I|§o|2 60 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 April 1926. de gemeente wordt gehinderd om aan hare verplichtin gen te voldoen. Onder overlegging van het rapport van den rechts geleerden raadsman der gemeente, den heer mr. J. M. van Hettinga Tromp, en de verdere stukken, geven wij U in overweging te besluiten een rechtsvordering in te stellen, zoowel in eersten aanleg als in hooger beroep en cassatie, zoo eischende als verwerende, tegen W. Reiding, alhier, tot ontruiming van de woning Engelsche straat, no. 5. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 2 (Agenda no. 3). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan G. Zijlstra op zijn verzoek eervol ontslag te verleenen als onderwijzer aan gemeente school no. 14a. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 3 (Agenda no. 4). Benoeming van een hoofd der school voor buitengewoon lager onderwijs. De voordracht van Burgemeester en Wethouders luidt als volgt 1. C. A. F. W. Pape, onderwijzer aan de school voor buitengewoon lager onderwijs te Vlaar- dingen; 2. M. J. Geudeke, onderwijzer aan de school voor buitengewoon lager onderwijs te Vlaardingen; 3. J. Wijnberg, onderwijzer aan de school voor bui tengewoon lager onderwijs te Groningen. Wordt benoemd C. A. F. W. Pape, voornoemd, met 24 stemmen en 1 stem op J. Wijnberg. 4 (Agenda no. 5). Benoeming van een bestuurslid der woningvereeniging Leeuwarden daarin vertegen woordigende de gemeente, wegens periodieke aftreding van den heer J. Muller. Wordt benoemd de heer J. Muller met 24 stemmen, terwijl 1 biljet blanco is ingeleverd. 5 (Agenda no. 6). Benoeming van een lid van den Raad van Beheer der N. V. Intercommunale Water leiding Gebied Leeuwarden, wegens periodieke aftreding van den heer J. A. Collet. Wordt benoemd de heer J. A. Collet met 24 stemmen en 1 stem op den heer dr. G. J. Otten. 6 (Agenda no. 7). Benoeming van een voorzitter der commissie voor de Arbeidsbemiddeling en Werk loosheidsverzekering, vacature Mr. H. Hannema. De aanbeveling van Burgemeester en Wethouders luidt als volgt 1. Dr. G. J. Otten te Leeuwarden, secretaris der Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Fries land; 2. T. Bakker, commies-redacteur ter secretarie, alhier. Wordt benoemd de heer dr. G. J. Otten met 21 stem men, terwijl 3 stemmen op den heer T. Bakker zijn uit gebracht en 1 biljet blanco is ingeleverd. 7 (Agenda no. 8). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan de besturen van bijzondere scholen op de vergoeding, bedoeld bij art. 101 der Lager Onderwijswet 1920, over het dienstjaar 1926 voorschot te verleenen. Dit voorstel luidt als volgt Krachtens art. 103, 3e lid, der Lager Onderwijswet 1920, verleent de Gemeenteraad ieder jaar aan de be sturen van bijzondere lagere scholen die zulks verzoeken een voorschot op de gemeentelijke vergoeding ex artikel 101 der Lager Onderwijswet 1920. Deze vergoeding wordt berekend over het gemiddeld aantal leerlingen, dat op 16 Maart, 16 Juni, 16 Septem ber en 16 December van het onmiddellijk voorafgaande jaar als werkelijk schoolgaande bekend stond en be draagt in gemeenten, die een of meer overeenkomstige openbare scholen in stand houden, per leerling het ge middeld bedrag per leerling van de kosten over het zelfde dienstjaar der overeenkomstige openbare lagere scholen in de gemeente en wordt bepaald na aftrek van de verschuldigde schoolgelden. Ten aanzien van de school Engelsche straat moet evenwel een andere regeling worden gevolgd en vindt het 7e lid van art. 28 toepassing. Deze school is n.l. met ingang van 2 September 1925 opgericht en voor de berekening van het voorschot moet derhalve gebruik worden gemaakt van het aantal leerlingen op 31 Octo ber en 16 December 1925. Alle bijzondere schoolbesturen, welke een aanvrage om voorschot hebben ingediend, hebben de inning der schoolgelden aan de gemeente overgedragen, zoodat deze onmiddellijk in de gemeentekas vloeien en bij de vaststelling van het voorschot op de mogelijk toe te kennen instandhoudingsvergoeding voor 1926 buiten beschouwing blijven (art. 101, 7e lid). Al deze verzoeken zijn ingericht overeenkomstig het bij Koninklijk besluit van 4 September 1923 (Staatsblad no. 432) vastgestelde formulier J, waarbij de bijzondere schoolbesturen zich hebben verbonden tot terugbetaling van hetgeen eventueel bij voorschot te veel mocht wor den genoten, voor de nakoming van welke verbintenis twee door Burgemeester en Wethouders goedgekeurde borgen zijn gesteld, (art. 13 van genoemd Koninklijk besluit) of waarbij ze hebben aangetoond te zijn aan gesloten bij een rechtspersoonlijkheid bezittende orga nisatie van besturen, als zoodanig door den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen erkend en die ten genoegen van dezen Minister zich heeft borg gesteld voor de nakoming der verbintenissen der aan gesloten schoolbesturen (art. 6, 2e lid, van het Koninklijk besluit). Aan deze voorwaarden is door alle besturen voldaan. Voor de vaststelling van het gemiddeld kostenbedrag per leerling moeten de cijfers worden genomen over 1924 en deze hebben bedragen voor een leerling eener school voor gewoon lager onderwijs 17.65 en voor een leerling eener school voor uitgebreid lager onder wijs 30.58. 80 van deze bedragen is respectievelijk 14.12 en 24.46, welke bedragen dus als maatstaf moeten dienen voor de berekening van de te verleenen voorschotten. Behalve een voorschot op de instandhoudingsvergoe ding dient de gemeente, evenals vorige jaren, ook een voorschot te verleenen op de vergoeding voor vakon derwijzers, die ingevolge art. 101, 9e lid, aan de be sturen der bijzondere lagere scholen wordt uitgekeerd. Voor de bepaling van dit voorschot moeten, evenals voor de instandhoudingsvergoeding, als maatstaf wor den genomen de cijfers van het dienstjaar 1924. Het bedrag dat de gemeente in 1924 per lesuur heeft uit gegeven voor de door haar aangestelde vakonderwijzers bedraagt voor een school voor gewoon lager onderwijs 2.08, met een maximum-aantal lesuren van 395 per school en voor een school voor uitgebreid lager onder wijs per lesuur 1.96, met een maximum aantal lesuren van 2508 per school. Aan een schoolvereeniging kan dus voor 1926 een maximum voorschot worden toege kend van 395 X 80 X 2.08 657.28 voor elke school voor gewoon lager onderwijs en van 2508 X 80 X 1.96 3932.54 voor elke school voor uitgebreid lager onderwijs. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 April 1926. 61 Voorschot op de gemeentelijke vergoeding ex artikel 101 der Lager Onderwijswet 1920 is aangevraagd door: a. het bestuur der Roomsch-Katholieke Schoolver eeniging te Leeuwarden voor de school voor gewoon lager onderwijs Speelmansstraat no. 1 voor 127^ 'eer_ lingen, tot een bedrag van 2500. b. het bestuur der Roomsch-Katholieke Schoolver eeniging te Leeuwarden voor de school voor uitgebreid lager onderwijs Speelmansstraat no. 1 voor 51 leer lingen, tot een bedrag van 2000. c. het bestuur der Roomsch-Katholieke Schoolver eeniging te Leeuwarden voor de school voor gewoon lager onderwijs Tweebaksmarkt no. 44 voor 270V2 'eer~ lingen, tot een bedrag van 3572.80 d. het bestuur van het Sint Lucia-Gesticht te Rot terdam voor de school voor gewoon lager onderwijs Groote Kerkstraat no. 89 voor 193 leerlingen, tot een bedrag van 3937.20 e. het bestuur van het Sint Lucia-Gesticht te Rot terdam voor de school voor gewoon lager onderwijs Groote Kerkstraat no. 77a voor 245 leerlingen, tot een bedrag van 4920. het bestuur van het Sint Lucia-Gesticht te Rot terdam voor de school voor uitgebreid lager onderwijs Groote Kerkstraat no. 11a voor 35 leerlingen, tot een bedrag van 935. g. het bestuur van de Vereeniging voor Christelijk Schoolonderwijs te Leeuwarden voor de school voor gewoon lager onderwijs Pieter Feddesstraat no. 2 voor 278V2 leerlingen, tot een bedrag van 6000. h. het bestuur van de Vereeniging voor Christelijk Schoolonderwijs te Leeuwarden voor de school voor gewoon lager onderwijs Leeuwrikstraat no. 10 voor 268% leerlingen, tot een bedrag van 4500. i. het bestuur van de Vereeniging voor Christelijk Schoolonderwijs te Leeuwarden voor de school voor gewoon lager onderwijs Margaretha de Heerstraat no. 1 voor 258% leerlingen, tot een bedrag van 6000. j. het bestuur van de Vereeniging voor Christelijk Schoolonderwijs te Leeuwarden voor de school voor uitgebreid lager onderwijs Alargaretha de Heerstraat no. 1 voor 53 leerlingen, tot een bedrag van 3000.- k. het bestuur van de Vereeniging voor Christelijk Schoolonderwijs te Leeuwarden voor de school voor gewoon lager onderwijs aan de Engelsche straat voor 154% leerlingen, tot een bedrag van 3000.— l. het bestuur van de Vereeniging tot stichting en instandhouding van eene of meer kweekscholen ter opleiding van onderwijzers en onderwijzeressen aan Christelijke scholen te Leeuwarden voor de school voor gewoon lager onderwijs Margaretha de Heerstraat no. 2 voor 240 leerlingen, tot een bedrag van 4400. m. het bestuur van de Vereeniging tot stichting en instandhouding van eene of meer kweekscholen ter opleiding van onderwijzers en onderwijzeressen aan Christelijke scholen te Leeuwarden voor de school voor uitgebreid lager onderwijs Margaretha de Heersraat no. 2 voor 50 leerlingen, tot een bedrag van 1200.— n. het bestuur der bijzondere lagere school van het Nieuwe Stadsweeshuis te Leeuwarden voor de school voor gewoon lager onderwijs Jacobijner Kerkhof no. 1 voor 43 leerlingen, tot een bedrag van 1090. 0. het bestuur van de Nederlandsch Hervormde Schoolvereeniging te Leeuwarden voor de school voor gewoon lager onderwijs Druifstreek no. 72 voor 243% leerlingen, tot een bedrag van 4500. p. het bestuur van de Leeuwarder Schoolvereeniging te Leeuwarden voor de school voor gewoon lager onderwijs Raadhuisplein no. 25 voor 197% leerlingen, tot een bedrag van 3373. q. het bestuur van de Leeuwarder Schoolvereeniging te Leeuwarden voor de school voor gewoon lager onderwijs Sint Anthonystraat no. 4 voor 181% leerlin gen, tot een bedrag van 3475. Het volgende staatje geeft overzichtelijk aan op welke wijze ons college is gekomen aan de bedragen, welke het U voorstelt aan de bijzondere schoolbesturen als voorschot te verleenen over het jaar 1926. e <u o> C— <v C O jS d> 2 <N 03 o r- O r- co co o -3* co t- O O t— O OO CO iO OO Tf to ^EO^OCNCNCOLOCDCNCOCOCOCOOCOCDCOCO /•^ONrf-oo-roootooco ^ococDt- ^OOCOvOCO CDiO^rcOOuOOCNOOOCOCN CO co O" O" O- CN CN co co O c X U (C 73 O-O g> 0 O O C <*•- fc o c 2 i "5 -o "g H O» +J ca s OC-OTfCO^tOCOt^-^OOCNrrcOOOCO CO vq rf CO O co CO O co l> O CD lO 10 ai cn cd ai cn' co co co cd od cd cd 10 co* 00 CNJOOLOOCO—-O-CDcOCD^r^ ^oooooco-Oin^cooinooooo-tcN co co cn cn co o- co co v c «5 •3 cu u aj 2 y S3 es T3 2 E 5 - o ca 2 o 0 v- E r 2-o i S S *5 n gf <u T3 CT3 34 Q d 35 SJO cS ct3 "O <v <14 JD SuO o o x o C/5 X> D f- cn DJ o 5 O O X CJ cn -TD O I OOOO^tOOOOOOCNOOOCNOOOOGOOO CN CN CO CN CNCN OC[00 CNCOiO CN CN CN cn I cd to in co m in ui co co in to \n in in co COCO COCOCOt^-COcOOOCNCOCOCO in95iOio»o92»oovo59iOio5SiniOiOio co£jcococo£jrococo£jcoco£jcocococo O 10 CN oocoiooooooooo^co2o^f NfCNOOCOOCOOÏÏmAXCN t- r- t-ioco^fcN^tl^ zfr>co O^OOOOCNinaiOi'tO .COlD^t 't TTL-tfrtiOGO (Oicoin f- CN 35QCO<DIO(DCOCNO'COCN 00 CO OOCD OO10- cNinmcooiNrcxoocNO^tooio OOCNOOt^-^tOOCDt^COCO COCNCO^ft^vD CO CN CO CO CO CO CN CO CO CN CN t- O CN 10 h- CN CN CO lO - CO T—I ^0 y 30 O^^COOCXCO^^^^CO^O V (O vo 10 in CM CN CN CN O" CD OO CN SS I I I I ^odciVdtoddi O O O O O co vn O O O CD O t— nOOhfocNcooo ^tooiooiooiomcoOM'CNOinco^ CNCNCOCO^t COO-LOCOCO^f O-COCO 3 a es O" CD D- D- CN TT X) P- P- .O CN CN cs cS 0J <v CL cn CS V g t: - 03 X) =14 04 "2 ll E-O -t-' CO C/3 _4_, P- C/2 cS V 04 c* 04 -•o 04 V 0J t- 3> 03 CS 03 C/3 04 O sz in CN 04 "5 04 04 04 o "O 04 bh - b£ J- r- CU W 2 OS 03 *- CN - v t- .5 tS o a. g .B.L 3 5 C/3 JZZ C •g -a z p. cs P CS +L .5 c 04 04 5—1 04 O O sz CJ cn c 03 -a o cn 04 a 03 (f) 04 "O 2 O O X3 CJ CO 0 N c 04 04 O -C a C/3 04 04 04 sz C/3 04 e 04 04 04 04 04 04 04 TD CS O O c cn i 43 CJ CO -IC CJ CO Z 04 i~ -o c 04 i— 04 *o X <cS b£ O O 04 O 04 04 r-* Z J Art. 14, 2e lid, laat de regeling van de uitbetaling van het voorschot geheel aan den Raad over. Evenals vorige jaren zou ook dit jaar telkens na het verstrijken van een kalenderkwartaal een vierde gedeelte van het voorschot betaalbaar kunnen worden gesteld. Op grond van het vorenstaande geven wij U in over weging te besluiten A. op de vergoeding, ingevolge art. 101 der Lager Onderwijswet 1920, over het dienstjaar 1926 de navol gende voorschotten te verleenen 1. aan het bestuur der Roomsch-Katholieke School vereeniging te Leeuwarden voor de school voor gewoon lager onderwijs Speelmansstraat no. 1, een bedrag van 1800.30

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1926 | | pagina 2