152 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 18 Juli 1927. Op de vraag van den laatsten spreker kan spreker wel direct antwoorden, dat hij gelooft, dat er niet een misverstand is tusschen den heer Merkelbach en de gemeente. De zaak is eenige malen mondeling met hem besproken en spreker meent dat Burgemeester en Wet houders de bedoeling van den heer Merkelbach precies hebben begrepen en dat deze ook wel weet wat het college heeft bedoeld. Maar aangezien dat hem mis schien een beetje te precies was geformuleerd en het bedrag, dat Burgemeester en Wethouders er voor over hadden, hem te weinig was, heeft hij andere voorstellen gedaan, die echter voor Burgemeester en Wethouders niet acceptabel waren. In de eerste plaats moet nu hier de kwestie bespro ken worden al is het niet met cijfers aan te toonen, zooals de heer Posthuma zegt is een stadsbusdienst voor Leeuwarden noodig Sprekers persoonlijke opinie is deze als zoo'n dienst er komt, is dat heel aardig en heel mooi en voor een deel van de menschen misschien erg gemakkelijk, maar het moet dan de gemeente niet te veel geld kosten, want zoodra dat wel het geval was, zouden de groote kosten niet opwegen tegen het gemak, dat een bepaalde groep van personen in Leeuwarden er van zouden hebben. Want spreker geeft toe dat, als zoo'n dienst er was, een zekere groep in Leeuwarden er misschien eiken dag van zou profiteeren. De zaak is geloopen als volgt. Op een goeden dag kreeg het college een brief van den heer Merkelbach, waarin deze vroeg hier een busdienst te mogen exploi- teeren. Hij deed dat natuurlijk niet om Leeuwarden uit de misère te helpen, omdat hier geen busdienst is, maar om wat te verdienen. Spreker neemt hem dat niet kwa lijk, maar hij zegt het alleen, om duidelijk te maken, dat de heer Merkelbach op dit standpunt stond ik wil in Leeuwarden een busdienst openen, maar verder kan mij Leeuwarden niets schelen; ik zit veel liever in Hil versum of in Zeist, maar ik zie hier een gaatje, om wat te verdienen. De heer Merkelbach moest er echter eerst trachten in te komen. Nu zei hij in een gesprek, dat spreker den eersten keer met hem had, dat een busdienst hier wel rendabel zou zijn, waarop spreker hem direct als zijn meening te kennen gaf, dat een goed geëxploiteerde dienst hier niet rendabel zou zijn. Spreker is van mee ning dat, hoe beter zoo'n dienst wordt geëxploiteerd, hoe minder rendabel hij zal zijn. De L. A. B. O. had het misschien nog net kunnen volhouden, omdat die dienst zoo primitief was, maar hoe mooier men de bus sen maakt en hoe meer ritten men maakt, hoe minder rendabel de dienst wordt; men krijgt dan wel een aantal meer menschen te vervoeren, maar dat haalt niet over het grootere bedrag, wat er noodig is vergeleken bij de exploitatie van de oude L. A. B. O. Spreker heeft dat den heer Merkelbach direct gezegd, doch deze had er wel zin in, hoewel hij ook al zei het zal de eerste jaren wel moeilijk zijn, de menschen moe ten er eerst aan wennen, wij zitten er nog niet in. Spr. heeft het hem niet erg aangepraat en gezegd: ik meen niet dat het uit kan, het zal een financieele strop worden. Toen kwam de heer Merkelbach los en vroeg hij zou de gemeente in het begin dan niet een beetje kunnen helpen Wat had U dan gedacht vroeg spreker, waarop de heer Merkelbach antwoordde ik dacht een jaarlijksch subsidie van 15.000.Spreker heeft toen gezegd Ja, dan zou ik ook wel zoo'n dienst willen exploiteeren. Dan kunnen wij een ander systeem volgen, zei de heer Merkelbach, n.l. een garantie van de ge meente van een bepaald bedrag per afgelegden kilo meter. Eerst heeft hij toen een bedrag van 20 cent ge noemd, in den loop van het gesprek is dat 25 cent ge worden en later, bij de correspondentie, is het gekomen op 24.4 cent. Dat bedrag zou de gemeente dan per afgelegden kilometer moeten garandeeren. Spreker wil nu wel direct beginnen met te zeggen, al valt er op de berekening van den heer Merkelbach op verschillende onderdeelen wel iets af te dingen den prijs van de banden berekent hij b.v. twee maal zoo hoog als die in werkelijkheid is, maar als de levensduur nu ook twee maal zoo lang is, komt het op 't zelfde neer dat die 24.4 cent niet zoo ver van de waarheid af is. Daar komt het op neer de heer Merkelbach heeft verschillende posten veel te hoog berekend, maar daar staat tegenover dat andere weer te laag zijn en een deskundige, die hiermee goed bekend is, acht het be drag van 24.4 cent wel ongeveer bij de waarheid. Het groote bezwaar van Burgemeester en Wethou ders tegen dit systeem is echter, dat de gemeente daar mee absoluut niet weet waarmee zij er af is. Dat is voornamelijk de kwestie bij Burgemeester en Wethou ders. Zij erkennen dat een zekere groep van burgers er belang bij heeft, dat er zoo'n busdienst komtzij kun nen dat belang wel niet zoo heel erg inzien, maar zij hebben er toch iets voor over, doch dan moeten zij ook precies weten, waarmee de gemeente er af is. Dat is liet heele systeem van Burgemeester en Wethouders, zij willen vooruit weten met zooveel zijn we er af en zij meenen ook dat de ondernemer zelf als deze meent dat het financieel een goed zaakje is en anders was hij hier toch niet heen gekomen als hij door een paar moeilijke jaren heen is geholpen, belang moet hebben bij de uitkomsten van de exploitatie. Burge meester en Wethouders willen hem tegemoet komen, door een subsidie te geven, gelijkstaande met de helft van het verlies, het eerste jaar tot een maximum van 3000.—, het tweede jaar tot een maximum van 2000.en het derde jaar tot een maximum van 1000.Daarna krijgt hij dan, volgens het voorstel van Burgemeester en Wethouders, de gelegenheid om de verliezen, welke hij in die jaren heeft geleden, weer in te halen, zonder dat de verliezen, die de gemeente heeft bijgepast, behoeven te worden ingehaald. Wan neer hij dus de volgende jaren zijn verliezen zou hebben ingehaald, als hij dus geheel quitte zou zijn, zou de gemeente er misschien nog met 6000.in zitten en indien er dan nog winst wordt gemaakt, vragen Burge meester het eerstvolgende jaar 5 daarvan, het vol gende jaar 10 daarna 15 en de daarop volgende jaren 20 Spreker zou zeggen: wat is daar tegen aan te voeren? Eigenlijk niets. Hij krijgt eerst gelegenheid om alle ver liezen, die hij in voorgaande jaren heeft gehad, in te loopen, hij kan dus wachten tot hij er zelf geen cent verlies meer in heeft zitten en dan komt de gemeente pas, wanneer er dan nog winst wordt gemaakt, met achtereenvolgens 5 10 15 en 20 van de winst te vragen. Dus het eerste jaar, nadat hij alle ver liezen heeft aangezuiverd, krijgt hij niet 100 van de winst, maar 90 en dan krijgt de gemeente dus ook iets voor het recht, dat zij hem heeft gegeven om hier wel niet een goudmijntje en misschien ook niet een zilvermijntje, maar dan toch wel een kopermijntje te hebben. Spreker gelooft niet dat er iets tegen is te zeggen dat de gemeente dan ook iets voor dat gegeven recht krijgt. Burgemeester en Wethouders hebben gemeend aan dat systeem te moeten vasthouden en nu zegt de heer Merkelbach wel in zijn laatste brief dat hij dit systeem accepteert, maar hij haalt er dan nog allerlei dingen bij; de gemeente zal dan het eerste jaar nog een extra sub sidie van 4000.moeten geven en het tweede jaar een van 3000.Burgemeester en Wethouders hebben echter gezegd: wij hebben er het eerste jaar 3000.het tweede jaar 2000.en het derde jaar 1000.voor over en als U het daar niet voor kunt doen, passen wij voor de zaak, meer hebben wij er niet voor over. Vooral in dezen tijd, waarin toch al de belasting oploopt, gelooft spreker dat wij ons tegenover een zeer groot aantal burgers de luxe om er een modern autobus bedrijf te hebben, niet moeten veroorloven. Hij zal niet Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 18 Juli 1927. 153 dieper ingaan op wat hier nog meer achter zit. De levensduur van de bussen wordt op 5 jaar gesteld, maar de heer Merkelbach stelt de afschrijving op 2x/2 jaar. Spreker weet niet of de Vergadering begrijpt wat daar in zit, maar als een onkostencijfer van 24.4 cent per K.M. wordt gegarandeerd en de bussen worden in 2i/2 jaar afgeschreven dan is de kostprijs voor de vol gende jaren niet 24.4 cent maar dan komt die op 16.17 of 18 cent, terwijl de gemeente toch 24.4 cent garan deert. Men moet die zaak even dieper aankijken en daarom hebben Burgemeester en Wethouders gezegd: we willen er met een bepaald bedrag af zijn. Dat is het geheele systeem en de heer Merkelbach heeft dat niet willen aanvaarden, terwijl Burgemeester en Wet houders daaraan willen vasthouden. Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi gelooft, dat de heer Posthuma nog geen antwoord heeft ontvangen op zijn vraag of de zaak alleen schriftelijk of ook mondeling is afgedaan. Spreekster zou het ook wel van belang achten dat daarop een antwoord werd gegeven. De Voorzitter: Ik heb met den heer Merkelbach mon deling de zaak besproken, toen hij hier is gekomen en ik heb hem gevraagd of hij de zaak op schrift wilde stellen. Daarna is het per brief gegaan, maar is hij toch nog minstens één keer bij mij geweest en toen hebben wij het geheele systeem, dat door de gemeente was uitgedacht, besproken. Hij kon zich daar dadelijk niet mee vereenigen, maar hij kreeg het later op schrift en ik kan niet aannemen dat er een misverstand in 't spel is; ik geloof dat hij ons heel goed begrijpt en wij hem ook. De heer Westra kan zich, 1111 hij de gewenschte in lichtingen heeft gekregen, zeer goed indenken dat Burgemeester en Wethouders niet zonder meer als op brengst wilden garandeeren een bedrag, gelijkstaande met den geraamden kostprijs. Toch spijt het hem dat Burgemeester en Wethouders niet in zooverre aan dit systeem hebben vastgehouden, dat zij zouden willen garandeeren een opbrengst met een bepaald, door Burgemeester en Wethouders te noemen, maximum. Spreker meent dat dit veel voor heeft bij het systeem van Burgemeester en Wethouders met winstberekening, waarbij eventueel een deel van de winst aan de ge meente ten goede zou komen. Dat heeft den heer Merkelbach afgeschrikt. De Voorzitter heeft opgemerkt dat door de te hooge afschrijving de kostprijs misschien tot 16 cent zou terugloopen, maar Burgemeester en Wethouders hadden toch ook een willekeurig cijfer kunnen noemen, dat veel lager was dan 24.4 cent. Zooals de zaak hier op het oogenblik ligt, zal spreker zich tegen het afwijzend advies niet verzetten. Dat zou hem ook niet mogelijk zijn, omdat hij dan een tegen voorstel zou moeten doen. Spreker hoopt echter wel dat, als er weer een aanvraag komt van denzelfden persoon ol van een ander, Burgemeester en Wethouders in over weging zullen nemen of het niet mogelijk is dat een opbrengstprijs wordt gegarandeerd tot een zeker maximum-bedrag, zonder dat de gemeente deeling in de winst van een dergelijke onderneming zal krijgen. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 14 (Agenda no. 15). Praeadvies van Burgemeester en Wethouders op het adres van de vereenigingVoor streek Vooruit" inzake het plaatsen van een muziektent in den Arendstuin en het overdragen daarvan in eigen dom aan de gemeente. Dit praeadvies luidt als volgt In Uwe vergadering van 20 April j.l. werd een adres van de vereeniging „Voorstreek Vooruit", betreffende het plaatsen van een muziektent in den Arendstuin en het overdragen daarvan, onder bepaalde voorwaarden, aan de gemeente, om praeadvies in onze handen gesteld. Het lag aanvankelijk in de bedoeling van genoemde vereeniging, dat de tent zou worden opgericht in het midden van den Arendstuin, daar, waar zich thans een gazon met bloemperk bevindt. Zoowel bij ons College als bij de Schoonheidscommissie, wier gevoelen wij omtrent vorm en plaats van de tent inwonnen, rezen hiertegen uit een oogpunt van stadsschoon bedenkingen, welke wij aan de adresseerende vereeniging mede deelden, onder opmerking dat zij konden worden onder vangen door de tent op te stellen in het grasperk nabij de Verversbrug. Na eenige onderhandelingen kon de vereeniging „Voorstreek Vooruit" met deze plaats ac- coord gaan, gelijk U uit de ter inzage gelegde brief wisseling moge blijken. Hadden wij over het algemeen tegen overneming onder de door de vereeniging gestelde voorwaarden geen bezwaar, de bepaling, dat na de overdracht de kosten van onderhoud enz. voor rekening van de ge meente komen, meenden wij in dien geest te moeten aanvullen, dat de verplichting tot het onderhouden van de tent tot een tijdvak van tien jaren na de overneming beperkt blijft. Voorts achtten wij het gewenscht, voor de gemeente het recht te verzekeren om de tent te allen tijde te verplaatsen, indien en voor zoover zulks bij ver betering van de Verversbrug in het belang van het ver keer noodig mocht zijn hierbij is intusschen de bepa ling van kracht, dat de tent alsdan niet naar een ander stadsgedeelte zal worden overgebracht, maar in of nabij den Arendstuin moet blijven staan. Ook met deze aanvullende bepalingen heeft adres sante zich vereenigd. Uit het aanvaarden van de hierbedoelde muziektent onder de aangegeven voorwaarden zullen voor de ge meente geene kosten van beteekenis voortvloeien. Ver mits ons College voorts bereid is in den vervolge ook hier ter plaatse concerten te doen geven (tenzij, natuur lijk, mocht blijken, dat de burgerij deze concerten niet op prijs stelt en de voorkeur geeft aan een andere plaats), geven wij Uwe Vergadering in overweging te besluiten I. tot overneming van de vereeniging „Voorstreek Vooruit" in eigendom en onderhoud bij de gemeente van een door genoemde vereeniging overeenkomstig de laatstelijk ingezonden teekening te bouwen muziektent, onder de navolgende voorwaarden en bepalingen 1°. de kosten van het bouwen, opstellen, verven en volledig in orde maken van de tent, alsmede die van den aanleg van eene voldoende verlichting daarin, komen voor rekening van de vereeniging „Voorstreek Vooruit" 2°. na de overneming zijn de zorg voor en de kosten van het onderhoud van de tent voor rekening van de gemeente, met dien verstande, dat iedere verplichting tot onderhoud van de gemeente tegenover de sub 1°. genoemde vereeniging eindigt na verloop van tien jaren van den dag der overneming af 3°. de tent zal komen te staan in het grasperk tus schen den Arendstuin en de Verversbrug de gemeente behoudt evenwel het recht, de tent te allen tijde te ver plaatsen, indien en voorzoover zulks bij verbetering van de Verversbrug in het belang van den publieken dienst naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders noodig mocht zijn. In geen geval echter zal de tent in een ander stadsgedeelte dan de Arendstuin en naaste omgeving worden opgesteld 4°. de kosten op de hierbedoelde overdracht val lende, komen voor rekening van de vereeniging „Voorstreek Vooruit".

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1927 | | pagina 8