Vergadmno van Dinsdag IS IDel 1928. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 15 Mei 1928. 97 Tegenwoordig alle leden. Voorzitter de heer jhr. Mr. J. M. van Beyrna, Burgemeester. Te behandelen punten. 1. Vaststelling van de notulen der vergadering van 13 Maart 1928. 2. Mededeelingen en rapporten. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om S. Riemersma op zijn verzoek eervol ontslag te verlee- nen als onderwijzer aan gemeenteschool no. 11 b. 4. Alsvoren tot afstand in erfpacht van bouwterrein aan de Bildtschestraat aan S. Roosma. 5. Alsvoren tot afstand in erfpacht van bouwterrein aan den Harlingerstraatweg Z.Z. aan G. Jensnta. 6. Alsvoren tot verhuring van grond aan het Vliet aan J. Dorenbos voor den bouw van een schiphuis. 7. Alsvoren tot verdere verbetering van den Greuns- weg. 8. Alsvoren tot wijziging der verordening, houdende voorwaarden waarop en tarieven waarnaar de Gemeen tereiniging diensten verstrekt (bijlage no. 11). 9. Alsvoren tot aankoop van een tractor, een vracht automobiel en twee aanhangwagens ten behoeve van de Gemeentereiniging en het Openbaar Slachthuis. 10. Praeadvies van Burgemeester en Wethouders op het adres van het Bestuur der Vereeniging voor Chris telijk Schoolonderwijs, alhier, om den voor den bouw van een lagere school benoodigden grond af te staan en de voor dien bouw benoodigde gelden uit de gemeen tekas beschikbaar te stellen, met voorstel tot beschik baarstelling van een bedrag voor de inrichting van speelterreinen. 1. De notulen der vergadering van 13 Maart 1928 worden onveranderd vastgesteld. 2. Wordt medegedeeld a. dankbetuiging van H. M. de Koningin voor de gelukwenschen Haar bij den verjaardag van H. K. H. Prinses Juliana namens het gemeentebestuur en de bur gerij aangeboden; b. dat bij Koninklijk besluit van 28 Maart 1928, no. 13, is goedgekeurd het Raadsbesluit van 31 Januari 1928, tot wijziging der verordening tot het heffen van havengeld; c. dat Gedeputeerde Staten 1. hebben goedgekeurd de Raadsbesluiten d.d. 21 Februari 1928 tot wijziging der gemeentebegroo- ting, dienst 1928; 13 Maart 1928 tot aankoop van een perceel garde- niersland enz. aan Oldegalileën, verkoop van een per ceeltje gemeentegrond aan de Arendstraat met vaststel ling van een rooilijn aldaar; 3 April 1928 tot het voeren van verweer tegen den eisch van predikanten in de Kerkvoogdij van de Ned. Herv. Gemeente, alhier; 24 April 1928 tot het instellen van een rechtsvordering tegen huurders van gemeentewoningen tot ontruiming daarvan enz., tot verhuring van het perceel Harlinger straatweg no. 77 en afstand in erfpacht van bouwterrein aan de Zuidzijde van de Fonteinstraat en aan de Engel- schestraat c.a. De mededeelingen sub a, b en c 1 worden voor ken nisgeving aangenomen. 2. hebben onthouden hunne goedkeuring aan het Raadsbesluit d.d. 24 April 1928 tot wijfiging van de gemeentebegrooting 1928, waarbij is verhoogd de post volgno. 539 „Subsidie aan schouwburgen en muziek korpsen". Wordt voorgesteld bij de Kroon voorziening te vragen. De beraadslagingen worden geopend. De heer Westerhuis merkt op, dat in het stuk, dat in de Leeuwarder Courant is gepubliceerd omtrent het Symphonie Orchest Leeuwarden en waarin de overwe gingen van Gedeputeerde Staten staan, een alinea voor komt, n.l. de voorlaatste, die naar zijn meening tegen over den Raad niet op haar plaats is. Waar daar staat, dat de gedachte is gewekt dat de bezuinigingsmaat regelen van den Raad niet ernstig zijn bedoeld, kan deze bewering van Gedeputeerde Staten, dunkt spreker, niet anders worden opgevat dan als een insinuatie en hij meent dat daartegen van dezen kant moet worden ge protesteerd. Spreker is er van overtuigd dat inderdaad bij de groote meerderheid van dezen Raad het streven naar bezuiniging voorzit en dat dus Gedeputeerde Sta ten het recht missen om op deze wijze in dit stuk op te treden. Spreker meent dat dit hier even moest worden gezegd. De heer Vromen had niet verwacht dat naar aanlei ding van de onthouding van goedkeuring hier discussies zouden worden geopend over de motieven, door Gede puteerde Staten in hun schrijven neergelegd. Spreker heeft dat schrijven niet in de portefeuille maar alleen in de courant gezien. Waar dat echter het geval is en men het blijkbaar wenschelijk acht om over de motieven van Gedeputeerde Staten een discussie te houden, maar spreker, voor zoover hij het stuk in de courant heeft gezien, daarin talrijke overwegingen heeft gevonden, waarmede hij zich volkomen kan vereenigen, zou hij willen voorstellen, deze zaak aan te houden, opdat de Raad beter in de gelegenheid zal zijn èn het stuk te be- studeeren èn, indien dit door den Raad noodig wordt gevonden, daarover discussies te houden. Spreker wil dus voorstellen de behandeling van deze zaak uit te stellen tot de volgende vergadering. De heer Visser wil zoo ver niet gaan als de heer Vromen en dus geen aanhouding van dit punt vragen, maar wanneer hij zwijgt, wil dat niet zeggen, dat hij het eens is met het betoog van den heer Westerhuis. Deze gebruikt het woord insinuatie ten aanzien van een bepaald gedeelte van een stuk in de krant, maar spreker wil zich aansluiten bij den heer Vromen, waar deze zegt dat hij de overwegingen van Gedeputeerde Staten thans niet kan beoordeelen. Spreker wil dit opmerken, dat. wanneer hij meegaat met het voorstel om voorziening te vragen bij de Kroon, dit niet in zich houdt, dat hij meegaat met hetgeen de heer Westerhuis naar voren brengt. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel-Vromen om het schrijven van Gedepu teerde Staten aan te houden, welk voorstel wordt on dersteund, wordt met 18 tegen 9 stemmen verworpen. Vóór stemmen: de heeren Blanson Henkemans, Feits- ma, Feddema, Oosterhoff, Vromen, Lautenbach, Tam- minga, Peletier en Hofstra. Tegen stemmen: de heeren Westerhuis, Tiemersma, J. de Boer, Hooiring, Botke, Muller, Van der Veen, Dijkstra, B. Molenaar, H. de Boer, IJ. de Vries, Westra, Visser, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, de heeren Ritmeester, O. F. de Vries, M. Alolenaar en Fransen. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De heer Visser wil alleen nog opmerken, dat hij zien niet heeft willen verklaren tegen het voorstel om in be roep te gaan, maar dat daar niet uit volgt dat hij het niet eens is met Gedeputeerde Staten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1928 | | pagina 1