Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 October 1926.
161
VewMg van Dinsdag 12 October 1926.
Tegenwoordig 26 leden, te weten: de heeren Fransen,
0. F. de Vries, Visser, Weima, Posthuma, mevrouw
BuismanBlok Wijbrandi, de heeren Tiemersma, Botke,
Van der Schoot, Wölcken, Van der Veen, Scheltema,
Koopmans, Lautenbach, Dijkstra, Beekhuis, K. de Boer,
Oosterhoff, Hofstra, Westra, M. Molenaar, Hooiring,
B. Molenaar, Muller, IJ. de Vries en Cohen.
Afwezig, zonder kennisgeving, de heer H. de Boer.
Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma,
Burgemeester.
I. Flet verslag der vergadering van 14 September
1926 wordt onveranderd vastgesteld.
II. Wordt medegedeeld
1. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd de
raadsbesluiten d.d. 14 September 1926 tot afstand in
erfpacht van bouwterrein aan de Beetgumerstraat, ver
koop van grond aan het Noordvliet, wijziging van het
reglement op het bestuur der Stads-Armenkamer, ver
huring van een perceel bouwland aan de Insulinde-
straat
2. rapport van de verbrandingswaarde van het
menggas der gemeentelijke gasfabriek van 1 Augustus
1926 tot en met 2 October d.a.v.
De mededeelingen sub 1 en 2 worden voor kennis
geving aangenomen.
3. adres van de vereeniging „Reizend Drankweer
Museum" te Amsterdam, om haar over 1927 een sub
sidie te verleenen
4. adres van het bestuur van den kinderspeeltuin
„Rengerspark", om over 1927 een subsidie te verleenen
van 750.
5. adres van het bestuur der Christelijke Muziek-
vereeniging „Looft den Heer" te Leeuwarden om haar
over 1927 een subsidie uit de gemeentekas te verleenen
ten bedrage van 300.waarvoor zij bereid is 4
concerten op openbare plaatsen te geven.
De adressen sub 35 zullen worden behandeld bij
de begrooting voor 1927.
6. adres van het comité tot oprichting van een
Koloniehuis voor herstellende, zwakke en prae-tuber-
culeuze kinderen uit de vier Noordelijke provinciën van
ons land, om een bedrag toe te kennen voor den aan
koop, verbouw en inventaris van het koloniehuis „de
Reggeberg" te Hellendoorn.
Wordt in handen van Burgemeester en Wethouders
gesteld om prae-advies.
De Voorzitter kan nog meedeelen dat, zooals den
raadsleden reeds bekend is, de sectievergaderingen
nader zijn bepaald op 18, 19 en 20 October.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Hofstra zegt dat, toen de Voorzitter de vorige
vergadering aankondigde dat binnen eenige dagen de
begrooting de leden zou bereiken en hij mededeeling
deed op welke data de sectievergaderingen zouden
worden gehouden, spreker niet het minste bezwaar heeft
gemaakt om daaraan tegemoet te komen hij heeft
daaraan toen zijn volle medewerking willen geven.
Nu de zaken echter zijn veranderd, wij pas Zaterdag
de begrooting in huis hebben gekregen en zelfs gister
nog een stuk en uit de aankondiging van de sectie
vergaderingen blijkt dat de derde sectie op 20 October
zal vergaderen, zou spreker het voorstel willen doen
de sectievergaderingen één week op te schorten, opdat
de leden van den Raad beter de gelegenheid zullen
hebben de begrootingen in te zien. Het wil spreker
voorkomen dat de zaak nu eigenlijk een beetje te hard
gaat.
De heer Beekhuis (wethouder) wil op de opmerking
van den heer Hofstra antwoorden, dat het volkomen
juist is dat de vorige vergadering in het vooruitzicht is
gesteld dat binnen eenige dagen de begrootingen in het
bezit van de leden zouden zijn, maar dat de drukker
ons heeft teleurgesteld. Dat is de oorzaak dat het iets
later is geworden. Er is gezegd, dat één stuk nog iets
later is gekomen, maar dat was slechts een van de
bedrijfsbegrootingen n.l. die van het Woningbedrijf.
Wat betreft het uitstel, ja, als de Raad dat wenscht
en dat liever heeft, dan zal daaraan gevolg moeten
worden gegeven. Een overwegend bezwaar kan spreker
daartegen niet aanvoeren. Alleen zijn wij dit jaar, hoe
wel het ontzettend veel moeite heeft gekost, iets vroeger
met het indienen van de begrooting en nu zoude het
op deze manier nóg weer laat worden. Dat bezwaar
heeft spreker wel tegen uitstel, maar principieele be
zwaren heeft hij niet.
De heer K. de Boer: Mag ik weten wat de data zijn,
die worden voorgesteld voor eerste, tweede en derde
sectie
De Voorzitter: De heeren hebben toch een papiertje
thuis gekregen
De heer K. de Boer: Ja, maar die van den heer
Hofstra.
De Voorzitter: Een week later, op 25, 26 en 27
October.
De heer K. de Boer: De heer Hofstra heeft eerst ge
zegd op Woensdag, Donderdag en Vrijdag en nu komt
hij met een ander voorstel.
De Voorzitter: Een week later dan Burgemeester en
Wethouders voorstellen.
De heer Lautenbach (wethouder): Wat de heer De
Boer zegt, om te vergaderen op 20, 21 en 22 October,
dat was mijn idee. Dan zouden wij daarmee tegemoet
komen aan het verzoek van den heer Hofstra; dan vielen
de vergaderingen op Woensdag, Donderdag en Vrijdag.
De Voorzitter: Bestaat er overwegend bezwaar tegen
18, 19 en 20 October Het lijkt mij het beste eenvoudig
de zaak in stemming te brengen met 27 menschen
wordt men het hierover toch nooit eens.
De heer Visser: Brengt U het voorstel-Hofstra in
stemming
De Voorzitter: Ja, om op 25, 26 en 27 October te
vergaderen. Ik doe dat ook, omdat ik mij vergewist
heb dat de voorzitters van de secties dan ook kunnen.
Het is niet alleen voldoende dat de leden dan kunnen,
maar de voorzitters van de secties moeten dan ook aan
wezig kunnen zijn. Dezen hebben tegen 25, 26 en 27
October geen bezwaar.
De heer Tiemersma: Mag ik dan even een amende
ment voorstellen op het voorstel-Hofstra Zooals dit
nu luidt, zal ik daar tegen stemmen, maar verandert de
heer Hofstra het in 26. 27 en 28 October, dan zal ik
voorstemmen. Dan houden wij in elk geval den Maan
dagavond vrij.
De Voorzitter: In overleg met de voorzitters van de
secties acht ik het 't beste, dat voorgesteld wordt den
26en, 27en en 29en October te vergaderen.