tinteling tan Maandag 22 Hnvember 1926.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 22 November 1926. 207
Tegenwoordig aanvankelijk 22, later 23 leden, te
Veten: de heeren M. Molenaar, Fransen, Lautenbach,
Posthuma, Tiemersma, B. Molenaar, K. de Boer, Muller,
Hooiring, Visser, Oosterhoff, mevrouw BuismanBlok
Wijbrandi, de heeren Weima, O. F. de Vries, IJ. de Vries,
Van der Schoot, Botke, Beekhuis, Van der Veen, Hofstra,
Dijkstra en Westra, later de heer Koopmans.
Afwezig 4 leden, waarvan met kennisgeving de
heeren Cohen en H. de Boer, zonder kennisgeving de
heeren Wölcken en Scheltenia.
Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma,
Burgemeester.
1. Wordt medegedeeld
1. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd de
Raadsbesluiten d.d. 26 October 1.1. tot verhuring van het
winkelhuis Peperstraat no. 8, afstand in erfpacht van
bouwterrein aan den Stienserweg, verkoop van grond
nabij de Paardestraat, garant-verklaring voor een geld-
leening der N. V. Intercommunale Waterleiding Gebied
Leeuwarden
2. bericht van mevr. C. F. baronesse van Harinxma
thoe Slooten, dat zij de benoeming tot lid der commissie
van beheer over het Stads-Ziekenhuis aanneemt;
3. rapport omtrent de verbrandingswaarde van het
menggas der gemeentelijke gasfabriek van 3 October
toten met 13 November 1.1.
De mededeelingen sub 13 worden voor kennis
geving aangenomen.
4. beschikking van Gedeputeerde Staten dezer pro
vincie, waarbij met vernietiging in zooverre van het
Raadsbesluit d.d. 10 November 1925 het bedrag der
vergoeding ex art. 101, 8e lid der Lager Onderwijswet
1920, waarop het bestuur der Vereeniging voor Christe
lijk Schoolonderwijs voor de school Margaretha de
Heerstraat no. 1 over de jaren 1922 en 1923 aanspraak
heeft, nader is vastgesteld op 9972.91, terwijl de Raad
dat bedrag bepaalde op 9211.51.
Wordt voorgesteld van deze beschikking in beroep
te gaan voor zoover de gemeente in het ongelijk is
gesteld, behalve wat betreft de uitkeering voor vak
onderwijzers.
De Voorzitter merkt op dat, zooals de leden zullen
hebben gezien, de gemeente op verschillende punten
door Gedeputeerde Staten in het ongelijk is gesteld.
Wat de kosten voor de vakonderwijzers betreft, kunnen
Burgemeester en Wethouders er zich mee vereenigen,
dat daarvoor ook wordt betaald, maar wat de andere
punten betreft, stellen zij voor in beroep te gaan. Finan
cieel heeft deze zaak niet zooveel om 't lijf; 't gaat hier
meer om de principieele kwestie. O. a. gaat het hier
om een bedrag van 10.voor het lidmaatschap van
den Schoolraad. Burgemeester en Wethouders meenen
dat de gemeente niet verplicht is dat bedrag te betalen,
Gedeputeerde Staten zeggen echter van wel en daarom
stellen Burgemeester en Wethouders voor in beroep te
gaan.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Posthuma wil over deze zaak niet gaan
discusseeren, maar waar hij met het besluit van Gede
puteerde Staten accoord kan gaan, vraagt hij stemming
over het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
De heer Westra zal voor het voorstel van Burge
meester en Wethouders stemmen op grond waarom ook
dit voorstel is gedaan, n.l. omdat wij dan over dit geval,
dat misschien twijfelachtig is, een uitspraak in hoogste
instantie zullen krijgen.
De heer Hofstra staat ook op hetzelfde standpunt als
de heer Westra, maar kan niettemin iets voelen voor
de gedachte van den heer Posthuma om stemming te
vragen, opdat zal kunnen blijken hoe de leden denken
over het besluit van Gedeputeerde Staten. Als men in
hooger beroep gaat, zou men dat moeten doen om deze
gelegenheid aan te grijpen om de zaak voor dezen keer
te doen uitmaken, maar als het dan eenmaal uitgemaakt
is, zal men straks die gedragslijn niet weer moeten
volgen.
De heer K. de Boer: Dat gebeurt toch nooit
De Voorzitter wil zich aansluiten bij hetgeen de heer
De Boer zegt: dat gebeurt toch nooit. Er is nóg een
punt bij, waarmee Burgemeester en Wethouders het ook
niet eens zijn, maar er is reeds een besluit, waarbij
Burgemeester en Wethouders van Dordrecht omtrent
datzelfde punt in het ongelijk zijn gesteld. Dat is dus
al uitgemaakt en daarnaar wenschen Burgemeester en
Wethouders zich ook te gedragen. Omtrent de andere
punten heeft het college echter nog geen uitspraak
kunnen vinden en dus zal het misschien ook nog in het
algemeen belang zijn, wanneer daarover dezerzijds een
uitspraak wordt uitgelokt.
De heer IJ. de Vries meent toch te hebben gelezen
dat de contributie voor den Schoolraad door den Mi
nister is toegestaan als vallende onder de uitgaven, die
de gemeente moet vergoeden. Hij meent te hebben ge
lezen dat een gemeente ten opzichte daarvan in het
ongelijk is gesteld.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met 20 tegen 2 stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Voor stemmen: de heeren Beekhuis, Van der Veen,
Hofstra, Dijkstra, Westra, M. Molenaar, Fransen, Lau
tenbach, Tiemersma, B. Molenaar, K. de Boer, Muller,
Hooiring, Visser, Oosterhoff, mevrouw BuismanBlok
Wijbrandi, de heeren Weima, O. F. de Vries, Van der
Schoot en Botke.
Tegen stemmen: de heeren Posthuma en IJ. de Vries.
5. adres van het bestuur van de Leeuwarder School-
vereeniging om uit de gemeentekas gelden toe te staan
voor de daarbij bedoelde leermiddelen, den aanleg van
electrisch licht, water-closets, enz.
De Voorzitter stelt namens Burgemeester en Wet
houders voor op grond van de wet te besluiten mede
werking te verleenen, om dan later te zien of er ook
nog iets minder dan het gevraagde kan worden gedaan.
Het voorstel is dus, formeel tot medewerking te be
sluiten.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
6. adres van D. Rauwerda, alhier, om hem wegens
de bebouwing van het terrein naast zijn perceel Tjerk
Hiddesstraat no. 7 alsnog eene schadeloosstelling toe
te kennen;
7. adres van J. W. Merkelbach te Zeist, om hem
voor een te exploiteeren autobusdienst in deze gemeente
van gemeentewege een opbrengstcijfer van 24.4 cent per
K.M. gedurende een tijdvak van 3 jaren te garandeeren;
8. adres van het bestuur van het Diaconessenhuis,
alhier, om ten behoeve van de uitbreiding dier inrichting
garantie te verleenen voor de betaling van een rente
ad 41/2 van het kapitaal ad 400.000.en van een
annuïteitsaflossing gedurende 40 a 50 jaren;
9. adres van de tuberculose-commissie van het
Friesche Groene Kruis om ten behoeve van de inrichting
van een district-bureau voor de bestrijding der tuber
culose de daarvoor benoodigde lokalen beschikbaar te
stellen.