2 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 Januari 1926.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de voor
heden op den oproepingsbriet vermelde punten.
1 (Agenda no. 2) Benoeming van een lid van het
bestuur der woningvereeniging „Leeuwarden", daarin
vertegenwoordigende de gemeente, vacature L. W. Sillevis.
De aanbeveling van Burgemeester en Wethouders
luidt als volgt
mevr. J. M. CathDirksen, Alma Tademastraat no. 7.
De beraadslagingen worden geopend.
Mevrouw BuismanBlok Wijörandi: Ik wil naar
aanleiding hiervan even mijn dank uitspreken dat Bur
gemeester en Wethouders een dame hebben aanbevolen
en ik hoop dat dit goede voorbeeld ook door andere
woningvereenigingen gevolgd zal worden.
De beraadslagingen worden gesloten.
Wordt benoemd mevrouw J. M. CathDirksen,
voornoemd, met 24 stemmen, terwijl 3 biljetten blanco
zijn ingeleverd.
2 (Agenda no. 3) Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om aan de vereeniging tot bevordering
van den kinderzang kosteloos in gebruik af te staan
een schoollokaal voor het geven van zangonderwijs aan
kinderen van on- en minvermogenden.
Dit voorstel luidt als volgt
Van het bestuur der vereeniging tot bevordering van
den kinderzang, gevestigd te Leeuwarden, ontvingen wij
het verzoek kosteloos ter beschikking van die vereeni
ging te stellen voor het jaar 1926, met uitzondering van
de maanden Juni, Juli en Augustus, een lokaal van
gemeenteschool no. 4 met de zich daarin bevindende
piano voor het geven van kostelooze zangcursussen aan
kinderen van on- en minvermogenden.
Wij meenen dat hier art. 2, 2e lid, der verordening
tot het heffen eener vergoeding voor het gebruik van
schoollokalen voor particuliere lessen (gemeenteblad
1908 no. 11) kan worden toegepast, zoodat alleen de
vergoeding voor het schoonmaken (art 1 sub B dier
verordening) zal zijn verschuldigd.
Wij hebben daarom de eer U voor te stellen te be
sluiten
I. de vereeniging tot bevordering van den kinderzang,
gevestigd te Leeuwarden, tot 1 juni 1926 geheel vrij te
stellen van de betaling der vergoeding, vermeld in art.
1 onder A der verordening tot het heffen eener vergoe
ding voor het gebruik van schoollokalen voor particu
liere lessen, voor het gebruik van een schoollokaal ten
behoeve van door haar te geven zangcursussen aan
kinderen van on- en minvermogenden en haar de in het
genoemde lokaal aanwezige piano der gemeente kos
teloos in gebruik af te staan;
II. Burgemeester en Wethouders te machtigen om,
indien wederom ten behoeve van bedoeld onderwijs een
gelijk verzoek mocht worden gedaan, de verlangde
lokalen in gebruik te geven alleen tegen de vergoeding,
vermeld in art. 1 sub B der aangehaalde verordening.
3 (Agenda no. 4) Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot verhuring van een gedeelte van het
perceel weiland aan de Tijnje aan M. Rinsma.
Dit voorstel luidt als volgt
Van M. Rinsma, alhier, ontvingen wij het verzoek
hem in huur af te staan het met baggerspecie bedekte
gedeelte van het perceel weiland aan de Tijnje, kadas
traal bekend sectie G no. 5763. De deskundige voor de
gemeentelijke landerijen adviseerde bij zijn schrijven
van 23 November tot verhuring van dit gedeelte aan den
adressant tegen een huursom van 75.per jaar,
waarmede Rinsma accoord ging, evenals met de te
stellen voorwaarden. Daartoe behoort o. a. de verplich
ting om het land te egaliseeren.
Tegen een verhuring op dezen voet bestaat bij ons
geen bezwaar, waarom wij U in overweging geven te
besluiten
aan M. Rinsma, alhier, te verhuren voor den tijd van
vier jaren, ingaande 1 Januari 1926 en eindigende
1 Januari 1930, het met baggerspecie bedekte gedeelte,
groot 3 X 36% are, van het perceel weiland aan de
Tijnje, kadastraal bekend sectie G no. 5763, voor een
huursom van Vijf en zeventig gulden (f 75.per jaar
en verder op de overeengekomen voorwaarden.
4 (Agenda no. 5) Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot verhuring van een perceel weiland aan
de Tijnje aan J. G. Stienstra.
Dit voorstel luidt als volgt
J. G. Stienstra, huurder van het perceel weiland aan
de Tijnje, kadastraal bekend sectie G no. 3657, heeft
ons verzocht dat perceel, waarvan de huur 5 Maart e.k.
afloopt, wederom voor 5 jaar te mogen inhuren. De
deskundige voor de gemeentelijke landerijen geeft in
overweging het verzoek toe te staan en den huurprijs
te blijven bepalen op 82.50 per 36% are, wat voor
dit weiland neerkomt op een som van 5 X 82.50
412.50 per jaar en waartegen de adressant geen be
zwaar heeft, evenmin als tegen de andere hem mede
gedeelde voorwaarden.
Ook wij kunnen ons met een verhuring op dezen voet
vereenigen, waarom wij de eer hebben U voor te stellen
te besluiten
aan J. G. Stienstra, alhier, in huur af te staan het
perceel weiland aan de Tijnje, kadastraal bekend sectie
G no. 3657, groot 1.85.30 H.A., voor een tijdvak van
vijf jaren, ingaande 5 Maart 1926 en eindigende 5 Maart
1931, voor een huurprijs van Vier honderd twaalf gulden
50 cent (f 412.50) per jaar en verder onder de overeen
gekomen voorwaarden.
5 (Agenda no. 6) Voorstellen van Burgemeester
en Wethouders tot afstand in erfpacht van een perceel
bouwterrein
a. op den westelijken hoek der te verlengen van
Asbeck- en Bernhardus Bumastraten aan J. Bakker;
b. aan de noordwestzijde van den Weg Achter de
Hoven aan M. Spandaw;
c. op den westelijken hoek van de Molenstraat en
de Deinumerstraat aan W. Reenalda.
Deze voorstellen luiden als volgt
a.
De heer J. Bakker, alhier, heeft tot ons een verzoek
gericht om hem een perceel bouwterrein nabij den Weg
Achter de Hoven in erfpacht af te staan. Het door adres
sant bedoelde perceel is gelegen op den westelijken
hoek, welke eerlang zal worden gevormd door de nog
te verlengen van Asbeck- en Bernhardus Bumastraten
en maakt deel uit van de terreinen welke den 30 April
1925 door de gemeente zijn aangekocht.
De adressant heeft met de gebruikelijke voorwaarden
genoegen genomen. De bedongen grondprijs bedraagt
7.per M2., welk bedrag voldoende moet worden
geacht.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 Januari 1926. 3
De directeur der gemeentewerken kan zich met dezen
afstand in erfpacht vereenigen.
Onder overlegging van de stukken geven wij U in
overweging te besluiten
aan J. Bakker, alhier, tot 31 December 1990 in erf
pacht af te staan een perceel bouwterrein, gelegen op
den westelijken hoek, welke eerlang zal worden gevormd
door de nog te verlengen van Asbeck- en Bernhardus
Bumastraten, zooals op de bijbehoorende situatieteeke-
ning in rood is aangegeven, ter grootte van ongeveer
395 M2., de juiste grootte nader door een landmeter van
het kadaster uit te meten, zulks op de volgende voor
waarden
1. de canon wordt berekend naar een grondwaarde
van zeven gulden 7.per M2. en een rentevoet van
6 per jaar;
2. de erfpachter moet binnen tweemaal 24 uren,
nadat hij van de toewijzing in erfpacht kennis heeft be
komen, een waarborgsom van 138.storten ten
kantore van het gemeentelijk grondbedrijf voor de na
koming der voorwaarden, welk bedrag hem, na voldoe
ning daaraan, op aanvrage wordt teruggegeven;
3. de rooiïng der te stichten gebouwen zal nader
door den dienst der gemeentewerken worden aangege
ven;
4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van
Burgemeester en Wethouders is overgedragen, mag
gedurende dien tijd bebouwing door derden niet plaats
hebben;
5. de bepalingen, betreffende de uitgifte in erfpacht
van bouwterreinen, gelegen tusschen Oostersingel en
Cambuursterpad en toebehoorende aan de gemeente
Leeuwarden worden voorzoover mogelijk en met het
bovenstaande niet in strijd voor dezen afstand in
erfpacht van kracht verklaard.
b.
Bij adres van 9 November 1.1. richtte de heer M.
Spandaw, alhier, tot ons het verzoek om hem een
perceel bouwterrein aan den Weg Achter de Hoven in
erfpacht af te staan. Het door adressant bedoelde terrein
ligt onmiddellijk naast en ten noordoosten van het
bouwterrein, dat aan hem bij Uw besluit d.d. 24 Fe
bruari 1925 no. 78r, 83r/52 in erfpacht werd uitgegeven.
De adressant heeft met de gebruikelijke voorwaarden
genoegen genomen. De bedongen grondprijs bedraagt
8.50 per M2., welk bedrag voldoende moet worden
geacht. De directeur der gemeentewerken kan zich met
dezen afstand in erfpacht vereenigen.
Onder overlegging van de stukken geven wij U in
overweging te besluiten
aan M. Spandaw, alhier, tot 31 December 1990 in
erfpacht af te staan een perceel bouwterrein aan de
noordwestzijde van den Weg Achter de Hoven, gelegen
onmiddellijk naast en ten noordoosten van het bouw
terrein, dat op den noordoostelijken hoek van de Ver
stolkstraat en den Weg Achter de Hoven reeds aan den
adressant in erfpacht is afgestaan, ter breedte van
12.20 M. langs den weg gemeten, zooals op de bijbe
hoorende situatieteekening in rood is aangegeven, ter
grootte van ongeveer 305 M2., de juiste grootte nader
door een landmeter van het kadaster uit te meten, zulks
op de volgende voorwaarden
1. de canon wordt berekend naar een grondwaarde
van 8.50 per M2. en een rentevoet van 6 per jaar;
2. de erfpachter moet binnen tweemaal 24 uren,
nadat hij van de toewijzing in erfpacht kennis heeft
bekomen, een waarborgsom van 129.storten ten
kantore van het gemeentelijk grondbedrijf voor de na
koming der voorwaarden, welk bedrag hem, na vol
doening daaraan, op aanvraag wordt teruggegeven;
3. de rooiïng der te stichten gebouwen zal nader
door den dienst der gemeentewerken worden aan
gegeven;
4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van
Burgemeester en Wethouders is overgedragen, mag
gedurende dien tijd bebouwing door derden niet plaats
vinden;
5. de bepalingen betreffende de uitgifte in erfpacht
van bouwterrein gelegen tusschen Oostersingel en Cam
buursterpad en toebehoorende aan de gemeente Leeu
warden worden voorzoover mogelijk en met het
bovenstaande niet in strijd voor dezen afstand in
erfpacht van kracht verklaard.
c.
De heer W. Reenalda, alhier, richtte bij adres van
11 November 1.1. tot ons het verzoek om hem een perceel
bouwterrein op den westelijken hoek van de Molen
straat en de Deinumerstraat in erfpacht af te staan. Na
met de gebruikelijke voorwaarden in kennis te zijn ge
steld, heeft de adressant verklaard daarmede genoegen
te nemen. De bedongen grondprijs is 7.per M2.,
welk bedrag voldoende moet worden geacht. De direc
teur der gemeentewerken kan zich met dezen afstand
in erfpacht vereenigen.
Onder overlegging van de stukken geven wij U in
overweging te besluiten
aan W. Reenalda, alhier, tot 31 December 1990 in
erfpacht af te staan een perceel bouwterrein op den
westelijken hoek van de Molenstraat en de Deinumer
straat, ter breedte van 10.50 M. langs eerstgenoemde
straat en van 18.70 M. langs laatstgenoemde straat ge
meten, zooals op de bijbehoorende situatieteekening in
rood is aangegeven, ter grootte van 196 M2., de juiste
grootte nader door een landmeter van het kadaster uit
te meten, zulks op de volgende voorwaarden
1de canon wordt berekend naar een grondwaarde
van 7.per M2. en een rentevoet van 6 per jaar;
2. de erfpachter moet binnen tweemaal 24 uren,
nadat hij van de toewijzing in erfpacht kennis heeft
bekomen, een waarborgsom van 68.storten ten
kantore van het gemeentelijk grondbedrijf voor de na
koming der voorwaarden, welk bedrag hem, na vol
doening daaraan, op aanvraag wordt teruggegeven;
3. de rooiïng der te stichten gebouwen zal nader
door den dienst der gemeentewerken worden aange
geven;
4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van
Burgemeester en Wethouders is overgedragen, mag ge
durende dien tijd bebouwing door derden niet plaats
vinden;
5. de bepalingen betreffende de uitgifte in erfpacht
van bouwterreinen gelegen tusschen Oostersingel en
Cambuursterpad en toebehoorende aan de gemeente
Leeuwarden worden voor zoover mogelijk en met het
bovenstaande niet in strijd voor dezen afstand in
erfpacht van kracht verklaard.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethou
ders sub 25 (agenda sub 36).
6 (Agenda no. 7) Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot wijziging der verordening, regelende
het getal, den rang en de wijze van benoeming der
ambtenaren, belast met de gemeentereiniging en der
Salarisverordening 1919 (bijlage no. 3 van 1926).
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Muller: Ik zou naar aanleiding van dezen
raadsbrief wel enkele opmerkingen willen maken en
wel omdat ik in den loop van de dagen, die hieraan zijn
voorafgegaan, bezoek heb gehad van eenige ambtenaren
van de Reiniging, die omtrent hetgeen hier wordt voor
gesteld, laat ik maar zeggen, niet erg gerust waren,
omdat zij meenden dat er iets achter deze personeelfor-