26 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 21 Februari 1928.
daar een smalle strook. Dat is grond, die indertijd is
overgenomen van de Vereeniging voor Volkshuisvesting
en daarnaast ligt het geheele terrein, dat de heer Dijkstra
in exploitatie brengt. Nu is door de bouwers het ge
deelte, dat bij de gemeente in eigendom is en een
gedeelte is van het geheele bouwblok waarop ook een
gedeelte ligt van den heer Dijkstra, aangevraagd. Voor
zoover het terrein bij de gemeente in eigendom is, vragen
zij dus het geheele terrein, maar bovendien ligt, wat zij
aanvragen, nog gedeeltelijk in het „bouwblok", dat voor
een gedeelte van den heer Dijkstra is. Zij krijgen dus
alleen het terrein, dat bij de gemeente in eigendom is.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
afstand in erfpacht van bouwterrein aan de Bleeklaan
aan T. Terpstra.
Dit voorstel luidt als volgt
Door T. Terpstra, alhier, is een verzoek ingediend
om hem in erfpacht af te staan een perceel bouwterrein
aan den de Ruijterweg hoek Noordvlietstraat.
Adressant heeft genoegen genomen met de gebrui
kelijke voorwaarden en een grondprijs van 10.per
M-. voor het aan den de Ruijterweg gelegen gedeelte
van het terrein en van 7.50 voor het aan de Noord
vlietstraat grenzende gedeelte, welke prijzen voldoende
zijn te achten.
Onder overlegging van de stukken geven wij U mits
dien in overweging te besluiten
aan T. Terpstra, alhier, tot 31 December 1990 in
erfpacht af te staan een perceel bouwterrein, gelegen
op den hoek van den de Ruijterweg en de Noordvliet
straat, ter breedte van 15.50 Meter langs den
de Ruijterweg gemeten, zooals op de bijbehoorende
situatieteekening met roode omlijning is aangegeven,
ter grootte van ongeveer 380 M-., de juiste grootte
nader door een landmeter van het kadaster uit te meten,
zulks op de volgende voorwaarden
1de erfpachtscanon zal bij een rentevoet van 6
per jaar worden berekend naar een grondwaarde van
10.per h\". voor zoover het met roode arceering
aangeduide terrein aan den de Ruijterweg ter grootte
van ongeveer 226 M2. betreft en naar een grondwaarde
van 7.50 per M2. voor zoover het achtergelegen terrein
ter grootte van ongeveer 154 M2. betreft;
2. de erfpachter stort binnen tweemaal 24 uren,
nadat hij van het Raadsbesluit tot toewijzing in erfpacht
kennis heeft bekomen, een bedrag van 171.ten
kantore van het Gemeentelijk Grondbedrijf, als waar
borg voor de nakoming der voorwaarden, welk bedrag
hem, na voldoening daaraan, op aanvrage zal worden
teruggegeven;
3. de rooiïng voor de bebouwing zal nader door den
dienst der Gemeentewerken worden aangegeven;
4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van
Burgemeester en Wethouders is overgedragen, mag be
bouwing door derden niet plaats hebben;
5. de gemeente heeft het recht om het erfpachtsrecht
van de strook grond, welke grenst aan den de Ruijter
weg ter breedte van 2 M., te allen tijde met een opzeg
gingstermijn van een maand geheel of ten deele op te
zeggen, in welk geval de canon naar evenredigheid zal
worden verminderd;
6. voor het overige zijn op dezen afstand in erfpacht
van toepassing voor zoover mogelijk en met het
bovenstaande niet in strijd de bepalingen betreffende
de uitgifte van bouwterreinen, gelegen tusschen Ooster
singel en Cambuursterpad en toebehoorende aan de
gemeente Leeuwarden.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
11. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
overneming van onderscheidene stoepen voor panden
aan de Nieuwestad (Zuidzijde).
Dit voorstel luidt als volgt
Het overgroote deel van de eigenaren van panden
aan de Nieuwestad Z.Z. heeft zich bereid verklaard de
daarvoor gelegen stoepen, in een enkel geval met een
gedeelte van een steeg, aan de gemeente in eigendom
af te staan, waardoor het mogelijk zal zijn, te zijner tijd
tot trottoiraanleg op de Nieuwestad over te gaan. Met
eenige eigenaren is omtrent de overdracht nog geen
volledige overeenstemming bereikt.
Mitsdien geven wij U, onder overlegging van de
stukken, in overweging
A. voor den prijs van 1.voor elke stoep over
te nemen de stoepen vóór panden aan de Nieuwestad,
onderscheidenlijk een gedeelte van een steeg, als hier
onder is vermeld
Plaatselijk
n°.
Kadastraal
Sectie
B n°.
Kadastrale tenaamstelling.
12
1282
P. Metskes te Leeuwarden.
14
1281
F. J. Berends
18
3703
J. de Langen
20
3704
R. Gorter
26
3709
fa. L. Kronabel
30
1830
R. Andriessen
32
3868
G. Dalenoord
38
1188
H. Gorter
40
3245
Th. C. Vossenberg te Leeuwarden.
42
3246
N. V. Vereenigde Nederlandsche Bios
copen te Leeuwarden.
3221
KL Polstra en N. V. Vereen. Nederl. Bios
copen te Leeuwarden (gedeelte steeg).
44
2996
J. J. Visser e. a. te Zutphen.
46
3220
K. Polstra te Leeuwarden.
48
3110
C. W. Eisma
50
3906
N. V. Tabaksfabriek „De Oldehove" v/h
fa. Hendrik Taconis Szn. te Leeuwarden.
52
1146
A. H. Mesker te 's Gravenhage.
54
3907
A. van Gelder te Leeuwarden.
56
3419
S. Sipma, wed. E. P. Blokzijl te Huizum.
72
3027
H. Hoekstra te Leeuwarden.
74
2951
P. Luiks Jr.
76
3218
Ph. Feitsma
78
3216
R. B. Bakker
80
1094
J. J. Copini
82
3111
J. Dieters
84
3042
H. J. Frehe
86
1089
G. Covers
88
2484
J. L. M. Vergnes c.s.
90
1066
R. van der Velde
94
3532
N. V. Kleedermagazijnen v/'h P. van den
Brul te Amsterdam.
98
3635
N. V. Algemeene Confectiehandel van C.
A. Brenninkmeijer te Amsterdam.
102
1906
F. A. Heeger, wed. M. C. de Vries te
Leeuwarden.
104
2555
D. Morrema te Leeuwarden.
106
2556
J'kvr. Q. J. van Eysinga
116
3721
Th. E. M. Beerents, wed. P. J. Rolf e. a.
te Leeuwarden.
118
3722
B. H. H. Dechesne te Leeuwarden.
120
2123
fa. Burmann te Groningen.
122
3229
F. Heimes te Leeuwarden.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 21 Februari 1928. 27
13
C/3 O
~C3
O.
Kadastraal
Sectie
B nu.
126
3723
128
1018
130
3202
132
3332
134
2804
136
3625
138
3853
140
2807
142
2808
154
1850
158
3464
3178
162
3251
Kadastrale tenaamstelling,
N. V. Modemagazijn Van der Linden te
Leeuwarden.
H. T. Rooswinkel te Leeuwarden.
J. A. F. Best
M. Hamnier e. a. te 's Gravenhage.
J. Pel, wed. S. Bohnan te Leeuwarden.
J. L. Kaller e. a.
N. V. Heeren- en Kinderkleedingmagazijn
v/h Gebrs. Bervoets te Zwolle.
J. W. Sterkenburg te Leeuwarden.
N. V. Goederenhandel v/h fa. S. F. ter
Horst te Leeuwarden,
fa. M. j. Nolet te Leeuwarden.
A. A. M. Wreesman, wed. T. F. C. Zuhorn
te Groningen,
idem (ged. steeg).
N. V. Algemeene Confectiehandel van
l C. A. Brenninkmeijer te Amsterdam.
een en ander onder bepaling, dat uit de overdracht
voor de tegenwoordige eigenaren geen kosten voort
vloeien, het uitkomende materiaal desverlangd hun
eigendom zal blijven en de werkzaamheden, die ten
gevolge van den trottoiraanleg aan de gevels der ge
bouwen noodig zijn, voor rekening der gemeente komen;
B. de onder A bedoelde stoepen enz. te bestemmen
voor den publieken dienst.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Feddema zou aan Burgemeester en Wet
houders willen vragen of het aannemen van dit voorstel,
om deze stoepen over te nemen waar op zichzelf
natuurlijk niets geen bezwaar tegen is ook tengevolge
zal hebben dat hier in beginsel is aangenomen een ver
betering van de Nieuwestad in den geest, zooals er op
het oogenblik al iets is te zien bij de firma Vroom en
Dreesmann
De heer Dijkstra: Nou, nog al heel wat
De heer Feddema heeft zich op de hoogte ge
steld, naar aanleiding van een opmerking van den
directeur van Gemeentewerken, die heeft gesproken
van een profiel 1. Spreker concludeerde dat er dus ook
een profiel 2 was en hij heeft zich die beide laten zien.
Hem is toen gebleken, dat de Nieuwestad een heel stuk
zou moeten worden afgegraven en als motief is op
gegeven dat het in hoofdzaak gaat om het Waaggebouw.
Nu zal dat ter plaatse misschien wel aardig en goed zijn,
maar sprekers vraag is nu of Burgemeester en Wet
houders voorstellen dat over de geheele Nieuwestad te
doen. Als er zooveel wordt afgegraven als nu blijkt -
voor Vroom en Dreesmann gaat er in het midden van
den weg nog 30 cM. af dan wordt dat een heele
verlaging en als men dat over de geheele Nieuwestad
gaat doen, wordt dat verbazend lastig, ook voor de
zijstraten en pijpen, die dan veel schuiner moeten op-
loopen. Zoo is het ook met de Oude Lombardsteeg. Of
dat een betere toestand zal geven, zal de vraag wezen.
Er komt nog bij dat de gemeente zich verbindt, dat
de werkzaamheden, die tengevolge van den trottoir
aanleg aan de gevels van de gebouwen moeten plaats
hebben, voor haar rekening komen. Dat zal wat worden,
als al die gevels moeten worden veranderd, opdat zij
bij de nieuwe hoogte van den weg zullen komen; dat
zal een dure grap voor de gemeente worden.
Er komt ook nog bij dat de menschen hun vloeren
zullen moeten verlagen, wat voor hen allemaal kosten
meebrengt. De tuinen achter de huizen blijven dan nog
op dezelfde hoogte liggen, zoodat de menschen daar
door tenzij zij hun heele perceel afbreken in een
moeras zullen komen te zitten.
Spreker zou dus willen vragen of het overnemen van
deze stoepen niet in zich houdt een stilzwijgende aan
neming straks van een vernieuwing van de geheele
Nieuwestad volgens een profiel, dat, naar het schijnt,
een paar jaar geleden is behandeld.
De heer Fransen (wethouder) kan den heer Feddema
op diens vraag antwoorden, dat het natuurlijk de be
doeling is dat, als de gemeente deze stoepen overneemt,
zij te zijner tijd er toe zal overgaan om een trottoir aan
te leggen langs de Nieuwestad.
De heer Feddema heeft gevraagd of het, zooals we
nu een klein stuk zien voor Vroom en Dreesmann, de
geheele Nieuwestad langs zal gaan. Daar is geen sprake
van. Er wordt tegenwoordig veel te veel verteld en
gekletst over de Nieuwestad; van morgen heeft spreker
nog een deputatie van winkeliers bij zich gehad, die
meenden dat alle stoepen 50 cM. boven het trottoir
zouden komen. Daar is geen sprake van, omdat de ver
laging hoofdzakelijk plaats heeft vanaf den Wirdumerdijk
tot aan de Oude Lombardsteeg. Burgemeester en Wet
houders hebben gemeend dat zij die voorloopig wel
mochten vaststellen, omdat, waar 1 f2 jaar geleden al
die winkeliers hebben gevraagd of de gemeente hun
stoepen wilde overnemen en een trottoir wilde aan
leggen, Burgemeester en Wethouders toen hebben ge
zegd, nadat zij daarover het advies van Gemeentewerken
hadden ingewonnen: als wij zoo belangrijke kosten aan
de Nieuwestad gaan besteden, waar veel voor is te
zeggen en wat de gemeente ook graag zal doen, laten
wij dan ook niet vergeten om, nu daartoe eenige moge
lijkheid is, het daar aanwezige Waaggebouw, dat toch
een monumentaal gebouw is, een klein beetje meer tot
zijn recht te doen komen dan tot nu toe het geval is.
Volgens oude teekeningen liggen de stoepen daar thans
39 cM. boven de oorspronkelijke bestrating, die men al
maar heeft opgehoogd en nu willen Burgemeester en
Wethouders deze gelegenheid gebruiken om den toe
stand ten aanzien van het Waaggebouw weer dragelijk
te maken.
Spreker kan meedeelen dat de stoep voor het gebouw
van Vroom en Dreesmann thans nog 32 cM. ligt boven
de bestrating langs de Oude Waag en dat de kruin van
den weg voor Vroom en Dreesmann 30 cM. zal zakken,
aan den eenen kant tot aan den Wirdumerdijk toe en
aan den anderen kant tot aan of even voorbij de Oude
Lombardsteeg. Als dat klaar is, zal men dat echter bijna
niet zien; op zoo'n afstand is een helling van 30 cM.
niet van de minste beteekenis. De winkels, die aan dat
gedeelte straat liggen, komen enkel een beetje in moei
lijkheid, maar de verlaging vervloeit naar de einden toe
en bij de Oude Lombardsteeg tusschen Kaller en Hammer
zal er hoogstens een verschil zijn tusschen de stoepen
al kan spreker het niet precies op een centimeter na
zeggen van 10 cM. Dan is het al veel. Men make
zich dus niet beangst.
Als wij verder vanaf de Oude Lombardsteeg tot aan
het Schavernek, zooals het plan is, een trottoir krijgen
van 4.50 M. breedte, dan wordt daarbij met den be-
slaanden toestand rekening gehouden. Als het trottoir
naar den trottoirband toe een flauwe helling krijgt, dan
zal het, bij een breedte van 4.50 M. overal bij of zeer
nabij de entrée's van de verschillende panden aan
sluiten, terwijl de hoogte van den trottoirband dezelfde
blijft. Bij wijziging van de perceelen kan men dan het
tiottoir iets meer of minder laten hellen, als een perceel
wat lager ligt, maakt men de helling wat minder, ligt
het perceel wat hooger dan de helling wat sterker,
terwijl bij verbouwing de vloer iets omhoog of iets
omlaag, al naar noodig blijkt, zou kunnen worden ge
bracht. Men ziet daar, als alles klaar is, niets van. Als