92 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 April 1928.
in die paar maanden niet, dat was een onmogelijkheid.
Er is nu eenvoudig door de commissie gezegd wij
willen alles beproeven in deze maanden van 1928, die
ons nog resten, wij zullen onderzoeken of er niet uit
andere bronnen gelden zijn te krijgen, wij willen pro-
beeren de orchestcommissie op een andere leest te
schoeien en alles doen, waardoor het subsidie belangrijk
kan worden verminderd, maar geef ons dan een bedrag
van 11.400.een verschil dus met het voorgestelde
bedrag van 3000.Zoo precies stonden de zaken en
spreker heeft daar weinig aan toe te voegen.
Nu is van den kant van den heer Oosterhoff gezegd,
dat doen wij niet, dat staat vast. De heer IJ. de Vries
heeft echter reeds naar voren gebracht, dat dan onher
roepelijk het orchest met ingang van 1 Mei zal worden
opgeheven en dan komt dit in Leeuwarden er niet weer.
Daartusschen had ook de commissie te kiezen. Zij
stelt prijs op handhaving van het orchest en daarom
heeft spreker de zaak in de vergadering van Burge
meester en Wethouders ook uiteengezet en daar ook
een voorstel gedaan, dat nu tevens een voorstel aan den
Raad zal kunnen wezen. Namens de commissie dient
spreker dan ook het voorstel in omdat de zaak over
Burgemeester en Wethouders is geloopen om in
plaats van een bedrag van 8350.een bedrag van
11.400.— beschikbaar te stellen.
De Voorzitter wil ook het standpunt van Burgemees
ter en Wethouders verdedigen en zal ook trachten daar
bij zoo kort mogelijk te zijn.
Burgemeester en Wethouders hebben gemeend, naar
aanleiding van het besluit, dat is gevallen, gevolg te
moeten geven aan den eersten brief, die is gekomen van
de commissie, om alsnog een voorstel aan den Raad te
doen, een subsidie aan de commissie te geven van
8500.verhoogd met eenige liquidatiekosten. In dat
schrijven van de commissie werd gesproken over liqui
datiekosten en Burgemeester en Wethouders zijn er ten
slotte mee accoord gegaan, dat onder de liquidatie-
kosten moest worden opgenomen een gratificatie aan
de orchestleden. Zij zijn daarbij gegaan tot een bedrag
van 7500.—.
Spreker meent dat de heer O. F. de Vries zegt, dat
de contracten liepen tot 1 April, maar hij gelooft dat,
als men de zaak op den keper beschouwt, de leden van
het orchest wel met ingang van 1 Januari ontslagen
hadden kunnen worden. Burgemeester en Wethouders
zijn daar echter in meegegaan, ook na bespreking dat
S. O. L. nog eenige contracten had loopen met solisten
en oratoria, waartegenover de verplichtingen dienden te
worden nagekomen. Burgemeester en Wethouders heb
ben daarom gezegd: wij zullen tot 1 April laten door
werken en voor het benoodigde geld zullen dan ook
concerten worden gegeven; dan zal er nog iets voor de
liquidatie noodig zijn, welnu, voor dien eenen keer
willen Burgemeester en Wethouders nog wel het voor
stel aan den Raad doen om daarvoor een bedrag in
handen van de commissie te stellen.
De meerderheid van Burgemeester en Wethouders
was van meening dat, waar de Raad een dergelijke ern
stige uitspraak bij de begrooting heeft gedaan, hij het
volgend jaar niet op dat besluit terug zou komen.
Nu heeft de commissie ondertusschen een brief bij de
Raadsleden rondgestuurd de heer O. F. de Vries heeft
zich daarop ook gebaseerd waarin wordt gezegd,
dat er dingen zijn gebeurd, die de commissie tot een
ander inzicht hebben gebracht. Spreker moet echter
eerlijk zeggen dat, nadat hij dien brief had gelezen, de
commissie het er niet toe heeft gebracht, hem tot een
ander inzicht te brengen. Hij wil dan ook graag uit
dezen brief de verschillende punten een voor een na
gaan, om de waarde, die daaraan is toegekend, te on
derzoeken.
In de eerste plaats de 5600.die door de burgerij
is bijeengebracht. Dit bedrag is te splitsen in twee be
dragen, waarvan het eene niet door de burgerij is bij
eengebracht in zooverre, dat onder die 5600.ook
zit een bedrag van 700.uit verhoogde entrée's, dat
is binnengekomen en dat in handen is gesteld van de
commissie. Eigenlijk is dus dat bedrag uit de burgerij
4900.Bovendien meent spreker het als algemeen
bekend te mogen veronderstellen, dat door één persoon
een toezegging is gedaan voor 1000.zoodat men
daarmee dus komt op een bedrag uit de burgerij van
3900.—
De heer O. F. de Vries (wethouder): Het is 5400.
in plaats van 4900.
De Voorzitter: 5600.
De heer O. F. de Vries (wethouder): Neen, precies
5200.dan zijn de onkosten er af.
De Voorzitter meent goed te weten, dat het geheele
bedrag ruim 5600.is en na aftrek van de verhoogde
entrée's 4900.—.
Spreker zou hier meteen even de circulaires willen
bespreken, waarop verschillende namen voorkwamen,
waaronder ook zijn naam stond gedrukt en tevens die
van verschillende Raadsleden. Spreker wil opmerken,
dat de inhoud van deze circulaire buiten zijn voorkennis
en niet in zijn tegenwoordigheid is vastgesteld, dat hij
die circulaire niet eerder heeft gezien dan toen hij er
een thuis kreeg en dat hij in de eerstvolgende verga
dering van het comité heeft gezegd, dat de inhoud van
de circulaire niet volkomen juist was, terwijl daar ook
direct door andere heeren tegen is geprotesteerd. Spr.
heeft gezegd, dat de inhoud niet volkomen juist was en
dat absoluut niet vast stond, dat de Raad, wanneer de
burgerij het voortbestaan van S. O. L. gedurende een
jaar mogelijk maakte, voor het volgend jaar weer het
oude bedrag zou toestaan, tenzij spreker kan niet
precies zeggen wat hij toen heeft gezegd de moge
lijkheid zou bestaan dat de Raad op zijn genomen be
sluit zou terugkomen, iets wat natuurlijk altijd mogelijk
is, maar wat naar sprekers oordeel niet zou gebeuren.
Zoodat dus de voorstelling, alsof het er alleen om ging
om het orchest voor één jaar te redden, naar sprekers
oordeel een eenigszins verkeerde voorstelling was.
Spreker wil ook dit zeggen dat, ook nadat dit in het
comité is naar voren gekomen, zeer tot zijn spijt toch
nog in denzelfden toon is voortgegaan in ingezonden
stukken, ofschoon men daarin wel een beetje voorzich
tiger is gaan spreken.
Spreker zou dus zeggen dat aldus voor één jaar op
die gronden door de burgerij is bijeengebracht een be
drag van 5000.en dat dit het eenige nieuws is in
deze zaak.
In de tweede plaats wordt er gezegd dat het orchest
dienstbaar kan worden gemaakt voor de provincie. Spr.
zou zeggen, dat is zoo vaag. En is dat nu plotseling
ontdekt, nu het orchest op apegapen ligt, is dat niet
altijd zoo geweest, dat het dienstbaar kon worden ge
maakt voor de provincie en hoeveel haalt men er uit?
Geeft dat zijn voordeel?
De heer B. AlolenaarJa
De Voorzitter: Zal het wel eens 2000.opleveren?
Ik ben er van overtuigd, dat de voorzitter van de com
missie niet die overtuiging heeft
De heer O. F. de Vries (wethouder) Niet waar
Dat is geen manier van bestrijden
De Voorzitter wil precies zeggen wat hem geant
woord is.
In het derde punt, het rijkssubsidie, zit al even weinig
perspectief als in het dienstbaar maken voor de pro
vincie. Dat subsidie is al meer aangevraagd door den
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 April 1928.
93
zelfden persoon, men heeft dat al veel langer willen
hebben, zal men dat nu plotseling krijgen
Spreker zou zeggen dat, als men werkelijk niet met
betere argumenten komt, betreffende eenige kans op
financiëelen steun van de zijde van derden, dan men
nu naar voren brengt, een dergelijke brief van de com
missie hem niet zal kunnen bekeeren.
Het vierde punt is een andere commercieele opzet
van het orchest. Spreker zou zeggen: was het dan niet
de plicht van de commissie geweest, om, als dit moge
lijk was, dit reeds veel eerder te doen, als men finan
cieel beter uitkomt met een anderen commercieelen
opzet? Spreker weet overigens niet, wat dit beteekent;
hij weet niet of de zaak er duurder of goedkooper door
zal worden, hij weet alleen dit, dat de commissie nóg
niet den directeur heeft opgezegd
De heer IJ. de Vries: Die heeft de commissie niet op
te zeggen, dat moeten Burgemeester en Wethouders
doen. Wij hebben Burgemeester en Wethouders in
Januari gewaarschuwd.
De Voorzitter: Laat ik dan zeggen dat wij hem moes
ten opzeggen, maar is dat in den brief aan Burgemeester
en Wethouders te vinden
De heer IJ. de Vries: Dat staat in de verordening.
De Voorzitter: Men zal mij ten goede willen houden,
dat Burgemeester en Wethouders dat niet hebben ge
weten. In elk geval, de commissie vindt dat dan mis
schien wel prettig
De heer B. Molenaar: Dat is absoluut klein
De Voorzitter Burgemeester en Wethouders zijn
er door haar nooit meer aan herinnerd.
Laat ik ook dit zeggen, dat ik graag antwoord zou
willen hebben op deze vraag Zijn de musici formeel
op 1 Januari op te zeggen geweest, ja of neen
De heer IJ. de Vries: 1 Februari wél.
De Voorzitter: Er is nü toch nog gezegd dat de con
tracten liepen tot 1 April. Het opzeggen van de musici
lag toch niet op den weg van Burgemeester en Wet
houders, die had de Commissie dan toch op 1 Februari
kunnen opzeggen. Ik zeg alleen, dat de commissie er
Burgemeester en Wethouders nooit aan heeft herinnerd
dat de directeur moest worden opgezegd, maar ik heb
haar daar geen verwijt van gemaakt dat zij zelf de con
tracten niet heeft opgezegd.
Wat voor nieuws is er dus naar voren gekomen
Degenen, die zoo voor het orchest ijverden, wisten toch,
dat het voorstel van Burgemeester en Wethouders was,
dat dezelfde post thans niet weer op de begrooting zou
worden gebracht en dat dit voorstel reeds al die jaren
als een zwaard van Damocles boven het orchest heeft
gehangen. Men weet heel goed dat spreker persoonlijk
de laatste jaren alleen niet den laatsten keer zich
heeft verklaard vóór het op de begrooting brengen van
den post ofschoon hij tegen het orchest was om
dat hij, naar aanleiding van de uitspraak, waarbij de
meerderheid van den Raad den post wilde handhaven,
meende, dat niet bij elke begrooting weer ofschoon
wel bij elke begrooting het voorstel in de vergadering
van Burgemeester en Wethouders werd gedaan om den
post te schrappen door Burgemeester en Wethouders
deze som niet moest worden voorgedragen. Spreker
heeft steeds vóór dat bedrag gestemd, omdat er een
maal een beslissing van den Raad was gevallen het
was dus bekend, dat het leven van het orchest altijd aan
een zijden draad heeft gehangen, er is toch al eerder
een voorstel van Burgemeester en Wethouders geweest
om den post te schrappen.
Nu echter die zijden draad is doorgesneden, wordt
er plotseling gezegd: nu is daar en daar wel geld van
daan te krijgen. Dat had men dan, naar sprekers mee
ning, ook wel eerder kunnen doen, als dat mogelijk was.
Welke financiëele gevolgen zal dat nu hebben? Spr.
ziet het zoo, dat het rijkssubsidie ten hoogste f 5000.
zou bedragen. Hij heeft in de vergadering van Burge
meester en Wethouders gevraagd: zou het mogelijk zijn
uit andere bronnen nog 2000.te halen? en als hij
zich goed herinnert, is daarop toen geantwoord zeer
zeker niet meer. Dat zou dan dus bij elkaar zijn 7000.-.
Dit afgetrokken van de 25.500.zou dus nog een
bedrag overlaten van 18.500.dat de Raad zou
moeten blijven voteeren om de zaak in stand te houden,
maar dan zouden ook al deze voorwaarden die eigen
lijk al jaren vervuld hadden kunnen zijn vervuld
moeten worden. Dan zou de Raad er dus nog jaarlijks
18.500.— voor over moeten hebben en spreker is van
meening dat het de bedoeling is geweest dat dit bedrag
kleiner zou zijn.
Er is gezegd dat ten opzichte van de liquidatie van
het orchest een vaag antwoord is gegeven. Spreker heeft
bij de begrooting gezegd laten wij nu deze 8500.
in handen van de commissie stellen, dan kan deze daar
voor een Orchestvereeniging laten komen, laat de Raad
dus dit subsidie aan de commissie geven, dan kan deze
dat op andere wijze besteden. Maar de bedoeling van
de commissie is nu dat zij in het vervolg weer minstens
een subsidie van 18.500.zal moeten vragen; dat is
toch zeker wel waarschijnlijk. Spreker heeft althans de
overtuiging dat het nog meer zal moeten worden, want
die 2000.uit andere bronnen zal naar zijn overtui
ging niet worden gehaald. Wanneer dus alle gunstige
factoren meewerken en alle voorwaarden in de toekomst
worden vervuld, zal de Raad toch nog een subsidie
moeten toestaan van 18.500.
Spreker ziet niet in dat wij een ander jaar voor andere
feiten zullen staan en daarom is zijn meening, zooals
hij ook in de vergadering van Burgemeester en Wet
houders heeft gezegd: laten wij dit er nu nog één keer
voor over hebben en één keer de liquidatiekosten be
talen en laat het orchest dan verder ook worden geliqui
deerd, zoodat wij niet weer voor liquidatiekosten komen
te staan. Burgemeester en Wethouders hebben gezegd:
het Raadsbesluit is indertijd ernstig bestreden en ver
dedigd, maar nu het eenmaal is gevallen, laten wij er
nu ook niet direct weer op terug komen.
De heer O. F. de Vries (wethouder) wil nog even
terugkomen op de cijfers, die door den Voorzitter zijn
genoemd. De Voorzitter haalt hier een gesprek uit de
vergadering van Burgemeester en Wethouders aan,
maar spreker wil opmerken, dat de cijfers daarbij door
den Voorzitter niet zoo zijn weergegeven hoewel dat
wel onbewust zal zijn gebeurd als ze in de verga
dering van het college zijn ter sprake gebracht.
De Voorzitter heeft in die vergadering gezegd zou
de commissie met 10.000.kunnen volstaan? Spr.
heeft daarop geantwoord: daar zou ik niet aan denken;
wij zullen minstens 15.000.a 16.000.noodig
hebben. Er zal misschien een paar duizend gulden ko
men uit de buitenconcerten en uit extra concerten en
bovendien zou de meerdere opbrengst uit verhoogde
entrée's, waar deze in zoo'n korten tijd 700.meer
hebben opgebracht, ongetwijfeld een bedrag van een
1500.uitmaken. Als dan die bedragen, bij elkaar
opgeteld en vermeerderd met een subsidie van het Rijk,
worden afgetrokken van het bedrag van 24.500.
zouden wij komen op een benoodigd bedrag van
16.000.— a 17.000.—.
Zoo heeft spreker het gezegd in de vergadering van
Burgemeester en Wethouders, omdat de Voorzitter daar
naar voren bracht de vraag of 10.000.voldoende
zou zijn. Spreker heeft toen direct gezegd dat is on
mogelijk.