filikring van taJag 21 December 1926. 370 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 December 1926. schadeloosstelling, in verband met den afstand in erf pacht van het naast zijn woning gelegen terrein, niet kon worden voldaan. Thans wendt Rauwerda zich opnieuw tot Uwe Ver gadering. Blijkens de bij zijn adres gevoegde toelichting stelt hij de gemeente aansprakelijk voor een schade, ad 1000.door hem wegens waardevermindering van zijn pand geleden. Adressant beweert, dat, toen het thans aan hem toe- behoorende huis aan de Tjerk Hiddesstraat gebouwd werd, „het oorspronkelijke plan op last van bevoegde autoriteiten moest worden gewijzigd en wel in dier voege, dat de voorgevel met noordelijke zijgevel moest overeenstemmen met die van het pand daarachter ge legen en welk pand aan de gemeente toebehoorde". De gemeente zou „door bovengenoemde bepalingen in de bouwvergunning vast te leggen" pressie op den bouwer hebben uitgeoefend, met name wat betreft den Noor delijken zijgevel, waarin dan als gevolg daarvan ramen zouden zijn gemaakt. Doordat nu de gemeente zoo kan adressants betoog in het kort worden samengevat den ten Noorden van het aan adressant toebehoo- rende perceel liggenden grond niet, gelijk zij deed voor komen dat zou geschieden, onbebouwd heeft gelaten, maar daarentegen in erfpacht heeft uitgegeven en be bouwing daarvan heeft goedgevonden, is zij aanspra kelijk voor het nadeel, dat daaruit voor hem, adressant, voortvloeit. Tot recht begrip van een en ander zij het volgende medegedeeld Op 30 Maart 1922 werd door ons College aan A. van der Meulen, alhier, op diens desbetreffende aanvrage provisioneel in erfpacht toegewezen o. a. het terrein aan de Tjerk Hiddesstraat, waarop thans het huis van Rau werda staat, zulks onder uitdrukkelijke mededeeiing, dat aan de uitgifte van dit terrein de bijzondere voorwaarde zou worden verbonden, dat de Noordelijke gevel van het daarop te bouwen huis architectonisch moest strooken met den Noordelijken gevel van de aan de achterzijde van genoemd terrein grenzende gemeentewoningen. Van der Meulen aanvaardde deze voorwaarde en ontving vervolgens het terrein in erfpacht. Bij beschikking van 11 Mei 1922 werd daarop aan Van der Meulen de door hem gevraagde vergunning voor het bouwen van een woning op den uitgegeven grond door ons College ver leend. Volgens de eerst ingezonden teekening was reeds dadelijk door Van der Meulen een zijgevel met ramen ontworpen en er is dan ook, afgezien van een op advies der Schoonheidscommissie voorgeschreven wijziging in den dakvorm van het pand, door de gemeente geenerlei „pressie" op den bouwer uitgeoefend. Daarvoor bestond ook niet de minste reden, omdat, zooals gezegd, Van der Meulen het terrein geheel vrijwillig in erfpacht had aanvaard onder de voorwaarde, dat de Noordelijke zijgevel architectonisch met den Noordelijken gevel van de aangrenzende gemeentewoningen moest strooken. De voorstelling, die adressant Rauwerda van den gang van zaken geeft, is dus niet juist. Dat de gemeente laatstgenoemde voorwaarde stelde, was overigens volkomen begrijpelijk. Hoewel toch de naastgelegen grond oorspronkelijk voor erfpachtsuitgifte bestemd was, is er destijds rekening gehouden met de mogelijkheid, dat deze grond open zou moeten blijven, zulks o. a. in verband met de toentertijd aanhangige plannen tot het stichten van een Rijkskweekschool in deze gemeente. Met hare eigen woningen handelde de gemeente dan ook op gelijke wijze. Toen evenwel deze plannen geen doorgang vonden, is het naastgelegen ter rein, overeenkomstig de oorspronkelijk daaraan gege ven bestemming, in erfpacht uitgegeven en bebouwd. Dat dit voor den tegenwoordigen bewoner van het per ceel Tjerk Hiddesstraat no. 7 minder aangenaam is, dan wanneer de grond naast zijn huis open was gebleven, nemen wij gaarne aan; eenig recht tot het eischen van schadeloosstelling van de gemeente kan hij er echter nimmer aan ontleenen. De gemeente toch heeft niets gedaan of nagelaten, wat haar op rechts- of billijkheids- gronden tot eenige schadevergoeding zou kunnen ver plichten. Adressant Rauwerda is bovendien met zijn daartoe- strekkend verzoek aan het verkeerde adres. Immers, de gemeente heeft te dezen, zoo al met iemand, met hem in geen geval iets te maken. Uit hetgeen hierboven is medegedeeld, zal U n.l. zijn gebleken, dat Rauwerda heeft gekocht het huis, door A. van der Meulen gebouwd op aan dezen in erfpacht afgestanen grond. Het is mogelijk, dat Rauwerda het pand kocht of dat hij er een bepaalden koopprijs voor betaalde, juist omdat hij dacht, dat de grond daarnaast niet bebouwd zou worden er is dan voor hem wellicht reden zich te wenden tot dengene, van wien hij het huis in die veronderstel ling overnam, maar tot de gemeente, die geheel buiten de transactie Van der MeulenRauwerda staat, dient hij zich in ieder geval niet te richten. Wij hebben ge tracht den adressant hiervan te overtuigen, doch dit is ons niet mogen gelukken. Op grond van het bovenstaande geven wij U in over weging afwijzend op het verzoek te beschikken. 19 Agenda no. 20). Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een adres van het „Comité tot op richting van een Koloniehuis, speciaal voor herstellende zwakke en prae-tuherculose kinderen uit de vier Noor delijke provinciën van ons land", om subsidie ten be hoeve van den aankoop, verbomv en inrichting van hel huis „de Reggeberg" te Hellendoorn. Dit prae-advies luidt als volgt Bij Uw besluit van 12 October j.l. werd om prae- advies in onze handen gesteld een verzoek van het „Comité tot oprichting van een Koloniehuis, speciaal voor herstellende zwakke en prae-tuberculose kinderen uit de vier Noordelijke Provinciën van ons land", om toekenning van een subsidie ten behoeve van den aan koop, den verbouw en de inrichting van een koloniehuis. Het Comité heeft blijkens de overgelegde toelichting het huis „de Reggeberg" te Hellendoorn aangekocht en wenscht dit gebouw, waarin thans slechts 20 kinderen kunnen worden opgenomen, te vergrooten de kosten van aankoop enz. zullen 46.000.bedragen. Het komt ons voor, dat het belang van de gemeente Leeuwarden niet in die mate bij deze inrichting is be trokken, dat daarin aanleiding zou moeten worden ge vonden het gevraagde subsidie toe te staan. Hoezeer wij overtuigd zijn van het nut der onderhavige instelling, achten wij, naast hetgeen de gemeente reeds voor de tuberculosebestrijding doet, eene uitgave voor het bovenomschreven doel niet gerechtvaardigd. Bovendien merken wij op, dat hoewel het blijkbaar in de bedoeling ligt kinderen uit de vier Noordelijke provinciën in het koloniehuis op te nemen, dit laatste toch wel voornamelijk als een Óverijsselsche instelling zal moeten worden beschouwd, gezien ook de samen stelling van het bestuur, dat vrijwel geheel uit personen uit die provincie bestaat. Op grond van het bovenstaande geven wij U mitsdien in overweging afwijzend op het verzoek te beschikken. 20 (Agenda no. 21). Voorstel der commissie voor het ontwerpen van strafverordeningen tot vaststelling van een verordening, houdende wijziging van de veror dening op de Winkelsluiting (bijlagen nos. 17 en 32). Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethou ders sub 1720 (agenda sub 1821). Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergade ring door den Voorzitter gesloten. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 21 December 1926. 371 Tegenwoordig 23 leden, te weten: de heeren Visser, Dijkstra, K. de Boer, Fransen, Lautenbach, Tiemersma, Scheltema, Wölcken, Hooiring, O. F. de Vries, Ooster- hoff, B. Molenaar, mevrouw Buisman—Blok Wijbrandi, ae heeren Posthuma, Van der Schoot, Hofstra, Weima, Muller, Westra, Botke, Beekhuis, IJ. de Vries en Cohen. Afwezig 4 leden, waarvan met kennisgeving de heeren H. de Boer, Van der Veen en Koopmans, zonder kennisgeving de heer M. Molenaar. Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma, Burgemeester. I. Wordt medegedeeld 1. dat bij Koninklijke besluiten van 19 November 1926 no. 34, onderscheidenlijk 26 November 1926 no. 26, zijn goedgekeurd de verordening tot heffing van schoolgeld voor het onderwijs aan den gemeentelijken cursus voor opleiding van bewaarschoolonderwijzeres sen te Leeuwarden en die tot heffing van schoolgeld voor het onderwijs aan de gemeentelijke bewaarscholen; 2. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd de raadsbesluiten d.d. 22 November 1.1. tot afstand in erfpacht van bouwterrein aan de Bali- straat, de Spreeuwenstraat, de Fonteinstraat en van terrein nabij den Poppeweg; tot het verleenen van subsidie voor het dienstjaar 1927 aan het bestuur der vereeniging tot bestrijding der tuberculose te Leeuwarden en aan het bestuur der ver eeniging „Pro Juventute" in het arrondissement Leeu warden 3. adres van J. Ph. Appeldoorn en andere bewoners van perceelen aan de Leeuwrikstraat en omgeving, waarbij in overweging wordt gegeven, de afmetingen van het aan te leggen plein aan den Stienserweg te be perken, zulks in verband met de mogelijkheid van door trekking van de Leeuwrikstraat tot den Stienserweg. De punten sub 13 worden voor kennisgeving aan genomen. 4. adres van G. van der Vorm, betreffende de uit voering van grondwerken ter bestrijding van de werk loosheid, enz. De Voorzitter: De meeste bepalingen worden al in de bestekken opgenomen en indien het noodig is, kun nen Burgemeester en Wethouders t. z. t. nog met de andere rekening houden. Het adres wordt voor kennisgeving aangenomen. 5. adres van L. Steinvoorte e. a. betreffende de ver betering van den toestand nabij het begin van den Groningerstraatweg, met adhaesiebetuiging van het bestuur der vereeni ging „Voorstreek Vooruit". De Voorzitter: Zooals den Raad bekend is, zijn Bur gemeester en Wethouders ook op dit punt diligent en erkennen ook Burgemeester en Wethouders dat daar t- z. t. verandering moet komen. Wanneer precies, kun nen Burgemeester en Wethouders nog niet zeggen; dat zal van verschillende dingen afhangen, ook wat er met de herberg „De Bleek" moet gebeuren. In elk geval stellen Burgemeester en Wethouders voor deze adressen voor kennisgeving aan te nemen. Dienovereenkomstig wordt besloten. 6. schrijven van de Kamer van Koophandel en Fa brieken voor Friesland om te mogen vernemen, of er plannen bestaan de aangelegenheid, bedoeld bij haar schrijven d.d. 21 Maart 1925, betreffende demping van binnengrachten dan wel het verkeersvraagstuk voor Leeuwarden in het algemeen, in behandeling te brengen. De Voorzitter: Zooals den Raad bekend is, hebben Burgemeester en Wethouders toegezegd spoedig met een behandeling van deze zaak in den Raad te zullen komen. Burgemeester en Wethouders stellen nu voor het schrijven bij de stukken te voegen en dan kan dat worden beantwoord als de zaak is behandeld. Het schrijven wordt bij de desbetreffende stukken gevoegd en verder ter afdoening in handen van Burge meester en Wethouders gesteld. 7. dat het voornemen bestaat de eerstvolgende ver gadering te houden op 11 Januari 1927. Wordt voor kennisgeving aangenomen. II. Wordt overgegaan tot behandeling van de voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. 1 (Agenda no. 2). Benoeming krachtens art. 57 der Nijverheidsonderwijswet van twee gedelegeerden der gemeente in het bestuur der Vereeniging voor Middel baar Technisch- en Ambachtsonderwijs, voor het jaar 1927, wegens aftreding van de heeren H. de Boer en IV. Fransen. Worden benoemd de heer H. de Boer, met 22 en de heer Fransen, met 20 stemmen, terwijl 1 biljet blanco is ingeleverd. 2 (Agenda no. 3). Benoeming van twee gedele geerden der gemeente in het bestuur der Industrie- en Huishoudschool, voor het jaar 1927, wegens aftreding van mevrouw 11. C. Buisman—Blok Wijbrandi en den heer H. de Boer. Worden benoemd mevrouw H. C. BuismanBlok Wijbrandi, met 21 stemmen en 1 stem op den heer Oos- terhoff en de heer H. de Boer, met 22 stemmen, terwijl 1 biljet blanco is ingeleverd. 3 (Agenda no. 4). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging der gemeente begrooting, dienst 1927. 4 (Agenda no. 5). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot afstand in erfpacht van een perceel bouwterrein aan de Marssumerstraat aan H. Herrema. Dit voorstel luidt als volgt Tusschen de bouwterreinen, gelegen aan de Mars sumerstraat, welke aldaar onderscheidenlijk aan F. Hoeksma en F. Tiemersma en aan J. J. van der Kam en M. Benninga in erfpacht zijn uitgegeven, ligt een nog onbebouwd perceel grond, dat op de hierbij overgelegde situatieteekening in roode kleur is aangegeven. Wij ontvingen thans van H. Herrema, alhier, het ver zoek hem dien grond in erfpacht af te staan. Vermits de adressant met de gebruikelijke voorwaarden genoegen heeft genomen en de bedongen grondprijs, evenals voor de aangrenzende terreinen, 7.per M2. bedraagt, bestaat tegen inwilliging van dit verzoek geen bezwaai. Wij geven U derhalve in overweging te besluiten aan H. Herrema, alhier, tot 31 December 1990 in erfpacht af te staan een perceel bouwterrein aan de Zuid-westzijde van de Marssumerstraat, hetwelk wordt begrensd ten Zuidoosten door het terrein, dat aldaar aan F. Hoeksma en F. Tiemersma en ten Noordwesten door het terrein, dat aldaar aan J. J. van der Kam en M. Ben ninga in erfpacht is uitgegeven, zooals op de bijbehoo- rende situatieteekening in rood is aangegeven, ter grootte van ongeveer 242 M-'„ de juiste grootte nader door een landmeter van het kadaster uit te meten, zulks op de volgende voorwaarden 1. de erfpachtscanon zal worden berekend naar een grondwaarde van 7.per M2. en een rentevoet van 6 per jaar;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1926 | | pagina 1