r -ryzrz-
370 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad
Voortzetting der vergadering O]
De heer Muller dan blijkt het toch dat het zoo
zoetjes aan tijd wordt dat wij waar voor ons geld krij
gen. Spreker wil daarom aan Burgemeester en Wet
houders vragen of zij eenige mededeelingen kunnen
doen, hoever het is met de ontruiming van de Philan-
troop.
De heer Fransen (wethouder) kan den heer Muller,
wat betreft de 5 woningen, die zijn gebouwd op het
terrein van „Practische Hulp", antwoorden, dat hij heel
wat moeite heeft gehad om met het bestuur in het reine
te komen en dat het bedoeling van Burgemeester en
Wethouders was dat deze woningen werden beschik
baar gesteld om daarin gezinnen uit de Philantroop
onder te brengen. Daarna kreeg men kwestie over de
waterleiding en de verlichting. Het bestuur meende dat
de gemeente de woningen zou verhuren en dat de ge
meente dan zou zorgen voor water en licht en zou trach
ten de kosten daarvan terug te krijgen. Spreker heeft
toen gezegd dat dit heel moeilijk ging, dat de veree-
niging de woningen ter beschikking en pro Deo kreeg,
maar dat zij dan ook moest zorgen voor water en licht
en dat zij dan maar moest trachten de kosten van de
menschen terug te krijgen. Men wilde daar eerst niet
op ingaan, maar na een conferentie met het bestuur en
den leider van het bedrijf, is men daar ten slotte toch
tot overeenstemming gekomen. Spreker heeft toen ge
zegd de woningen komen dus in gebruik bij „Prac
tische Hulp", gij krijgt de bewoners aangewezen door
den administrateur van het Woningbedrijf, die voor U
de beste personen zal uitzoeken en dan zorgt de veree-
niging voor licht en water.
Met de andere woningen bij het nieuwe aschland is
men druk bezig er was bij de jongste noordooster-
storm een stuk afgewaaid, maar men maakt dat nu weer
in orde. Als de vorst er niet was tusschen gekomen, had
spreker de zekere hoop gehad dat alle 15 woningen
voor 1 Januari bewoond zouden zijn geweest, nu zal het
misschien 14 dagen later worden.
De heer Dijkstra heeft met belangstelling de uiteen
zetting van den wethouder gehoord, maar wij hebben
daar de Philantroop staan. Is nu bij het college de per
tinente overtuiging dat, als de woningen, zooals de heer
Fransen zegt, spoedig klaar zijn, de Philantroop dan zal
worden ontruimd Spreker wil die pertinente vraag
stellen, omdat dit tot op zekere hoogte de opzet van de
geheele zaak is, dat is een van de eerste oorzaken dat
wij dezen weg bewandelen. Die toestand moet daar niet
langer worden bestendigd, dan hoogst noodig is en
daarom wil spreker de pertinente vraag stellen of Bur
gemeester en Wethouders de overtuiging hebben dat,
als de woningen klaar zijn, de ontruiming van de Phi
lantroop dan zal plaats hebben.
De heer Muller zou daaraan deze vraag willen ver
binden of Burgemeester en Wethouders al hebben over
wogen, indien tot ontruiming wordt overgegaan, wat
met de Philantroop zal gebeuren.
De heer Fransen (wethouder) kan deze verzekering
geven dat, als die 15 woningen gereed zijn ook al
zijn de 5 eersten dan nog niet gereed onmiddellijk
de gezinnen uit de Philantroop daarheen zullen gaan en
de anderen naar de andere 5 barakken; de Philantroop
zal dus geheel worden ontruimd.
Wat men met de Philantroop zal doen, weet spreker
nog niet. Er zijn al verschillende handelaren bij spreker
geweest om het gebouw te huren of te koopen, maar
Burgemeester en Wethouders willen eerst maar eens
wachten tot het leeg is om dan te beoordeelen of het
voor een of ander doel beschikbaar kan worden gesteld,
of dat het dan verkocht of verhuurd zal worden of wat
dan ook. Dat is dan te zien, maar zeer zeker is de aan
dacht van het college daarop gevestigd.
van Leeuwarden van Maandag 7 December 1925.
Woensdag 9 December 1925.
De beraadslagingen worden gesloten.
Volgno. 575 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgnos. 576594 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 595. Subsidiën voor openbare middelen van
vervoer
De beraadslagingen worden geopend.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi meent dat het is
gebeurd na de sectie-vergadering, dat de L. A. B. O. is
opgeheven. De Voorzitter zal zich herinneren dat hier
ten paar maanden geleden besproken is of het op den
weg der gemeente lag om subsidie te verleenen voor
dat middel van vervoer en dat spreekster toen heeft ge
zegd dat zij het heel jammer zou vinden, wanneer de
L. A. B. O., die heel veel ingezetenen groote diensten
bewijst, het bedrijf zou stop zetten. De Voorzitter heeft
toen gezegd dat Burgemeester en Wethouders overleg
hadden gepleegd met den ondernemer en dat deze zou
trachten de zaak op een meer commercieele basis op
te zetten. Hij schijnt dat te hebben geprobeerd, maar
zonder resultaat, ten minste, hij heeft een advertentie
geplaatst dat de dienst ophield. Spreekster zou nu graag
weten hoe hierover het oordeel van Burgemeester en
Wethouders is.
De Voorzitter heeft men den ondernemer gesproken.
Deze meende door wijziging van de routes meer men
schen te kunnen gerieven en meer te zullen beuren,
maar hij heeft spreker gezegd dat dit in de practijk lee-
lijk is tegengevallen en dat de oorspronkelijke routes
nog de beste waren. Het tarief is in plaats van een
dubbeltje op 12J4 cent gesteld en hoewel de onder
nemer meende dat deze wijziging in het vervoer niet
zou zijn te merken, is het daarop toch in betrekkelijk
korten tijd van merkbaren invloed geweest. Zoo is de
zaak geloopen tot op een Vrijdagochtend de man bij
spreker kwam en zei: morgen rijd ik mijn laatste rit, ik
heb er mijn nocht af. Financieel kan het niet en het is
zoo'n geestdoodend bedrijf, dat ik het niet kan volhou
den; om dagelijks dezelfde routes te rijden dag in dag
uit, daar is niets aan, als daar geen goede financieele
winst tegenover staat, heb ik dat er niet voor over. En
toen heeft hij eenvoudig gezegd: ik schei er morgen
mee uit.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi is toch blij dat
zij dit hoort, omdat deze uiteenzetting voor de eene of
ondere autobusondernemer misschien nog een reden kan
zijn om het nog eens te probeeren. Als dat de reden is,
dat de man het vervelend vond, welnu, zulke betrek
kingen zullen er wel meer zijn. Het is waar, financieel
kon hij er ook niet heel erg mee uit, maar spreekster
vindt het toch frappant dat het geestdoodende van het
werk de hoofdreden was. Dan heeft zij nog wel hoop
dat een andere ondernemer nog eens een dergelijken
dienst inricht.
De Voorzitter moet mevrouw Buisman toch die illusie
ontnemen; hij meent dat de man zijn geheele onderne
ming voor een zeer billijken prijs te koop heeft gezet,
maar dat er eigenlijk niemand om is geweest. Het was
ook niet dat de ondernemer er een soort van „goodwill"
uit wilde halen die zat er trouwens ook niet in. Hij
heeft gewoon den feitelijken prijs van de bussen ge
vraagd en verder nog een zeker bedrag voor de routes,
waar hij de L. A. B. O. in had gebracht en voor het
feit dat het bedrijf een zeker aantal menschen had, die
geregeld mee gingen en waardoor men zoo in het be
drijf kon stappen; er werden toch jaarlijks een 100.000
menschen met de L. A. B. O. vervoerd. Spreker is er
zeker van dat laat hij daar al een kleinigheid voor
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 7 December 1925. 371
Voortzetting der vergadering op Woensdag 9 December 1925.
gevraagd hebben het totaalbedrag, dat de onder
nemer voor overname van het geheele bedrijf vroeg,
niet hoog was, dat de koop zeer billijk was. Hij is echter
maar met één in onderhandeling geweest en dat is af
gesprongen; een groote liefhebberij was er dus niet
voor.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi zou het toch heel
jammer vinden, waar zooveel menschen met dezen
dienst werden vervoerd, dat die zoo maar ineens zou
ophouden. Zij zou graag willen weten of er bij Burge
meester en Wethouders zooveel sympathie bestaat voor
een dergelijken dienst, dat er t. z. t. over gedacht kan
worden dat de gemeente er aan kan meehelpen.
De Voorzitter heeft altijd wel gedacht wat nu is be
wezen dat een eenigszins rendeerend autobusbedrijf
onmogelijk is in Leeuwarden. Hij wil niet zeggen dat
deze dienst niet goed was ingericht, al kon het beter.
Het kapitaal was hier zeer klein; men moet niet ver
geten dat men hier maar zeer eenvoudige wagens had
en dat de ondernemer zelf van den vroegen ochtend tot
den laten avond meewerkte, zoodat men hier al een
goedkoop vervoer had. Als men nu betere en mooiere
wagens nam en de tusschenpoozen tusschen het rijden
ook kleiner ging maken, zou men meer reizigers krijgen,
zeer zeker, maar zou het kapitaal misschien niet alleen
verdubbeld maar mogelijk wel verdrievoudigd worden.
Men weet nu dat de zaak nu al niet uit kon en dan zou
men het drievoudige moeten dekken. Dat men meer
reizigers zou krijgen, gelooft spreker wel positief, maar
als men nettere bussen nam en deze liet rijden met klei
nere tusschenpoozen, is het maar de vraag of de meer
dere reizigers het meerdere geld, dat in het bedrijf werd
gestoken, zouden overhalen. Dat is naar sprekers mee
ning niet mogelijk. Dan zou men weer bij de gemeente
komen om subsidie en dan komt men op dit terrein: is
het bestaan van een dergelijken dienst een zoo groot
gemeentebelang, dat daar een subsidie van de gemeente
bij moet? Sprekers indruk is altijd geweest dat de rei
zigers met de L. A. B. O. bestonden uit een zekere af
geronde groep van personen; hij vermoedt dat men óf
geregeld mederijder met de L. A. B. O. was óf men was
het nooit. Is daar dan zoo'n groot gemeentebelang bij
betrokken, dat daaraan een betrekkelijk groot subsidie
moet worden gegeven Spreker wil niet zeggen dat
iemand, wiens woning toevallig aan de route ligt, in de
L. A. B. O. niet een geschikte gelegenheid had om hem
b.v. naar een ziekenhuis of naar kennissen toe te bren
gen en dat deze dienst niet een middel was om de men
schen bij elkaar te brengen, maar wanneer men b.v.
naar den trein moest, ging het in het algemeen niet om
te zeggen: wacht even, ik spring op de bus. Spreker
gelooft dat er in dat opzicht heel weinig gebruik van
werd gemaakt en dat dit in de practijk wel zou voor
komen, gelooft hij ook niet. Hij gelooft wel dat er een
betrekkelijk groot subsidie noodig zou zijn, als men de
zaak netjes en goed in orde wilde hebben en of nu het
gemeentebelang daar in die mate mee gemoeid zou zijn,
dat een dergelijk subsidie zou moeten worden toege
staan, is voor spreker altijd een groote vraag geweest.
De beraadslagingen worden gesloten.
Volgno. 595 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgnos. 596605 worden onveranderd vastgesteld.
Te 12.30 uur namiddags wordt de vergadering ge
schorst.
Te 1.30 uur namiddags wordt de vergadering her
opend.
Volgno. 606. Kosten van toezicht op en invordering
van plaatselijke belastingen3.000.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer K. de Boer zou hierbij graag deze opmerking
willen maken, dat het hem buitengewoon heeft ver
heugd dat Burgemeester en Wethouders een staat van
het belastbaar inkomen bij de stukken hebben overge
legd. Spreker zou niet graag elk jaar die vraag willen
herhalen, maar zou het zeer op prijs stellen, wanneer
Burgemeester en Wethouders op de eene of andere
wijze, hetzij in de begrootingsstukken zelf, hetzij bij die
stukken een dergelijke staat willen overleggen. Om over
de belastingheffing te kunnen oordeelen, is het voor de
leden toch van belang te weten, hoe het daarmee in
deze gemeente gesteld is.
De Voorzitter kan namens Burgemeester en Wethou
ders wel toezeggen dat, voor zoover dat in hun ver
mogen is, zij dat wel willen doen. Zij hangen in dezen
echter van de welwillendheid van het Rijk af; zij hebben
zelf geen inzage, zoodat het er op aan komt of men die
wenscht te geven, opdat Burgemeester en Wethouders
een staat kunnen maken. Dit jaar heeft men echter die
welwillendheid gehad en men zal dit wel weer willen
doen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Volgno. 606 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgnos. 607 en 608 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 609. Betooning der schatters en herschatters
van de huurwaarde der localiteitcnenz. 250.
De heer Beekhuis (wethouder) deelt mede dat deze
post, als gevolg van het 24 November 1.1. genomen be
sluit, waarbij is bepaald dat de belooning van de schat
ters en herschatters in plaats van op .1op 2.50
is gesteld, met 250 moet worden verhoogd en dus ge
bracht op 500.
Volgno. 609 wordt, overeenkomstig de toelichting
van den heer Beekhuis, uitgetrokken op 500.en
dienovereenkomstig vastgesteld.
Volgnos. 610670 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 671. Subsidie aan de vereeniging Kinder
bewaarplaats1.300.
De heer Beekhuis (wethouder) wil even meedeelen
dat door de vereeniging „Kinderbewaarplaats" geen
subsidie voor 1926 is aangevraagd en aangezien men
moeilijk een subsidie kan verleenen, als dit niet is aan
gevraagd, gelooft spreker dat er niets anders op zit dan
dezen post te schrappen.
De Voorzitter: Volgno. 671 wordt door Burgemeester
en Wethouders op nihil uitgetrokken.
Volgno. 671 wordt, overeenkomstig de mededeelin
gen van den heer Beekhuis en den Voorzitter, op nihil
uitgetrokken en dienovereenkomstig vastgesteld.
Volgno. 672 wordt onveranderd vastgesteld.
De Voorzitter merkt op dat Burgemeester en Wet
houders nog een antwoord zijn schuldig gebleven bij
een post en dat een andere post is aangehouden. De
eerste post is
Volgno. 260. Toelage aan de gezondheidscommissie.