130 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 21 Juni 1927.
den dienst der Gemeentewerken worden aangegeven
4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van
Burgemeester en Wethouders is overgedragen, mag
bebouwing door derden niet plaats vinden
5. overigens zijn van toepassing voor zoover
mogelijk en met het bovenstaande niet in strijd de
bepalingen betreffende de uitgifte in erfpacht van bouw
terreinen, gelegen tusschen Oostersingel en Cambuur-
sterpad en toebehoorende aan de gemeente Leeuwarden.
b.
Blijkens een adres d.d. 11 Mei 1927 wenschen Th.
Terpstra en T. Postema, alhier, een perceel bouwterrein
aan de Zuidzijde van de Dronrijperstraat in erfpacht te
ontvangen. Het terrein, dat op de bijbehoorende situatie-
teekening met een roode arceering is aangeduid, is een
gedeelte van blok XXV der terreinen van het voormalige
Rijksopvoedingsgesticht en kan, evenals de andere
bioksgedeelten, worden uitgegeven tegen een prijs van
7.50 per M2. en overigens op de gebruikelijke voor
waarden.
Wij hebben mitsdien de eer U voor te stellen te
besluiten
aan Th. Terpstra en T. Postema, alhier, tot 31 Decem
ber 1990 in erfpacht af te staan een perceel bouwterrein
aan de Zuidzijde van de Dronrijperstraat, zooals op de
bijbehoorende situatieteekening met een roode arceering
is aangegeven, ter grootte van ongeveer 476 M2., de
juiste grootte nader door een landmeter van het kadas
ter uit te meten, zulks op de volgende voorwaarden
1. de erfpachtscanon zal worden berekend naar een
grondwaarde van 7.50 per M2. en een rentevoet van
6 per jaar
2. de erfpachters moeten binnen tweemaal 24 uren,
nadat zij van de toewijzing in erfpacht kennis hebben
bekomen, een waarborgsom van 178.storten ten
kantore van het Gemeentelijk Grondbedrijf, voor de
nakoming der voorwaarden, welk bedrag hun, na vol
doening daaraan, op aanvrage wordt teruggegeven
3. de rooiïng voor de bebouwing zal nader door
den dienst der Gemeentewerken worden aangegeven
4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van
Burgemeester en Wethouders is overgedragen, mag
bebouwing door derden niet plaats vinden
5. overigens zijn van toepassing voor zoover
mogelijk en met het bovenstaande niet in strijd de
bepalingen betreffende de uitgifte in erfpacht van bouw
terreinen, gelegen tusschen Oostersingel en Cambuur-
sterpad en toebehoorende aan de gemeente Leeuwarden.
c.
Door J. J. Visser, alhier, werd tot ons het verzoek
gericht te bevorderen, dat hem een perceel bouwterrein
aan de Westzijde van den Poppeweg, op de hierbij
overgelegde situatieteekening met roode kleur aange
duid, in erfpacht wordt afgestaan. De adressant heeft
met de gebruikelijke voorwaarden genoegen genomen
de canon zal worden berekend naar een grondwaarde
van 7.per M-'., welk bedrag voldoende kan worden
geacht.
Het terrein is thans nog verhuurd aan J. G. Stienstra,
doch kan te allen tijde aan de huur worden onttrokken;
de daarvoor te maken kosten komen ten laste van den
erfpachter.
Onder overlegging van de stukken geven wij U
daarom in overweging te besluiten
aan J. J. Visser, alhier, tot 31 December 1990 in erf
pacht af te staan een perceel bouwterrein aan de West
zijde van den Poppeweg, ter breedte van 27 M. langs
den weg gemeten, zooals op de bijbehoorende situatie
teekening met een roode kleur is aangegeven, ter grootte
van ongeveer 540 M2., de juiste grootte nader door een
landmeter van het kadaster uit te meten, zulks op de
volgende voorwaarden
1. de erfpachtscanon zal worden berekend naar een
grondwaarde van 7.per M2. en een rentevoet van
6 per jaar
2. de erfpachter stort binnen tweemaal 24 uren,
nadat hij van het Raadsbesluit tot toewijzing in erfpacht
kennis heeft bekomen, een bedrag van 189.— ten kan
tore van het Gemeentelijk Grondbedrijf, als waarborg
voor de nakoming der voorwaarden, welk bedrag hem,
na voldoening daaraan, op aanvraag zal worden terug
gegeven
3. de rooiïng voor de bebouwing zal, mede in ver
band met een ten Zuiden van het gevraagde terrein
geprojecteerde straat, aan de Oost- en Zuidzijde door
den dienst der Gemeentewerken worden aangegeven
4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van
Burgemeester en Wethouders is overgedragen, mag
bebouwing door derden niet plaats hebben
5. de kosten voor het uit de huur nemen van het
aangevraagde terrein gedurende het loopende huurjaar,
bedragende 2/2 cent per M2., zijn ten laste van den
erfpachter
6. op den afstand in erfpacht zijn verder van toe
passing voor zoover mogelijk en met het boven
staande niet in strijd -de bepalingen betreffende de
uitgifte in erfpacht van bouwterreinen, gelegen tusschen
Oostersingel en Cambuursterpad en toebehoorende aan
de gemeente Leeuwarden.
d.
Een perceel bouwterrein aan de Westzijde van de
Soendastraat, op de hierbij overgelegde situatieteeke
ning met roode kleur aangegeven, wordt door T. D.
Wijma, J. Suierveld, J. Lubberts en B. Spoelstra in erf
pacht gevraagd. Wij meenen, dat aan dit verzoek kan
worden voldaan, wanneer de gebruikelijke voorwaarden
van kracht zijn en de canon wordt berekend naar een
grondwaarde van 8.- per M2., met welke bedingen
de aanvragers bereids genoegen hebben genomen.
Onder overlegging van de stukken geven wij U der
halve in overweging te besluiten
aan T. D. Wijma, J. Suierveld, J. Lubberts en B.
Spoelstra, alhier, tot 31 December 1990 in erfpacht af
te staan een perceel bouwterrein aan de Westzijde van
de Soendastraat, zooals op de bijbehoorende situatie
teekening met roode kleur is aangeduid, ter grootte van
ongeveer 475 M2., de juiste grootte nader door een
landmeter van het kadaster uit te meten, zulks op de
volgende voorwaarden
1. de erfpachtscanon zal worden berekend naar een
grondwaarde van 8.per M2. en een rentevoet van
6 per jaar
2. de erfpachters storten binnen tweemaal 24 uren,
nadat zij van het Raadsbesluit tot toewijzing in erfpacht
kennis hebben bekomen, een bedrag van 182.ten
kantore van het Gemeentelijk Grondbedrijf, als waar
borg voor de nakoming der voorwaarden, welk bedrag
hun, na voldoening daaraan, op aanvrage zal worden
teruggegeven
3. de rooiïng voor de bebouwing zal nader door
den dienst der Gemeentewerken worden aangegeven
4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van
Burgemeester en Wethouders is overgedragen, mag
bebouwing door derden niet plaats hebben
5. voor het overige zijn op dezen afstand in erfpacht
van toepassing voor zoover mogelijk en met boven
staande niet in strijd de bepalingen betreffende de
uitgifte in erfpacht van bouwterreinen, gelegen tusschen
Oostersingel en Cambuursterpad en toebehoorende aan
de gemeente Leeuwarden.
5 (Agenda no. 6). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot overneming van de stoep voor een per
ceel in de Wecrd.
Dit voorstel luidt als volgt
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 21 juni 1927. 131
ln Uwe vergadering van 14 December 1926 werd
besloten tot de overneming in eigendom van, op drie
na, alle stoepen aan de Weerd. De eigenaressen van een
dezer drie stoepen hebben thans, nu de aanleg van een
trottoir en de verbetering der bestrating in de Weerd
ter hand is genomen, te kennen gegeven, haar eigendom
op de gebruikelijke voorwaarden aan de gemeente over
te willen dragen.
Wij zijn van oordeel, dat de gemeente op dit aanbod
moet ingaan en geven U derhalve in overweging te
besluiten
A. in eigendom over te nemen van J. van der Werf
wed. van H. Vlietstra c. s. te 's Gravenhage, eigena
ressen van het perceel, kadastraal bekend gemeente
Leeuwarden Sectie C no. 1957, de stoep, welke is ge
legen tusschen het op het gemelde perceel staande pand
en de Weerd, alsmede een aan de Weerd grenzend
strookje grond van gelijke breedte als de bedoelde
stoep, behoorende bij het gedeelte van de Gloppe, dat
deel uitmaakt van het boven omschreven kadastrale
perceel, zulks op de volgende voorwaarden
1. de koopprijs bedraagt 1.
2. alle kosten, op de overdracht vallende, zijn voor
rekening der gemeente Leeuwarden
3. bij trottoiraanleg door de gemeente blijft het
uitkomende materiaal desverlangd het eigendom der
verkoopsters en wordt door de gemeente kosteloos naar
een door haar aan te wijzen plaats binnen de gemeente
vervoerd
4. wanneer ten gevolge van den trottoiraanleg werk
zaamheden aan den gevel van bovenvermeld gebouw
noodig zijn, geschieden deze door en voor rekening der
gemeente
en overigens op de gebruikelijke en verdere, door
Burgemeester en Wethouders noodig geachte, voor
waarden
B. de onder A bedoelde strooken grond te bestem
men voor den publieken dienst.
6 Agenda no. 7). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot het verkenen van vergunning aan L.
A. Hansma tot demping van de sloot voor zijn bouw
terrein aan den Stienserweg.
Dit voorstel luidt als volgt
Van L. A. Hansma, alhier, ontvingen wij een verzoek
om vergunning tot het dempen van de sloot aan den
Stienserweg voor zijn perceel bouwterrein, hetwelk een
Zuidwestelijk gedeelte uitmaakt van het perceel, ka
dastraal bekend gemeente Leeuwarden Sectie E no. 418
en een Westelijk gedeelte van het perceel kadastraal
bekend alsvoren no. 3495.
Op deze demping zullen van toepassing zijn de voor
waarden vastgesteld bij Uw besluit van 14 November
1922, no. 484r/312, met uitzondering van de 5e voor
waarde, waarin het leggen van een duiker wordt
voorgeschreven een duiker is bij deze demping niet
noodig, omdat het overblijvende slootgedeelte een
behoorlijke afstroomingsgelegenheid behoudt.
Wij geven U daarom, met verwijzing naar de stukken,
in overweging aan L. A. Hansma, alhier, vergunning te
verleenen tot het dempen van de sloot voor zijn bouw
terrein aan den Stienserweg, hetwelk een Zuidwestelijk
gedeelte uitmaakt van het perceel, kadastraal bekend
gemeente Leeuwarden Sectie E no. 418 en een Westelijk
gedeelte van het perceel kadastraal bekend alsvoren
no. 3495, op de voorwaarden, gesteld bij Raadsbesluit
van 14 November 1922, no. 484r/312, met uitzondering
van de 5e voorwaarde, en met bepaling, dat de voortuin
7 M. diep wordt.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethou
ders sub 46 (agenda sub 57).
7 (Agenda no. 8). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot beschikbaarstelling van gelden voor
straataanleg op terreinen nabij de Bleekiaan en tot aan
wijzing van rooilijnen voor de bebouwing aldaar.
Dit voorstel luidt als volgt
Nadat in Uwe vergadering van 25 Januari 1927 be
sloten was tot aankoop van eenige terreinen aan en
nabij de Bleekiaan en dat besluit de vereischte hoogere
goedkeuring had verkregen, hebben wij een plan tot
straataanleg op die terreinen laten opmaken. Zooals
de Directeur der Gemeentewerken in zijn desbetreffend,
te Uwer inzage liggend, rapport opmerkt, kan de ont
worpen, in Noord-Oostelijke richting loopende, hoofd
straat op verschillende breedte worden geprojecteerd.
Met de Commissie voor de Openbare Werken, wier
gevoelen wij te dezer zake hebben ingewonnen, zijn wij
van oordeel, dat aan het plan, gemerkt I, de voorkeur
moet worden gegeven. De aanleg van het straten-
complex naar dit plan, waarmede wij ons ook overigens
kunnen vereenigen, is niet alleen het minst kostbaar,
doch ook zullen de uit te geven bouwterreinen door
hunne grootere oppervlakte meer kunnen opbrengen,
hetgeen uiteraard in het voordeel der gemeente is. De
bovengemelde hoofdstraat krijgt in het plan I de vol
gende, alleszins voldoende, afmetingen: rijweg 7.36
meter, trottoirs aan weerskanten elk breed 2.62 meter,
totale breedte van de straat alzoo 12.60 meter. De
voortuinen aan beide zijden van deze straat zijn ont
worpen met eene diepte van 3.70 meter, zoodat tusschen
de rooilijnen eene ruimte blijft van 20 meter. Bij de
uitgifte van bouwterrein langs deze straat zal de be
paling dienen te worden gemaakt dat, zoo te eeniger
tijd tengevolge van het toenemend verkeer, als anders
zins, de noodzakelijkheid blijkt om tot verbreeding van
den weg over te gaan, van de voortuinen een strook
van 2 meter breedte door de gemeente kan worden
teruggenomen tegen evenredige vermindering van den
erfpachtscanon. De straat kan dan, zoo noodig, altijd
nog tot 16.60 meter worden verbreed (rijweg en
trottoir).
Door den aanleg van het stratencomplex zal mede
een betere verbinding met de z.g. Indische buurt worden
verkregen, een omstandigheid, waarop wij reeds wezen
in ons voorstel van 20 Januari 1927 tot aankoop van
de hierbedoelde terreinen.
De slooten, welke de voor straataanleg bestemde
terreinen omringen, moeten worden gedempt, zoodat
aan de medeëigenaren dier slooten toestemming daartoe
zal moeten worden gevraagd. Voor een gedeelte hebben
deze eigenaren destijds reeds aan de heeren Van Setten
c. s. vergunning tot die demping gegeven. Door de
woningbouwvereniging „Beter Wonen" is indertijd met
de heeren Van Setten c. s. een overeenkomst aangegaan
omtrent de demping van de sloot ten Zuiden van het
terrein der genoemde Vereeniging en ruiling van grond
aldaar. Nog over enkele andere punten van bijkomstigen
aard zal moeten worden onderhandeld, zooals over
ruiling van een paar hoekjes grond, die op de teekening
met roode arceering aangegeven zijn, enz. Hierbij zij
opgemerkt, dat de kosten van aanleg van een gedeelte
der geprojecteerde verlengde Auke Stellingwerfstraat
aan de ten Zuiden daarvan belendende eigenaren in
rekening kunnen worden gebracht. Zoo noodig zullen
U te zijner tijd omtrent een en ander voorstellen be
reiken. Aan de uitvoering van het stratenplan behoeft
dit echter voorloopig niet in den weg te staan.
De kosten van den straataanleg met slootdempingen,
met inbegrip van de bijdrage in de kosten van het
voortdurend onderhoud der straten, worden door den
Directeur der Gemeentewerken geraamd op rond
45.950.—.
Als rooilijnen kunnen worden vastgesteld de op de
hierbij overgelegde teekening, gemerkt „bij 1895 van
'27", getrokken witte bloklijnen.