348
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 22 November 1926.
Voortzetting der vergadering op Maandag 29 November 1926.
Nu heeft de heer Van der Schoot gezegd en het is
goed daar den vollen nadruk op te leggen: wij moeten
ook wat aan het particulier initiatief overlaten en niet
altijd bij de gemeente aankloppen. Daar is spreker het
iri dit geval volmaakt mee eens, maar wat is hier de
kwestie? De kwestie is dat de gemeente hier zelf een
belangrijk stuk van de inkomsten van het particulier ini
tiatief in haar kas overhevelt en dat is het, wat het be
staan van deze vereeniging op den duur onmogelijk
maakt. Neen, zegt de heer Westra, ja, zegt spreker
als het volle bedrag vloeide in de kas van „Kunst aan
Allen" en niet voor een deel in de gemeentekas, zou
deze vereeniging nooit bij de gemeente aankloppen.
Dan kwamen wij niet bij de gemeente en dan wisten
wij ons wel te redden; dan kwamen wij ook in verband
met de uitkomsten van het vorig jaar wel uit. Dit jaar
moesten wij, in verband met den uitleg, dien ik heb
gegeven, terugbetalen 1488.en kwamen wij niet
uit omdat het tekort veel grooter is, maar de rekening
en het saldo van verleden jaar mag daarmee niet in
verband worden gebracht. Als wij dat over 10 jaar zou
den nemen, zou misschien dat systeem geen bezwaar
zijn, maar nu jaar voor jaar de rekening wordt opge
maakt, is dat wèl een bezwaar.
Nu heeft de Voorzitter gezegd dat sprekers motie
voor Burgemeester en Wethouders onaannemelijk is.
Die motie heeft geen andere bedoeling dan dat de Raad
uitspreekt wat hier moet worden verstaan onder „ex
ploitatie-rekening", maar wanneer die formuleering te
scherp is voor sommige raadsleden, wil spreker er wel
een andere wending aan geven en wel in dezen zin
zooals de heer Oosterhoff bedoelt dat wij het besluit
aanvullen of corrigeeeren, door achter de woorden
„uit de door haar aan Burgemeester en Wethouders
overgelegde exploitatie-rekening" in te voegen de woor
den „der uitvoeringen". Dan is er geen verschil van
meening meer mogelijk en dan wordt de toepassing
verkregen, die door spreker is gewenscht.
De Voorzitter: Trekt U Uw motie in en doet U een
nieuw voorstel
De heer K. de Boer: Ja. Spreker dient, onder intrek
king van zijn motie, het volgende voorstel in
„Achter „exploitatie-rekening" in te lasschen „der
uitvoeringen".
De heer Hofstra zou een vraag willen stellen, mis
schien dat het college daarop een antwoord kan geven, j
Wat verstaat men er nu onder als men de exploitatie
zien wil over elke uitvoering, welke berekening krijgt
men dan
De heer K. de Boer: Van de gezamenlijke uitvoeringen
over een jaar.
De heer Hofstra meent dat het dan ook kan gebeuren
dat „Kunst aan Allen" dan de leden maar zoo op hun
vrijkaart kan doen plaats nemen. Begrijpt men nu niet
dat het een geweldige inbreuk kan maken op de exploi
tatie, wanneer door gebruikmaking van een vrijkaart de
bezoekers tegen een lager bedrag worden toegelaten
dan tegen entréc
De Voorzitter wil daar nog wel even op antwoorden.
Hij gelooft dat voor het gevaar, waarvoor de heer Hof
stra vreest, niet veel kans bestaat; spreker is van mee
ning dat men over entréekaarten tegen verlaagden prijs
en vrijkaarten niet behoeft te spreken, omdat die niet
in 't geding komen.
Wat de heer De Boer voorstelt, komt in 't kort hier
op neer: het besluit zoo aan te vullen, dat de gemeente
voor haar rekening neemt dat, indien door een veree
niging eenige uitvoeringen worden gegeven en de resul
taten, speciaal van die uitvoeringen, bij elkaar opgeteld,
een nadeelig saldo geven, de gemeente dan dat nadee-
lig saldo zal terugbetalen, hoogstens ten beloope van
de vermakelijkheidsbelasting, die voor al die vertoo
ningen is ontvangen.
Dat lijkt spreker echter, eerlijk gezegd, een fataal
systeem toe; hij zegt nogmaals: waarvoor betalen dan
de leden van „Kunst aan Allen" hun contributie? Toch
waarschijnlijk omdat de voorstellingen vermoedelijk niet
uit zullen kunnen. Spreker wil wel eerlijk zeggen dat,
als dit gebeurt, hij dan misschien zijn contributie zal
intrekken ja, dan kan hij er niet meer komen, maar
waarom betaalt men zijn contributie? Omdat die voor
stellingen worden gegeven. Oorspronkelijk is het niet
zoo op den voorgrond gekomen dat „Kunst aan Allen"
buitendien nog andere dingen deed en dat is ook den
vorigen keer niet zoo scherp gesteld als de heer De
Boer het nu heeft gesteld. Men wenscht aan den eenen
kant dat, als op de exploitatierekening van alle vertoo
ningen, die er geweest zijn, een nadeelig saldo is, de
gemeente dit betaalt, maar men begint aan den anderen
kant met een opzet van alle andere dingen, die de ver
eeniging doet en men plaatst daarop als eerste ont-
vangstpost de contributies. Daarvan zal echter zeker
een voordeelig saldo overblijven en dan gaat het toch
j niet om de gemeente te vragen om terugbetaling van het
tekort, dat men op het andere deel heeft. „Kunst aan
Allen" kan toch ook niemand dwingen om buiten de uit-
voeringen nog iets te doen. Men kan de contributies
gebruiken om de nadeelige saldi, die men niet terug
krijgt van de gemeente, te dekken, maar het gaat niet
op om die apart te houden voor andere dingen, die men
doet en er bovendien nog wat van over te houden. Het
is nooit de bedoeling geweest aan de vereeniging een
subsidie te geven als deze uit kan. De heer De Boer
heeft zich ook laten ontvallen dat de vereeniging ver
leden jaar wèl uit kon en dat met het saldo van verleden
jaar een deel van het tekort van dit jaar kon worden
gedekt. De vereeniging heeft dus verleden jaar wèl uit
gekund; dan doet zij op die manier toch datgene, waar
voor zij is opgericht
Spreker zou zeggen dat men niet alleen de uitkomsten
van de uitvoeringen bij elkaar mag tellen, maar dat men
voor de exploitatierekening alle ontvangsten moet ge
bruiken. Is er dan een jaar een nadeelig saldo, laat de
gemeente dan bijpassen, maar zij dient niet bij te pas
sen, als er ook zonder bijpassen een saldo zou zijn. Dat
is niet de bedoeling.
De heer IJ. de Vries Moeten we dit nu bij de be
grooting uitmaken
De Voorzitter heeft er geen bezwaar tegen het later
uit te maken en het voorstel-De Boer in handen van
Burgemeester en Wethouders te stellen om prae-advies,
als de Raad meent dat de kwestie op het oogenblik niet
kan worden opgelost. Spreker voelt er het meest voor
om zoo gauw mogelijk door de begrooting te komen.
Er is nu door den heer De Boer een voorstel gedaan,
maar vindt de Raad dat niet voldoende toegelicht, dan
heeft spreker geen bezwaar dat het in handen van Bur
gemeester en Wethouders wordt gesteld om prae-
advies.
De heer IJ. de Vries stelt ten eerste de vraag of deze
zaak bij deze begrooting moet worden uitgemaakt, maar
bovendien zou hij in de tweede plaats niet graag zijn
stem uitbrengen, zonder de cijfers van de exploitatie
onder de oogen te hebben gehad. Wij hebben recht om
de cijfers van de exploitatie van „Kunst aan Allen
onder de oogen te zien, alvorens in dezen een besluit
te nemen en daarom stelt spreker voor deze zaak 2 tot
5 maanden aan te houden.
De beraadslagingen worden gesloten.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 22 November 1926. 349
Voortzetting der vergadering op Maandag 29 November 1926.
Pe Voorzitter stelt voor het voorstel-K. de Boer in
tanden van Burgemeester en Wethouders te stellen om
prae-advies.
Dienovereenkomstig wordt met algemeene stemmen
besloten.
Volgno. 539 wordt onveranderd vastgesteld.
Te 4 uur nam. wordt de vergadering geschorst.
Te 4.15 uur nam. wordt de vergadering heropend.
De Voorzitter merkt op, dat de heer Hooiring een
retourtje heeft genomen naar
Volgno. 537. Kosten van openbare vermakelijkheden
tn muziekuitvoeringen in den Prinsentuin f 4.780.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Hooiring zegt in verband met de vraag, die
in de secties is gesteld en de nadere toelichting van
Burgemeester en Wethouders in de Memorie van Ant
woord, dat zijn bedoeling oorspronkelijk meer is ge- j
weest hier een uitspraak te krijgen dat voortaan de
regeling van de Prinsentuin-concerten en van andere
concerten in handen zou komen van de muziekcommissie,
terwijl de wethouder nu alleen de Prinsentuinconcerten
regelt, maar dat hij daar nu geen voorstel van zal maken,
omdat daar tevens aan vast zit een wijziging van de
verordening. Spreker zou nu alleen den wethouder
tvillen vragen of hij in de toekomst bereid is de regeling
van de Prinsentuin- en andere concerten te bespreken
met de muziekcommissie, opdat daar een regeling kan
worden getroffen waardoor wordt voorkomen en wij
niet weer zullen beleven wat zich tusschen allerlei
muziek- en zanguitvoeringen en den betrokken wet
houder heeft voorgedaan. Spreker doet dus geen
voorstel.
De heer Beekhuis (wethouder) kan den heer Hooiring
antwoorden dat hij goed heeft gezien dat, wanneer hij
wil bereiken dat er een bepaling zou moeten komen of
regelen zouden moeten worden gesteld, dit dan niet
anders kan dan door wijziging van de verordening.
Maar waar de heer Hooiring daaraan heeft toegevoegd
ol spreker ten opzichte van het aannemen van andere
muziekkorpsen voor het geven van concerten de com
missie van het stedelijk orkest daarover wil raadplegen,
wil spreker wel zeggen dat, waar hij dat thans geheel
alleen voor zijn eigen verantwoording heeft en dit nu
juist niet het alleraangenaamste werk kan worden ge
noemd, hij persoonlijk heel graag in den komenden
zomer de commissie daarover wil raadplegen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Volgnos. 540544 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 545. Subsidie aan de vereeniging Openbare
j heszaal en bibliotheek13.500.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Visser zal heel kort zijn. Hij meent zich te
herinneren dat bij de vorige begrooting naar aanleiding
van dezen post door het college is gezegd dat het
college voornemens was successievelijk op dit subsidie
Ie besnoeien. Spreker weet niet precies het bedrag, dat
loen is genoemd; hij meent ongeveer 500.Hij ziet
echter dat thans weer een uitgaafpost tot het volle
bedrag op de begrooting vermeld wordt en daar staat
weer bij
„In verband met het ingekomen adres wordt hier
voor 13.500.uitgetrokken."
-u is het wel mogelijk dat dit bedrag in het adres staat,
maar wat in een adres staat wordt niet altijd ingewilligd.
Spreker zou er gaarne de aandacht op willen vestigen
dat het toch in die richting dient te gaan. Hij acht het
niet noodig hierbij nu weer principieele beschouwingen
te geven en dat is ook zijn bedoeling niet. Maar hij
herinnert zich dat het vorig jaar bij de begrooting door
het college is gezegd, dat Burgemeester en Wethouders
ook van meening waren dat het subsidie eigenlijk te
hoog was en dat zij dit successievelijk omlaag zouden
brengen. Nu zou spreker toch graag willen dat daarmee
door het college eenige rekening werd gehouden en
dat ook de Leeszaal er rekening mee zou willen houden
door in de toekomst de uitgaven te beperken.
De Voorzitter antwoordt dat het bestuur van de Lees
zaal ook zelf graag wil dat het subsidie kan worden
verminderd. Burgemeester en Wethouders hebben zich
tot nu toe altijd gehouden aan het bedrag, dat door
het bestuur van de Leeszaal wordt aangevraagd en zij
hebben dat ook dit jaar weer gedaan, waarom weer
een bedrag van 13.500.is uitgetrokken. Het bestuur
wil het subsidie ook zeer graag naar beneden brengen
en vermoedelijk is verleden jaar door spreker gezegd
dat er ook kans op bestond dat het naar beneden ging,
maar nu is een van de subsidies, die de Leeszaal vroeger
kreeg, vervallen en daardoor was het niet mogelijk dit
subsidie te verlagen. Dat zou wel mogelijk zijn als men
de exploitatie op een anderen voet ging voortzetten als
tot nog toe; er staan ten slotte wel een aantal posten
op de begrooting van de Leeszaal, waarop men wel zou
kunnen besnoeien. Op rente, aflossing, verwarming,
electrisch licht, onderhoud, meubilair, schoonhouden
van het gebouw, enz. kan men, zoolang de Leeszaal er
is, niet besnoeien en op den post voor personeel, naar
spreker gelooft, ook niet. Maar op het aanschaffen van
boeken, van muziek, van tijdschriften en van couranten
en dergelijke kan wel worden besnoeid en op den post
voor bindwerk ook wel. Ten slotte hangt dat echter
samen met de wijze van exploitatie van de Leeszaal
en het bestuur van de Leeszaal meende niet dat het
die exploitatie op een anderen voet moest schoeien en
die naar beneden moest brengen. Als men maar voor
1100.boeken aankoopt in plaats van voor 1600.
kan men natuurlijk wel 500.minder uitgeven.
Voor zoover spreker er over kan oordeelen, zal het
subsidie echter wel dalen, al is het niet zoo snel als men
oorspronkelijk had gehoopt en ook niet zoo snel als het
oorspronkelijk is gedaald, want toen ging het vrij snel.
Verlaging is nu niet mogelijk geweest tenzij men
de zaak op een anderen voet had geschoeid omdat
een van de belangrijkste subsidies is vervallen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Volgno. 545 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgno. 546 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgno. 547. Kosten van de gemeentelijke commissie
tot voorlichting bij beroepskeuze 1.000.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Botke zou bij dezen post een paar woorden
willen zeggen. De meesten zullen het met hem eens
zijn dat dit een zeer belangrijke commissie is. Nu is hem
gebleken dat daarvoor 1000.is uitgetrokken, maar
hem is ook bekend dat de commissie op de door haar
zelf ingediende begrooting 1500.uitgaven heeft
geraamd, n.l. voor den voorzitter 500.voor den
secretaris 400.bodeloon 150.uitgaven voor
materiaal 250.en presentiegeld 200.in totaal
dus 1500.Het wil spreker voorkomen dat de be
dragen, die in de begrooting zijn genoemd, alleszins
zijn te verdedigen. Het is ook, zooals in de memorie
van toelichting door de commissie wordt gezegd: de