198 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 November 1926.
nos. 8 en 10, voorzoover dit gedeelte is gelegen vóór
de lijn, waarin de gevels van die panden zijn gelegen,
zijnde de steeg c.a. kadastraal bekend alsvoren no.
3521
5. de Roomsch-Katholieke Kerk van den Heiligen
Bonifacius en gezellen, alhier, de stoep, gelegen voor
de panden aan de Voorstreek nos. 12 en 14, kadastraal
bekend alsvoren nos. 2891 en 3523
6. H. Marcus te Apeldoorn, de stoep, gelegen voor
het pand aan de Voorstreek no. 18, kadastraal bekend
alsvoren no. 392
7. de N. V. Eerste Maatschappij voor grondstoffen
voor de hoedenindustrie, gevestigd te Rotterdam, de
stoep, gelegen voor het pand aan de Voorstreek, no. 20,
kadastraal bekend alsvoren no. 2989
8. I. Speijer, alhier, de stoep, gelegen voor het pand
aan de Voorstreek no. 22, kadastraal bekend alsvoren
no. 2988
9. J. J. Slauerhoff en T. Slauerhoff, alhier, de stoep,
gelegen voor het pand aan de Voorstreek no. 26, kadas
traal bekend alsvoren no. 3412,
onder bepaling, dat uit de overdracht voor de tegen
woordige eigenaren geen kosten voortvloeien, het uit
komende materiaal desverlangd hun eigendom zal blij
ven en de werkzaamheden, die tengevolge van den
trottoiraanleg aan de gevels der gebouwen noodig zijn,
voor rekening der gemeente komen
B. de onder A bedoelde perceeltjes grond te be
stemmen voor den publieken dienst.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethou
ders sub 39 (agenda sub 410).
10 (Agenda no. 11). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot beschikbaarstelling van gelden voor
den aankoop van een tractor en zes aanhangwagens
ten behoeve van den dienst der gemeentereiniging.
Dit voorstel luidt als volgt
Ten behoeve van de verplaatsing van een deel van
het bedrijf der Gemeentereiniging werd bij Uwe be
sluiten van 10 Juli 1923 no. 2522/131 en 22 April 1924
no. 136R/62 een crediet verleend van 290.000.
waarvan 30.000.bestemd was voor den aankoop
van materiaal. Uit laatstgenoemd bedrag zijn bestreden
de kosten van aanschaffing ad 28.803.70 van twee
autotractors met zes aanhangwagens voor den tonnen-
dienst, waardoor voor een gedeelte van dezen dienst de
autotractie kon worden ingevoerd.
Deze wijze van vervoer heeft, blijkens de overgelegde
rapporten van den Directeur der Gemeentereiniging,
geheel aan de verwachtingen beantwoord, zoodat het
wenschelijk is haar ten spoedigste voor den geheelen
tonnendienst in te voeren. Hierdoor wordt een econo
mischer werkwijze verkregen en de mogelijkheid geo
pend alle faecaliën naar het nieuwe terrein te brengen.
Voor den geheelen dienst zijn drie tractors en twaalf
aanhangwagens noodig aangeschaft moeten derhalve
nog worden één tractor en zes aanhangwagens, waar
mede een bedrag van ongeveer 21.200.zal zijn
gemoeid.
Met inbegrip van het bovenvermelde bedrag van
28.803.70 beloopen de kosten van aanschaffing van
het benoodigde materiaal derhalve ongeveer 50.000.-,
zoodat het toegestane crediet met 20.000.zou
moeten worden verhoogd.
In overeenstemming met het advies der Commissie
voor de Gemeentereiniging en onder overlegging van de
stukken, geven wij Uwe Vergadering mitsdien in over
weging voor den aankoop, ten behoeve van den dienst
der Gemeentereiniging, van een tractor en zes aanhang
wagens, een bedrag van 20.000.— beschikbaar te
stellen.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Oosterhoff wil beginnen met de verklaring
af te leggen dat hij zijn stem zal uitbrengen voor dit
voorstel, om de eenvoudige reden dat, nu we eenmaal
a en b hebben gezegd, wanneer dat van ons wordt ge
vraagd, het ook noodig zal wezen de verdere letters
van het alphabet te noemen.
Spreker doet dat echter toch met eenigen tegenzin en
hij wenscht dan ook aan zijn verklaring een opmerkin»
vast te hechten, n.l. deze, dat hij de manier, waarop
deze zaak nu weder wordt behandeld, niet kan toe
juichen.
Er is door den Raad, in zijn vergadering van Juli
1923, een principieel besluit genomen omtrent de wijze,
waarop de reinigingsdienst zou worden ingericht het
betrof de verplaatsing van het aschland en de moder
niseering van het bedrijf en het is genomen naar aanlei
ding van een zeer uitvoerig rapport van den Directeur
van de Reiniging, die daarin een uiteenzetting heeft ge
geven hoe naar zijn meening de Reinigingsdienst zou
moeten worden ingericht en daarbij tevens een kosten
berekening heeft gegeven, die daar op neer kwam, dat
de verplaatsing en de bouw van het nieuwe aschland
230.000.zou kosten en dat bovendien nog noodig
zou zijn voor aanschaffing van nieuw materiaal een be
drag van 35.000.De Directeur heeft daar toen uit
drukkelijk bij verklaard dat daaronder niet begrepen
waren de kosten, noodig voor verandering van het be
staande aschland; spreker zou dus zeggen dat uit die
mededeeling door den Raad de gevolgtrekking mocht
worden gemaakt dat alle andere kosten wel waren be
grepen onder die 265.000.Dat bleek ook wel uit
de wijze, waarop de Directeur de zaak aan den Raad
voorstelde; hij schreef, nadat hij eerst had meegedeeld
dat de aanbouw en verplaatsing 230.000.zou
kosten, het volgende
„Evenwel zal, om den grooteren afstand bij het
vervoer der faecale stoffen te overwinnen, nieuw ma
teriaal moeten worden aangeschaft ten bedrage van
35.000.Tegenover deze aanschaffing van nieuw
materiaal staat echter een afschaffing van bestaand
materiaal, ten bedrage van pl.ni. 5000.(afschaf
fing van 2 ijzeren pramen, 7 tonnenwagens, 5 paar
den, pl.m. 600 privaattonnen)
Daaruit en uit de mededeeling dat onder de genoemde
kosten niet begrepen waren de kosten van verandering
van het bestaande terrein, mocht de Raad dus de ge
volgtrekking maken dat men er hiermee geheel af was.
De Directeur heeft toen ook een soort exploitatiere
kening gegeven, waaruit zou moeten blijken dat de be
zuiniging, die zou worden ingevoerd, zou opwegen tegen
de meerdere kosten, bestaande uit meerdere rente en
afschrijving van stichtingskosten en van die voor aan
schaffing van materiaal.
Nu zou spreker niemand absoluut willen houden aan
het bedrag, dat bij de raming is aangegeven hij kan
zich heel goed voorstellen dat, wanneer het tot een aan
besteding komt, men mee- of tegenvallers kan krijgen.
Maar er is op dit besluit gevolgd een besluit van April
1924, waarbij het bedrag voor het aschland is verhoogd
met 30.000.omdat verschillende zaken waren ver
geten, verschillende ramingen moesten worden verhoogd
en verschillende materialen hooger in prijs waren dan
waarop bij de raming was gerekend.
De Raad heeft die verhooging geaccepteerd dat
was de b en daarmee is meteen te niet gedaan de
verklaring van den Directeur, dat de besparing zou op
wegen tegen de meerdere kosten; wij kregen daardoor,
naar de eigen berekening van den Directeur, aan rente
en aflossing meer 1900.ten nadeele van de exploi
tatie.
Thans krijgen wij opnieuw de mededeeling dat het
crediet van 35.000.voor materiaal nog weer moet
worden verhoogd met 20.000.—, waaruit spreker
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 November 1926. 199
blijkt dat die 35.000.nooit voldoende is geweest
voor de aanschaffing van het volledig materiaal maar
slechts voor de helft daarvan en dat wij dus nu komen
aan de tweede helft. Deze verhooging zal, zooals de
Directeur ook zelf becijfert, voor 1927 de rente en aflos
sing verhoogen met een bedrag van 1600.
Nu zou spreker er nog het zwijgen toe hebben gedaan
en niets hebben gezegd, als inderdaad was gebleken dat
erop de reiniging zelf zoodanig was bezuinigd, dat men
wel wat meerdere uitgaven aan rente en aflossing kon
doen, zonder dat daardoor de schaal uit het evenwicht
ueraakte. Dat is echter absoluut niet het geval. Spreker
heeft met groote verbazing gezien dat, waar voor 1926
voor autotractie en onderhoud paarden en materiaal
J3.700.is geraamd, voor 1927 daarvoor is uitge
trokken 16.200.zoodat dus de toestand nu zoo is,
dat de autotractie geen bezuiniging maar een vermeer
dering van kosten meebrengt. Als men verder alle uit
gaven van de Reiniging nagaat, blijkt, dat van 1921 tot
?925 een zeer belangrijke daling van het verlies heeft
plaats gevonden, n.l. van 278.000.tot 213.000.
terwijl er juist de laatste 2 jaren een toename is van
32.000.en 36.000.zoodat men niet alleen geen
oogenblik kan bemerken dat door invoering van het
nieuwe systeem de uitkomsten gelijk zijn gebleven, maar
men integendeel moet constateeren dat de uitgaven be
langrijk zijn gestegen.
Spreker memoreert dit, omdat hij het systeem, dat
teil opzichte van de behandeling van deze zaak is ge
volgd, niet juist acht. Hij vindt dat, als de Raad besluit
tot het bouwen of uitvoeren van nieuwe werken, hij dan
zóó moet zijn voorgelicht, dat hij volkomen weet wat
hij doet en dat er geen voorstellingen moeten worden
gegeven, die den indruk wekken dat de zaak geen kos
ten voor de gemeente zal meebrengen, maar dat het on
geveer gelijk blijft, terwijl achterna bij allerlei supple-
toire aanvragen verhoogingen noodig blijken. Spreker
zou zich kunnen voorstellen dat er raadsleden zijn, die
hier 250.000.voor over hadden, maar die, als zij
hadden geweten dat het b.v. 300.000 - of 400.000.-
zou moeten kosten, zouden hebben gezegd: dan stem
ik er tegen.
Spreker wil hiermee niet zeggen dat zooiets moed
willig gebeurt, maar het wijst toch in elk geval op niet
voldoende ernst bij het maken van een begrooting voor
dergelijke werken.
Spreker zal hier niet tegen stemmen omdat, nu wij
op dezen weg zijn, wij verder moeten gaan, maar hij
zou toch aan Burgemeester en Wethouders willen vra
gen of het geen aanbeveling zou verdienen den Direc
teur er op te wijzen dat er begrootingen dienen te wor
den gemaakt, waaraan de Raad ook inderdaad houvast
heeft.
De heer B. Molenaar wil beginnen met te verklaren
dat hij een groot deel van wat de heer Oosterhoff heeft
gezegd, kan onderschrijven. In bijlage no. 17 van 1923
is een crediet aangevraagd van 230.000.en daarin
is ook opgenomen 35.000.voor autotractie, waar
tegenover stond het afschaffen van ander materiaal en
privaattonnen, zoodat er 30.000.voor rollend mate
riaal overbleef.
Waar in bijlage 17 de reorganisatie van de Reiniging
is besproken, kan men zeggen dat voor dat bedrag de
geheele dienst behoorlijk gereorganiseerd kon worden.
Nu is in April 1924 gevraagd het crediet met 30.000-
te verhoogen, maar spreker meent dat dit zijn oorzaak
hierin heeft gevonden dat indertijd eerst de begrooting
door de Reiniging zelf is opgezet, maar dat later het
werk in handen is gekomen van Openbare Werken en
dat toen verschil van inzicht omtrent het reorganisatie
plan en den bouw en verbouw hiertoe hebben geleid.
Iets anders is, dat wij nu opnieuw een aanvraag krij
gen om het bedrag voor rollend materiaal met 20.000-
te verhoogen. Spreker zal zich daartegen niet verzetten,
maar hij wil wel een paar vragen stellen.
Wat gebeurt er nu feitelijk Wij hebben hier een
raadsbrief, waarin wordt aangevraagd het crediet met
20.000.te verhoogen, waarvoor dan zullen worden
aangeschaft 1 tractor en 6 aanhangwagens. Nu hebben
er een 3-tal adviezen van den Directeur van de Reini
ging bij den raadsbrief ter visie gelegen het kan zijn
dat er meerdere stukken zijn, maar die lagen niet in de
portefeuille n.l. een van November 1925, waarin de
Directeur op invoering van autotractie aandringt, een
herhaling van dat verzoek van 12 Januari 1926 en een
schrijven van 19 Augustus 1926, waarin de Directeur
met klem betoogt dat 1 tractor en 6 aanhangwagens
onvoldoende zijn en waarin hij aan Burgemeester en
Wethouders vraagt ten spoedigste toestemming te ge
ven tot verdere doorvoering van de autotractie, n.l. door
aankoop van 2 tractors en 6 aanhangwagens.
In het advies van de commissie van bijstand voor de
Reiniging, dat ook bij de stukken lag, wordt o. m. ge
zegd dat de commissie zich met het advies van den
directeur volkomen kan vereenigen en dat zij dus ook
adviseert tot het aanschaffen van 2 tractors en 6 aan
hangwagens en nu wordt in dit schrijven van Burge
meester en Wethouders een crediet aangevraagd voor
aanschaffing van 1 tractor en 6 aanhangwagens, terwijl
ook in dat schrijven staat dat er thans zijn 2 tractors
en 6 aanhangwagens.
Nu is het mogelijk dat er brieven uit de portefeuille
missen spreker weet dat niet maar in elk geval
zal een ieder van gevoelen zijn dat dit zoo helder is als
koffiedik. Spreker zou daarom graag willen dat er eerst
van de tafel van Burgemeester en Wethouders nog na
dere inlichtingen over deze zaak werden gegeven, hoe
en wat er is en wat werkelijk voor een volledige tractie
nog zal moeten worden aangeschaft.
De heer Dijkstra zou een korte opmerking willen
maken. De vraag, die de heer Oosterhoff doet, is hem
niet geheel onbekend; een van de belangrijkste bedra
gen vindt zijn oorzaak in een belangrijke wijziging,
doordat eerst,zoo en later tot een paalfundeering is be
sloten. Dit verklaart vrijwel al het bedrag van
30.000-, waarmee de begrooting oorspronkelijk is
verhoogd.
Het punt, dat spreker heeft getroffen als lid der com
missie voor de Reiniging, is echter dat hier maar wordt
aangevraagd 1 tractor. Waar de commissie in haar ver
gadering van 4 October heeft besproken de aanvraag
van den Directeur om nog 2 tractors en 6 aanhangwa
gens aan te schaffen en de commissie het college daarop
goedgunstig heeft geadviseerd, daar doet het eigenaar
dig aan, dat in dezen raadsbrief wordt gesproken van
1 tractor. Spreker acht dan ook eenige verklaring daar
omtrent wel gewenscht.
De heer Lautenbach (wethouder) wil eerst de alge
meene opmerking, die is gemaakt, zoowel door den
laatsten als door den voorlaatsten spreker, beantwoor
den. Er is een crediet van 30.000.toegestaan voor
aanschaffing van 2 tractors en 6 aanhangwagens en nu
heeft het college besloten, nadat de Raad dit crediet
had toegestaan, om eerst één tractor met 6 aanhang
wagens aan te schaffen, opdat men de wijze van werken
zou kunnen zien en eerst proefondervindelijk zou kun
nen blijken of men inderdaad kreeg wat men verwachtte.
Die proef is nu volgens den Directeur schitterend
geslaagd; in geen enkel opzicht hebben tractor en aan
hangwagens het laten zitten; de proef is dus uitstekend
uitgevallen. Van het crediet van 30.000.dat de
Raad had verleend, kon echter nog een tweede tractor
worden aangeschaft en toen inderdaad bleek dat de
tractor in alle opzichten voldeed, is ook de tweede trac
tor gekocht.
Nu is er een vergadering van de commissie gehouden,