zal worden gewerkt en op die manier zoo spoedig mogelijk de stagnatie in het verkeer zal worden opgeheven. De heer Van der Veen geeft in overweging een ploe genstelsel, zoo in elkaar vallende, dat men van de men schen, die 's morgens komen om 12 uur de helft laat gaan, daarvoor een paar anderen in de plaats laat komen, de rest van de eerste ploeg om 6 uur laat gaan en de menschen van de tweede ploeg tot 's nachts 12 uur laat werken. Op die manier kan een nieuwe instructie worden voorkomen en tevens dat door de menschen 12 of 13 uren moet worden gewerkt. Spreker meent dat dit de verkieslijkste manier is. De heer Dijkstra gelooft met deze interpellatie wel een bepaald doel te hebben bereikt. Het was hem er maar om te doen op de dingen, die hij hier heeft genoemd, de aandacht te vestigen, opdat men in het vervolg in de practijk zoo weinig mogelijk last zal ondervinden van de noodige herstellingen. De heer Fransen (wethouder) wil nog opmerken dat het idee van den heer Van der Veen, om met een tus- schenploeg te werken, waardoor van 's morgens 4 of 5 uur tot 's nachts 10 of 12 uur zou kunnen worden ge Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 Juni 1925. 161 werkt, misschien wel mogelijk is, behoudens al de be zwaren door spreker zooeven naar voren gebracht, maar dat de heer Van der Veen niet moet vergeten dat dan ook de opzichter bij het werk moet wezen van 's mor gens 4 tot 's nachts 12, of men zou ook verschillende opzichters er bij moeten zetten en het twee-ploegen- stelsel voor opzichter ook invoeren. Bij zoo'n werk moet een en ander zoo nauwlettend worden uitgemeten, dat men niet zonder onmiddellijk toezicht kan. De heer Dijkstra: Nu is U toch wel wat zwaar op de hand. De Voorzitter acht het wenschelijk om, als er weer eens zoo'n kwestie op handen is, den heer Van der Veen er eens bij te roepen. De heer Fransen (wethouder) stelt daar geen prijs op. Ter behandeling van 7 (Agenda no. 8). Prae-advies van Burgemeester en Wethouders inzake bezwaarschriften tegen aanslagen in het recht wegens vergunning tot verkoop van sterken drank in het klein. wordt in geheime vergadering overgegaan. Na heropening der openbare vergadering deelt de Voorzitter mede dat omtrent dit punt in geheime ver gadering een besluit is genomen. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de verga dering door den Voorzitter gesloten. De interpellatie wordt gesloten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1925 | | pagina 7