224 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 1 November 1927.
veranderen, dat de graskalveren daar goed gestald kun
nen worden. Zooals de zaak er op het oogenblik heen
ligt, is dat niet het geval; het is daar een heele vieze
boel, die natuurlijk loopt naar de laagste deelen, dus
naar den kant van de veemarkt en naar de tramafschei
ding, en zoo zal het weer worden, wanneer men den
weg aanlegt onder één tonrond profiel en niet onder
de gebroken profielen la en 2a.
Nu heeft de Commissie voor Openbare Werken tegen
de profielen la en 2a uit een oogpunt van verkeer be
zwaar, maar Burgemeester en Wethouders kunnen niet
voelen dat daartegen practische bezwaren zijn aan te
voeren in verband met het verkeer. Spreker neemt aan,
dat er enkele kleine technische bezwaren zullen zijn en
dat het werk misschien iets duurder zal worden in on
derhoud, omdat een gebroken profiel in onderhoud altijd
iets duurder is dan een tonrond profiel, maar practische
bezwaren voor het verkeer kunnen Burgemeester en
Wethouders niet voelen. De weg wordt zoo, dat aan
eiken kant een flauwe schuinte komt, met een helling
van slechts 10 cM. op 2.75 M., terwijl de rijweg wordt
5.50 M., dus vrij breed. 2 auto's zullen elkaar daar dus
heel gemakkelijk kunnen passeeren en al moesten zij
iets buiten den rijweg gaan, dan is de schuinte nog niet
zoodanig, dat het rijdend verkeer daarvan eenigen hinder
ondervindt.
Spreker heeft er ook met meerdere leden over ge
sproken, die daartegen bezwaren hadden en hij heeft
er toen op gewezen, dat verschillende straten in onze
stad vroeger op precies dezelfde wijze zijn aangelegd:
eerst de trottoirs voor de huizen of wel de stoepen, dan
de kleine steentjes, dan de goten met kolken en daarna
de rijweg. Er zijn nog enkele van die straten in de stad
en nu geeft spreker wel toe dat dit niet fraai is en dat
men uit een oogpunt van nieuwen aanleg het zoo niet
weer zal doen, maar eenige hinder voor het verkeer
hebben dergelijke straten niet. Waar nu het belang van
de Veemarkt zelf eischt, dat er iets, maar dan ook maar
een kleinigheid, wordt geëischt van het verkeer, hebben
Burgemeester en Wethouders dat ten slotte het zwaarst
laten wegen en gezegd: wij moeten den weg zoo aan
leggen, dat de kalveren goed kunnen worden gestald.
De heer Fransen heeft ook reeds aangeroerd dat het
mogelijk is met kleine markten die straat geheel af e
sluiten; dan zal men dus nog meer nut van dezen aanleg
kunnen ondervinden, omdat dan niet de geheele vee
markt behoeft te worden gebruikt.
Iets anders is nog dit is niet in het college be
sproken dat nog zou kunnen worden overwogen of
het gedeelte weg, dat 7.50 M. breed is, niet onder één
profiel kan worden gemaakt, omdat daar anders de goot
zou komen ongeveer in het midden van den weg. Voor
het andere gedeelte, dat 11 M. breed is, zou spreker
willen vasthouden aan het voorstel van Burgemeester
en Wethouders, maar ten opzichte van het gedeelte van
7.50 M. zou hij nog onder de oogen willen zien of het
ook beter is. dat dit onder één profiel wordt aangelegd.
De heer Feddema doelde zoopas hierop dat, als het
voorstel van Burgemeester en Wethouders een meerder
heid zou vinden, hij dan liever zou zien dat de zijden
niet meer dan 2 M. werden. Wanneer dat het geval
werd, zou spreker zich met het voorstel van Burge
meester en Wethouders kunnen vereenigen; dan wordt
de rijweg 7 M. en blijft er aan weerskanten 2 M. over,
wat meer dan voldoende is voor de graskalveren. Voor
het plaatsen van koeien wordt op de veemarkt 2 M.
gerekend en voor kalveren wordt 1.75 M. gegeven.
Wanneer men hier dus 2 M. neemt voor de kalveren,
is dat ruim en dan blijft er ook een ruim pad over voor
de inenschen, die daar achter moeten loopen. Zij be
hoeven dan niet in de goot te loopen, wat bij het door
Burgemeester en Wethouders vastgestelde profiel wel
het geval is. Spreker stelt dan ook voor de zijden 2 M.
te maken, waardoor wij dan een rijweg houden van
7 M.
De heer J. de Boer zegt dat, toen in de commissie
voor Openbare Werken deze zaak aan de orde kwam,
men zich daar op het standpunt heeft gesteld waarvoor
moet in de eerste plaats deze straat dienen Nu is de
commissie van meening, dat wij ons in de eerste plaats
op het standpunt moeten stellen dat het rijverkeer langs
dien weg in toenemende mate zal plaats hebben. Aan
den Sneekertrekweg breidt de industrie en handel zich
uit, zoodat men van dien kant een verkeer in toene
mende mate heeft te verwachten, maar bovendien heeft
men aan dezen weg nu de goederenloods van de
Tramweg Maatschappij en de los- en laadplaats van de
Staatsspoor, zoodat, wanneer deze straat wordt verbe
terd en verbreed, het zeker zal zijn, dat het verkeer daar
langs in belangrijke mate zal toenemen.
Nu is door den wethouder der Bedrijven opgemerkt,
dat enkele straten in de stad ook zijn aangelegd en ge
plaveid volgens het model, dat de marktmeester voor
stelt en dat ook Burgemeester en Wethouders voor
stellen. Maar die plaveisels worden toch reeds opge
nomen en door andere vervangen; men heeft daar dus
zijn reden voor en men komt er op het oogenblik niet
toe om weer zoo'n profiel te maken. Spreker wil een
geval noemen het Heerenwaltje heeft ongeveer het
profiel, zooals deze straat zou worden, maar men denkt
er toch in geen geval aan een straat aan te leggen met
een profiel als dat van het Heerenwaltje.
Verder is er gezegd dat deze straat ook zal worden
gebruikt b.v. voor kleine paardenmarkten. Als dat het
geval zou zijn, gelooft spreker dat, wat de commissie
voorstelt, nog geen bezwaar zal zijn; wanneer dan mid
den op de straat een verplaatsbare balie komt, is het
zeer goed mogelijk dat men daar het vee aan vastmaakt
en dan krijgt men precies hetzelfde wat het college be
doelt: een afwatering van het midden naar den kant van
de straat. Dat behoeft dus geen bezwaar te zijn.
Wanneer echter het achterste gedeelte van 7.50 M.
breedte tonrond wordt gemaakt en het voorstel gedeelte
krijgt het door Burgemeester en Wethouders voorge
stelde profiel, dan krijgt men een onmogelijken toestand;
dan krijgt de overgang zoo'n vreemde ligging, dat deze
oplossing, naar sprekers meening, altijd moet worden
vermeden.
Men moet ook niet uit het oog verliezen dat men in
den winter met sneeuwval krijgt te doen en dat er dan
met het intreden van dooi allerlei vuiligheid op straat
ligt, waarbij men dan, met de door Burgemeester en
Wethouders voorgestelde regeling, n.l. met 2 goten in
het midden, een onmogelijken toestand krijgt voor het
verkeer.
Spreker is dan ook stellig van meening, dat het beter
is het plan, dat is aangenomen door de commissie voor
Openbare Werken, uit te voeren.
De heer B. Molenaar zou nog een enkele opmerking
willen maken naar aanleiding van hetgeen de wethouder
van de Bedrijven heeft gezegd. Deze heeft gezegd
en ook zeer terecht dat een van de belangrijkste oor
zaken, waarom de toestand moet worden verbeterd, is
de ruimte om de veemarkt heen. Spreker gelooft ook
dat dit juist het belangrijkste is, al valt niet te ontken
nen, dat ook berging moet worden gezocht van de
graskalveren gedurende enkele weken van het jaar.
AAaar eiken Vrijdag moet deze weg toch worden gebruikt
als berging van wagens. Er is hier een aantal van 90
wagens genoemd, die dus over dwars op den weg zullen
komen te staan en die zullen dan dus tegen de helling
op komen te staan in stede van, zooals bij een tonronde
veeg, achterover. Bovendien, wanneer zij zoo worden
geplaatst, dan zal het overblijvende gedeelte nog moeten
worden gebruikt door de menschen en het verkeer en
wanneer nu de auto's en vrachtwagens aan den eenen
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad
kant tegen de afscheiding van de Tramweg Maatschappij
staan, dan komen zij op het achterste gedeelte dus over
de eerste helling heen en voor een gedeelte op het mid
den van den rijweg te staan. Wat blijft er dan nog over
voor het verkeer
De VoorzitterEr is in 't geheel geen verkeer dan.
De heer B. Alolenaar U sluit dan den weg toch
niet af? Dat is ons ten minste niet gezegd. De weg kón
worden afgesloten, is er gezegd, maar de directeur van
Gemeentewerken wilde de mogelijkheid behouden, dat
de weg in tweeën wordt gebruikt, zoo, dat als de wa
gens er staan, het verkeer nog mogelijk is. En dat is
nog mogelijk, waar de weg 11 M. breed is, kan dat heel
goed. Spreker meent dat het plan, zooals onder de pro
fielen 1 en 2 is aangegeven, voor het grootste deel van
het jaar veel beter zal voldoen, dan het plan dat door
Burgemeester en Wethouders naar voren is gebracht.
Wat nu het amendement van den heer Feddema aan
gaat, zou spreker willen vragen of het, wanneer er straks
wordt gestemd, niet mogelijk is, om zijn voorstel of dat
van de commissie voor de Openbare Werken het eerst in
stemming te brengen, omdat hij mogelijk, als het amen-
dement-Feddema het eerst in stemming zal komen, daar
tegen zal stemmen, maar hij dit, wanneer eventueel
eerst zijn eigen voorstel zou worden verworpen, zou
verkiezen boven het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
De heer Tamminga merkt op, dat wij hier hebben te
doen met een weg, die voor verschillende doeleinden
moet worden gebezigd: in de eerste plaats voor berg
ruimte van wagens, in de tweede plaats voor ligplaats
van kalveren en in de derde plaats voor rijweg.
Spreker acht al die verschillende doeleinden, waar
aan deze weg dienstbaar wordt gemaakt, van zeer veel
belang en naar het hem voorkomt is het, ook gehoord
de discussies, zeer wel mogelijk, den weg in zoodanigen
staat te brengen, dat aan die verschillende doeleinden
kan worden beantwoord.
Als op het idee van den heer Feddema wordt inge
gaan, krijgen wij daar een straat, die voor het rijverkeer
zeer geschikt zal blijken; een straat van 6.50 a 7 M. is
toch een prachtstraat en spreker kan zich dan ook niet
begrijpen welk bezwaar men tegen een dergelijken ver
keersweg heeft. Die weg kan dan ook zoodanig worden
geprojecteerd, dat hij een behoorlijk gedekt en rond
profiel krijgt. Dat ten eerste.
Dan krijgen we de bergplaats voor wagens. Die
kwestie zal dan ook zeer gemakkelijk zijn op te lossen.
Wanneer men op het oogenblik de situatie waarneemt,
merkt men, dat de toestand momenteel ook niet ideaal
is en dat die dan zeker vrij wat zal worden verbeterd.
De ligplaats voor de kalveren acht spreker van zeer
veel belang, omdat het de veemarkt betreft en Leeu
warden in dat opzicht niet kan volstaan met een gele
genheid, waar men de kalveren maar zoo'n klein beetje
neerpakt. Wij hebben hier ook nog een reputatie op te
houden en wanneer menschen van buiten ons vragen
waar de ligplaats is voor de kalveren, moeten wij niet
behoeven te zeggen: die worden daar maar neergepakt.
Daarvoor moet een behoorlijke gelegenheid zijn. Als
wij nu de ligplaats voor de kalveren 2 M. breed maken,
krijgen wij een pracht verkeersweg van ongeveer 7 M.
en aan weerszijden een trottoir, niet voor gewone voet
gangers op 2 beenen, maar voor voetgangers op 4 bee-
nen, die daar een ligplaats zullen hebben.
Het is spreker een raadsel, dat men nog bezwaar
maakt tegen een dergelijken verkeersweg; hem dunkt,
dat wij dan een ideale toestand krijgen. Wanneer het
voorstel van Burgemeester en Wethouders zoo wordt
geamendeerd als door den heer Feddema is voorgesteld,
is de heele kwestie opgelost.
van Leeuwarden van Dinsdag 1 November 1927. 225
jggStw»-
De Voorzitter zou ook een paar woorden over de
kwestie willen zeggen, zuiver uit een verkeersoogpunt.
Burgemeester en Wethouders hebben al sinds jaren ge
zocht naar ruimte om de veemarkt, maar het feit, dat
de veemarkt zelf ook te klein is, heeft hier eigenlijk
niets mee te maken; daarvoor zal zoo meteen een andere
oplossing moeten worden gevonden. Was dit stuk bij
de veemarkt te krijgen, dan was de zaak vrij gauw op
gelost, maar dat kan niet; er moet ruimte blijven om
andere dingen, die met de veemarkt te maken hebben,
te kunnen bergen en wel in de eerste plaats de wagens.
De toestand is zoo, dat Burgemeester en Wethouders
al jaren hebben gezocht naar een gelegenheid om de
leege wagens, die hun lading op de veemarkt hebben
afgeleverd en dan moeten blijven wachten, zoo te
plaatsen, dat zij anderen niet hinderen. Burgemeester
en Wethouders waren dan, eerlijk gezegd, ook heel blij
dat zij, door destijds een kleine ruiling aan te gaan, den
grond der gemeente aan den Zuidersingel te kunnen
verbreeden; dat men nu met bezwaren meent te moeten
komen of dat er nog een stem zou opgaan tegen het
verbreeden van den Zuidersingel, had spreker dan ook
niet gedacht. Burgemeester en Wethouders meenden
nu eindelijk een weinig in de richting te komen, waar
wij moeten wezen en ofschoon dit op den duur nog niet
voldoende zal zijn er zal dan weer een andere op
lossing moeten worden gezocht is dit toch in elk
geval beter dan de bestaande toestand.
Wij hebben hier nu reeds veel gehoord over dit voor
stel. Persoonlijk is het spreker vrij onverschillig welk
profiel men neemt; hij heeft in de vergadering van Bur
gemeester en Wethouders voor het gebroken profiel
gestemd. In verband met het amendement, dat de heer
Feddema indient, zou hij echter willen zeggen, dat men
óf het gebroken profiel moet aannemen, zooals dat door
den directeur van Gemeentewerken is aangegeven, óf
het tonronde profiel, zooals ook door den directeur is
aangegeven. Spreker voelt voor die versmalling van de
zijkanten tot 2 M. niet veel.
Wat is de bedoeling van dezen weg Natuurlijk
voornamelijk om hem te gebruiken tijdens de veemarkt,
maar niet voor veemarkt zelf. Het gevolg zal zijn dat
vanaf Donderdagsmiddags 4 uur, wanneer de kalveren
worden aangevoerd, het gewone verkeer langs den weg
niet meer kan plaats hebben en dat blijft des Vrijdags
zoo tot na afloop der markt, omdat daar ook zullen
worden geplaatst de wagens, die het vee voor de markt
aanvoeren. Spreker wil nu niet zeggen dat het verboden
zal worden aan anderen om daar langs te rijden, maar
practisch zal toch het gevolg wezen dat men een anderen
weg zal kiezen. Dat gebeurt op het oogenblik ook, ook
thans is de weg des Donderdagsmiddags en de eerste
helft van den Vrijdag practisch voor het verkeer ge
sloten. Spreker zou zelfs verder willen gaan, hij zou
zelfs willen voorstellen dat de Raad zou besluiten den
Zuidersingel aan den publieken dienst te onttrekken,
evenwel met het recht aan iedereen om, zoo lang de
gemeente er niet zelf de beschikking over wil hebben,
daar langs te gaan, m. a. w. als het dus noodig was,
zou men dien weg kunnen promoveeren tot een uit
breiding van de veemarkt. Waar naar sprekers oordeel
hier niet veel doorgaand verkeer is, lijkt hem dat ook
geen bezwaar. Dat verkeer zou alleen kunnen gaan naai
en van den Sneekertrekweg en waar komt het dan van
daan of gaat het heen Enkel naar het Stationsplein.
Niemand toch, die van de Prins Hendriksbrug komt,
rijdt langs den Zuidersingel en die de Beursbrug over
wil, behoeft er ook niet langs. Omgekeerd heeft ook
het eenige directe verkeer langs den Zuidersingel naar
den Sneekertrekweg plaats van af het Stationsplein.
Dit verkeer nu heeft tot nog toe geen bezwaren onder
vonden; als de weg al is afgesloten, gebeurt het op het
oogenblik ook dat men de Lange Marktstraat omrijdt
en dat zal ook dan wel kunnen gebeuren. Spreker wil
er op wijzen dat niet alleen de Zuidersingel thans on-