134 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Juli 1926.
gemakkelijk is te geven. Spreker wil in de eerste plaats
even recht zetten, dat het heelemaal geen inschrijving
is geweest en het antwoord op de eigenlijke vraag is:
omdat het aan niemand is gegund en dus aan hem ook
niet. Dat is de eenvoudige oplossing.
De heer Dijkstra weet er wat meer van; hij wilde
inlichtingen van deze tafel hooren, maar hij vroeg
eigenlijk naar den bekenden weg, hij heeft precies ver
teld, zooals het is. De firma Cohen de heer Dijkstra
heeft dezen naam genoemd heeft in Wartena iemand
neergezet om den rommel er uit te halen. Dat is eenige
jaren goed gegaan, het marcheerde best, tot Burge
meester en Wethouders niet naar aanleiding van een
vraag van een concurrent, maar uit zichzelf de op
merking maakten: als die firma daar zoo'n belang in
stelt, dat zij daarvoor in Wartena een man neerzet met
een loon van 24.in de week, om wat nog eenige
waarde heeft er uit te halen, dan zit er nog wel wat
meer in ook en dan is er voor de gemeente ook nog
wel wat uit te halen. Burgemeester en Wethouders
hebben toen aan een viertal menschen in de stad ge
vraagd: als jullie het moogt uitzoeken, wat zou je er
dan voor over hebben Dat was een onderhandsche
vraag aan 4 firma's of personen en daar was Polak
ook bij. Spreker weet nu niet precies wat Polak er voor
over had, maar hij had er wel het meeste voor over.
Spreker wil ook dit zeggen dat de heer Polak nu wel
uit een groot gat blaast, maar dat Burgemeester en
Wethouders nu niet zoo vreeselijk op Polak gesteld
waren; hij wilde niet vooruit betalen en niet voldoen
aan enkele voorwaarden, die door Burgemeester en
Wethouders werden gesteld, hij wilde liever twee maal
per jaar betalen, enz. Intusschen kwam echter deze
vraag van Practische Hulp: zouden wij het niet mogen
doen; wij zullen het dan apart administreeren en het
geheel voor de gemeente doen. Wij zoeken naar alle
kanten om de menschen werk te geven; het betreft hier
niet alleen een financieele zaak voor de gemeente, maar
wij kunnen daardoor ook meer dan eenige menschen
aan het werk zetten. Waar dus Practische Hulp dit te
kennen gaf, verviel de geheele inschrijving van Cohen,
Polak en de anderen, omdat het naar het oordeel van
Burgemeester en Wethouders het beste was het aan
Practische Hulp te geven, als het voordeel aan de ge
meente kwam.
De zaak is bij Practische Hulp nu nog niet geheel
goed geloopen, maar spreker kan er wel bij zeggen dat
men reeds bezig is te wijzigen om haar wèl goed te
doen loopen. Burgemeester en Wethouders meenen dat
men het nog niet goed doet, doordat men er nog niet
weet uit te halen wat er in zit; dat is nog niet geheel
voor elkaar. Zij hebben echter opgemerkt wat het in
één week opbrengt, wanneer het niet goed wordt gesor
teerd en zij zijn er dus van overtuigd dat, ais het wèl
goed wordt gesorteerd, er dan nog meer uit te halen is.
Dat is de zaak-Polak, zooals die is geloopen.
De heer Dijkstra dankt den Voorzitter voor diens
antwoord, dat aan duidelijkheid niets te wenschen
overlaat.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het schrijven sub 5 wordt voor kennisgeving aan
genomen.
6. dat Burgemeester en Wethouders na gehouden
openbare aanbesteding hebben gegund het maken van
een vaste brug van gewapend beton over het Vliet voor
de Bleeklaan, met bijkomende werken aan G. P. en
T. G. van Balen te Oudenrijn, voor 34.948.—
7. dat het in het voornemen ligt, onvoorziene ge
vallen van spoedeischenden aard voorbehouden, in
Augustus slechts één vergadering uit te schrijven en wel
op Dinsdag, den 24sten.
De mededeelingen sub 6 en 7 worden voor kennis
geving aangenomen.
8. De Voorzitter zou dan nog willen vragen of de
Raad bezwaar heeft om straks, na afhandeling van de
punten der agenda, daaraan toe te voegen een voorstel
tot wijziging van de belasting-verordening, die 11 Mei
j.l. is vastgesteld, omdat men in Den Haag tegen die
verordening speciaal één bezwaar had, waarvan de wet
houder van Financiën straks graag mededeeling zal
doen. Spreker vraagt dus of de Raad geen bezwaar
heeft dit punt aan de agenda toe te voegen.
De Raad maakt hiertegen geen bezwaar.
9. De Voorzitter kan bovendien nog meedeelen dat
thans is ingekomen van de commissie, bestaande uit de
heeren Stheeman, Wendelaar en Bakker Schut, het
volledig rapport inzake de kwestie Van Hyickama Vlieg,
waarvan reeds een kort extract in de bladen heeft ge
staan en van welk rapport het resumé voor de raads
leden ter inzage heeft gelegen. Thans is het heele
rapport ingekomen. Burgemeester en Wethouders heb
ben geen tijd gehad het voor deze vergadering ter visie
te leggen, omdat het te laat is ingekomen, maar spreker
wil thans voorstellen het voor ieder, die daarin be
lang stelt, op de secretarie ter inzage te leggen. Deze
kwestie is langzamerhand een publieke zaak geworden;
het publiek heeft er zooveel van gehoord, dat het vol
komen het recht heeft de uitspraak van de commissie
te lezen, als men daar eventueel belang in stelt. Spreker
vraagt of de Raad zich daarmee kan vereenigen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
II. Wordt overgegaan tot behandeling van de voor
heden op den oproepingsbrief vermelde "punten.
1 Agenda no. 2). Benoeming van tijdelijke leeraren
in de wis- en natuurkundige aardrijkskunde, de Hoog-
duitsche taal en de lichamelijke oefening aan het
gymnasium.
Overeenkomstig de aanbevelingen van curatoren
worden met algemeene stemmen benoemd
a. tot tijdelijk leeraar in de wis- en natuurkundige
aardrijkskunde
Dr. H. F. Huisken, reeds tijdelijk als zoodanig
werkzaam
b. tot tijdelijk leeraar in de Hoogduitsche taal
G. Dijkstra, reeds tijdelijk als zoodanig werkzaam;
c. tot tijdelijk leeraar in de lichamelijke oefening:
W. de Vries, reeds tijdelijk als zoodanig werk
zaam.
2 Agenda no. 3). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders naar aanleiding van de adressen van R.J.
Sipkens, onderwijzer aan gemeenteschool no. 10d en
mej. T. Meijer, onderwijzeres aan gemeenteschool no.
13a, om overplaatsing als zoodanig naar gemeente
scholen 14a en 14b.
Dit voorstel luidt als volgt
De heer R. J. Sipkens, onderwijzer aan gemeente
school no. 10d en mej. T. Meijer, onderwijzeres aan
gemeenteschool no. 13a, verzoeken overplaatsing onder
scheidenlijk naar de scholen nos. 14a (vacature G.
Zijlstra) en 147? (vacature mej. G. Leopold).
Blijkens het hierbij overgelegde advies van den In
specteur van het lager onderwijs adviseert deze daarop
gunstig. Wij kunnen ons daarmede, wat de overplaatsing
van den heer Sipkens betreft, vereenigen. Ten opzichte
van mej. Meijer meenen wij van dat advies te moeten
afwijken en wel op de volgende gronden.
Bij de reorganisatie van het openbaar lager onderwijs
in 1923 werd mej. Meijer overgeplaatst van de toen
opgeheven gemeenteschool no. 1 naar gemeenteschool
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Juli 1926.
135
no. 13a. Deze overplaatsing is destijds vooraf door den
inspecteur met belanghebbende besproken. Ook toen
werden daartegen reeds door haar bezwaren van gelijken
aard, als thans in haar adres opgenomen, geopperd.
Op de toen volgende mededeeling van den inspecteur,
dat zij ook in aanmerking zou kunnen komen voor over
plaatsing naar de in de vrijwel onmiddellijke nabijheid
van hare woning gelegen gemeenteschool no. 9 Ka 1 -
vergloppe), werd niet door haar ingegaan. Blijkbaar
wegen hare bezwaren dus niet zoo zwaar, dat zij daar
voor een overplaatsing naar gemeenteschool no. 9
wenschte.
Hiermede rekening houdende, wil het ons voorkomen,
dat de omstandigheden er niet toe leiden thans aan haar
verzoek te voldoen.
Onder overlegging van de betrekkelijke stukken
hebben wij de eer U voor te stellen te besluiten
a. met ingang van 1 September 1926 R. J. Sipkens
als onderwijzer over te plaatsen van gemeenteschool no.
10d naar idem no. 14a;
b. op het adres van mej. T. Meijer om overplaatsing
als onderwijzeres van gemeenteschool no. 13a naar idem
no. 14b, afwijzend te beschikken.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer H. de Boer (wethouder) zegt dat het college
van Burgemeester en Wethouders meent even een ver
klaring te moeten afleggen, omdat het college in verband
met enkele feiten, die spreker aanstonds zal mededeelen,
terug komt van zijn standpunt, om niet te voldoen aan
het verzoek van mej. Meijer, om te worden overgeplaatst
van school 13a naar school 14b.
Het college stelt evenwel voorop dat het de moti
veering, die het college heeft geleid tot het innemen
van dat standpunt, volkomen handhaaft, maar gister zijn
een tweetal verklaringen ingekomen. De eerste was een
verklaring van dokter Ten Veldhuis, waarvan spreker
lecture doet en waaruit blijkt dat deze geneesheer het
om gezondheidsreden voor mej. Meijer gewenscht acht,
dat zij, indien mogelijk, wordt overgeplaatst van school
13 naar school 14, zulks in verband met den afstand
van eerstgenoemde school naar hare woning, terwijl uit
een tweede verklaring van dokter Van Staveren, waar
van spreker eveneens lecture doet, blijkt, dat deze ge
neesheer eenmaal aan school 13 bij mej. Meijer over
vermoeidheid heeft geconstateerd. Het is op grond van
deze verklaringen dat het college op dit oogenblik den
Raad in overweging geeft mej. Meijer wèl over te
plaatsen.
De Voorzitter memoreert dat dus thans het voorstel
van Burgemeester en Wethouders in 't kort luidt den
heer Sipkens over te plaatsen naar school 14a en mej.
Meijer naar school 14b.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen-
eenkomstig het aldus gewijzigde voorstel van Burge
meester en Wethouders.
3 (Agenda no. 4). Benoeming van een onderwijzer
can gemeenteschool no. 10d (vacature R. Sipkens).
De voordracht luidt als volgt
1. A. van der Veen, reserve-onderwijzer alhier;
2. L. B. Bos, hoofd der school te Bergumerheide;
3. R. van der Bij, hoofd der school te Garijp.
Wordt benoemd A. van der Veen, voornoemd, met
23 stemmen en 1 stem op L. B. Bos.
4 (Agenda no. 5). Benoeming van een onderwijzeres
can gemeenteschool no. 13a (vacature mej. T. Meijer).
De voordracht luidt als volgt
1. mej. J. Boonstra, reserve-onderwijzeres alhier;
2. T. A. M. van der Schaaf, onderwijzeres te
Achlum;
3. M. Sieswerda, onderwijzeres te Boelenslaan.
Wordt benoemd mej. J. Boonstra, voornoemd, met 22
stemmen en 1 stem op mej. T. A. M. van der Schaaf,
terwijl 1 biljet van onwaarde wordt verklaard.
5. Agenda no. 6.) Benoeming van een reserve
onderwijzeres aan de scholen voor openbaar lager onder
wijs (vacature mej. J. Boonstra).
De voordracht luidt als volgt
1. mej. T. A. M. van der Schaaf, onderwijzeres te
Achlum;
2. M. Sieswerda, onderwijzeres te Boelenslaan;
3. A. J. de Vries, onderwijzeres te Britsum.
Wordt benoemd mej. T. A. M. van der Schaaf, voor
noemd, met 21 stemmen en 1 stem op mej. M. Sies
werda, terwijl 2 biljetten van onwaarde worden ver
klaard.
6 (Agenda no. 7). Benoeming van een reserve
onderwijzer aan de scholen voor o.l. onderwijs (vacature
A. van der Veen).
De voordracht luidt als volgt
1. A. Roosma, onderwijzer te jelsum;
2. R. van der Bij, hoofd der school te Garijp;
3. F. van Spiegel, onderwijzer te Harlingen.
Wordt benoemd A. Roosma, voornoemd, met 20
stemmen en 4 stemmen op R. van der Bij.
7 (Agenda no. 8.) Benoeming van personeel aan
de school van middelbaar onderwijs voor meisjes.
Overeenkomstig de aanbevelingen worden met alge
meene stemmen benoemd
a. tot tijdelijk leerares in de wiskunde gedurende den
cursus 1926/1927
mevr. D. W. H. de LiefdeEngelkes, thans reeds
tijdelijk als zoodanig werkzaam;
b. tot tijdelijk leeraar in de geschiedenis gedurende
den cursus 1926/1927
G. J. Guibal, thans reeds tijdelijk als zoodanig
werkzaam
c. tot tijdelijk leerares in de wiskunde gedurende den
cursus 1926/1927
mej. D. M. Nieubuur, thans reeds tijdelijk als zoo
danig werkzaam;
d. tot tijdelijk leerares in de Fransche taal en letter
kunde gedurende den cursus 1926/1927
mej. J. M. Blom, thans reeds tijdelijk als zoodanig
werkzaam;
e. tot tijdelijk leerares in de Duitsche taal en letter
kunde gedurende den cursus 1926/1927
mej. C. J. A. Folkersma, thans reeds tijdelijk als
zoodanig werkzaam;
tot tijdelijk leerares in de handelswetenschappen
gedurende den cursus 1926/1927
mej. J. de Vries, thans reeds tijdelijk als zoodanig
werkzaam;
g. tot leerares in de staatsinrichting en staathuis
houdkunde
mej. L. Z. Harkema, thans tijdelijk aan die school
werkzaam;
h. tot leeraar in de wis-, natuur- en scheikunde
E. S. Levison, thans tijdelijk aan die school
werkzaam.