1
184 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 October 1926.
dat af en toe iemand het slachtoffer moet worden.
Spreker stelt zich niet op dat standpunt. De kwestie
met den heer Hoogenboom is ook onderzocht en toen
bleek wel dat deze op dat oogenblik schade had, maar
dat, als straks de brug klaar was, hij daarvan ook voor
deden zou ondervinden. Hier woog het eene tegen het
andere op. Spreker kan zich echter ook indenken dat
iemand schade lijdt en straks geen voordeden geniet.
Spr. zou zich daarom niet willen vastleggen voor de toe
komst door te zeggen: wij vergoeden eventueele schade
niet. Hij zou ieder geval op zichzelf willen blijven be
schouwen en dit niet als maatstaf of als richtsnoer willen
nemen voor de toekomst.
De heer Lautenbach (wethouder) zou de vraag willen
stellen of, toen het vorig jaar de St. Jacobsstraat van
een nieuw plaveisel is voorzien, al die winkeliers, die
daar geruimen tijd met een opgebroken straat hebben
gezeten, daarvan geen schade zouden hebben onder
vonden. Toch hebben zij daarvoor geen vergoeding ge
kregen en dat zou ook niet mogelijk zijn, want hoe zou
men dan niet vastloopen
In de tweede plaats zou spreker willen vragen zal
bij de onteigening, wanneer de rechtbank den onteige-
ningsprijs bepaalt, geen rekening worden gehouden met
de opmerkingen, die door den heer Hofstra zijn ge
maakt
De heer K. de Boer Ja zeker.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
4 (Agenda no. 5). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om aan J. en M. Lerk in erjpacht af te
staan een perceel bouwterrein aan de Zuidwestzijde
van den Stienserweg nabij de Leeuwrikstraat.
Dit voorstel luidt als volgt
Bij adres d.d. 23 Juni 1.1. wendden J. Lerk en M. Lerk,
alhier, zich tot ons College met het verzoek, een perceel
bouwterrein aan den Stienserweg nabij de Leeuwrik
straat in erfpacht te mogen ontvangen.
Na eenige voorafgaande besprekingen hebben wij de
adressanten met de gebruikelijke voorwaarden in kennis
gesteld en thans bericht ontvangen, dat zij deze aan
vaarden. De bedongen grondprijs is 9.per M-\, welk
bedrag voldoende kan worden geacht.
Onder overlegging van de op deze zaak betrekking
hebbende stukken geven wij U mitsdien in overweging
te besluiten
aan J. Lerk en M. Lerk, alhier, tot 31 December 1990
in erfpacht af te staan een perceel bouwterrein aan de
Zuidwestzijde van den Stienserweg en ten Zuidoosten
van de Leeuwrikstraat. ter breedte langs den weg ge
meten van 13 M., zooals op de bijbehoorende situatie-
teekening met een roode arceering is aangegeven, ter
grootte van ongeveer 390 M2., de juiste grootte nader
door een landmeter van het kadaster uit te meten, zulks
op de volgende voorwaarden
1. de canon wordt berekend naar een grondwaarde
van 9.per M2. en een rentevoet van 6 per jaar
2. de erfpachters moeten binnen tweemaal 24 uren,
nadat zij van de toewijzing in erfpacht kennis hebben
bekomen, een waarborgsom van 175.storten ten
kantore van het gemeentelijk grondbedrijf voor de nako
ming der voorwaarden, welk bedrag hun, na voldoening
daaraan, op aanvraag wordt teruggegeven
3. de rooiïng der te stichten gebouwen zal nader
door den dienst der gemeentewerken worden aange
geven
4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van
Burgemeester en Wethouders is overgedragen, mag
gedurende dien tijd bebouwing door derden niet plaats
vinden
5. de bepalingen betreffende de uitgifte in erfpacht
van bouwterreinen gelegen tusschen Oostersingel en
Cambuursterpad en toebehoorende aan de gemeente
Leeuwarden worden voor zoover mogelijk en met
het bovenstaande niet in strijd voor dezen afstand
in erfpacht van kracht verklaard.
De heer Fransen (wethouder): In verband met een
eventueele verbetering en verbreeding van den Stien
serweg en als gevolg daarvan een gewijzigd straten-
profiel, zal het niet onmogelijk zijn dat een gedeelte
trottoir, zooals dat is aangegeven op het vroeger inge
diende stratenplan van de vereeniging „Volkshuisves
ting" en door den Raad is vasgesteld, later door de
gemeente is overgenomen, ongeveer 2 M. zal moeten
worden teruggebracht. Wenschelijk is het daarom aan
de voorwaarden bij deze erfpachtsaanvrage, na sub 3,
toe te voegen „De gemeente heeft het recht om het
erfpachtsrecht van een strook van het bovenbedoelde
terrein, voorzoover meer dan 7 M. buiten de rooilijn aan
den Stienserweg gelegen, met een opzeggingstermijn
van een maand geheel of ten deele op te zeggen, in well!
geval de canon naar evenredigheid zal worden vermin
derd".
Namens Burgemeester en Wethouders stelt spreker
dit voor.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen-
j komstig het bij monde van den heer Fransen aangevulde
voorstel van Burgemeester en Wethouders.
5 (Agenda no. 6). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot verkoop aan P. Mook, alhier, van een
perceel bouwterein ten Zuidwesten van de Bleeklaan.
De Voorzitter Burgemeester en Wethouders stellen
voor dit punt nog een zitting aan te houden. Er is een
kwestie gerezen over dit terrein en waar het onmogelijk
is daarvan op dit oogenblik uitlegging te doen, willen
Burgemeester en Wethouders liever dit punt nog een
keer uitstellen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
6 (Agenda no. 7). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders rot verkoop aan de Vereeniging voor Volks
huisvesting van een strookje grond achter de Paarde-
straat.
Dit voorstel luidt als volgt
Bij de opmeting van de in erfpacht uitgegeven ter
reinen op den hoek van de Bleeklaan en den Gronin
gerstraatweg is gebleken, dat ten Zuiden daarvan nog
een driehoekig strookje grond, ter grootte van 16 M2.,
is overgebleven. Het bedoelde perceeltje, eigendom van
de gemeente Leeuwarden, wordt ten Oosten begrensd
door het perceel, vroeger kadastraal bekend sectie F
no. 3464, dat aan de Vereeniging voor Volkshuisvesting,
alhier, toebehoort, en is thans met laatstgemeld perceel
onder het kadastrale nummer 4122 van sectie F bekend.
Op de hierbij overgelegde teekening is het terreintje
met roode kleur aangegeven.
De genoemde vereeniging nu is bereid dit strookje
grond van de gemeente aan te koopen voor den prijs
van een gulden en de kosten, welke op de akte van
overdracht en de levering zullen vallen, voor hare reke
ning te nemen. Aangezien de gemeente bij het bezit van
dezen grond geen belang heeft, bestaat tegen verkoop
daarvan bij ons College geen bezwaar.
Onder overlegging van de betrekkelijke stukken,
geven wij U derhalve in overweging te besluiten tot
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 October 1926.
185
verkoop, tegen den prijs van 1.in totaal, aan de
Vereeniging voor Volkshuisvesting, gevestigd alhier,
van een strookje grond, gelegen ten Noorden van de
Paardestraat en op de bijbehoorende situatieteekening
in roode kleur aangeduid, zijnde een Noordwestelijk
gedeelte van het perceel, kadastraal bekend gemeente
Leeuwarden sectie F no. 4122, zulks onder voorwaarde,
dat de kosten, op de akte van overdracht en de levering
vallende, voor rekening van de koopster komen.
7 Agenda no. 8). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot ruiling van grond nabij het Oranje
waltje met A. de Jong, alhier.
Dit voorstel luidt als volgt
Het is in verband met den trottoiraanleg aan den Weg
naar Cambuur wenschelijk, dat de gemeente de beschik
king verkrijgt over een stukje grond, behoorende bij het j
kadastrale perceel sectie G no. 8502 en op de overge
legde teekening door een schuine arceering aangegeven,
om zoodoende een geleidelijke aansluiting van dat
trottoir met het Oranjewaltje te kunnen maken. Tot dit
doel zijn dezerzijds onderhandelingen gevoerd met de
toenmalige eigenaren van bedoeld stukje grond, ten
einde te geraken tot een ruiling daarvan tegen een ten
Noorden van het erf, behoorende bij hun huis, kadas
traal bekend sectie G no. 8502, gelegen terreintje der
gemeente. Het laatste is met kruisarceering op de over
gelegde teekening aangeduid.
De ruiling stuitte toen echter af op eene voorwaarde,
door de eigenaren gesteld, waarin niet kon worden ge
treden.
Thans is evenwel het eerstbedoelde terrein in andere
handen overgegaan en is de nieuwe eigenaar, A. de
Jong, bereid, tot de ruiling op de gebruikelijke voor
waarden mede te werken, mits daaruit voor hem geen
kosten voortvloeien.
Onder mededeeling, dat de werkzaamheden, aan de
hier besproken trottoirdoortrekking verbonden, door en
voor rekening van de gemeente zullen worden uitge
voerd, geven wij U, met verwijzing naar de ter visie
liggende stukken, mitsdien in overweging te besluiten
tot ruiling met A. de Jong, alhier, van een perceeltje
grond, gelegen aan de Oostzijde van het Oranjewaltje,
ter grootte van 6 M2., zijnde een Noordwestelijk ge
deelte van het kadastrale perceel sectie G no. 8502, op
de overgelegde teekening door een schuine arceering
aangegeven, tegen een aan de gemeente toebehoorend
perceeltje grond, groot 9 M2., gelegen onmiddellijk
ten Noorden van voormeld perceel G no. 8502, op de
teekening met kruisarceering aangegeven, zulks met
bepaling, dat de kosten der akte van ruiling en hare
overschrijving in de openbare registers komen ten laste
van de gemeente Leeuwarden.
8 (Agenda no. 9). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot verhuring aan W. Fahner te Blokzijl,
van het perceel Peperstraat no. 8.
Dit voorstel luidt als volgt
Van S. Sjoerdstra ontvingen wij het verzoek te willen
bevorderen, dat hij met ingang van 12 November a.s.
van de huur van het aan de gemeente toebehoorende
winkelhuis Peperstraat no. 8 wordt ontslagen en dat
de huur wordt overgedragen op W. Fahner, schoenhan
delaar, wonende te blokzijl, die bereid is, bovengenoemd
pand op gemelden datum in huur te aanvaarden.
Het winkelhuis Peperstraat no. 8 was, krachtens Uw
besluit van 12 Mei 1925 (Handelingen blz. 112), aan
vankelijk verhuurd aan de Maatschappij „de Noorder-
post" te Amsterdam, doch nadat deze het perceel in
Januari 1926, dus vóór het eindigen van de huurover
eenkomst had verlaten, hebben wij goedgevonden, dat
de huur van het pand met ingang van 22 Februari j.l.
door S. Sjoerdstra, voornoemd, werd overgenomen.
Mede gelet op de huurprijzen van andere perceelen in
de Peperstraat, meenden wij daarbij de huur, oorspron
kelijk 35.per week bedragende, nader op 25.
per week te moeten bepalen.
Er bestaat geen bezwaar, het huis thans, eveneens
voor 25.'s weeks, aan W. Fahner, voornoemd, te
verhuren ook de administrateur van het gemeentelijk
woningbedrijf kan zich met deze huuroverdracht veree
nigen.
Mitsdien geven wij U in overweging te besluiten voor
het tijdvak van 12 November 1926 tot en met 11 Mei
1929 aan Willem Fahner, te Blokzijl, te verhuren het
perceel Peperstraat no. 8, kadastraal bekend gemeente
Leeuwarden, sectie B no. 3485, tegen een huurprijs van
25.per week, zulks op de voor dergelijke verhu
ringen gebruikelijke voorwaarden.
9 (Agenda no. 10). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot beschikbaarstelling van gelden voor den
bouw van een veeloods enz. op het terrein van het open
baar slachthuis.
Dit voorstel luidt als volgt
Zooals uit het ter visie liggende rapport d.d. 2 Juni
j.l. van den Directeur van het Openbaar Slachthuis
blijkt, is het wenschelijk om op het terrein van het
slachthuis, tusschen de slachthal en den stal voor groot
vee, een eenvoudige veeloods te bouwen. De thans be
schikbare stalruimte is n.l. onvoldoende, om, behalve
het slachtvee voor binnenlandsche consumptie, ook nog
dat, bestemd voor export, te bergen.
Wij hebben daarom den Directeur der Gemeente
werken opgedragen, in overleg met den Directeur van
het Openbaar Slachthuis, hiervoor een plan met kosten
berekening in te zenden en hem spoedshalve gemach
tigd voor dit werk prijsopgave te vragen.
In de begrooting zijn tevens opgenomen de kosten
voor het maken van eenige bakken voor huiden, ter zijde
van den Westelijken ingang van het slachthuis voor
groot vee, benevens een geringe uitbreiding van de be
staande bestrating. Met inbegrip der algemeene kosten
worden de totale uitgaven, met de uitvoering van het
onderhavige werk gemoeid, geraamd op rond 2970.
Op grond van het bovenstaande geven wij 0 in over
weging, ten behoeve van den bouw van een veeloods
op het terrein van het Openbaar Slachthuis, het maken
van bakken voor huiden en het uitbreiden van de be
strating aldaar, een en ander overeenkomstig het hierbij
overgelegde plan, een bedrag van 2970.-— te onzer
beschikking te stellen.
10 (Agenda no. 11). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot wijziging van het raadsbesluit van 10
Februari 1925, voor zooveel betreft het in gebruik
geven van een barak nabij de Engelschestraat aan de
„Nederlandsche Vereeniging voor Practische Werkver
ruiming en Hulpverleening".
Dit voorstel luidt als volgt
Ingevolge Uw besluit van den lOden Februari 1925
no. 59r/43 werd een sindsdien van het Rijk aangekochte
barak c.a. nabij de Engelschestraat in bruikleen afge
staan aan de Nederlandsche Vereeniging voor Prac
tische Werkverruiming en Hulpverleening, ten einde
daarin een Tehuis voor Onbehuisden en een inrichting
voor werkverruiming te vestigen.
Blijkens een bijvoegsel tot de Nederlandsche Staats
courant van 11 en 12 Juni 1.1. no. Ill zijn bij Koninklijk
besluit van 15 Mei 1926 no. 25 goedgekeurd de statuten
der vereeniging: Leeuwarder Tehuis voor Dakloozen
„Practische Hulp", gevestigd te Leeuwarden, welke