140 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 Juni 1928. hoorlijke bespreking in de Financiëele Commissie onmo gelijk is geweest. De Raadsleden zullen hebben bemerkt, dat bij deze stukken geen advies van die commissie aan wezig was. Wel heeft de commissie de vorige week Woensdagavond nog een vergadering gehad, maar de leden hadden voor dien tijd geen gelegenheid, de stuk ken in te zien en het bleek toen ook uit de mededeelin- gen van den wethouder, dat deze zelf ook bijna geen tijd had gehad om de stukken te bestudeeren. De oor zaak daarvan was het te laat verschijnen van de begroo- tingswijzigingen. Spreker zou nu de vraag willen stellen, waar dat wel vaker gebeurtis daar niets aan te doen? Hapert er ergens iets, bij de administratie van de be drijven of bij de secretarie, dat de verschijning zoo laat geschiedt? Dit is niet alleen het geval bij deze wijzigin gen, maar het komt ook voor bij andere zaken, b.v. bij de rekening over 1926. Spreker is met de heeren Lauten- bach en Peletier reeds in September van het vorige jaar benoemd in de commissie voor het nazien van die reke ning, maar zij is nu pas verschenen; vermoedelijk zal er nu de volgende week wel gelegenheid zijn voor de commissie, om die rekening na te zien. Die rekening is dus ook ontzettend laat en datzelfde geldt ook voor de begrooting zelf, die hier in den regel 2 of 3 maanden later wordt ingediend, dan bij de wet is voorgeschreven. Het is bekend, dat in een stad als Amsterdam, waar toch ook wel iets omgaat, de begrooting op tijd wordt ingediend De heer Ritmeester (wethouder): 't Ligt aan de af- deelingen. De heer M. Molenaar De wethouder zegt, dat het ligt aan de afdeelingen, maar als daar iets hapert, dan moet daarin worden voorzien. Spreker hoopt dat het college daar zijn aandacht aan zal schenken. In ieder geval vindt hij het een ongezonde toestand, dat men deze wijzigingen in de Financiëele Commissie niet heeft kunnen bespreken. Hij heeft na de vergadering van de commissie wat eigenlijk geen vergadering is geweest nog enkele uren besteed om de zaak door te snuffelen en hij moet toegeven, achteraf valt het wat mee, maar dat kan men vooruit niet weten. Toch had spreker gaarne enkele opmerkingen in de commissie willen maken, die daar dan ook hadden kun nen worden beantwoord, opmerkingen alleen van tech- nischen of van financiëelen aard, die hier toch moeilijk kunnen worden beantwoord. Spreker zou echter hier toch wel een enkele opmerking willen maken over de begrooting van Gemeentewerken, als de Voorzitter die straks aan de orde stelt hij zal daarmee dan nu nog even wachten. De heer Ritmeester (wethouder) geeft toe dat het feitelijk is, zooals de heer Molenaar zegt, de stukken worden wel eenigszins laat ter tafel gebracht en dat betreuren natuurlijk Burgemeester en Wethouders in de eerste plaats. Spreker kan alleen dit zeggen dat, voor zoover hij heeft gezien, die kwestie de laatste jaren steeds een punt van bespreking is geweest in 1926 heeft men er iandurige discussies aan gewijd, in 1927 is er geen woord over gezegd en was de tijd van be studeering tóch zeer kort en nu in 1928 komen wij weer opnieuw voor hetzelfde feit te staan. Spreker heeft persoonlijk wel de overtuiging, dat deze zaken wel iets vlugger behandeld kunnen worden, hoewel dat ook weer niet met alle het geval is. Wat de Gasfabriek en het Electriciteitbedrijf betreft, zijn de verschillende afwikkelingen heel tijdig binnengekomen, maar wat die aan Gemeentewerken betreft, schijnt het veel moeilijker te zijn. Toch stelt spreker zich voor dat het wel mogelijk is, dat het ook daar iets vlugger ge beurt; hij meent dan ook wel de toezegging te kunnen doen, dat deze zaak het volgend jaar eerder zal komen. Wat de Financiëele commissie betreft, zullen dan ook bij haar de stukken iets vlugger moeten worden in gezonden, want de groote moeilijkheid zit hierop vast, dat men daar de stukken vóór de vergadering ter be studeering moet hebben en niet na dien tijd. De heer Molenaar weet zelf dat de vergadering van de Finan ciëele commissie een week vóór deze vergadering is gehouden, althans is belegd, maar door een samenloop van omstandigheden waren verschillende leden daar niet aanwezig. Al was dus in dit geval alles nóg zoo mooi in orde geweest, dan had de commissie tóch geen advies kunnen uitbrengen, omdat er maar één lid ter vergadering aanwezig was. Daarmee houdt alles op. Wat betreft de wensch om een meer juiste raming aan de Gasfabriek, daar kan spreker weinig van zeggen. Hij heeft in een van de vorige vergaderingen al gezegd dat de directeur van de Lichtbedrijven over het algemeen nog al pessimistisch is, wat de opbrengst betreft, maar afgescheiden daarvan gelooft spreker ook wel, dat de raming wel eenigszins anders kan worden gemaakt. Hij wil er echter direct bij zeggen dat het bedrag van 70.000.— als winst op het gas wel heel mooi lijkt, maar dat hij gelooft, dat bij een eenigszins andere opzet van de zaak men tot een ander winstcijfer zou komen. De Raad heeft zich echter indertijd anders uitgesproken; men zal zich herinneren dat feitelijk de nieuwe gas houder van 135.000.op het oogenblik op de balans staat voor nihil, dus dat die zonder meer is betaald, zoodat de kosten van rente en aflossing van dergelijke groote werken niet drukken op de exploitatierekening van het bedrijf, wat naar sprekers meening een groote fout is. Wanneer hier dus een dergelijk winstcijfer naar voren komt, moet men daarover niet al te optimistisch wezen, want dat cijfer behoort beslist lager te zijn. Spreker stelt zich dan ook voor die kwestie t. z. t. in de Financiëele commissie te brengen en de zaak daar ernstig onder de oogen te zien en hij meent dat de wet houder van de Bedrijven in dat opzicht wel met hem zal instemmen. Ofschoon dus de cijfers volkomen juist zijn en gebaseerd op de gegevens, die bij den directeur berusten, geven zij toch niet volkomen den juisten toe stand aan, maar spreker erkent dat de gemaakte winst aanmerkelijk grooter is, dan waarop gerekend is. De algemeene beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van de begrootingen voor het Electriciteit bedrijf en voor de Gasfabriek. Aan de orde is het voorstel tot wijziging der be grooting voor Gemeentewerken. De beraadslagingen worden geopend. De heer M. Molenaar merkt op, dat op de begrooting van Gemeentewerken, naar hij meent, een post stond van 58.000.— voor algemeene kosten, welke post voorloopig op dit bedrag was uitgetrokken, om, zooals in den regel in de toelichting staat, t. z. t. verwerkt te worden over de buitengewone werken, indien deze plaats hebben. Die post is nu verdwenen en het bedrag is dus verwerkt, maar het is spreker niet duidelijk op welke wijze dit is gebeurd. Wel hebben er tal van bui tengewone werken plaats gehad, maar spreker heeft het vermoeden, dat een groot deel van de algemeene kosten zijn verwerkt onder de uitgaven voor gewone werken. Hij heeft enkele posten nagerekend en nu blijkt hem dat, waar bij den opzet der begrooting een percentage van 25 op die posten is gelegd, daar nu posten bij zijn spreker heeft enkele willekeurige posten genomen waarop 34 aan algemeene kosten is gelegd. Spreker noemt b.v. post 60, onderhoud van schoolmeubelen, waar 34 bij is gevoegd, post 59, instandhouding van schoollokalen enz., waar 37 is opgelegd, en post 42, Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 Juni 1928. 141 onderhoud van de veemarkt enz., waar een percentage van 32 bij is gevoegd. Het schijnt dus, dat een groot deel van het bedrag hoe groot, is niet na te vorschen is verwerkt onder de uitgaven, die op den gewonen dienst betrekking hebben. Een eigenaardigheid, die spreker heeft getroffen, is dat bij de posten voor onderhoud van plantsoenen, volgnos. 140 en 44, die tegenover elkaar staan, niet 25 en ook niet 35 maar 45 is gelegd als alge meene kosten op de werkelijke kosten. De kosten van het onderhoud van plantsoenen zelf, dus de werkelijke kosten, hebben bedragen 29.717.39, maar het bedrijf brengt de gemeente daarvoor in rekening een bedrag van 42.964.Het meerdere is een bedrag van ruim 13.246.en dat is een percentage van 45. Het gevolg hiervan is en dat is juist merkwaardig dat, waar thans op de begrootingswijziging van Gemeentewerken die post lager is uitgetrokken dan oorspronkelijk is ge raamd, door dien sterken opzet met 45 de gemeente- begrooting met bijna 5000.wordt overschreden. Het is spreker nu absoluut niet duidelijk, waarom spe ciaal deze post voor de plantsoenen is overschreden, terwijl er, naar hij meent, juist daarop een bezuiniging was ingevoerd, maar bovendien, als dat noodig was, waarom moest dat dan op deze wijze gebeuren, waarom doet men dat, door juist de algemeene kosten, en dan nog wel speciaal op dit onderdeel, zoo sterk op te voeren De post belooningen van brugwachters, enz. heeft werkelijk gekost 34.670.70, maar is met een percen tage van 36j/2 voor algemeene kosten opgevoerd tot een bedrag van ruim 47.000.In het algemeen zou spr. willen zeggen dat dit toch heel eigenaardig is; het krijgt den schijn, dat vooral deze beide posten, die voor de brugwachters en die voor de plantsoenen, zoo duur zijn. Dat is echter slechts schijn, omdat het juist wordt ver oorzaakt door het omhoog brengen van deze beide posten met een hoog percentage. Spreker zou zeggen dat de verdeeling van de alge meene kosten op een andere wijze moet plaats hebben. Het uitbetalen van de brugwachtersloonen zal aan Ge meentewerken niet zooveel ambtenaren kosten, dat daarop zooveel algemeene kosten moeten worden ge legd; spreker is van meening dat bij dien post we! met 5 of 10 zou kunnen worden volstaan en datzelfde geldt ook voor de plantsoenen. Wanneer men dat deed, dan zouden de kosten van die beide posten veel lager worden. Natuurlijk moeien de algemeene kosten ergens gevonden worden; die zullen dan dus op andere posten moeten worden gelegd, op iedere post naar verhouding. Het bestaande systeem vindt spreker echter verkeerd en hij zou vooral graag antwoord hebben op zijn vraag, waarom 45 is gelegd op de kosten van plantsoenen. De heer Fransen (wethouder) merkt op, dat de heer Molenaar is begonnen met te zeggen dat de post voor algemeene kosten op de begrooting van 1927 gedeel telijk is verwerkt onder de buitengewone werken en dat het restant is overgebracht op de verschillende posten van de begrooting voor Gemeentewerken. Dat is juist. Bij eiken post van de begrooting staat een bedrag van 25 als vermoedelijk cijfer van de algemeene kosten en de totaalkosten van den dienst van Gemeentewerken moeten daaruit worden bestreden. In den regel staaf dan echter ook nog een onverdeelde post voor alge meene kosten op de begrooting en deze wordt gedeel telijk gebruikt voor werken van den buitengewonen dienst, terwijl het restant wordt omgeslagen over alle posten van de begrooting van Gemeentewerken, omdat die post moet worden teruggebracht tot nihil. Nu weet spreker niet precies die verdeeling de heer Molenaar zegt dat er b.v. 45 is gelegd op cle plantsoenen, spr. weet niet of dat juist is De Voorzitter: 44 zooveel. De heer Fransen (wethouder) 44 zooveel dan spreker weet echter wel dat indertijd door Burgemeester en Wethouders aan de boekhouding van Gemeente werken een schema is gestuurd hoe de verdeeling van de percentages moest plaats hebben. Spreker geeft toe dat, als er een vast percentage van 25 op de posten wordt gelegd, Burgemeester en Wethouders in den regel wel weten dat het 33, 34 en een enkelen keer v/ei eens 40 kan worden, maar een feit is dat men de omslag krijgt over de verschillende posten, al is die mogelijk voor den eenen post wel eens hooger dan voor den an deren. Spreker durft echter op het oogenblik niet zeg gen, hoe die zaak nu precies geregeld is. Nu zegt de heer Molenaar dat de plantsoenen op deze wijze zoo duur worden, maar voor de gewone kosten van onderhoud staat een post op de begrooting van 30.963.terwijl er later nog kosten worden genoemd voor pensionneering, ziekte en verlof, welke kosten op andere posten van de begrooting zijn ondergebracht. Dat zijn ook kosten, die ten deeie ten laste komen van de plantsoenen en die verschillende kosten zijn nu hier over verschillende kolommen verdeeld, maar alle kosten van die verschillende kolommen zijn op de begrooting van Gemeentewerken onder verschillende nummers ge bracht. Zoo is het mogelijk dat de kosten voor plant soenen thans 42.900.worden en nu klinkt het wel erg, dat die kosten 12.000.hooger worden dan de geraamde kosten, maar dat komt, doordat daar ook onder zitten kosten, die op gedeelten van andere posten van de begrooting zijn ondergebracht, maar die niet afzonderlijk worden genoemd bij de rekening, die wordt vastgesteld. Hier staan de pensioensbijdragen met de loonen en jaarwedden genoemd onder één som, maar op de begrooting was alles gespecificeerd De heer Dijkstra: 't Is een moeilijke som. De heer Fransen (wethouder) Dai is zuiver een administratieve regeling, die zoo zuiver is als glas, maar waardoor het misschien moeilijk voor de leden wordt de zaak uit te zoeken. Men voelt echter wel dat het bedrag van de alge meene kosten moet worden omgeslagen, omdat die kos ten moeten drukken op den geheelen diensteerst wordt er 25 gelegd op alle posten en dan wordt de rest verdeeld naar gelang dat noodig is. Wanneer er heel veel buitengewone werkzaamheden door het per soneel van den gewonen dienst gebeuren, wordt de om slag kleiner, maar heeft men minder buitengewoon werk, dan wordt de omslag grooter. Voor de brugwachters geldt hetzelfde als voor de plantsoenarbeiders; de kosten van ziekte, pensionnee ring en verlof zijn op de rekening van Gemeentewerken afzonderlijk gespecificeerd, terwijl zij op de algemeene begrooting onder één post zijn opgenomen. Bij de brugwachters heeft zich nog iets voorgedaan, waardoor iets meer is uitgegeven dan op de begrooting stond, waardoor de begrooting is overschreden met 1216.als gevolg van omstandigheden, die niet te voorzien waren. Spreker noemt b.v. de post vergoeding voor de bediening van de Poppebrug. Deze brug is ver pacht, maar doordat het vorig jaar, in verband met het bouwen van de nieuwe brug, het grootste deel van het Vliet afgesloten is geweest, heeft de pachter van de Poppebrug winstderving gehad en moest hem daarvoor een redelijke vergoeding worden gegeven. Wanneer een brug wordt gepacht en men sluit het vaarwater af, kan men toch niet zeggen: het is jammer dat je geen cent hebt gebeurd, maar we kunnen er niets aan doen. Dat zelfde geldt ook voor de Vlietsterbrug. Verder wil spreker nog even duidelijk maken dat voor 1927 twee postjes voor de brugwachters zijn verzuimd op de begrooting te zetten, n.l. een deel van de bewa king van de Harlingervaartsbrug in verband met de tram welke bewaking nu is vervallen en de per-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1928 | | pagina 2