326 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 7 December 1925. Voortzetting der vergadering op Dinsdag 8 December 1925. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 7 December 1925. 327 Voortzetting der vergadering op Dinsdag 8 December 1925. klacht herhalen, het komt min of meer in het sectie- verslag naar voren en het is goed, dat daarop goeden en klaren wijn wordt geschonken. Ik wensch van deze gelegenheid gebruik te maken om een andere kwestie naar voren te brengen, dat is de zaak van het verkeersvraagstuk. Er schijnt in een der secties gevraagd te zijn, hoe het daarmee staat. In de Memorie van Antwoord lezen wij „Het verkeersvraagstuk, waaromtrent Burgemeester en Wethouders in bijlage no. 3 van 1924 de noodige voorstellen hebben gedaan en waaromtrent op ver zoek van den Raad een nader onderzoek bij Ge meentewerken is ingesteld, is thans sinds 27 Januari van dit jaar in handen van de Commissie voor de Openbare Werken om advies." Mijnheer de Voorzitter. Dat geeft ongeveer den schijn, die heeren treuzelen er lang mee om en dat is de oor zaak, dat de zaak zoolang onder behandeling is. Als lid van de Commissie kan ik dat niet op mij laten zitten. Het is juist dat wij in Maart van het vorige jaar, in eerste instantie besprekingen hebben gehouden over het rapport en de teekeningen en in die vergadering be sloten hebben, dat de teekeningen over de nieuwe ver keerswegen aan de betrokken leden der commissie zouden worden gestuurd. Daarna zouden nieuwe besprekingen plaats hebben. Mijnheer de Voorzitter. 30 September van dit jaar is de zaak in handen ge komen van de commissie voor Openbare Werken, dus een paar maanden geleden. Na dien tijd is door enkele leden van die commissie in de vergadering van de com missie voor Openbare Werken herhaalde malen ge vraagd: wanneer komt het verkeersvraagstuk nu ter sprake? Mocht dus geconcludeerd worden, dat de com missie voor Openbare Werken als zoodanig deze zaak te lang onder zich heeft gehouden, dan wensch ik vast te stellen, dat die bedoeling misschien was het ook niet de bedoeling van Burgemeester en Wethouders om dat te zeggen niet heeft voorgezeten. De heer Hooiring: Mijnheer de Voorzitter. Als rappor teur van de betrokken sectie meen ik te moeten op merken dat in de sectievergadering inderdaad is gezegd, dat er te veel ambtenaren zijn en dat de toestand daar inderdaad niet deugt. Ik heb het niet in het rapport gezet, op verzoek van het betrokken lid zelf, met de bedoeling dat dit lid het zelf in den Raad zou zeggen. Het heeft ook mij bevreemd, dat dit lid er nog niet over heeft gesproken, maar ik meen naar aanleiding van de opmerking van den heer Weima even te moeten zeggen, waarom het niet is opgenomen. De heer Van der Schoot: Mijnheer de Voorzitter. Het is naar aanleiding van dit punt, dat ik iets wensch te zeggen. Wij hebben in onze sectievergadering gesproken over de gemeentebedrijven en daaromtrent zijn enkele vragen gedaan. Ook door ondergeteekende is een vraag naar voren gebracht, van dien inhoud, dat de becijfe ringen van de begrooting der Gemeentewerken, zooals die ons voorgelegd zijn, voor mij persoonlijk niet dui delijk spraken. Ik heb daarom gemeend iets te moeten aanhalen wat voorkomt onder volgno. 150 blz. 211 waar men leest over gewoon onderhoud en onderhoud. Wat mij een beetje eigenaardig voorkomt. Ik zal een voor beeld noemen. Wanneer een zeker perceel moet worden opgeknapt, berekent men de kosten en krijgt een eind cijfer. Maar hier leest men steeds gewoon onderhoud en verschillende andere cijfers. Dat punt Mijnheer de Voorzitter is mij onverklaarbaar in de Memorie van Antwoord van Burgemeester en Wethouders. Ook had ik graag, dat door nadere toelichting werd tegemoet gekomen aan de klacht, dat de begrooting van Ge meentewerken ons zoo hoog voorkomt. Het is moeilijk daarover te spreken, omdat men geen bewijzen kan aanvoeren, voor mij is dat althans ondoenlijk. Toch berust die gedachte ook bij mij op enkele ondervindin gen en ik zou naar voren willen brengen, dat verschil lende begrootingen, die ons zoo voor en na zijn gewor den, steeds omhoog moesten worden gevoerd. Dat schenkt geen vertrouwen. De gedachte, in onze sectie geuit en door mij persoonlijk ook naar voren gebracht, is deze: wil men hierbij iets bereiken, dan moet er een commissie komen, die zonder aanzien des persoons zal kunnen handelen en de zaken nauwkeurig bekijken. De post Gemeentewerken is niet in 1 of 2 dagen na te gaan, maar men zal daar een paar weken voor moeten nemen en men zal die menschen dan ook niet pro deo moeten nemen om een uitvoerig rapport aan den Raad te kunnen overleggen. Dan zullen wij kunnen zeggen: het is juist of wij hebben het verkeerd bekeken. Laat die commissie eenig geld kosten, maar deze zaak is er dan ook abso luut mee gebaat. Ook zou ik er op willen wijzen dat, wanneer het instellen eener commissie in den Raad bij val mocht vinden, er dan verschillende elementen in vertegenwoordigd moeten zijn. Niet alleen architecten, maar ook bedrijfs- en kooplieden. Ik hoop dat Burge meester en Wethouders daarmee rekening zullen willen houden. Ik wilde dit nu als wensch naar voren brengen om er straks, bij de behandeling van het punt, misschien een voorstel van te maken. Zoo straks is genoemd de bestrating der terreinen en ook hieromtrent is in onze sectie een vraag naar voren gebracht over de terreinen hier en daar in de gemeente. Ik zeg dit in verband hiermee. Straks is gesproken over den grond aan den Marssumerstraatweg, waarbij sport werd aangehaald. Ik krijg den indruk dat het alweer dien kant uitgaat en zeg dit niet omdat ik daar niet voor voel, maar omdat ik geloof dat andere oorden van onze stad in dit opzicht stiefmoederlijk zijn bedeeld. Aan den Groningerstraatweg is ook een gebied, dat braak ligt, met sport niet ruim bedeeld. Ook een gebied Achter de Hoven, waar de gemeente een kleur van zou moeten krijgen, omdat het is een moeras gelijk. Ook hier wordt aan sport niets gedaan, hoewel, wat dat ge deelte betreft, daaromtrent een raadsbesluit is gevallen. Men gaat hiermee een beetje te veel naar één kant kijken. Verder is een vraag gedaan wat betreft de kerkhoven, die zijn n.l. niet in orde. Ik heb er persoonlijk iets over te zeggen, maar het is beter daar straks met de behan deling van het punt het woord over te vragen. Ik wil nu in de eerste plaats het antwoord van den wethouder van Openbare Werken afwachten en kan deze mij overtuigen dat het bij Gemeentewerken goed loopt en dat er niets aan te verbeteren is, dan zal ik mij hierbij neerleggen en een voorstel achterwege laten. De heer VVölcken: Mijnheer de Voorzitter. Ik zou een enkele opmerking willen maken in verband met het on derhoud van wallen, bruggen en scholen. Onder de punten 129, 140 en 150 komt totaal een be drag voor van 35.450.waarvan alleen in de va- cantie's voor onderhoud als stucadoorwerk, herstelling van vloeren, schilderwerk, herstelling aan daken en goten, enz. ongeveer 7000.wordt verwerkt. Daaronder is begrepen voor brandverzekering en tonnen bijna 1100.zoodat er voor gewoon onder houd overblijft 4568.Wat buiten de vacantie om gebeurt, is betrekkelijk gering. Het bedrag van 35.000.wordt verwerkt onder toezicht van 2 op zichters en het wil mij voorkomen, dat dit werk gemak kelijk door een opzichter kan worden gedaan. Te 6 uur namiddags wordt de vergadering geschorst. Op Dinsdag 8 December, des voormiddags te 10 uur, wordt de vergadering heropend. Alsdan zijn aanwezig 25 leden, waaronder thans ook de heer Cohen. Afwezig 2 leden, de heeren Scheltenia en Wöicken. De Voorzitter: Naar aanleiding van enkele kwesties, die gister aan de orde zijn gesteld, stellen Burgemeester en Wethouders voor, eerst even in besloten zitting over te gaan. Dienovereenkomstig wordt besloten. Wordt in geheime vergadering overgegaan. Te 12.30 uur namiddags wordt de geheime verga dering geschorst, om te 1.45 uur namiddags te worden voortgezet. Te 2.15 uur namiddags wordt de openbare vergade ring heropend. De algemeene beraadslagingen over de ontwerp-be- grooting van GEMEENTEWERKEN worden heropend. De heer Fransen (wethouder) meent naar aanleiding van de opmerkingen, die gistermiddag door enkele leden bij de algemeene beschouwingen omtrent de begrooting van Gemeentewerken zijn gemaakt, enkele punten te moeten beantwoorden. In de eerste plaats heeft de heer Westra een vraag gesteld omtrent de betrouwbaarheid, zooals ook in het sectieverslag staat, van de begrooting van Gemeente werken. Burgemeester en Wethouders hebben op die vraag in het sectieverslag ook reeds een antwoord ge geven, maar spreker wil er dit nog van zeggen, dat deze begrooting op het oogenblik niet meer is van den direc teur der gemeentewerken, maar dat die is van Burge meester en Wethouders aan den Raad, en dat de Raad het er wel mee eens zal zijn dat Burgemeester en Wet houders geen onbetrouwbare begrooting van Gemeente werken aan den Raad zullen overleggen. Toen de con cept-begrootingen van de verschillende directeuren waren ingekomen, hebben Burgemeester en Wethouders die allen aan een vrij scherpe critiek onderworpen en hebben zij die, na bespreking, vastgesteld, zooals ze nu zijn. Voor de betrouwbaarheid daarvan staan Burge meester en Wethouders op het oogenblik borg. De heer Westra heeft de opmerking gemaakt, dat vol gens de begrooting het bedrag van 51.000.slechts voor een deel ten laste is gebracht van den Kapitaal- dienst en dat het niet is verdisconteerd in de verschil lende percentages op de onderdeden. Dat is volkomen juist, maar dat bedrag is op het oogenblik nog beschik baar om verdeeld te worden over de buitengewone werk zaamheden, die zullen worden uitgevoerd in 1926. Nu is dat bedrag wel wat hoog, maar als de omstandighe den niet veranderen, zal er in 1926 ook vrij wat werk worden uitgevoerd, n.l. vrij zeker een nieuwe brug over het Vliet, 151 nieuwe woningen met een stratenplan voor dat terrein, nog een paar kleine stratenplannen en vrij zeker een nieuwe school aan de Leeuwrikstraat, zoodat er vrij wat algemeene onkosten zullen zijn voor buitengewone werken, die het bedrag van 51.000. zeer belangrijk zullen miniseeren. De heer Westra zegt dat de onkosten 40 zullen zijn. Ja, dat is zeer zeker het geval en dat is Burge meester en Wethouders niet onbekend; wanneer bij de afrekening met Gemeentewerken de kosten worden om geslagen, komt men soms dicht bij de 40 Dat is nu eenmaal zoo, de dienst kost dat geld en dat moet worden omgeslagen over verschillende posten, omdat er ook veel werkzaamheden geschieden waarvan men de kos ten niet kan verhalen. Zoo is het ook met de werkzaam heden van het bouw- en woningtoezicht. De heer Westra zei dat de kosten daarvoor niet verhoogd moesten wor den, nu, die zijn zeer miniem wat Gemeentewerken daarvoor doet, behoort eigenlijk tot den algemeenen dienst. Zoo zijn er heel veel werkzaamheden, o. a. ook voor de secretarie, t. w. het maken van alle rapporten en teekeningen, ook voor uitgifte in erfpacht, waarvoor Gemeentewerken niets vergoed krijgt, waarvan de kos ten niet op die werkzaamheden kunnen worden omge slagen. Er worden legio rapporten gemaakt naar aan leiding van alle mogelijke adressen, die bijna uitsluitend naar Gemeentewerken worden gerenvoyeerd om advies. Er komen ongeveer 7 rapporten per dag van Gemeente werken binnen, waarvoor dus eerst een onderzoek, be sprekingen en het samenstellen van het rapport noodig is. Buiten de massa begrootingen en berekeningen, die daar worden gemaakt en die hier buiten staan, omdat zij bij de betrokken volgnos. behooren, heeft men daar dus nog die kwestie van het onderzoek, enz. Nu vraagt de heer Westra of de kosten voor onder houdswerken hier ook te duur zijn en hij wijst er op dat men bij het particulier bedrijf niet zoo'n hoog percen tage heeft van algemeene onkosten. Dat is ook zoo, maar men mag de onkosten van een particulier architect of bouwkundige op zijn werk niet vergelijken met de onkosten, die zijn verbonden aan den dienst van Ge meentewerken als dienst van een openbaar lichaam als een gemeente. Daar komt zoo verbazend veel te zien en te doen, dat men dit bedrijf absoluut niet mag verge lijken met het particulier bedrijf. Enkele leden, o. a. de heeren Weima en Hooiring, waren niet geheel en al tevreden over de Memorie van Antwoord. Vooral de heer Weima meende dat er meer bezuinigd zou kunnen worden en hij heeft ook meege deeld dat er in de sectie verschillende dingen zijn naar voren gebracht, die tot nog toe niet waren genoemd in den Raad. Ook nadat de heer Weima daarop heeft ge wezen, heeft spreker van die bezuinigingen hier nog niet gehoord, alleen heeft de heer Wöicken enkele punten aangevoerd, maar deze zou daarop terug komen bij de onderdeden De heer Hooiring: Hij komt heelemaal niet terug De heer Fransen (wethouder) Wij zijn aan de onderdeden nog niet toe, ik heb alle hoop dat de heer Wöicken binnen is als wij daar aan toe zijn. Ook de heer Hooiring heeft, maar dan meer vragen derwijs, gesproken over een te veel aan personeel bij Openbare Werken. Die kwestie is ook meer dan eens in het college besproken en spreker heeft persoonlijk ook wel met den directeur gesproken over de formatie en hem meegedeeld, dat het hem altijd eenigszins vreemd aandoet dat er én voor de schoolgebouwen èn voor de andere gemeentegebouwen ieder een aparte opzichter noodig is. Die kwestie is meer dan eens besproken, maar de directie van Gemeentewerken heeft steeds met uitvoerige toelichtingen bewezen, dat het niet anders kan en zoo is men daarvan dan ook in de vergadering van Burgemeester en Wethouders en spreker per soonlijk ook teruggekomen. Als de directie komt met mededeelingen, dat daar zoo van alles aan vastzit en er zoo veel moet gebeuren wat eigenlijk geen naam heeft en toch veel tijd vraagt, en wat spreker zelf en ook het college voelt, kan het college toch moeilijk zeggen: er moeten toch een paar opzichters weg. Dat kan men niet doen. Als zoowel de een als de ander zegt dat zij noodig zijn om den dienst behoorlijk loopende te houden, moe ten Burgemeester en Wethouders niet zeggen dat zij het personeelsaantal toch zullen verlagen. Wel staan Bur gemeester en Wethouders echter in den laatsten tijd op het standpunt om zoo min mogelijk vast personeel aan te stellen, doch voor het uitvoeren van buitengewone werken steeds tijdelijke opzichters te benoemen, al zijn deze dan soms ook wat lang in tijdelijken dienst. Want het wordt moeilijker, wanneer zij eenmaal vast zijn aan gesteld, dan wordt men gebonden aan een misschien te groot aantal krachten. De heer Van der Schoot heeft een opmerking ge maakt, die meer slaat op de scholen en hij heeft gezegd dat er bij de verschillende onderdeelen dan weer staat onderhoud en dan weer gewoon onderhoud. Nu moet

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1925 | | pagina 21