172 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 18 September 1928. 5. Benoeming van drie leden der commissie voor liet onderzoek der gemeente-rekening, dienst 1927. Benoemd worden als eerste lid de heer Botke met 23 stemmen en 1 stem op den heer Tamminga, terwijl 1 biljet blanco is ingeleverd; als tweede lid: de heer Tamminga met 22 stemmen, terwijl 2 stemmen zijn uitgebracht op den heer Vromen en 1 stem op den heer Lautenbach; als derde lid de heer Vromen met 24 stemmen en 1 stem op den heer Feddema. 6. Benoeming van drie Raadsleden, als leden der commissie, bedoeld bij art. 6, 2e lid der verordening, regelende het Georganiseerd Overleg. Met algemeene stemmen worden herbenoemd de heeren Blanson Henkemans, M. Molenaar en Westra. 7. Benoeming van een tijdelijk leeraar in de Duitsche taal aan de Lagere Avondhandclsschool, voor het school jaar 1928 1929. De aanbeveling van Burgemeester en Wethouders luidt als volgt 1. R. W. Steenhuizen, onderwijzer aan gemeente school no. 15; 2. C. Vermeer, onderwijzer aan de W. C. van Munsterschool. De Voorzitter vraagt of de Raad ook bezwaar heeft om, naar aanleiding van punt 7 der agenda, even iets in besloten vergadering te bespreken. Aangezien spreker toch nog een kleinigheid heeft te zeggen over iets anders, kan dat dan meteen gebeuren. De Raad heeft hiertegen geen bezwaar. Wordt in geheime vergadering overgegaan. Na heropening der openbare vergadering wordt be noemd R. W. Steenhuizen, voornoemd, met 20 stemmen; 5 stemmen worden op C. Vermeer uitgebracht. 8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot afstand in erfpacht aan J. J. Visser, van bouwterrein aan den Poppeweg. Dit voorstel luidt als volgt Door J. J. Visser, bouwondernemer alhier, wordt in erfpacht gevraagd een bouwterrein aan de Westzijde van den Poppeweg, ter breedte van 21.70 Meter langs den weg gemeten en ter diepte van 20 Meter. Adressant heeft met de gebruikelijke voorwaarden genoegen genomen. De grondprijs is gesteld op 7. per M-., welke prijs ook voor het naastgelegen terrein is bedongen en die voldoende is te achten. Eventueele kosten voor het uit de huur nemen van het bouwterrein komen ten laste van den erfpachter. Onder overlegging van de stukken geven wij U mits dien in overweging te besluiten aan J. J. Visser, alhier, tot 31 December 1990 in i erfpacht af te staan een perceel bouwterrein aan de Westzijde van den Poppeweg, ter breedte van 21.70 Meter langs den weg gemeten en ter diepte van 20 Meter, op de bijbehoorende situatieteekening met roode kleur aangegeven, ter grootte van ongeveer 434 M2., de juiste grootte nader door een landmeter van het kadaster uit te meten, zulks onder de volgende voorwaarden 1de erfpachtscanon zal worden berekend naar een grondwaarde van 7.per M2. en een rentevoet van 6 per jaar; 2. de erfpachter stort binnen tweemaal 24 uren, nadat hij van het Raadsbesluit tot toewijzing in erfpacht kennis heeft bekomen, een bedrag van 152.ten kantore van het Gemeentelijk Grondbedrijf, als waar borg voor de nakoming der voorwaarden, welk bedrag hem, na voldoening daaraan, op aanvrage zal worden teruggegeven; 3. de rooiïng voor de bebouwing zal, mede in ver band met een ten Zuiden van het gevraagde terrein geprojecteerde straat, aan de Oost- en Zuidzijde door den dienst der Gemeentewerken worden aangegeven; 4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van Burgemeester en Wethouders is overgedragen, mag bebouwing door derden niet plaats hebben; 5. de eventueele kosten voor het uit de huur nemen van het afgestane terrein gedurende het loopende huur jaar zijn ten laste van den erfpachter; 6. voor het overige zijn op dezen afstand in erfpacht van toepassing voor zoover mogelijk en met het bovenstaande niet in strijd de bepalingen betreffende de uitgifte in erfpacht van bouwterreinen, gelegen tus- schen Oostersingel en Cambuursterpad en toebehoo- rende aan de gemeente Leeuwarden. 9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verhuring van een perceeltje grond aan de St. Antho- nystraat aan G. A. A. W. Reitsma, alhier. Dit voorstel luidt als volgt Naast de drogerij van slangen der brandweer aan de St. Anthonystraat bezit de gemeente een terreintje, ter oppervlakte van ongeveer 75 M2., hetwelk G. A. A. W. Reitsma, alhier, heeft verzocht als bergplaats van karren, enz. voor zijn bedrijf in huur te mogen ontvangen. Hij is genegen hiervoor een vergoeding van 40.per jaar te betalen, welk bedrag voldoende kan worden ge acht. Vermits tegen verhuring op onderstaande voor waarden bij ons College geen bezwaren bestaan, geven wij U, onder overlegging van de desbetreffende stukken, in overweging te besluiten aan G. A. A. W. Reitsma, koopman, alhier, in huur af te staan een perceeltje grond aan de St. Anthony straat, bestaande uit het kadastrale perceel sectie C no. 1610 en een deel van het perceel sectie C no. 2013, ter oppervlakte van ongeveer 75 M2., op de bijbehoorende teekening met roode arceering aangeduid, voor den prijs van veertig gulden per jaar, onder voorwaarde a. de huur wordt aangegaan voor den tijd van één jaar, ingaande 1 October 1928, met stilzwijgende ver lenging van jaar tot jaar, wanneer niet door één der partijen ten minste 2 maanden vóór het verstrijken van het loopende huurjaar de verdere huur wordt opgezegd; b. Burgemeester en Wethouders hebben het recht de huur te allen tijde op te zeggen, mits daarvan ten minste twee maanden te voren aan den huurder wordt kennis gegeven, en verder op de overeengekomen voorwaarden. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethouders sub 8 en 9. 10. Praeadvies van Burgemeester en Wethouders op het verzoek van B. van der Kolk e. a. om vergun ning tot het aanleggen van straten op terrein ten Z.O. van den Groningerstraatweg. Dit praeadvies luidt als volgt Bij Uw besluit van 27 September 1927 werd om prae advies in onze handen gesteld een adres d.d. 12 Augustus tevoren, van B. van der Kolk en 10 anderen, alhier, gezamenlijk eigenaren van de kadastrale perceelen ge meente Leeuwarden, Sectie F nos. 3725 en 3726, gelegen ten Zuidoosten van den Groningerstraatweg, houdende Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 18 September 1928. 173 verzoek hun vergunning te verleenen tot het aanleggen van straten met rioleeringen op gemelde perceelen, volgens de overgelegde teekeningen. Met betrekking tot genoemd verzoek deelen wij U het volgende mede. Het ingediende plan stemt overeen met het voor dit stadsgedeelte ontworpen uitbreidingsplan. Alleen de breedte van den rijweg en de ontworpen verbindings straat tusschen den Groningerstraatweg en het Koeplein, welke op het plan van de adressanten met eene breedte van 4.50 Meter is geprojecteerd, zal eene breedte van 5 Meter moeten verkrijgen. Overigens geeft het plan ons geen aanleiding tot opmerkingen. Ook de Commissie voor de Openbare Werken kan zich blijkens haar hierbij gevoegd rapport van 17 Augustus j.l. met het plan, zoo als dit naar aanleiding van de met de adressanten ge voerde correspondentie is vastgelegd, vereenigen. Met de adressanten is overeengekomen, dat het eerst zal worden aangelegd het trottoir met bijkomende werken langs den Groningerstraatweg en tegelijkertijd een ge deelte van de verbindingsstraat naar het Koeplein, over eene lengte van ten minste 45 Meter, gemeten uit den achterkant van het trottoir langs den Groningerstraat weg. Daarna zal de aanleg van de overige straten plaats hebben. Ter verzekering van de tijdige totstandkoming van dit laatste gedeelte van het stratenplan zal door de adressanten een waarborgsom van 10.350.in de gemeentekas worden gestort, met machtiging aan het Gemeentebestuur om hiermede de uitvoering van dien straataanleg, zoover noodig, te bewerkstelligen, indien deze niet binnen den bepaalden tijd door de adressanten is voltooid. Van genoemde waarborgsom zal door de gemeente eene rente naar 5 in het jaar worden vergoed. Voor het dempen van de sloot, het maken van een rioleering, het leggen van een trottoir langs den Gro ningerstraatweg en het aansluiten aan dien weg van de geprojecteerde verbindingsstraat met het Koeplein, voor zoover deze werken op Rijks grond worden uitgevoerd, is bij beschikking van den Commissaris der Koningin in de provincie Friesland d.d. 15 Juni 1921, le afdeeling A No. 1508, aan de gemeente Leeuwarden vergunning verleend. Deze vergunning kan zonder nadere formali teiten op de concessionarissen worden overgedragen. Voor demping van de sloot, gelegen tusschen het terrein van de adressanten en dat van de Vereeniging voor Volkshuisvesting, is geen vergunning van genoemde Vereeniging noodig, daar de aangrenzende onbebouwde terreintjes intusschen door de adressanten van de Ver eeniging zijn aangekocht. Met het oog op den welstand moet de uitbreiding van het plantsoentje van het Koeplein in overeenstemming met den bestaanden aanleg plaats hebben, terwijl de bebouwing van genoemd plein zooveel mogelijk gelijk moet zijn aan de aldaar reeds gestichte huizen. De langs den Groningerstraatweg te leggen bestrating dient voor de toepassing van art. 6 der Bouwverordening te worden beschouwd als een straat der eerste klasse; de overige geprojecteerde straten behooren tot de derde klasse. De rooilijnen voor de aan de ontworpen straten te stichten gebouwen kunnen, voor zoover noodig met wijziging van het Raadsbesluit van den 24sten December 1918, no. 626R/302. worden vastgesteld overeenkomstig de roode lijnen, getrokken op de bij brief van den Direc teur der Gemeentewerken d.d. 7 September 1927, no. 1272 overgelegde teekening, gemerkt ,,bij 2835 van '27". Aan de Westzijde van het terrein van de adressanten ontstaat na aanleg van de verbindingsstraat met het Koeplein, een driehoekig terrein, dat op zich zelf voor bebouwing ongeschikt is. Waar de gemeente ten Westen van bedoeld terrein eveneens een driehoekig perceeltje grond bezit van ongeveer gelijke grootte, is het voor een goede verkaveling van het bouwterrein gewenscht deze beide perceelen bijeen te voegen. Na gevoerde brief wisseling is overeengekomen dat behoudens Uwe be slissing en de goedkeuring van Gedeputeerde Staten, de gemeente den eigendom zal overnemen van het bovengenoemde aan de adressanten toebehoorende drie hoekig terreintje. De koopprijs kan worden bepaald op 10.per M2., welke som niet te hoog is te achten. De grootte van het terrein, dat op de hierbij overgelegde teekening met roode arceering is aangegeven, bedraagt ongeveer 363 M2. Voor verdere bijzonderheden betreffende dit straten plan zij verwezen naar de ter visie liggende rapporten en teekeningen. Wij geven U in overweging te besluiten overeen komstig het hierachter afgedrukte ontwerp. ONTWERP. De Raad der gemeente Leeuwarden; gelezen een adres d.d. 12 Augustus 1927, van B. van der Kolk en 10 andere onderteekenaren, alhier, waarin zij, onder overlegging van teekeningen, vergunning vragen tot straataanleg op de hun in eigendom toe behoorende perceelen, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, Sectie F nos. 3725 en 3726, gelegen ten Zuidoosten van den Groningerstraatweg; gelet op het voorstel van Burgemeester en Wet houders; besluit I. te verklaren dat de langs den Groningerstraatweg te leggen bestrating zal zijn een straat in het recht- streeksch belang van het algemeen verkeer; II. de gevraagde vergunning tot straataanleg te ver leenen onder de navolgende voorwaarden en bepalingen: 1de straten worden, wat hare afmetingen en rich ting betreft, aangelegd overeenkomstig de aanduiding op de bij dit besluit behoorende teekening, met uitzon dering van de rijstraat van den verbindingsweg van den Groningerstraatweg met het Koeplein, welke overal eene breedte van 5 Meter zal verkrijgen, terwijl de ge projecteerde trottoirs ter weerszijden eene breedte zullen verkrijgen van 1.725 Meter elk; de uitbreiding van het plantsoentje aan het Koeplein moet in overeenstemming met den bestaanden aanleg plaats hebben, terwijl de bebouwing van genoemd plein zooveel mogelijk gelijk moet zijn aan de aldaar reeds gestichte woningen, een en ander ten genoegen van Burgemeester en Wet houders; 2. voor de toepassing van artikel 6 der Bouwver ordening wordt het aan te leggen trottoir langs den Groningerstraatweg gerangschikt in de eerste klasse, terwijl de overige straten behooren tot die der derde klasse; 3. de in en om de terreinen van de adressanten liggende slooten moeten worden gedempt op de wijze als in de Bouwverordening is voorgeschreven of nader door Burgemeester en Wethouders zal worden bepaald; 4. het bestek en voorwaarden van de uit te voeren werken, voorzien van de noodige werkteekeningen, moet, vóór dat met de uitvoering wordt begonnen, door Burgemeester en Wethouders zijn goedgekeurd; 5. de door Burgemeester en Wethouders vast te stellen voorschriften inzake de hoogte, helling en ver deren aanleg der straten, de helling en doorsnede der riolen met het aantal putten en kolken, de aansluiting onderling en aan bestaande straten en riolen en derge lijke, moeten worden nagekomen; 6. op de tusschen de rooilijn en de straat gelegen ruimte mogen, zonder vergunning van Burgemeester en Wethouders, geen getimmerten, van welken aard ook, worden opgericht; 7. het trottoir met rioleering en bijbehoorende werken langs den Groningerstraatwegen de verbindings straat in de richting van het Koeplein over een lengte van 45 Meter, gemeten uit den achterkant van het trot-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1928 | | pagina 2