332 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 22 November 1926 Voortzetting der vergadering op Maandag 29 November 1926. na te leven. Spreker zou dus zeggen dat de Raad het volgend jaar eventueel maar eens de hand moet houden aan deze bepalingen en de raadgeving, die in het Ver slag van Rapporteurs is gegeven, maar eens moet op volgen. De beraadslagingen worden gesloten. Voigno. 269 wordt uitgetrokken op 500.en dien overeenkomstig vastgesteld. Voigno. 270 wordt onveranderd vastgesteld. Voigno. 271. Subsidie aan het bestuur van het Diaconessenhuis te Leeuwarden 3000. De beraadslagingen worden geopend. De heer K. de Boer heeft verleden jaar bij dezen post een opmerking geplaatst, die betrekking had op een advertentie, waarin stond dat alleen personen van een bepaalde richting bij de onderhoudswerken voor het Diaconessenhuis mochten inschrijven. Burgemeester en Wethouders hebben toen toegezegd dat zij deze inrich ting om inlichtingen zouden vragen en die zijn nu inge komen en bij de begrooting overgelegd. Spreker had dat schrijven niet gezien en nu werd hem vanuit dezen Raad meegedeeld, dat er een nietszeggend schrijven was inge komen; spreker gelooft echter dat in verband met zijn vraag kan worden gezegd dat een a//cszeggend schrijven is ingekomen. Hij wil het even voorlezen, het luidt als volgt „In antwoord op Uwe missive d.d. 1 Juni 1926, no. 487, heeft het bestuur van het Diaconessenhuis de eer ter kennis van Uw college te brengen, dat in derdaad bij eene aanbesteding vanwege onze instel- iing de eisch is gesteld, dat alleen personen van protestantsche richting kunnen inschrijven. Dit neemt niet weg, dat doel en streven van het Diaconessenhuis is, om personen van iedere gods dienstige richting zonder onderscheid ter verpleging op te nemen en ieder, onverschillig van welke ge zindte, met dezelfde liefde, zorg en toewijding te ver plegen. Waar instellingen van allerlei aard van verschil lende godsdienstige richting natuurlijk 't meest ge neigd zijn, om aan personen van de eigen richting werkzaamheden, leveranties enz. op te dragen, daar kan 't niet anders dan een gunstigen indruk maken, dat het bestuur van het Diaconessenhuis dat niet ver heimelijkt, doch er openlijk voor uitkomt. Hoe gemakkelijk ware het niet om b.v. eene aan besteding te doen houden zonder eenigerlei beperking van de gegadigden en dan bij de definitieve toewij zing toch een geloofsgenoot gelukkig te maken. Het bestuur van het Diaconessenhuis vertrouwt, dat Uw College en Uw Raad deze opvattingen zal deelen, althans eerbiedigen." Wat is de korte inhoud van dit stuk? In de eerste plaats dat bij de verpleging niet wordt gelet op eenigerlei richting spreker zou haast zeggen: dat moest er ook nog bij komen maar in de tweede plaats in zeer dui delijke woorden, dat bij leveranties, enz. enz. wel op de richting wordt gelet. Uit deze mededeeling van het bestuur van het Diaco nessenhuis is dus komen vast te staan, dat deze inrich ting niet is een neutrale inrichting en in dat verband moet spreker bezwaar maken, als het bestuur niet een j anderen weg wil opgaan, een gemeentelijk subsidie te verleenen. De gemeente mag niet dulden dat met geld van de gemeente bevoorrechting want dat is het toch plaats heeft van bepaalde ingezetenen der ge meente. Spreker stelt zich de zaak zoo voor dat, als er een inschrijving wordt gehouden en een Katholiek leveran cier zou de laagste zijn, dan zou de leverantie niet aan dezen worden gegund, maar dan zou er bevoorrechting plaats hebben van een ander, die hooger inschreef. Dat mag, naar sprekers meening, bij het verleenen aan zoon inrichting van subsidie, niet gebeuren, omdat men anders goedkooper kan exploiteeren. Spreker zal er verder niets meer van zeggen, maar hij hoopt dat Bur gemeester en Wethouders de gelegenheid zullen vinden en in staat zullen zijn het bestuur van het Diaconessen huis in een andere richting te drijven. De heer Visser heeft ook bij dit punt het woord ge vraagd en onderschrijft ten volle wat de heer De Boer heeft gezegd. Hem dunkt ook dat, als men dit subsidie aanvaardt, men ook de gelegenheid moet geven aan de gemeentenaren om in te schrijven, enz. Spreker wil wel verklaren dat het Bonifacius Hospitaal geen subsidie ontvangt, maar wèl leveranciers heeft onder mensclien van niet-Katholieke richting en dat die inrichting niet op dit enge standpunt staat, dat slechts een gedeelte van de gemeentenaren kunnen mededingen naar de leveranties, terwijl alle gemeentenaren bijdragen in het subsidie, dat hier wordt verleend. De heer Weima stelt zich op het standpunt van den heer De Boer, maar waar hij niet goed heeft begrepen wat deze wil, zou hij willen vragen: wenscht de heer De Boer het subsidie te handhaven of niet? De heer K. de Boer; Ik zou willen voorstellen dezen post aan te houden, totdat wij daaromtrent zekerheid hebben gekregen. De Voorzitter: lk zie eerlijk gezegd niet precies de manier, waarop hierin klaarheid moet worden gekregen. Zou U wenschen dat het bestuur van het Diaconessen huis officieel schrijft een verklaring, dat het geen on derscheid zal maken in zijn geheel beheer, van welke religie men ook is Zou U die positieve verklaring willen hebben De heer K. de Boer: Ja. De Voorzitter: En als die verklaring niet zou inkomen, dan zoudt U tegen dit subsidie zijn. De heer K. de Boer: Ja. De Voorzitter: Ja, dat is dan het gevolg. De heer Beekhuis (wethouder) gelooft toch niet dat wij dit zoo maar even bij stemming kunnen uitmaken; wij moeten de gevolgen ook overzien. Spreker stelt zich voor dat het bestuur van het Diaconessenhuis niet zal ingaan op het standje, dat hem van wege den Raad zou worden uitgedeeld en dat het geen beterschap zal be loven. Men zou dat schriftelijk moeten doen, zooals is gezegd, maar spreker veronderstelt dat het bestuur daarop niet zal willen ingaan. Nu is er gezegd dat dan het subsidie wordt ingehouden, maar spreker wil er op wijzen dat men niet moet vergeten dat de gemeente nog heel wat andere relation heeft met het Diaconessen huis dan alleen het subsidie dat wij geven, dat wij niet alleen aan die inrichting een subsidie geven, maar dat de gemeente van die instelling voor veel grooter som men profiteert door het daar doen opnemen van allerlei patiënten en ook nog op andere wijzen. Het komt spr. voor dat deze zaak veel ernstiger is dan dat men aan een gewone vereeniging, die wordt gesubsidieerd, een standje geeft en hij acht het daarom gevaarlijk in te gaan op het denkbeeld om aan het bestuur een bepaal den eisch te stellen. De heer Posthuina wil zich heel graag scharen aan de zijde van hen, die hebben uitgesproken dat de han delwijze van het bestuur van het Diaconessenhuis ver Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 22 November 1926. 333 Voortzetting der vergadering op Maandag 29 November 1926. keerd is geweest. Echter is dat heel iets anders dan dat hij zoo maar zonder meer zou stemmen voor het voor stel, zooals dat is geformuleerd door den heer De Boer. Spreker wil wel zeggen dat hij heel blij is dat de wet houder van Financiën heeft gezegd: weest voorzichtig, trant men treft met het inhouden van het subsidie mis schien niet de instelling maar meer de patiënten. Als nu het voorstel van den heer De Boer blijft be staan, weet spreker niet hoe hij zijn stem moet bepalen. Kan het niet uitgesteld worden of kan het niet zoo, dat de heer De Boer het intrekt en dat door den Raad aan het college wordt verzocht, in verband met de hier ge houden besprekingen, met het bestuur te correspon- deeren en te confereeren? Mogelijk dat er dan een ant woord komt dat beter bevredigt dan het huidige ant woord. De heer IJ. de Vries merkt op dat de heer De Boer de zaak een beetje heel eigenaardig stelt. Spreker zou deze vraag willen stellen. Hij meent dat de exploitatie van het Diaconessenhuis 135.000.a 140.000.per jaar bedraagt. Als men nu een dergelijke vraag stelt aan het bestuur van die inrichting, zooals de heer De I Boer meent dat die behoort te worden gesteld, meent I deneer De Boer dan: dat bestuur zal zich voor 3000.- I per jaar onderwerpen aan zijne meening De heer I De Boer zou zelf zeggen: dank je wel, ik wil mijn eigen I meening houden. Spreker stelt zich dan ook voor, dat I op deze wijze het contact tusschen de gemeente en het I Diaconessenhuis niet zou worden gediend. Men zal I daar dan zeggen: wij danken hartelijk voor dat subsidie, I wij willen onze vrijheid behouden en wij laten ons niet I de wet voorschrijven hoe wij zullen handelen. Het komt spreker dan ook voor, dat men met het I voorstel van den heer De Boer een geheel verkeerde richting zou uitgaan. Het bestuur heeft eerlijk meege deeld hoe het er over denkt en het bestaat uit menschen niet ruggegraat en met kennis, die niet zoo maar terug treden. Wij zouden hier dus krijgen een conflict tusschen een deel van het gemeentebestuur en het bestuur van J het Diaconessenhuis en is dat wel in het belang van j de ziekenverpleging? Spreker gelooft van niet. Het komt j hem voor dat de heeren zullen zeggen: dan doen wij j II afstand van het subsidie, want wij willen vrij blijven. Mevrouw Buisman—Blok Wijbrandi zou het jammer vinden als deze kwestie werd aangehouden. Zou het niet zoo kunnen, dat dit subsidie wordt toegestaan, met verzoek aan het bestuur dat dit rekening zal houden met de discussies, die hier in den Raad zijn gehouden? Spreekster heeft ook den indruk gekregen dat het schrij ven van het bestuur heel eerlijk is, dat het precies heeft geschreven, zooals het idee van het bestuur is. Maar als het werkelijk bemerkt dat in de gemeente daartegen een groote tegenkanting bestaat, stelt spreekster zich voor, dat het bestuur wel een ruimer standpunt zal in nemen, dat het in het vervolg niet meer dergelijke ad vertenties zal plaatsen en dat het ook de toepassing bij leveranties ruimer zal maken dan op het oogenblik. De heer Van der Schoot merkt op dat er in de sectie vergadering ook over deze kwestie is gesproken. Hij kan met het laatste, wat is gesproken door mevrouw Buisman, volkomen meegaan. Het antwoord, dat wij nu hebben gekregen, bevredigt ook hem niet geheel, maar hij gelooft dat, gehoord de besprekingen en de gedach- 1" 'en in den Raad, het bestuur van het Diaconessenhuis daarmee in het vervolg wel rekening zal willen houden. Dat vertrouwt spreker ten minste en hij kan daarom niet meegaan met het voorstel van den lieer De Boer. De heer Lautenbach (wethouder) meent dat het feit zoo is, dat het bestuur van het Diaconessenhuis sedert het vorig jaar weet wat hier leeft en wat hier is uit gesproken en dat het er zich nu met een Jantje van Leiden heeft afgemaakt. Dat is sprekers meening. Dat het bestuur niet zou weten wat het schreef, kan spreker niet aannemen, want het schrijven schijnt tamelijk door dacht, waar het hier op neer komt wat een ander stiekum doet, doen wij in het openbaar. Hoe men daaruit de conclusie kan trekken dat het bestuur in het vervolg het beter zal doen, weet spreker niet, maar hij weet wel dat hij ook graag de mooiste oplossing zou willen, want tegenover het [Diaconessenhuis staan alle partijen sympathiek. Het bestuur beroept er zich ook op, dat de verpleging daar altijd uitstekend is geweest en dat er ook geen klachten komen, maar dat moest er ook nog bij komen. Spreker zou zeggen, als het bestuur den wenk krijgt: wij zijn van Uw antwoord niet gediend en een publieke zaak moet ook publiek worden gediend, dat het dan voldoende is en dat het bestuur dan geen reden tot klagen heeft. De heer Visser zou in de eerste plaats willen zeggen dat bij hem absoluut geen sympathieën of antipathieën een rol spelen; hij ziet niets liever dan dat een nuttige instelling als het Diaconessenhuis in hét genot van subsidie wordt gesteld, maar het komt hem ten zeerste onbillijk voor als men daar een deel van de gemeente naren van de leveranties uitsluit. Als men zich bij leveranties of bij bouw alleen bepaalt tot het pro testantsche gedeelte, sluit men, naar sprekers meening, het niet-protestantsche gedeelte van de gemeentenaren uit en dat acht spreker onbillijk. Wij hebben daarover niet te beslissen, die beslissing ligt aan de directie deze heeft volkomen het recht om voorwaarden te stellen, maar wij hebben, wanneer wij subsidie verlee nen, het recht daaraan ook voorwaarden te verbinden. Dat is iets, wat wij, naar sprekers meening, strak moeten houden, niet alleen ten opzichte van het Diaco nessenhuis, maar ook wat betreft andere subsidies. Spreker zou daarom een principieele uitspraak willen hebben met betrekking tot het verleenen van alle sub sidies, die wij tot nog toe hebben toegekend. Spreker zou aan den wethouder van Financiën een vraag willen stellen en een toelichting willen vragen. Hij meent gehoord te hebben dat de heer Beekhuis heeft gezegd: wij moeten niet alleen stellen dit bedrag van 3.000.maar wij moeten ook in oogenschouw r.emen dat deze inrichting voor deze gemeente misschien een heel groot voordeel is, doordat de gemeente daarbij is geïnteresseerd, wat betreft de verpleging van pa tiënten. Spreker zou willen vragen: in welken vorm, wat is daarvan de bedoeling, kan de wethouder van Financiën ons het waarom zeggen? Het is toch niet de bedoeling dat de gemeente er financieel bij geïnteres seerd Als er patiënten van de gemeente in het Diaco nessenhuis komen, zal men daar toch ook voor moeten betalen Spreker is niet volkomen op de hoogte met de bedoeling van den wethouder. AAen zal toch ook niet weigeren om patiënten op te nemen Voordat spreker zijn stem geeft aan dit subsidie zou hij eerst heel graag willen een meer positieve verklaring van de directie van het Diaconessenhuis of zij datgene, wat zij heeft kenbaar gemaakt in haar schrijven n.l. wij nemen alle patiënten op, maar bij leveranties be palen wij ons tot het protestantsche deel, wil hand haven of niet. Spreker moet daarvan zijn stem afhan kelijk stellen. Hij wil nogmaals uitdrukkelijk zeggen dat hij niets liever ziet dan dat een dergelijke instelling een subsidie krijgt, maar dan moet men van die zijde daar tegenover ook royaal en loyaal zijn. De heer K. de Boer: Ik zou willen verzoeken de stemming over dezen post aan te houden tot na de pauze; ik voor mij heb wel behoefte om daar nog eens over te spreken en ik zou graag willen dat mijn verzoek werd toegestaan. De beraadslagingen worden geschorst.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1926 | | pagina 64