z
z
T—
s
co
268 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 November 1925.
TJ ■-
O M S C H R IJ V 1 N G.
BEDRAG.
TOELICHTING.
1922
5
6
7
35
36
41
42
48
49
54 i
1923
101
Schoolstraat no. 1.
Firma A. Huisman, levering leermid
delen
C. A. J. Luitingh, alsvoren
T. van Kampen, alsvoren
Mej. M. Kuiper, hulp handwerkonder-
wijs
Erven J. J. Tijl, levering modellen
Vereeniging voor Christelijk Volks
onderwijs, contributie
J. v. d. Veen, levering kaarten genees
kundig onderzoek
A. Delea, herstelling schoorsteenen
F. Kuipers, timmerwerk
Onderlinge brandwaarborg-maatschap
pij, assurantiepremie
i
Penningmeester vereeniging Christelijk
volksonderwijs, honorarium 1922/23
20 05
920
6:10
120
7 75
25
4150
10 90
1270
25
Deze uitgaaf heeft betrekking op het jaar 1921.
Alsvoren.
Alsvoren.
Valt niet onder de uitgaven bedoeld in art. 101,
5e lid.
Deze uitgaaf heeft betrekking op het jaar 1921.
Valt niet onder de uitgaven bedoeld in art. 101,
5e lid.
Alsvoren.
Deze uitgaaf heeft betrekking op het jaar 1921.
Alsvoren.
Valt niet onder de uitgaven bedoeld in art. 101,
5e lid.
Alsvoren. (Het bestuur beheerde slechts 1
inrichting van onderwijs).
108
Alsvoren.
Met bovenstaande gegevens is het hiernavolgend
staatje samengesteld, waaruit o. m. valt na te gaan
welke bedragen uitgekeerd zijn, waarop aanspraak kan
worden gemaakt en in kolom 11, welke bedragen in de
gemeentekas moeten worden teruggestort.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 November 1925.
269
E O
QJ -*-•
H
CL
CC
v—
T3
04
JD
cd OJ
"O
O u-
u.
t— o
TD
C o
04 ÖJD
U3
14 F
r\
T3
tL
e
- c ai b -
T3 O.^ u
OU n
two 04 c hr p
CU 04 04
CQ
O t
ÖJO
v-
CU c <v
C3
cU
cU
-*-•
O
H
tuo
<v
bJD
"O
CU
X
"O
W>
O
c/5
C
04
5
04
04
04
*3
c
04
.*3
"53
co
CN
o>
CH
CM
o>
CO
CO
r-
o
CO
OO co
O
LO
CO O)
O
in
CM
O)
t-
vO
CO
CO
LD
CM
00
O*
O
cd
CM
CT)
CD
O
H
2*
04
tUO
fcuO
cU
04
b/)
b/j
cU
w
TO
04
X5
O
O
X
O
co
O
O
üJ
UJ
cc:
CD
O
lO
O
O
CD
CO
m
CM
00
-3*
LD
LD
CM
co
-3"
r—
o
u
CM
iD
T—
CO
O)
iTi
-
iO
00
D—
CD
O
CO
CO
LO
co
rf
lO
O)
t—
LD
lO
"O"
00
CM
CM
co
co
LD
CM
<U
05
14
iO Tf
D- CD
o r-
CO CM
00
O
CM
t
CO O)
LD uO
\n oo
CO O)
rf
CM CO
CM CM
CD O)
CM CO
CM CM
CD O)
04
CD
X
04
"O
bi)
V—
CU
cU
cU
O
O
u
cn
04
O
O
.g
CJ
.C
CJ
v-.
O
O
04
O)
Vh
04
04
"O
c
O
00
O
sz
CJ
v_
C
O
04
04
l—
04
04
"O
C
O
O
x:
CJ
cn
o
O
n
04
<D
V-
04
O
GO
1
O
1
GO
I 1
1 1
00
LD
O
O"
T—
LD
co
O
-
CD
CD
co
O
co co
CM CM
O) O)
04
04
04
"O
b/)
v-,
cu
cU
cU
O
O
CJ
c/}
04
-o
c
O
00
O
CJ CJ
O
O
04
04
WH
04
Op grond van het vorenstaande geven wij U in over
weging te besluiten
A. de vergoeding ex art. 101, 8e lid, der Lager
Onderwijswet 1920, vast te stellen
lo. voor het bestuur der Vereeniging voor Christelijk
Schoolonderwijs voor haar school Margaretha de Heer
straat no. 1 over het tijdvak 1 Januari 19221 Januari
1924 op 9211.51;
2°. voor het bestuur der Vereeniging voor Christelijk
Volksonderwijs voor haar school Schoolstraat no. 1 over
het tijdvak 1 Januari 19221 September 1923 op
2633.57;
B. de vergoeding ex art. 101, 9e lid, der wet, voor
het bestuur der Vereeniging voor Christelijk Volkson
derwijs voor haar school Schoolstraat no. 1 vast te
stellen op 80.
C. te bepalen dat in de gemeentekas moet worden
teruggestort
le. door het bestuur der Vereeniging voor Christelijk
Schoolonderwijs een bedrag van 3073.185 1031.08
4104.265;
2e. door het bestuur der Vereeniging voor Christelijk
Volksonderwijs een bedrag van 96.46.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer IJ. de Vries Ik zou gaarne namens de
rechtsche raadsclub een verklaring willen afleggen. Die
verklaring is, dat het voor ons buitengewoon moeilijk
gaat om over deze zaak te stemmen. Wij voor ons zou
den gaarne willen dat wij nu in de gelegenheid waren
blanco te stemmen, maar dat is onmogelijk en wij zullen
dus onze stem moeten bepalen. Wij zullen hier voor
stemmen, maar daarmee spreken wij niet uit dat hier
geen bedragen op staan die naar onze meening naar
billijkheid hadden moeten worden vergoed aan de
schoolbesturen en wij spreken er ook niet mee uit dat
Burgemeester en Wethouders per se gelijk hebben noch
dat de schoolbesturen ongelijk hebben deze bedragen
naar voren te brengen. Wij willen alleen toegeven dat
hier waarschijnlijk bedragen bij zijn, die niet kunnen
worden vergoed op grond van art. 101 der wet, maar
wij meenen toch dat de billijkheid medebrengt dat ver
schillende van deze bedragen wel uit de publieke kas
aan de schoolbesturen worden betaald. Om nu den gang
van zaken te bevorderen, zullen wij hier voor stemmen,
maar wij willen niet verklaren dat wij den volgenden
keer geen andere houding zullen aannemen, wanneer
dan bij de definitieve driejaarlijksche afrekening van
andere scholen blijkt dat de verschillende wetsinterpre
taties meer vast staan dan nu.
De Voorzitter zegt dat hem, eerlijk gezegd, de woor
den van den heer IJ. de Vries niet geheel duidelijk zijn.
Spreker begrijpt daaruit dat de heer De Vries meent dat
de vergoedingen, die worden gegeven, wettelijk niet ge
heel juist zijn, m. a. w. dat er vergoedingen worden ge
geven, waar deze wettelijk niet behoorden te worden
gegeven
De heer IJ. de Vries: Neen, net andersom.
De Voorzitter: Dus dat Burgemeester en Wethouders
niet royaal genoeg zijn.
De heer IJ. de Vries: Neen, dat spreken wij niet uit,
daarom zouden wij graag blanco stemmen. Wij erken
nen ook dat hier bedragen op staan, die niet door de
gemeente behoeven vergoed te worden, maar wij mee
nen ook dat op grond van de gelijkstelling hier ook be
dragen bij zijn die wel vergoed zouden moeten worden.
De wet doet hier echter geen uitspraak, dus kan de ge
meente niet zeggen dat op grond van de wet die ver
goedingen moeten worden gegeven. Er zijn hier zooveel
moeilijke wetsinterpretaties, maar als het volgend jaar