144 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 Juni 1928.
het op neer, maar men zegt dat men voor algemeene
kosten rekent 25 want dat lijkt wat mooier. Men
houdt dan echter nog 8 over, die men ook moet
onderbrengen en die 8 vormt het bedrag van
60.000.dat de heer Molenaar bedoelt. Nu zegt men
daar wel direct bij dat men een deel van dit bedrag
vermoedelijk zal kunnen overboeken op werken van den
buitengewonen dienst, als schoolbouw en bruggenbouw,
maar het blijkt in de practijk dat men van die 8
slechts een betrekkelijk zoo klein bedrag ten laste van
den buitengewonen dienst kan brengen, dat er elk jaar
nog een zeker percentage moet bij het percentage van
25. Dat is trouwens ook zeer natuurlijk, want als men
alle buitengewone werken met het thans in dienst zijnde
personeel zou kunnen uitvoeren, dan zou daaruit blijken,
dat op ieder oogenblik, dat men weinig buitengewoon
werk in handen had, de dienst buitengewoon zwaar
bezet zou zijn. Dat er dus slechts een betrekkelijk
gering bedrag kan worden overgebracht op den buiten-
gewonen dienst, is, zou ik zeggen, een heel goed ver
schijnsel, omdat anders de normale dienst te zwaar zou
zijn bezet.
Dat men echter zoo maar zou kunnen zeggen wij
nemen een bedrag uit den buitengewonen dienst en
plaatsen dat op plantsoenen, is niet waar. Het betreft
hier niet een reservepost, maar een post, dien men later
zal moeten omslaan. Alen zou dien ook dadelijk kunnen
omslaan en dan was deze post van 60.000.mis
schien wel terug te brengen tot 10.000.voor welk
bedrag er misschien wel kans was om in den loop van
het jaar overgebracht te kunnen worden op den buiten
gewonen dienst.
Nu blijft alleen de vraag over, die ik hier ook niet
kan oplossen, maar die wel nader kan worden onder
zocht: waarom wordt er een hooger percentage gelegd
op den eenen post dan op den anderen post? Daarnaast
staat de kwestie, die door den heer Fransen is behan
deld en door hemzelf is aangesneden, de kwestie, dat
de eene post wordt overschreden en dat op den anderen
iets overblijft. Over die overschrijding van posten zou
ik ook nog wel even willen spreken. Als men vraagt
hoe is dat mogelijk? geef ik ook toe: theoretisch moest
het niet mogelijk zijn dat het gebeurde en in elk geval
niet zonder medeweten van Burgemeester en Wethou
ders. Nu wil ik er direct bij zeggen dat op verscheidene
posten, die zijn overschreden, hetzij door den Raad,
hetzij door Burgemeester en Wethouders, zooals men
dat noemt hoewel dat niet een volkomen goed woord
is een extra crediet is toegestaan. Als er in den loop
van het jaar een dergelijke post opkwam, waarschuwde
de directeur: wat willen Burgemeester en Wethouders,
er is geen crediet meer voor, en wanneer dan aan het
eind van het jaar die post was overschreden, wisten
wij, wat daarvan de reden was en dat wij die over
schrijding hadden goedgevonden.
Als men verder dan de posten van overschrijding van
de begrooting van Gemeentewerken, die ter inzage heeft
gelegen, nagaat en men gaat, buiten de toelichting, die
er bij staat, nog eens informeeren wat eigenlijk de reden
is van die overschrijding, dan geloof ik, dat den direc
teur daarvoor geen verwijt kan treffen. Weliswaar zijn
er een paar postjes bij, die ook buiten medeweten van
den directeur om, zijn overschreden, doordat de be
trokken opzichter zijn gang maar is gegaan, doch deze
heeft daar dan ook voldoende van gehoord, zoodat dit
een volgenden keer niet weer zal gebeuren. Verder is er
niet veel overschreden; ik bedoel niet den linkerkant
van de begrooting, maar zuiver de uitgaafposten, zonder
de algemeene kosten en als men die posten neemt,
geloof ik, dat daar weinig postjes bij zijn, die de direc
teur niet volkomen kan motiveeren. Ik heb daar per
soonlijk, omdat de heer Fransen uit de stad was, een
onderzoek naar ingesteld, maar ik geloof dat er niets
aan mankeert. Er staat een bedrag op voor pensioenen
van een kleine 6000.maar dat is zuiver een admini
stratieve post, een opgaaf van de secretarie, waar men
niets aan kan doen. Verder is de post kosten van ver
vanging wegens ziekte met 3200.overschreden,
maar spreker wil even in herinnering brengen dat bij
Gemeentewerken de werkman Tombal het geheele jaar
en Munsterman een groot deel van het jaar vrij heeft
gehad wegens ziekte. Nu kan men dergelijke bedragen
er direct wel bij op zetten of de posten op iets meer
ramen, maar ik heb liever dat een post iets wordt over
schreden dan dat wij er direct een bedrag bij op zetten,
want als de posten hooger worden geraamd, dan rekent
men daar op en wanneer dus daar een hooger bedrag
op had gestaan, dan was dat verloren geld geweest,
terwijl het toch altijd mogelijk is dat de posten worden
overschreden. Ik geloof dan ook dat deze begrootings-
wijziging geen aanleiding geeft om tegen den directeur
te zeggen: daar en daar zijt gij Uw boekje te buiten
gegaan en dat hadt gij alleen bij begrootingswijziging
mogen doen.
Ik geloof, naar wat ik er van gehoord heb en de
heer Fransen zal dit wel kunnen bevestigen dat er
bij Gemeentewerken een goed en voortdurend contact
is, ook wat de financieele uitkomsten betreft, tusschen
den directeur en den betrokken wethouder. Meent de
betrokken wethouder dat hij in de vergadering van Bur
gemeester en Wethouders moet spreken over een post,
dan kan dat gebeuren, maar anders moet hij dat zelf
weten. Er is echter voortdurend, aan het eind van iedere
maand, contact over den stand van zaken tusschen den
directeur en den betrokken wethouder. Dat er dan tóch
nog wel eens posten worden overschreden komt door
de redenen, die door den heer Fransen zijn genoemd,
maar ik geloof dat wij hier op deze wijze toch wel voor
verrassingen worden gevrijwaard. Want dat vind ik het
ergste. Dat er enkele posten worden overschreden, vind
ik niet erg, mits de betrokken wethouder en het college
dat vooraf maar weten en de wethouder in zeer
ernstige gevallen met het college in overleg treedt
en Burgemeester en Wethouders den Raad zoo noodig
met de zaak in kennis kunnen stellen.
Ik zou zeggen dat hier het college niet zijn plicht heeft
verzuimd, door den Raad niet met de overschrijdingen
in kennis te stellen, omdat men vooruit wist dat er niets
aan te doen was en dat de kosten voor vervanging bij
ziekte moeten worden betaald, terwijl er verder een paar
administratieve fouten zijn gemaakt. Daardoor zijn
enkele posten overschreden, maar ik geloof niet dat men
in dezen het college of den directeur daarvan een verwijt
kan maken.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethouders
tot wijziging van de begrootingen van Gemeentewerken,
de Gemeentereiniging, het Grondbedrijf, het Woning
bedrijf, de Stads Bank van Leening, het Ziekenhuis en
van de Gemeentebegrooting.
5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
oninvorderbaarverklaring van aanslagen in onderschei
dene gemeentebelastingen.
6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
vaststelling van kohieren wegens rioolbelasting betref
fende den Harlingerstraatweg, den Stienserweg en de
Spoorstraat, alle dienst 1928.
7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
afstand in erfpacht van bouwterrein aan den de
Ruijterweg—hoek Bar ent Fockesstraat aan T. Terpstra,
alhier en tot wijziging van de rooilijn voor de bebou
wing langs laatstgenoemde straat.
Dit voorstel luidt als volgt
T. Terpstra, alhier, wenscht het aan de gemeente
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 Juni 1928.
145
toebehoorende bouwterrein, gelegen op den hoek van
den de Ruijterweg en'de Barent Fockesstraat in erfpacht
te ontvangen. Op de hierbij overgelegde situatieteeke-
ning is het terrein met vlakke roode kleur en met enkele
roode arceering aangegeven. Tegen de uitgifte van be
doelden grond bestaat onzerzijds geen bezwaar. De
grondprijs kan worden gesteld op 10.per M2. voor
het terrein aan den de Ruijterweg en op 7.- per M2.
voor het achtergelegen terrein aan de Barent Fockes
straat. Deze prijzen zijn ook bedongen voor de reeds
vroeger in de omgeving aldaar uitgegeven perceelen.
Voor zooveel den grond aan den de Ruijterweg betreft
zal, gelijk steeds ten aanzien van de aan dien weg uit
gegeven terreinen is geschied, de bepaling moeten
worden gemaakt dat een strook grond ter breedte van
2 Meter te allen tijde met een opzeggingstermijn van
1 maand geheel of ten deele door de gemeente kan
worden teruggenomen. Overigens zullen de gebruikelijke
voorwaarden gelden. Belanghebbende heeft verklaard
met bovenstaande voorwaarden, alsook met de ge
vraagde grondprijzen, accoord te gaan.
Ten einde aan de Barent Fockesstraat een behoorlijke
bebouwing mogelijk te maken, is het wenschelijk de
vastgestelde rooilijn ter plaatse, over eene lengte van
4 Meter, 2.50 Meter terug te brengen, in voege als op
de hierbij overgelegde teekening met een zwarte lijn is
aangegeven.
Wij geven U derhalve in overweging te besluiten
I. aan T. Terpstra, alhier, tot 31 December 1990 in
erfpacht af te staan een perceel bouwterrein, gelegen
op den hoek van den de Ruijterweg en de Barent Foc
kesstraat, zooals op de bijbehoorende situatieteekening
met vlakke roode kleur en met enkele roode arceering
is aangegeven, ter grootte van ongeveer 717 M2., de
juiste grootte nader door een landmeter van het kadaster
uit te meten, zulks onder de volgende voorwaarden
1. de erfpachtscanon zal bij een rentevoet van 6
per jaar, berekend worden naar een grondwaarde van
aj io.per M2. voor een aan den de Ruijterweg
gelegen, met vlakke roode kleur aangeduid, gedeelte
van het bovenvermelde terrein, ter grootte van ongeveer
374 M2.
k. 7.per M2. voor een aan de Barent Fockes
straat gelegen, met enkele roode arceering aangeduid,
gedeelte van het bovenvermelde terrein, ter grootte van
ongeveer 343 M2.
2. de erfpachter stort binnen tweemaal 24 uren,
nadat hij van het Raadsbesluit tot toewijzing in erfpacht
kennis heeft bekomen, een bedrag van 307.ten
kantore van het Gemeentelijk Grondbedrijf, als waar
borg voor de nakoming der voorwaarden, welk bedrag
hem, na voldoening daaraan, op aanvrage zal worden
teruggegeven
3. de rooiïng voor de bebouwing zal nader door den
dienst der Gemeentewerken worden aangegeven
4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van
Burgemeester en Wethouders is overgedragen, mag be
bouwing door derden niet plaats hebben
5. de gemeente heeft het recht het erfpachtsrecht
van een strook grond, grenzende aan den de Ruijterweg,
ter breedte van 2 M., met een opzeggingstermijn van
een maand geheel of ten deele op te zeggen, in welk
geval de canon naar evenredigheid zal worden vermin
derd
6. voor het overige zijn op dezen afstand in erfpacht
van toepassing voor zoover mogelijk en met het
bovenstaande niet in strijd de bepalingen betreffende
de uitgifte in erfpacht van bouwterreinen, gelegen tus
schen Oostersingel en Cambuursterpad en toebehoo
rende aan de gemeente Leeuwarden
II. met wijziging in zooverre van het Raadsbesluit
d.d. 21 Juni 1927, no. 222r/1 18, de rooilijn aan de
Zuidwestzijde van de Barent Fockesstraat nabij den de
Ruijterweg nader vast te stellen zooals op de bijbehoo
rende teekening met een zwarte lijn is aangegeven.
8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
overneming in eigendom van strooken grond aan den
Groningerstraatweg van J. A. Jonker e. a.
Dit voorstel luidt als volgt
Eenige eigenaren van aan den Groningerstraatweg
gelegen gronden hebben zich bereid verklaard een ge
deelte hunner perceelen aan de gemeente in eigendom
af te staan. Ten einde trottoir- en straataanleg langs
dezen straatweg in de toekomst mogelijk te maken, is
het gewenscht op dit aanbod in te gaan.
Wij geven U daarom in overweging te besluiten in
eigendom over te nemen van
a. J. A. Jonker te Leeuwarden, een vierkant terrein,
ter grootte van 24 bij 24 M., gedeelte van de perceelen,
kadastraal bekend Gemeente Jelsum, Sectie D no. 530
en Gemeente Leeuwarden, Sectie F no. 449, hetwelk ten
Zuidoosten wordt begrensd door den Rijksstraatweg
van Leeuwarden naar Groningen en waarvan de lood
recht cp de as van dien Rijksstraatweg staande Zuid
westelijke grens is gelegen op 70 Meter uit het hart van
den aan dien straatweg staanden watertoren
b. D. Nauta te Lekkum en N. H. Afman, D. de Jong,
A. C. Hoogenkamp en J. A. Jonker, allen alhier, ieder
voor zoover zijn eigendom strekt, eene strook grond,
gedeelte van het perceel, kadastraal bekend Gemeente
Jelsum, Sectie D no. 530, aanvangende bij de Zuidelijke
grens van dit perceel en eindigende op 70 Meter ten
Noordoosten van de lijn, getrokken door het hart van
den watertoren aan den Groningerstraatweg loodrecht
op de as van dezen weg, welke strook ten Zuidoosten
wordt begrensd door den Rijksstraatweg van Leeuwar
den naar Groningen en ten Noordwesten door de lijn,
welke is getrokken op 7.20 M. afstand voor en even
wijdig aan het verlengde van de rooilijn voor de be
bouwing langs de Noordwestzijde van den Groninger
straatweg, vastgesteld bij besluit van den Raad der
Gemeente Leeuwarden van 21 Juni 1927, nummer 215R/
125,
een en ander op de volgende voorwaarden
1. de koopprijs bedraagt 1.voor elk der onder
a en A bedoelde terreingedeelten
2. alle kosten, op de overdracht vallende, zijn voor
rekening der gemeente.
9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
overneming in eigendom van een strook grond aan den
Stienserweg van H. Kruize.
Dit voorstel luidt als volgt
Van H. Kruize, bouwondernemer, alhier, is de ver
klaring ontvangen, dat hij bereid is aan de gemeente
in eigendom af te staan eene strook grond aan den
Stienserweg op den hoek van het Schapendijkje. Ten
einde te zijner tijd tot verbreeding van den Stienserweg
en tot trottoiraanleg aldaar te kunnen overgaan, is het
gewenscht het aanbod te aanvaarden.
Wij geven U daarom in overweging te besluiten
van H. Kruize, alhier, in eigendom over te nemen eene
strook grond aan den Stienserweg, deel uitmakende van
het kadastrale perceel gemeente Leeuwarden, Sectie D
no. 2122, welke ten Noordoosten wordt begrensd dooi
den Stienserweg en ten Zuidwesten door de lijn, getrok
ken op 13 M. uit en evenwijdig aan het hart van den
Stienserweg ter plaatse, een en ander op de volgende
voorwaarden
1. de koopprijs bedraagt ƒ1.
2. de kosten, op de overdracht vallende, zijn voor
rekening der gemeente.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethouders
sub 59.