Vsroa^rinp van Dinsdag 17 Mei 1927.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 17 Mei 1927. 109
Tegenwoordig 25 leden, te weten: de heeren Fransen,
M. Molenaar, Botke, Visser, mevrouw Fernee-Heerema,
de heeren Wölcken, O. F. de Vries, Dijkstra, Lauten-
bach, De Boer, Posthuma, B. Molenaar, Van der Veen,
Hofstra, Scheitema, Koopmans, Tiemersma, Beekhuis,
mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, de heeren IJ. de
Vries, Muller, Van der Schoot, Westra, Hooiring en
Cohen.
Afwezig, zonder kennisgeving, 2 leden, de heeren
Oosterhoff en Weima.
Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma,
Burgemeester.
I. Wordt medegedeeld
1. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd de
Raadsbesluiten d.d. 20 April 1.1. tot afstand in erfpacht
van bouwterrein nabij de Engelschestraat, een gedeelte
der terreinen van het voormalig Rijksopvoedingsgesticht
en aan de Fonteinstraat en tot verhuring van de zathe
en landen op Wijlaarderburen
2. rapporten omtrent de opneming van de kassen
van de gemeentelijke gasfabriek en het gemeentelijk
electriciteitbedrijf.
De niededeelingen sub 1 en 2 worden voor kennis
geving aangenomen.
3. dat Burgemeester en Wethouders
a. de volgende aanbeveling hebben opgemaakt voor
de benoeming van een directeur van de Gemeentelijke
Hoogere Burgerschool met 3-jarigen cursus en daarop
aansluitende Hoogere Handelsschool met 2-jarigen
cursus, vacature-dr. H. Annema
1. dr. J. L. Cardozo, leeraar en waarnemend direc
teur aan die school
2. Ir. W. J. Vollewens, leeraar aan de R. H. B. S.
te Schiedam, wonende te Rijswijk
3. E. Edinga, leeraar aan de R. H. B. S. te Steenwijk.
Zal in een volgende vergadering worden behandeld.
b. bij openbare inschrijving hebben gegund
aan J. Klamstra, alhier, de huur van de herberg „de
Bleek" c.a. aan den Groningerstraatweg, voor den tijd
van 5 jaren, voor 3212.per jaar;
aan R. Ypeij te Witmarsum de levering van 200 H.L.
witte haver a 9.85 per 100 K.G.
c. aan de nieuw aangelegde en nog aan te leggen
straten op het terrein van het voormalig Rijksopvoe
dingsgesticht ten Oosten van de Engelschestraat, de
volgende namen hebben toegekend
1. aan de straat, loopende onmiddellijk ten Westen
van het Westerplantsoen in de richting Noord-Zuid van
den Harlingerstraatweg naar de Fonteinstraat, den
naam van Westerparkstraat
2. aan de straatTloopende uit de Engelschestraat in
Oostelijke richting naar die sub 1 en vormende het
Oostelijk verlengde van de Franekerstraat, mede den
naam van Franekerstraat
3. aan de straat, loopende uit de Engelschestraat in
het Oostelijk verlengde van de Beetgumerstraat naar
die sub 1, mede den naam van Beetgurnerstraat
4. aan de straat, loopende uit de Engelschestraat
onmiddellijk ten Zuiden van en evenwijdig aan de
Molenstraat, in Oostelijke richting naar die sub 1, den
naam van Dronrijperstraat
5. aan de straaTT onmiddellijk ten Oosten van en
evenwijdig aan de Engelschestraat, loopende van de
straat sub 3 naar de Molenstraat, den naam van
Wijnatdumerstraat
6. aan de straat, loopende uit die sub 4 naar de
Fonteinstraat, onmiddellijk ten Oosten van en even
wijdig aan de Engelschestraat, den naam van Midlumer-
straat
d. ter kennis van de leden van den Raad brengen
dat op Vrijdag 27 Mei a.s., des namiddags 5 uur, ten
Stadhuize zal plaats hebben de ontvangst door Burge
meester en Wethouders van het Hoofdbestuur en afge
vaardigden der afdeelingen van de Nederlandsche Reis-
vereeniging
4. schrijven van mej. R. A. H. Maas, dat zij hare
tijdelijke benoeming tot stadsarts aanneemt.
De mededeelingen sub 3bd en 4 worden voor ken
nisgeving aangenomen.
II. De Voorzitter kan vervolgens den Raad nog
mededeelen, dat Burgemeester en Wethouders nog
gaarne een punt aan de agenda willen toevoegen. Er is
hier n.l. een zekere Reinder de Vos, boormeester bij de
diepboormaatschappij „Vulkaan", van wien een der kin
deren op kosten van de gemeente wordt verpleegd en
van wien door Burgemeester en Wethouders een zekere
som per week is gevraagd als bijdrage in de verpleeg-
kosten. De Vos meende dat niet te kunnen betalen, maar
de Kantonrechter heeft het verzoek van Burgemeester
en Wethouders toegewezen, in zooverre dat hij De Vos
heeft verplicht 2.50 per week bij te dragen. Van die
toewijzing van den Kantonrechter komt De Vos nu in
beroep bij de Rechtbank, waarom Burgemeester en
Wethouders den Raad in overweging geven te be
sluiten
„tot het voeren van verweer in rechten tegen het
door R. de Vos aan de Arrondisseinents-Rechtbank
alhier gedane verzoek om vernietiging van de beslis
sing van den Kantonrechter te Leeuwarden d.d. 22
April 1927, in zake vaststelling van het bedrag, dat,
ter tegemoetkoming in de kosten van verpleging van
IJ. de Vos, ten laste van R. de Vos, voornoemd, tel
kens aan de gemeente Leeuwarden zal worden uitge
keerd."
Spreker stelt voor om, indien daartegen geen bezwaar
bestaat, dit voorstel na afhandeling van de punten der
agenda voor heden, aan de orde te stellen. De stukken
liggen voor eventueel belangstellende leden hier zoo
lang ter inzage.
Wordt besloten overeenkomstig het voorstel van den
Voorzitter.
III. De Voorzitter kan ten slotte nog mededeelen dat
van den heer Westra het volgende is ingekomen
„Ondergeteekende verzoekt na afhandeling der
agenda een vraag tot Burgemeester en Wethouders
te mogen richten nopens verkiezingsreclame, aange
bracht op gemeentegebouwen."
Spreker moet eerlijk zeggen dat hij niet precies weet
onder welk artikel van het Reglement van Orde dit
schrijven eigenlijk valt; als schriftelijke vraag aan Bur
gemeester en Wethouders is het waarschijnlijk niet be
doeld, het heeft meer den vorm van een interpellatie,
maar een interpellatie is het toch ook niet precies. Mis
schien zal het blijken, als de heer Westra zijn vraag
die hier niet in staat aan Burgemeester en Wethou
ders richt; is het schrijven als interpellatie bedoeld, dan
had het eigenlijk 6 dagen van te voren moeten zijn inge
diend. Misschien kunnen Burgemeester en Wethouders
dan de volgende vergadering daarop antwoorden en
mogelijk is het ook beter spreker weet niet of de heer
Westra daar ook wat op tegen heeft de beantwoor
ding daarvan tot na de verkiezing uit te stellen.
Wordt besloten den heer Westra na afhandeling van
de punten der agenda voor heden de gelegenheid te
geven zijn vraag aan Burgemeester en Wethouders te
stellen.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de voor
heden op den oproepingsbrief vermelde punten.