76 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 3 Mei 1927. De heer Hooiring zou dezelfde vraag aan het college willen stellen, die mevrouw Buisman heeft gesteld. Ook hem is ter oore gekomen, dat het een vaststaand feit is dat „De Bleek" thans weer voor 5 jaren wordt ver huurd. Spreker zou nu deze vraag willen stellen: is in het contract niet opgenomen de voorwaarde dat, indien het college van Burgemeester en Wethouders of de Raad het noodig oordeelt dat het terrein voor een ander doel in gebruik wordt genomen, de verhuring kan wor den geannuleerd? Overigens kan spreker volkomen accoord gaan met de zienswijze van den Burgemeester en is hij tevreden gesteld door het antwoord, dat hij eenigen tijd geleden op zijn vragen heeft gekregen. De Voorzitter merkt op, dat in dit adres van de ver- eeniging „Voorstreek Vooruit" voor het eerst onder de oogen wordt gezien de kwestie, dat de herberg „De Bleek" zélf moet worden afgebroken. Tot nu toe is daar nooit eenige kwestie van geweest, Burgemeester en Wethouders hebben nog nooit bepaald dat punt over wogen. Burgemeester en Wethouders zijn er van over tuigd maar ook niets anders dat het noodig zal zijn dat in de naaste toekomst de doorreed met wat daar aan vast zit moet worden afgebroken, maar zij meenen dat de herberg als zoodanig, die toch niets ook de verkeersregeling niet in den weg staat, wel weer kan worden verhuurd. Nu is die verhuring op 5 jaren gesteld en mevrouw Buisman wil daar 3 jaren van maken, maar mocht dat voorstel door den Raad worden aangenomen, dan wil spreker opmerken dat daarmee automatisch deze verhuring zou vervallen. En waar ten slotte is gebleken dat die een flinke financieele uitkomst heeft gegeven, zouden Burgemeester en Wethouders er wei prijs op stellen deze verhuring te continueeren. Spreker herhaalt dat in dit adres de zaak aanhangig wordt gemaakt, maar dat niemand ooit in den Raad of op een andere wijze er op heeft gewezen dat de her berg als zoodanig daar weg moest. Wel zijn er toe komstplannen om dat terrein te voegen bij dat van de gasfabriek, maar iets vaststaands is er daaromtrent nog niet. Burgemeester en Wethouders meenden dat dit ter rein de eerste 5 jaren wel weer kon worden verhuurd en dat de gemeente daarop in dien tijd nog geen beslag behoefde te leggen. Het zal de Vergadering intusschen bekend zijn, dat Burgemeester en Wethouders ongeveer de helft van het thans in gebruik zijnde terrein uit de verhuring hebben gehouden dat gedeelte is door piketten op het terrein aangegeven omdat Burgemeester en Wethouders meenden daarmee een oplossing te hebben gevonden voor het stationneeren van vrachtwagens, waardoor dan de doorgang langs de gasfabriek zou kunnen wor den verruimd. Er is uitgerekend dat ongeveer alle vrachtwagens, die daar thans komen, op het gereser veerde terrein zullen kunnen staan, terwijl enkel, als er nog vermeerdering kwam van het aantal vrachtwagens, deze dan nog bij de gasfabriek zouden moeten staan. Bovendien zegt art. 5 van de voorwaarden van ver huring dit als antwoord aan den heer Hooiring dat de gemeente het recht houdt gedurende den huur- tijd een deel van het verhuurde aan de huur te onttrek ken, mits zij het voornemen daartoe 3 maanden voor dien tijd aan den huurder meedeelt. De gemeente be houdt dus altijd het recht om de herberg „De Bleek" geheel of gedeeltelijk uit de huur te ontnemen. Spreker weet niet of mevrouw Buisman haar voorstel handhaaft Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi weet niet of haar voorstel gesteund wordt, maar zij blijft er bij dat zij 5 jaren beslist te lang vindt. Om de herberg aan de huur te onttrekken, gaat niet zoo heel gemakkelijk en dan vindt spreekster dat wij met een verhuring voor 5 jaren te veel aan banden worden gelegd, waar er in de toe komst alle mogelijke veranderingen kunnen plaats heb ben. Zij heeft ook gehoord, dat de toestand van de her berg „De Bleek" zoodanig is, dat die voor de menschen van buiten niet aanlokkelijk is. Waar het hier een ter rein betreft dat in de komende jaren een punt van be lang zal kunnen zijn, vindt spreekster dat wij ons met een huur van 5 jaren te veel aan banden leggen. Wan neer haar voorstel echter niet wordt ondersteund, zal zij het moeten intrekken. Het voorstel van mevrouw Buisman wordt niet onder steund en is daarmede vervallen. De beraadslagingen worden gesloten. Het adres sub 5 wordt voor kennisgeving aangeno men. 6. adres van A. Lubach en andere bewoners van perceelen Achter Tulpenburg om verbetering te bren gen in de bestrating, rioleering en straatverlichting al daar. Wordt voorgesteld dit adres in handen van Burge meester en Wethouders te stellen ter afdoening. De beraadslagingen worden geopend. De heer Posthuma heeft tegen het voorstel van Bur gemeester en Wethouders, om dit adres in hun handen te stellen ter afdoening, geen bezwaar. Hij wil er echter op wijzen dat bij een groot deel van de ingezetenen de meening heerscht dat de bewoners van de straat Achter Tulpenburg onrechtmatig worden behandeld. De straat verkeert daar in een zeer slechten toestand, dat is al gemeen bekend. Nu redeneert men aldus: 2 jaar geleden is al het verschuldigde aan de gemeente betaald en tot nu toe is de gemeente in gebreke gebleven. Het wil spr. daarom voorkomen dat het gewenscht is dat men dui delijk weet, wat hiervan juist is en hij zou daarom aan het college willen vragen, daarvan even een uiteenzet ting te willen geven. De heer Muller heeft naar aanleiding van deze kwes tie niet veel te zeggen, maar zou in het algemeen over het overnemen van straten door de gemeente een op merking willen maken en wel in hoofdzaak naar aan leiding van de overneming, die indertijd heeft plaats gehad bij het complex Werkmanslust. Indertijd zijn al die straten overgenomen en wij hebben dat gedaan met de bedoeling om die straten en straatjes, die over 't algemeen door de toenmalige eigenaren niet voldoende werden onderhouden, in betere handen te leggen en die straten een beter aanzien te geven. Tot nog toe zijn heel wat straten en straatjes door de gemeente overgenomen, maar het resultaat daarvan kunnen de bewoners niet zien. Alleen weten zij dat het geld is gestort aan de gemeente, maar over 't algemeen is aan die straten absoluut niets gedaan. Spreker wil speciaal wijzen op het complex Werkmanslust; na de overneming is de bovengrondsche leiding van het elec- trisch net vervangen door een ondergrondsche kabel en is er een gasleiding in den grond gelegd, maar toen is de boel dichtgegooid en verder is er absoluut niets ge beurd. De toestand is daar absoluut onvoldoende de menschen kunnen op sommige dagen den Groninger straatweg niet bereiken en het is gebeurd dat op een Zondagmorgen de bewoners door de bleeken den Groningerstraatweg moesten trachten te bereiken om naar de kerk te kunnen gaan. Toen hebben eenige man nen, gewapend met bezems, getracht het water weg te krijgen. Waar de zaak zoo staat, meent spreker dat er alles zins reden is er bij Burgemeester en Wethouders op aan te dringen den toestand van de rioleering en van de straten grondig onder de oogen te zien en te trachten daarin verbetering te krijgen. Hij zou graag een ant Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 3 Mei 1927. 77 woord willen hebben, hoe Burgemeester en Wethou ders over die zaak denken. De heer Van der Veen merkt op, dat bij dit adres ligt een klein briefje van Burgemeester en Wethouders en ook een teekeningetje. Nu gelooft spreker dat er een misverstand is tusschen adressanten en Gemeente werken, waar dit teekeningetje is gemaakt, althans, volgens de teekening krijgt men den indruk dat van de zijstraatjes een deel is overgenomen en een deel staat overgenomen te worden, terwijl over een ander deel nog onderhandelingen zullen worden aangeknoopt, maar van een van de menschen, die het adres hebben geteekend, heeft spreker den indruk gekregen dat het niet gaat over de straatjes, aangegeven op de teekening, maar dat het gaat om den toegangsweg, die ook Achter Tulpenburg heet. En het is juist die toegangsweg, die heel slecht is. Spreker meent dat de zijstraatjes er be hoorlijk goed uitzien, maar dat er alleen een slecht eind toegangsweg is, waaraan enkele onwilligen wonen. Waar echter de kosten van het onderhoud der bestra ting van de smalle straatjes haast nihil zijn en de andere eigenaren, die wel genegen zijn tot overdracht, ook aan die smalle straatjes wonen, maar zij ook den toegangs weg moeten passeeren, zou het daar niet wenschelijk zijn, juist omdat de kosten zoo heel klein zijn, dat men de hand over 't hart strijkt en ook den toegangsweg er bij overneemt? Dat zou spreker gaarne onder de aan dacht van Burgemeester en Wethouders willen brengen. De heer Fransen (wethouder) zegt, dat er indertijd een adres is ingekomen, onderteekend door een 47-tal bewoners van en bij Achter Tulpenburg en dat dit adres naar Gemeentewerken is gezonden om daaromtrent Burgemeester en Wethouders in te lichten. Nu zijn op de kaart, die bij de stukken lag, de straten genummerd I, II, HI en IV, terwijl er een toelichting bij lag, die de leden hebben kunnen zien; over de straatjes 1 en 11 zijn nog nooit onderhandelingen gevoerd met de eigenaars en wat straat III betreft, is door een aantal eigenaars de verklaring van overdracht geteekend, terwijl de kos ten zijn betaald. Maar een 3-tal bewoners heeft tot nog toe geweigerd hun straatje over te dragen en de kosten te betalen en zoolang dat niet is geschied, kun nen Burgemeester en Wethouders volgens de verorde ning niet bij den Raad komen om die straat over te nemen, omdat uitdrukkelijk in de verordening staat dat een door alle rechthebbenden geteekende verklaring moet worden overgelegd, dat hun eigendom in onbe- zwaarden eigendom aan de gemeente wordt overge dragen. Straat IV is door de gemeente overgenomen en wordt door haar reeds onderhouden. Wat nu de heer Van der Veen heeft gezegd, dat het eigenlijk in de bedoeling lag van adressanten, dat de toegangsweg Achter Tulpenburg, dwars achter de andere straten langs, zou moeten worden verbeterd, dat is uit het adres niet op te maken. Als men dit leest, is daaruit niet anders te distilleeren, dan dat worden bedoeld de straatjes, voor zoover deze nog niet zijn overgenomen. Nu is de toegangsweg dezen winter ook in behan deling geweest, die is toen ook ter sprake geweest bij de kwestie over Achter Tulpenburg en in de begrooting van 1927 is opgenomen dat die straat gedeeltelijk zal worden vervloerd. Een gedeelte daarvan is reeds in 1926 vervloerd de toegangsweg Achter Tulpenburg staat dus op de lijst om dit jaar verbeterd te worden. Waar de heer Muller hierbij de overneming van straten op Werkmanslust ter sprake brengt, spijt het spreker dat hij dat dossier niet bij zich heefthij kon ook niet weten dat die kwestie hierbij ter sprake zou komen. Er is indertijd een begrooting gemaakt om die zaak te verbeteren, maar spreker meent dat dit 20.000.- zou moeten kosten. Daar schrokken Burge meester en Wethouders toen wel even van, maar zij hebben toch getracht den toestand zoo te maken door in overleg te treden met alle bewoners. Gemeentewerken heeft in opdracht van Burgemeester en Wethouders een conferentie gehad met de vertegenwoordigers van de eigenaren en er is voorgesteld daar een behoorlijke be strating te maken, mits de eigenaars aan weerszijden een halve Meter van hun bleekjes wilden afstaan, om daar een straat van ongeveer 3 M. te krijgen. Dan zou Gemeentewerken aan Burgemeester en Wethouders voorstellen doen in dien zin, om daar verbetering te krijgen. Er is ook nog gevraagd of de eigenaars niet een deel in de kosten wilden betalen, omdat de kosten van verbetering van dit gedeelte voor de gemeente zoo beteekenend hoog waren; aan die straatjes is, zoolang zij in eigendom waren bij de vroegere eigenaars, altijd zoo weinig mogelijk gedaan, maar nu de gemeente ze in eigendom heeft, moeten ze direct in de puntjes in orde worden gebracht. Die conferenties hebben echter geen resultaat gehad; men weigerde in een en ander de gemeente tegemoet te komen en zoo is die zaak blijven zitten. Tot op dit oogenblik is er van Gemeente werken geen voorstel ingekomen om den toestand daar te verbeteren. Als de eigenaren willen meewerken, kan daar een zeer goede verbetering tot stand komen, maar men kan niet verlangen dat alles van één kant komt. De Voorzitter: Nog een van de leden het woord over Achter Tulpenburg? De heer Muller vraagt het woord. De Voorzitter: Speciaal over Achter Tulpenburg? De heer Muller: Neen. De Voorzitter: Dat andere is op het oogenblik niet aan de orde. Ik heb U zoopas even laten praten, maar U ziet zelf het gevaarlijke daar al van; de heer Fransen wist er niets van dat daarover zou worden gesproken en had dus niets bij zich. Als U b.v. een interpellatie daarover hadt gericht tot Burgemeester en Wethouders, had hij daarop kunnen rekenen, maar zoo wordt het een gepraat in de ruimte. Ik stel voor alleen het request betreffende Achter Tulpenburg te behandelen. De beraadslagingen worden gesloten. Het adres sub 6 wordt in handen van Burgemeester en Wethouders gesteld ter afdoening. 7. adres van W. A. van der Meer, alhier, om hem vergunning te verleenen tot het dempen van de sloot, voor zijn terrein aan den Harlingerstraatweg, Noord zijde. De Secretaris doet op verzoek van den Voorzitter voorlezing van dit adres, dat niet ter visie heeft gelegen. De Voorzitter: Burgemeester en Wethouders hebben indertijd machtiging van den Raad gekregen om, als het geen grondafstand betrof, permissie te geven of geen permissie te geven tot demping. Burgemeester en Wet houders stellen daarom voor dit adres in hun handen te stellen ter afdoening. Dienovereenkomstig wordt besloten. 8. adres van de afdeeling Leeuwarden van den Cen- tralen Nederlandschen Anibtenaarsbond, betreffende verhooging van de salarissen van den klerk-armbe zoeker en de armbezoekers. Wordt voorgesteld dit adres in handen van Burge meester en Wethouders te stellen om prae-advies. De heer Muller: Moet dat adres niet eerst naar de commissie voor Georganiseerd Overleg? De Voorzitter: Burgemeester en Wethouders krijgen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1927 | | pagina 2