260 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 October 1925.
ben, opdat de leden den directeur van Zwolle dan des
noods aan de tand kunnen voelen om een precies ant
woord te geven op de vragen, die bij hen opkomen.
Spreker is dus niet tegen uitstel, maar zou dan graag
hebben dat dit vooraf gebeurde.
De heer Muller merkt op dat het niet in het voorstel-
Buisman staat, maar dat hij daaraan nog graag zou wil
len verbinden dat bij de lezing in besloten zitting ook
de leiders van de verschillende bedrijven zullen worden
uitgenoodigd. Spreker meent dat het van belang is dat
ook die dan hun opmerkingen dienaangaande kunnen
maken, als er wordt gesproken over een gecentraliseer-
den dienst van de bedrijven. Spreker zou dus graag
willen dat, als de Raad besluit dat er van Burgemeester
en Wethouders een uitnoodiging zal uitgaan naar den
gemeente-ontvanger van Zwolle, de bedrijfsleiders dan
ook in de betrokken vergadering aanwezig zullen zijn.
De heer Visser kan zich aansluiten bij het voorstel,
dat door mevrouw Buisman en den heer Muller naar
voren is gebracht. Hij heeft zich de moeite getroost
enkele uren aandachtig te wijden aan de verschillende
adviezen en inzage te nemen van de verschillende ge
gevens, ook omtrent de verschillende systemen het
systeem van den ophaaldienst apart en dat van den
meer gecentraliseerden dienst maar hij moet zeggen
dat het hem niet mogelijk is geweest naar aanleiding
van de cijfers een conclusie vast te stellen. Spreker zou
daarom graag eenigen meerderen tijd beschikbaar heb
ben om voorlichting te kunnen ontvangen en kan zich
daarom aansluiten bij het voorstel van mevrouw Buis
man en den heer Muller.
De heer Oosterhoff zou in de eerste plaats deze op
merking willen maken dat, na alles, wat wij hier in den
Raad zoo voor en na hebben gehoord omtrent de in
richting van dezen dienst te Zwolle, wij hier vreeselijk
eenzijdig zouden worden ingelicht, wanneer wij alleen
voorlichting en inlichtingen zouden ontvangen van
Zwolle. Waarom zouden wij dan niet tegelijk inlichtin
gen vragen bij andere plaatsen, waar een dergelijke in
richting ook eenige jaren bestaat en de resultaten on
eindig veel minder zijn. Wij hebben hier gehoord dat er
in Zwolle bepaalde gunstige omstandigheden zijn aan
te wijzen, waardoor de dienst daar, in combinatie met
andere bedrijven, winst kan opleveren. Waarom zou
men nu geen inlichtingen vragen bij een dienst, waar
de zaak zuiver is, zooals wij die ons denken? Spreker
zou het vragen van voorlichting dan in ieder geval zoo
ver willen uitbreiden dat naast Zwolle ook b.v. in Arn
hem en in andere plaatsen, waar een dergelijke dienst
eenigen tijd bestaat, inlichtingen worden gevraagd.
Dan zou spreker de opmerking willen maken dat hij
zich niet kan voorstellen dat de tegenstanders van deze
zaak nog uitstel noodig hebben. Voor hen, die uitstel
wenschen om de kosten te weten te komen, kan hij zich
dat indenken, maar voor hen, die zeggen dat, nu het
particulier initiatief met de inrichting van een derge-
lijken dienst is begonnen, de gemeente daar de handen
moet afhouden, is er geen reden om deze zaak uit te
stellen. Spreker meent dat dit beginsel den vorigen keer
door de tegenstanders naar voren is gebracht en met
het oog daarop voelt hij dan ook niets voor uitstel.
De Voorzitter meent, dat het nu toch een heel eigen
aardige zaak wordt. De Raad heeft toch de vorige ver
gadering al besloten dat hier een gemeentelijke stor
ingsdienst zal komen, dus bij dat besluit had de meer
derheid van de raadsleden de overtuiging, dat een der
gelijke dienst zou zijn tot heil van de gemeente Leeu
warden. Nu is bij de uitwerking gebleken dat die dienst
geld zal kosten, of die 10.000.juist is laat spreker
daar, maar het blijkt toch zeer zeker dat hij geld zal
kosten. Dat deelen Burgemeester en Wethouders den
Raad eenvoudig mede en nu zou dus eigenlijk het ge
volg moeten zijn dat sommige raadsleden zeggen als
het 10.000.kost, doe ik het niet, al was ik er vroe
ger voor, of als het 2.000.of 3.000.kost, doe
ik het wel. Dat is het eenige, waarover de Raad thans
heeft te besluiten; hij heeft al uitgemaakt dat hij dezen
dienst wenscht voor de gemeente.
Dat men den gemeente-ontvanger van Zwolle hier
wil laten komen, vindt spreker goed, al heeft hij de hei
lige overtuiging dat, als deze komt, dat dan zal zijn de
begraving van den gemeentelijken stortings- en ophaal
dienst.
Maar waarvoor komt hij dan hier? Niet om te ver
tellen dat deze dienst over het algemeen zoo'n groot
voordeel is; daarover heeft de Raad al geoordeeld, dat
is zoo, zegt de Raad. De ontvanger van Zwolle moet
dus alleen hier komen om de feitelijke kwestie uit te
werken en niet om reclame te maken, want de meerder
heid van den Raad heeft die niet meer noodig, zij heeft
toch gezegd dat zij er wel over kan oordeelen. De ont
vanger van Zwolle komt dus alleen hier om den feite
lijken toestand van Leeuwarden uit te werken, maar
hij zal het spreker niet kwalijk nemen als hij dit hoort
spreker zegt dat hij daarover niet kan oordeelen. Hij
kan dat alleen, als hij het cijfermateriaal van anderen
onder de oogen krijgt en dat kan uitwerken, maar dat
kan hij dan ook net zoo goed in Zwolle doen. Men komt
hier ook met den ontvanger van Zwolle niet tot een
resultaat; hij toch kan hier niet een financiëele opzet
van de zaak maken, dat kan hij alleen als hij er eens
rustig op zit te kijken. Reclame maken behoeft hij hier
niet meer, waarvoor is het dan noodig dat hij hier komt?
Als men wil dat iemand, die met een dergelijken dienst
op de hoogte is, daarvan voor Leeuwarden een finan-
cieele opzet maakt, laat men den ontvanger in Zwolle
dan vragen dat te doen, maar deze behoeft dan niet hier
te komen. Hij moet dan echter ook alle gegevens heb
ben, waarover wij beschikken, m. a. w. hij moet er op
rekenen dat, waar het in Zwolle gebeurt op het kan
toor van den gemeente-ontvanger, dit hier niet kan en
als hem dat alles is meegedeeld en hij alle gegevens
heeft, zal hij wel een financieele opzet kunnen maken.
Daar gaat het nu op het oogenblik alleen om, n.l. of
de financiëele opzet misschien zoo zal zijn, dat enkele
menschen naar aanleiding daarvan zullen zeggen als
ik dat van het begin af geweten had, dan had ik er niet
voor gestemd. Of wij dien dienst hier zullen hebben of
niet, daarin komt geen verandering meer; men behoeft
hier geen reclame meer te maken voor de zaak, maar
wij moeten hier de feitelijke uitwerking daarvan hebben
en dat kan een vreemde alleen doen op zijn kantoor, als
men hem alle gegevens verschaft om die tot ondergrond
van zijn opzet te maken. Spreker ziet dus het nut van
het hier komen van dien mijnheer niet in. Dat lijkt hem
wel heel aardig en wij zouden hier dan ook wel een
heel aardige en interessante lezing krijgen, maar het nut
daarvan ziet spreker niet in.
De heer Muller gelooft dat het niet heelemaal zoo is
als de Voorzitter naar voren brengt. Het is voor Leeu
warden toch een nieuwe zaak, waar wij voor komen te
staan. De meerderheid, zegt de Voorzitter, heeft deze
zaak gewild; goed, de zaak is in beginsel aangenomen,
de verificateur heeft uiteengezet hoe het zou komen en
daarnaast becijfert de wethouder van Financiën dat, als
het zoo of iets anders gebeurt, er dan een groot tekort
zal komen. Maar volgens de gegevens van Zwolle kan
het toch schijnbaar anders en nu is er toch niets tegen
dat wij de geheele portefeuille naar Zwolle sturen en
over 14 dagen eens rustig met den ontvanger van Zwolle
er over praten. Het kan zeer zeker zijn nut hebben dat
wij eens hooren wat door hem naar aanleiding van de
cijfers en den opzet van den heer Polet naar voren wordt
gebracht waar hij misschien anders tegenover staat
en dat de Raad eens anders wordt voorgelicht dan
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 October 1925. 261
uit wat in de stukken staat. Spreker zegt nog dat, als
wij ook van dezen man over 14 dagen zouden hooren
dat deze dienst hier in de gegeven omstandigheden,
zooals hij hier zou moeten reilen en zeilen, 10.000.
zou moeten kosten, er dan van hem een voorstel komt
om dien dienst niet in te voeren. Omdat spreker dat
echter niet kan beoordeelen, zou hij graag aan de hand
van deze cijfers en gegevens, die voor ons liggen, deze
zaak hooren uiteen zetten door den ontvanger van
Zwolle, die dan misschien zal zeggen: ja vrienden, als
je het nu anders doet, n.l. zoo en zoo, dan zal de dienst
geen verlies maar misschien een batig saldo opleveren.
Op grond daarvan acht spreker het gewenscht dat de
ontvanger van Zwolle hier komt en er is immers niets
mee om hals, omdat dat toch niet zoo duur wordt. Die
man kan dan met den Raad in debat treden, men kan
hem de noodige vragen stellen en ook verschillende
vragen van de tegenstanders kunnen dan misschien
worden opgehelderd. En dan kan het gebeuren dat en
kelen, die er van te voren niets van moesten hebben, dan
tot de conclusie zullen komen dat het wèl in het belang
van de stad zal zijn en als dat zoo is, twijfelt spreker
niet of zij zullen daar dan ook wel voor willen stemmen.
Spreker wil er dit nog aan toevoegen. Hij heeft straks
gezegd dat hij graag zou willen dat de directeuren van
de bedrijven ook bij de vergadering met den ontvanger
van Zwolle aanwezig zouden zijn. Hij zou daar echter
verder ook nog graag de verificateur, die de zaak heeft
opgezet, bij willen zien.
De heer Visser zou, afgezien van hetgeen door me
vrouw Buisman is naar voren gebracht, n.l. om het ad
vies van den betrokken deskundige in Zwolle te vragen,
ook al wordt dat niet aanvaard, toch graag 14 dagen
uitstel hebben. Spreker heeft de becijfering gezien en
daaruit blijkt hem dat er verschillende voorstellen door
den heer Polet zijn gedaan. Ten eerste maakt hij een
berekening, waarbij de verlies- en winstrekening een
schade aangeeft van 5.000.Neen, zegt de heer
Beekhuis, het verlies zal geen 5.000.- maar 10.000.-
zijn. Ook is er een advies van den heer Polet, waarbij
hij met een centrale boekhouding van alle takken van
dienst tot een voordeeliger becijfering komt, waarbij die
dienst voordeel zou opleveren. Spreker acht zich dan
niet competent om uit die becijferingen een juiste con
clusie te trekken; hij zou graag in de gelegenheid wor
den gesteld om, is het dan niet bij een deskundige buiten
de stad, dan toch bij eenige personen in de stad, naar
aanleiding van de gegeven cijfers zijn licht op te steken.
Hij wenscht althans nadere toelichtingen en motivee
ringen te vragen, want hij heeft thans niet de compe
tentie om over de zaak te oordeelen en zou daarom
graag tijd hebben om nadere inlichtingen in te winnen.
Of men den deskundige uit Zwolle zal vragen, daar is
spreker niet voor en niet tegen, dat interesseert hem
niet, maar hij had graag uitstel.
De heer Westra merkt op dat het schijnt dat de heer
Muller eenigszins van meening is dat het groote succes
van den ophaal- en storingsdienst in Zwolle eigenlijk
een gevolg is van de persoonlijke eigenschappen van
den ontvanger daar. Spreker kan daarover en over dien
mijnheer niet oordeelen, maar hij weet wel dat de om
standigheden buitengewoon gunstig zijn voor de instel
ling, die men daar heeft. Ten eerste zijn in Zwolle in
het jaar dat die dienst daar is opgericht, althans om
streeks dien tijd, 3 of 4 kassiersfirma's failliet gegaan...
De heer K. de Boer: Dat is wel een goed ding, ja
De heer Westra en verder had men daar niet
een geschikte spaarbank, ten minste was daarbij niet
voldoende gelegenheid om te storten. Zoodoende is men
daar de gemeentelijke bank als spaarbank gaan gebrui
ken en spreker kan zich begrijpen dat, nadat daar 3 of
4 kassiersfirma's waren failliet gegaan, een dergelijke
gemeentelijke instelling daar bijzonder in trek is ge
raakt. Deze werkt dan ook hoofdzakelijk als spaarbank.
Dat is de oorzaak dat men daar zoo'n groot succes heeft
gehad en daarom wil spreker opmerken dat men niet
moet meenen dat die mijnheer uit Zwolle, waar de om
standigheden daar zoo heel anders zijn, de aangewezen
man is om hier inlichtingen te geven. Spreker kan dan
ook in zooverre meegaan met den heer Oosterhoff, die
het eigenlijk juister vond om inlichtingen te vragen in
andere plaatsen. Maar waar wij feitelijk reeds van vroe
ger alle mogelijke inlichtingen van andere plaatsen al
op papier hebben is dat toch ook weer dubbel werk.
De heer Visser heeft gezegd dat hij zich niet compe
tent acht om hierover te oordeelen, spreker wil de pre
tentie hebben zich volkomen competent te achten om
aan de hand van de cijfers uit de stukken over deze zaak
te oordeelen. Waar hij echter graag aan anderen de
gelegenheid wil geven om zich beter op de hoogte te
stellen, wil hij wel stemmen voor uitstel; hij heeft daar
geen bezwaar tegen, al vindt hij dat aan den anderen
kant niet zoo erg noodzakelijk.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi zou ook zeggen
dat, als de Voorzitter werkelijk bang is dat de ontvanger
in Zwolle niet voldoende rekening zal houden met de
omstandigheden hier, dan de beste weg zal zijn hem op
de hoogte te stellen met de berekeningen van den veri
ficateur; dan zal hij zich heel gauw een denkbeeld kun
nen vormen hoe in Leeuwarden de omstandigheden zijn.
Hij zal weten dat wij hier een zeer vertrouwde en goede
spaarbank hebben, die niet als in Zwolle maar enkele
uren in de week, maar alle uren van den dag open is
en dat hij daarmede rekening moet houden. Persoonlijk
weet spreekster echter van hem dat, niettegenstaande
hij dat alles weet, hij Leeuwarden toch wel een geschik
te plaats acht voor een dergelijken dienst. Spreekster
noemt nog Alkmaar, waar het aantal oninbare posten
door dezen dienst belangrijk is verminderd, evenals in
Enkhuizen, zooals ook onlangs nog in het Weekblad
voor Gemeentebelangen heeft gestaan en zij is het met
den heer De Boer eens dat daarmee rekening moet wor
den gehouden. Spreekster zou willen vragen of er iets
tegen is dat de becijfering, die hier heeft gelegen, aan
den ontvanger in Zwolle wordt toegezonden, opdat hij
de zaak van Leeuwarder standpunt kan bezien.
De Voorzitter merkt dat, als hij den heer Muller en
mevrouw Buisman hoort, deze eigenlijk precies denzelf
den kant uit willen als spreker, die zegt: als men meer
dere inlichtingen wenscht, stuur dan de stukken naar
Zwolle en laat de ontvanger daar rapport uitbrengen,
maar laat deze hier niet persoonlijk in den Raad komen,
omdat men hier toch niet kan discussieeren over de
vraag of men 2V2 °f 2% rente zal uitkeeren of dat
men 3 of 4 ton inleg zal krijgen, enz. Dat zijn geen be
sprekingen die hier kunnen worden gehouden, omdat
zij absoluut geen succes hebben. De ontvanger van
Zwolle behoeft hier niet meer te komen om de idieële
voordeelen van dezen dienst naar voren te brengen,
daarmede is de Raad al op de hoogte ten minste dat
hebben zij, die er voor hebben gestemd, gemeend
maar alleen voor de feitelijke uitwerking van de zaak,
om mevrouw Buisman en den heer Muller en anderen
daarvan op de hoogte te stellen. Dat kan hij echter ook
doen op zijn kantoor, mits hij maar de gegevens heeft
en dan kan hij dus eenvoudig zijn rapport oversturen,
waarbij hij b.v. tot de conclusie komt dat deze dienst
hier 5.000.zal kosten of niets, enz., waartoe hij
echter in den Raad toch niet zou komen. Het eenige is
dat men hem een rapport laat maken en hem zoo noodig
in de gelegenheid stelt dat hier te verdedigen. Om hem
hier echter zoo in den Raad te laten komen daar heeft
men niets aan; hij moet eerst zijn rapport nrotiveeren
en als hij dan tot de conclusie komt dat de dienst hier