80 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 3 Mei 1927. zooals op de bijbelioorende situatieteekening met een roode lijn is aangegeven, zulks, behalve onder de bij de gemeente Leeuwarden gebruikelijke bepalingen, op de I navolgende voorwaarden 1de koopprijs bedraagt 86.45, welk bedrag binnen 14 dagen na het verlijden der koopacte ten kantore van het Gemeentelijk Grondbedrijf moet worden voldaan; 2. het op het verkochte aan te leggen voetpad moet worden gemaakt in aansluiting met het pad, dat door de koopster in overleg met de heeren van der Mey en Jelletna is aangelegd naar de Vinkstraat; 3. de aan de gemeente in eigendom toebehoorende en voor bebouwing bestemde terreinen aan de Noord zijde van de Vinkstraat en de Westzijde van de Spreeu wenstraat worden bevoorrecht met het recht van voetpad over de beide onder 2 genoemde paden; 4. de langs het verkochte en de achtererven der ten Oosten daarvan te bouwen woningen eventueel op te richten schuttingen moeten worden geplaatst en onder houden door en op kosten van de rechthebbenden tot die woningen. 7 (Agenda no. 10). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verhuren van land aan het Vliet, voor den bouw van een schiphuis, aan G. de Wilde en A. Winters. Dit voorstel luidt als volgt Ten behoeve van den bouw van een schiphuis wen- schen G. de Wilde en A. Winters, alhier, een aan de gemeente toebehoorend perceel grond, ten Noorden van het Vliet en deel uitmakende van de z.g. Lange Negen, in huur te ontvangen. Wij hebben den aanvragers een stuk grond in huur aangeboden, gelegen naast het terrein, dat onlangs voor hetzelfde doel aan Gebrs. Hettema is verhuurd, voor den tijd van 10 jaren, op eenige door ons nader om schreven voorwaarden betreffende den huurprijs, het recht tot tusschentijdsche beëindiging van de huur, den bouw van het schiphuis, de ontgraving van het terrein en de oplevering daarvan bij het eindigen van de huur, alsmede de betaling van de kosten, voortvloeiende uit de verlegging van het voetpad naar Schilkampen, welke door de verhuring van het terrein noodig zal zijn. De bieedte van het terrein, langs het vaarwater gemeten, is 7 M. en de diepte 17 M. De huurprijs zal bedragen 35.per jaar, welk bedrag in een juiste verhouding staat tot de aan de gemeente verschuldigde gelden voor het hebben van andere schiphuizen aan het Vliet. Op grond van het bovenstaande geven wij U in over weging te besluiten: aan G. de Wilde en A. Winters, alhier, voor den tijd van 10 jaren, ingaande 1 Mei 1927, en tegen den prijs van 35.per jaar en verder op de overeengekomen voorwaarden, voor den bouw van een schiphuis te ver huren een perceel grond ten Noorden van het Vliet, gelegen onmiddellijk naast en ten Oosten van den grond, die aldaar onlangs aan Gebrs. Hettema is verhuurd, ter breedte van 7 M. langs het vaarwater gemeten en ter diepte van 17 M., zijnde een gedeelte van het perceel, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie G no. 10008. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethou ders sub 47 (agenda sub 710). 8 Agenda no. 11). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van de rooilijn voor het Zuidelijk gedeelte van de Bleeklaan. De Voorzitter: Burgemeester en Wethouders stellen voor in verband met de goedkeuring van den aankoop van den grond van den heer Van Setten, dit punt tot een volgende vergadering aan te houden, omdat nu het geheele perceel kan worden verkaveld en dan dus de rooilijnen bij één besluit kunnen worden vastgesteld. Wordt besloten dit punt aan te houden. 9 Agenda no. 12). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het beschikbaar stellen van gelden voor het aanbrengen van veranderingen in het gebouw van de school voor buitengewoon lager onderwijs en tot het in gebruik afstaan aan de Vereeniging „Kinderbewaar plaats" van een gedeelte van genoemd gebouw. Dit voorstel luidt als volgt Zooals Uwe Vergadering bekend zal zijn, wordt het gebouw der vroegere ambachtsschool, hetwelk in eigendom behoort aan het Sint Anthony Gasthuis, thans gebruikt door de Industrie- en Huishoudschool, terwijl er tevens de kinderbewaarplaats in ondergebracht is. Tengevolge van de uitbreiding der Industrieschool bevat het bij haar in gebruik zijnde gedeelte echter niet voldoende ruimte meer om alle klassen behoorlijk te huisvesten; het Bestuur dezer instelling heeft daarom aan het St. Anthony Gasthuis gevraagd, tevens de beschikking te mogen hebben over de lokalen, die als kinderbewaarplaats zijn ingericht. Bij het Bestuur van het Gasthuis bestaat hiertegen geen bezwaar, mits de Vereeniging „Kinderbewaarplaats" de beschikking over andere lokaliteiten, ten genoegen van haar Bestuur, kan verkrijgen. De tusschen de onderscheidene besturen gevoerde onderhandelingen hebben er nu toe geleid, dat het Be stuur der Kinderbewaarplaats zich bereid heeft ver klaard de thans gebruikte lokalen te ontruimen, indien zij hare crèche kan overbrengen naar een tweetal niet gebruikte lokalen van de school voor buitengewoon lager onderwijs. Bij ons College bestaan tegen deze opossing geene bedenkingen. Aan het gebouw zullen dan evenwel verschillende ver anderingen moeten worden aangebracht, welke op het hierbij overgelegde plan zijn aangegeven en waarvan de kosten worden geraamd op rond 4000.—. Wij merken hierbij op, dat in verband met de voorgenomen verplaatsing van de crèche tusschen de besturen van het Sint Anthony Gasthuis en van de Kinderbewaar plaats eene financiëele regeling is getroffen, waardoor het gemeentelijk subsidie aan laatstgenoemde instelling met 200.per jaar kan worden verlaagd. Onder mededeeiing, dat de Commissie voor de Open bare Werken zich blijkens haar overgelegd advies met de voorgestelde verbouwing kan vereenigen, geven wij U mitsdien in overweging te besluiten a. voor het aanbrengen van veranderingen in het gebouw van de school voor buitengewoon lager onder wijs, overeenkomstig het hierbij behoorende plan, een bedrag van 4000.beschikbaar te stellen b. aan de Vereeniging „Kinderbewaarplaats", alhier, ten behoeve van hare crèche tot wederopzegging koste loos een gedeelte van het sub a genoemde gebouw in gebruik af te staan, onder bepaling dat het gewone onderhoud, alsmede de kosten van verlichting, verwar ming en watervoorziening komen ten laste der vereeni ging en verder op de door Burgemeester en Wethouders vast te stellen voorwaarden. 10 (Agenda no. 13). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van de begrooting der Stads- Armenkamer, dienst 1926. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethou ders sub 9 en 10 (agenda sub 12 en 13). Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 3 Mei 1927. 81 11 (Agenda no. 14). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van de rekening van den Armenraad, dienst 1926. De rekening van den Armenraad, dienst 1926, wordt met algemeene stemmen onveranderd vastgesteld. 12 (Agenda no. 15). Voorloopige vaststelling van de gemeenterekening, dienst 1925, (bijlage no. 34 van 1926), met de verantwoording van Burgemeester en Wethouders. De Voorzitter stelt hierbij aan de orde het rapport van de commissie, belast geweest met het nazien van de gemeenterekening, dienst 1925 (sub IV). De beraadslagingen worden geopend. De heer IJ. de Vries zou een enkele opmerking willen maken naar aanleiding van de begrootingswijziging, n.l. dat het hem is opgevallen dat de Middelbare School voor meisjes en de Hoogere Handelsschool zoo enorm veel meer De Voorzitter: Is U niet abuis? Wij zijn aan punt 15, de gemeenterekening. Ik denk dat U iets te vroeg is. De heer IJ. de Vries: Ja, dat is zoo. De beraadslagingen worden gesloten. Overeenkomstig het advies der commissie (sub IV) wordt besloten a. tot voorloopige vaststelling van de gemeente- rekening, dienst 1925, tot de daarin genoemde cijfers; b. Burgemeester en Wethouders 's Raads dank te betuigen voor het nauwkeurig beheer. De wethouders onthouden zich bij dit besluit van hunne medewerking. 13 (Agenda no. 16). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van de gemeentebegrotingen, diensten 1926 en 1927, tot wijziging van de verorde ning op het beheer der gemeentelijke gasfabriek, als mede tot vaststelling van het hcffingspercentage voor de plaatselijke belasting naar het inkomen, belastingjaar 1927 1928, (bijlage no. 6). De beraadslagingen worden geopend. De Voorzitter zou, alvorens het woord te geven aan degenen, die dat vragen, de zaak iets willen verduide lijken en een soort historisch overzicht willen geven hoe de loop van zaken in de vergaderingen van Burge meester en Wethouders is geweest. Dat zelfde verloop zal zich dan hier kunnen voordoen, als er ten minste geen verandering in de voorstellen komt. Spreker zal thans niet treden in een bestrijding of verdediging van een van de voorstellen, hij wil alleen even geven een historisch overzicht of dat is eigenlijk het goede woord niet een duidelijke omschrijving van de ge heele zaak, opdat deze de discussie hier ten goede kan komen. Dan weet men den loop van zaken, zooals die vermoedelijk ook hier zal zijn. Er staan hier twee kwesties naast elkaar: ten eerste de dekking van het tekort over 1926 en in de tweede plaats wat er in de toekomst voor 1927 moet gebeuren. Omtrent dekking van het tekort over 1926 is door Burgemeester en Wethouders een voorstel gedaan, waarmede zich ook de wethouders, die ten opzichte van het andere punt zelf een voorstel hebben gedaan, kon den vereenigen; spreker zal daarover dan ook verder niet spreken. Er is een tekort van 220.000.dat zal worden gedekt door een bedrag van 110.000.uit af- en overschrijvingen en tot ongeveer 102.000. vormende spreker zal het maar met het gewone woord noemen het potje van de gasfabriek, dat in dertijd voor de gewone middelen is gereserveerd en daarvoor nog aanwezig is. Dat betreft de dekking van het tekort over 1926. Daarnaast zijn er verschillende voorstellen om de noodige middelen te vinden voor 1927. Ook omdat het een zeer vreemden indruk moet maken dat van een college, dat bestaat uit 5 personen, ten slotte de meer derheid een voorstel doet, maar daarnaast 3 wet houders n.l. twee te zamen en een afzonderlijk ook nog komen met een voorstel, wil spreker even mee- deelen, hoe de loop van zaken in de vergadering van Burgemeester en Wethouders is geweest. Er werden op een gegeven moment in de vergadering van Burgemeester en Wethouders de volgende voor stellen gedaan ten eerste, om de progressie tot het uiterste op te voeren, het aantal opcenten op de vermogensbelasting te brengen op 100, de winst van de gasfabriek voor één jaar te laten vloeien in de gemeentekas en het verme- nigvuldigingscijfer vast te stellen op 5.3 ten tweede, den gasprijs te verhoogen met 1 cent, de winst van de gasfabriek voor altijd te storten in de gemeentekas en het tekort te dekken uit het uitbrei dingsfonds van de gasfabriek, waardoor dan het ver- menigvuldigingscijfer vermoedelijk zou kunnen worden bepaald op 5 ten derde, de winst van de gasfabriek voor altijd te storten in de gemeentekas en het vermenigvuldigings- cijfer te bepalen op wat het moet zijn, waardoor dit dan ongeveer 5.9 zal worden. Toen is het eerste voorstel, zijnde van de verste strekking, verworpen en daarna is ook het tweede voorstel, toen dit in stemming kwam, verworpen. Ten slotte hebben toen natuurlijk de voorstellers, zoowel van het eerste als van het tweede voorstel, gestemd voor het derde voorstel, dat daardoor een meerderheid heeft gekregen; omdat hun voorstellen waren verworpen zijn de voorstellers van de eerste beide voorstellen ten slotte in het mindere meegegaan, omdat dit toch beter was dan niets. Zoo is de loop van zaken geweest. Men dient nu de voorstellen zuiver uit elkaar te houden, n.l. in dé eerste plaats dat omtrent het tekort dat er eenmaal is, over 1926, en verder de kwestie van het vinden van de middelen voor de toekomst, voor 1927, waarbij op zichzelf de drie betrokken voorstellen ook weer zuiver uit elkaar moeten worden gehouden. Het eerste voorstel is belichaamd in een afzonderlijk voorstel van den heer H. de Boer, het tweede in een afzonderlijk voorstel van de heeren Beekhuis en Lautenbach en ten slotte is er het meerderheidsvoorstel, dat, nadat eerst de voorstellen van een verdere strekking waren verworpen, een meer derheid heeft gekregen. Als ieder voor zich had gestemd in het college, was er geen meerderheid gekomen, maar die is er gekomen, nadat eerst de andere voorstellen waren verworpen. De heer Botke merkt op, dat door den Voorzitter als een bijzonderheid is naar voren gebracht dat bij dit voorstel nog twee minderheidsnota's zijn ingediend. Er is daarin meegedeeld hoe de gedachtengang in het college van Burgemeester en Wethouders is ge weest; dit heeft ons wel een beetje papier gekost, maar spreker gelooft dat dit ook zijn voordeel heeft, omdat de leden van den Raad zich nu vooruit op de hoogte hebben kunnen stellen van de motieven, die de ver schillende leden van het college hebben geleid bij het doen van hun voorstellen. Misschien dat dit er toe kan leiden dat de besprekingen over het heffingscijfer van daag kunnen worden bekort, hoewel spreker wel ge looft dat er wel een woordje over zal worden gewisseld. Uit wat Burgemeester en Wethouders eerst hebben opgemerkt over de rekening van 1926 blijkt, dat daarop een tekort is van 220.000.welk tekort is ontstaan, doordat er te weinig aan belasting is geïnd. Burge-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1927 | | pagina 4