166 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 Augustus 1928. V i VS jaren, noodzakelijk is de taluds achter den Prinsentuin en bij de Vrouwenpoortsbrug te herstellen. In verband met den lagen waterstand is thans de gelegenheid zeer gunstig voor herstelling van taludverdedigingen, daar deze werken thans in den droge kunnen geschieden. Echter lijkt het ons met het oog op de kosten gewenscht voorloopig dit jaar alleen het talud achter den Prinsen tuin te verbeteren. De kosten hiervan worden door den Directeur der Gemeentewerken begroot op 2600. Waar op de begrooting van Gemeentewerken voor 1928 voor deze werken nog beschikbaar is een bedrag van 500.is derhalve nog een extra crediet van 2100. noodig. De Commissie voor de Openbare Werken kan zich, blijkens haar hierbij overgelegd advies, met de uitvoe ring van bovengenoemde werken vereenigen. Wij geven U mitsdien in overweging voor het her stellen van het talud achter den Prinsentuin een bedrag van 2100.beschikbaar te stellen. De beraadslagingen worden geopend. De heer Dijkstra zou deze vraag willen stellen, of het nu ook de in de bedoeling ligt, de geheele oeververde diging achter den Prinsentuin af te werken. Daar ligt nu niet zoo veel meer. De andere Raadsleden zullen, evenals spreker, wel hebben gezien, dat men daar jaar op jaar een gedeelte in orde maakt en daar is op zich zelf niets op tegen, maar op het oogenblik is het laag water en nu is door spreker niet precies nagegaan kun nen worden of het College het zoo bedoelt, dat daar de geheele verbetering wordt afgewerkt. Of blijven er ook nu weer enkele tientallen meters over De Voorzitter merkt op, dat er door den directeur 3 posten zijn opgenoemd: achter den Prinsentuin 300 M., ten Noorden van de Vrouwenpoortsbrug 100 M. en het gedeelte tot de Schaverneksbrug. Nu willen Burgemees ter en Wethouders het eerste deel, dat door den direc teur is genoemd, nog dit jaar in orde laten maken. Men is daar nu reeds mee bezig, echter niet uit het bedrag, dat nu moet worden gevoteerd, maar uit den post op de begrooting van 1928 voorkomende en de bedoeling is nu, de herstelling tot aan het pontje achter den Prinsen tuin door te zetten, omdat men dat nu, door den lagen waterstand, gemakkelijker en goedkooper in orde kan maken, dan wanneer men daar nog weer een jaar mee wacht en de watersand misschien ongunstiger is. De andere posten komen op de begrooting niet voor; het is de bedoeling om die twee posten het of een volgend jaar onder de gewone werkzaamheden op de begrooting te zetten. De heer Dijkstra Goed, dan komt het achter den Prinsentuin dus klaar. De Voorzitter: Ja, daar komt het dit jaar gereed. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het beschikbaar stellen van een bedrag voor de elec- trische bemaling van landerijen tusschen de Potmarge en den Tijnjeweg. Dit voorstel luidt als volgt Aan de Potmarge bevinden zich op gemeenteterrein twee watermolens, die beide, oud als zij zijn, in minder gunstigen toestand verkeeren. Zij dienen tot afvoer van het overtollige water van een tweetal polders, waarin landerijen der gemeente zijn gelegen. De oppervlakte, die door den grooten molen wordt bemalen, beloopt on geveer 146 X 36% are; die, welke bemalen wordt door den kleinen molen, 40 X 36% are. Vooral de laatste molen vorderde over het jaar 1926/27 een aanmerkelijk bedrag aan onderhoud, zoodat de huurders der bemalen landerijen in verhouding tot die van den grooteren pol der belangrijk meer hadden te betalen dan de andere, n.l. 5.76 per 36% are tegen 2.72. Aan de beide mo lens moeten voorts belangrijke herstellingen plaats heb ben, zullen zij naar behooren de bemaling kunnen ver richten. Deze kosten worden door den Directeur der Gemeentewerken in zijn hierbij overgelegd advies van 26 September 1927, no. 1342, geraamd op 1000. en naar het oordeel van den Directeur is men dan nog slechts voor een paar jaar geholpen; daarna zullen weer andere voorzieningen noodig zijn, terwijl bovendien de kosten van het gewoon onderhoud hoog zullen blijven. Herhaaldelijk hebben ons reeds klachten van huurders bereikt, die hinder en schade van den hoogen water stand in de polders ondervonden. Verbetering van dezen toestand is dringend noodig zij komt trouwens mede ten goede aan de landerijen, die daardoor een hoogere huurwaarde verkrijgen. Overeenkomstig het gevoelen èn van den deskundige voor de gemeentelijke landerijen èn van den Directeur der Gemeentewerken achten wij met het oog op een en ander vereeniging van de beide polders en een andere wijze van bemaling wenschelijk. Die vereeniging kan op eenvoudige wijze geschieden door het aanbrengen van een duiker; de bemaling zou, naar uit het rapport van genoemden Directeur blijkt, het best kunnen plaats hebben door middel van een electrischen motor met schroefpolderpomp. De kosten van de benoodigde inrichting worden door den Directeur der Gemeentewerken geraamd op rond 5500.de exploitatiekosten per jaar op 558. deze laatste worden gedekt bij een heffing van 3. maalgeld per 36% are (186 X 3.—). Volledigheidshalve zij, ten slotte, nog medegedeeld, dat de hierboven besproken groote molen geheel eigen dom van de gemeente is, terwijl in den kleinen molen particulieren nog een aandeel hebben. Van hen zijn evenwel met betrekking tot de voorgenomen verbetering ongetwijfeld geen bezwaren te verwachten. In overeenstemming met het advies van de Commissie voor de Openbare Werken geven wij U op grond van het vorenstaande in overweging ten behoeve van de electrische bemaling van de bovenbedoelde landerijen tusschen de Potmarge en den Tijnjeweg een bedrag van 5500.— beschikbaar te stellen en te bepalen, dat de kosten zullen worden gebracht ten laste van de exploi tatierekening van het Gemeentelijk Grondbedrijf, ieder jaar voor Vio gedeelte, te beginnen met het exploitatie jaar 1928. De beraadslagingen worden geopend. De heer IJ. de Vries juicht de idee, dat de beide oude molens zullen worden vervangen door een electrisch ge maal, toe, maar de reden, waarom hij het woord vraagt, zit hierin, dat het hem voorkomt, dat de opzet voor dit kleine poldertje een beetje groot is en dat de te beste den bedragen zeer hoog zijn. Waar voor deze 160 pon- detnaat een kostenbedrag wordt gevraagd van ruim 5000.waarbij dan nog absoluut geen gelden zijn voor verbetering van watertochten, maar alleen voor het gebouwtje, den motor en het electrisch net, is naar spr. meening het gevraagde bedrag verbazend hoog. Als hij dat vergelijkt met twee andere polders, die precies even groot zijn ook beide 160 pondemaat waarvan de eene installatie, die voor 4 jaar is aangelegd, 3000. heeft gekost, dus 2000.minder, en waarvan de an dere een polder is, die verleden week in Hardegarijp voor een bedrag van 1550.dus voor 4000.min Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 Augustus 1928. 167 der, is ingericht, dan komt het spreker voor, dat het hier gevraagde bedrag toch buitengewoon hoog is. Spreker is er dus niet tegen dat de bemaling gewij zigd wordt, maar hij zou gaarne nadere gegevens willen hebben, die hij niet heeft kunnen zien, omdat er geen teekeningen bij de stukken waren. Een tweede punt is, dat wordt voorgesteld een duiker met schuif te leggen. Spreker heeft ook daarvan geen teekening gezien, zoodat wij niet kunnen weten, waar die duiker komt te liggen. Bovendien wil men van den polder, die nu uit twee deelen bestaat, één polder maken en dan komt tusschen de beide perceelen de oude Molen- sloot als afwatering, welke sloot loopt van den Weg Achter de Hoven naar de Potmarge. Als wij nu hoog water hebben, loopt het water al bijna een eind over de dijken. Men heeft dan dus aan beide kanten van de sloot een dijk te onderhouden; de sloot is altijd wel 1 K.M. lang en wij zullen dan dus een bescherming tegen het buitenwater moeten onderhouden van 2 K.M. dijk. Als men echter die sloot bij de Potmarge afsluit en daarvoor een dijkje legt van misschien 8, 10 of 12 Meter, is men daar af. Die sloot, welke nu tusschen de beide polders loopt, wordt toch nergens voor gebruikt, noch voor den aanvoer van mest, noch voor afvoer van hooi. Alleen heeft spreker er eens een tijdje een paar pramen in ge zien voor het bergen van bagger en hebben er een paar jaar een paar woonschepen in gelegen. Naar zijn niee- ning kan men dan ook die sloot wel afsluiten bij de Pot marge; daarentegen komt het hem voor, dat er een klein eindje sloot moet worden gegraven voor het electrisch j gemaal, opdat de watertoevoer en waterberging daar voldoende zal zijn. Deze opzet van de polders is voor spreker persoonlijk zeer onduidelijk en het kostenbedrag vindt hij zeer hoog; het komt hem voor dat op het kostenbedrag voor dit kleine poldertje wel minstens 1000.en misschien wel 2000.kan worden bespaard, terwijl hij boven dien van oordeel is dat men met dezen opzet voor een zekere bemaling misschien nog niet eens is gewaar borgd. Verder wil spreker opmerken dat de polder in de toe komst steeds kleiner kan worden, doordat men er bouw terrein van gaat maken; men hoopt nu deze kosten in 10 jaar te zullen afschrijven, maar dan heeft men mis schien nog maar een polder van 100 pondemaat over. Spreker zegt nogmaals, dit idee juicht hij toe, maar aan de uitwerking zitten z. i. haken en oogen en daar over zou hij gaarne nadere inlichtingen willen hebben. De heer Visser kan zich principieel heel goed veree nigen met het voorstel, zooals dat hier ter tafel is ge bracht. Wanneer wij nagaan dat, zooals in dit stuk is vermeld, reeds een bedrag van 1000.moet worden gebruikt om in de onderhoudskosten te voorzien en dat wij dan nog maar voor een jaar zijn geholpen, juicht spreker het toe, dat men een afdoend middel ter hand wil nemen en dan meent hij ook dat een electrische be maling beter is, dan wat wij hebben. Spreker gaat principieel dus volkomen met het voor stel mee en hij was dan ook van plan daar voor te stemmen. Hij kan niet beoordeelen of een bedrag van 5500.—, zooals thans wordt gevraagd, al of niet te hoog is. Maar gehoord de mededeelingen van den heer IJ. de Vries, zou spreker willen vragen of het niet wen schelijk is om, voordat wij een beslissing nemen en onze stem hieraan geven, in overleg met den directeur van Gemeentewerken nog eens te trachten of er voor een lager bedrag ook niet iets afdoends bereikt kan worden. De heer IJ. de Vries zegt dat het een hoog bedrag wordt en dat het duur is, maar als men bij het nieuwe plan berekent wat de bemaling per pondemaat zal kos ten, dan blijkt wel dat dit iets meer zal worden dan wat nu wordt betaald het is nu 2.72 en het wordt straks 3.maar spreker meent dat ook de waarde van het object door een betere bemaling zal vermeerderen. De landerijen zullen meer waarde krijgen dan bij het handhaven van het oude systeem en men komt niet ieder jaar weer voor onderhoudskosten. Spreker is het vol komen eens met den heer De Vries, dat 5500.een belangrijk bedrag is, gezien de grootte van den polder, maar men moet niet vergeten dat men daardoor ook het jaarlijksch onderhoud uitschakelt. Door het nieuwe plan in werking te brengen, zal men eerst meer kosten heb ben, maar spreker gelooft dat wij daarmee in de toe komst zullen besparen op de andere onderhoudskosten. Wij kunnen wel den ouden boel weer oplappen, maar dat kost ons elk jaar heel veel geld en ten slotte is het nog weinig waard. Principieel is spreker dus voor een betere bemaling, ook omdat het land daardoor meer waarde krijgt, maar hij zegt nogmaals dat hij het, na de mededeelingen van den heer De Vries, welke hij niet kan beoordeelen, wel wenschelijk zou achten, dat men te bevoegder plaatse nog eens inlichtingen ging vragen of voor een lager bedrag ook niet iets, dat afdoende is, bereikt kan worden. De Voorzitter zal trachten den heer De Vries en mis schien ook den heer Visser gerust te stellen. De heer De Vries heeft betoogd dat hier een zoo hoog bedrag wordt gevraagd in verband met de grootte van den polder en hij heeft dit voorstel vergeleken met andere polders, waarbij de installatie voor een belangrijk lager bedrag is gemaakt. Nu is het verbazend moeilijk een oppervlakkige ver gelijking te maken tusschen werken, die hier gebeuren en die in Tietjerk of ergens anders in de Wouden plaats hebben. Men krijgt hierbij hetzelfde als bij het maken van een gebouw; een zelfde school zal b.v. hier zooveel kosten en daar zooveel, omdat er hier een heifundeering onder moet en daar niet. Spreker kan nu wel zeggen dat men op deze drassige, slappe grond niet kan zonder een kleine paalfundeering. De grond is hier zoo ontzettend slap, wij hebben dat ook ondervonden bij het maken van de gebouwen op het nieuwe aschland, waar men het eerst ook zonder heiwerk dacht te kunnen doen. Dat kon daar niet en dat kan bij dit kleine gebouwtje ook niet. Deze begrooting geeft nu, voor zoover de directeur van Gemeentewerken dat ongeveer kon nagaan, aan wat de kosten zullen zijn. Nu zegt de heer De Vries dat het gebouwtje duur is en dat de pompinstallatie duur is. want dat zijn de beide posten van eenige beteekenis, de andere hebben we van het Eiectriciteitbedrijf en de posten voor toezicht en administratie zijn zuiver tech nische zaken. Als het gebouwtje iets goedkooper kan, dan zal dat natuurlijk gebeuren; het is niet de bedoeling om het bedrag op te maken, zooals het hier staat; we willen hopen dat wij niet altijd de bedragen, die op de begrooting staan, behoeven te overschrijden. Op een interruptie „beterschap beloofd", antwoordt spreker dat dit niet is een beloven van beterschap, maar dat het hier alleen betreft een kwestie van taxatie. Wat de pompinstallatie betreft, heeft de directeur opgave gevraagd van kosten aan een paar firma's, na ingewonnen advies van den Provincialen Waterstaat en aan het P. E. B., als de lichamen waarbij hij meende het best terecht te kunnen om een voorloopige opgave van kosten te krijgen, zonder zich te binden. Sedert echter het voorstel van Burgemeester en Wethouders in de bladen heeft gestaan, zijn er een paar aanbiedingen van firma's nog ingekomen, welke van beteekenis lager zijn, maar op het oogenblik weet de directeur nog niet of die aangeboden installaties voldoen aan hetgeen hier geëischt wordt. Indien dat wel het geval is, wordt het werk zeer zeker goedkooper. Men moest echter een raming hebben en dit is de opgave, zooals die den di recteur is verstrekt. Als dit voorstel nu is goedgekeurd, gaat de directeur verschillende firma's aanschrijven, maar hij kon moeilijk bij zoo'n kleine zaak aan een 10- of 12-tal firma's reeds voor dien tijd prijsopgave vragen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1928 | | pagina 3