184 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 October 1928.
blijven, niet zoo maar een, twee, drie, voor elkaar is,
maar dat daar vrij wat meer bij komt kijken, nog af
gescheiden van de vraag of den Raad daaromtrent een
positief voorstel van Burgemeester en Wethouders zal
bereiken, want het kan ook zijn dat door Burgemeester
en Wethouders een afwijzend praeadvies aan den Raad
zal worden gedaan. Spreker weet dat niet; Burgemeester
en Wethouders hebben er nog niet over gesproken,
maar als zij komen met een positief voorstel, kan spre
ker toch niet zeggen dat dit in de volgende vergadering
van den Raad ter tafel zal worden gebracht.
Het zal echter onderzocht worden dit is iets, wat
spreker niet uit zijn hoofd weet, omdat het hier niet
een alledaagsch geval betreft of om reden, buiten
de Hinderwet gelegen, de beslissing op een verzoek tot
plaatsing van motoren verdaagd kan worden, maar
spreker vreest het ergste; hij is van oordeel dat wij
de beslissing op een Hinderwet-verzoek niet willekeurig
kunnen verdagen, omdat het nieuw ingediende verzoek
als zoodanig met de Hinderwet niets te maken heeft.
Bovendien wil spreker nog opmerken afgescheiden
van de vraag, hoe men over het verzoek van den heer
Hoekstra mag denken dat zich de vraag zou kunnen
voordoen of eigenlijk hoewel misschien niet officieel,
maar het komt daar dan toch op neer aan een
dergelijk besluit ook terugwerkende kracht zou kunnen
worden verleend, zoodat men dus iemand, die zijn
bedrijf heeft gebaseerd op den toestand, toen een der
gelijk besluit nog niet bestond, daarmee thans ook nog
zou kunnen treffen. Misschien dat dit dan formeel zou
kunnen, maar of dat dan geheel door den beugel zou
kunnen, weet spreker niet.
Spreker kan op dit oogenblik geen antwoord geven
op de vraag, of wij de macht hebben om een Hinderwet
vergunning op te houden om reden, buiten de eigenlijke
wet gelegen. Dat kan misschien nagezien worden en
dan kan daarop straks antwoord worden gegeven, maar
spreker vermoedt, dat het niet kan. Bovendien wil hij
er nog even op wijzen dat ook altijd nog een voor
waardelijke vergunning kan worden gegeven, waarbij,
zooals dikwijls gebeurt, de aanvrager als het ware een
vergunning krijgt voor 1 jaar. Dan kan de zaak altijd
nog verder worden nagezien en dan kan men de be
zwaren opnieuw onder de oogen zien en nagaan of
plaatsing van de motoren al of niet toelaatbaar is.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi merkt op dat wij
dus straks nog wel even antwoord krijgen op haar
vraag. Mocht dat echter niet kunnen, dan zou zij gaarne
willen dat het college de noodige aandacht aan deze
zaak zou willen schenken, omdat zij werkelijk zou
vinden, dat, wanneer aan het begin van den Harlinger-
straatweg, waarbij men met het plan van bebouwing
toch wel het oog heeft gehad op het stichten van een
werkelijk mooie woonwijk, het heel erg jammer zou
wezen, wanneer daar een soort electrische timmer
fabriek zou worden gesticht.
De Voorzitter wil nu toch opmerken dat het een paar
zeer lichte motoren zijn, die hier zullen worden ge
plaatst, een voor een cirkelzaag en een voor een boor
machine. Dat is dus nog niet een electrische timmer
fabriek.
De heer Peletier wil verklaren dat hij het volkomen
met mevrouw Buisman eens is. Aan den eenen kant kan
hij begrijpen, dat wij op grond van de Hinderwet de
werking van deze zaak niet kunnen tegenhouden, maar
er is toch nog een tweede middel. Voor het stichten
van een dergelijke fabriek zal het toch noodig zijn dat
een bouwvergunning wordt verleend en nu weet spreker
niet of Burgemeester en Wethouders op grond van het
algemeen belang kunnen besluiten die vergunning niet
te verleenen, om daarmee te voorkomen het storen van
den welstand van die buurt, welke daar toch alleen is
aangewezen voor villabouw enz., op grond dus van het
ontsieren en minder bewoonbaar maken van de om
geving. Spreker zou daarom graag deze vraag beant
woord willen zien, in hoeverre het mogelijk is om, door
het tegenhouden van een bouwvergunning, iets te doen
in de richting van het verzoek.
De Voorzitter merkt op dat van een kwestie van het
verleenen van bouwvergunning in 't geheel geen sprake
is; die kwestie staat hier geheel buiten, omdat de zaak
zal worden gevestigd in een bestaande schuur. Er be
hoeft dus in 't geheel geen bouwvergunning te worden
gevraagd, want de schuur bestaat al. Er heeft daar een
rentenier gewoond, die boer is geweest, het betrokken
pand vormde een klein boerenbedrijf en het is nu in die
schuur dat men wil gaan timmeren. Bovendien hoort
spreker thans hier, dat in diezelfde schuur al eenige
jaren een timmermanswerkplaats is gevestigd. Als zoo
danig had men in 't geheel geen vergunning noodig,
maar men komt nu te vallen onder de Hinderwet, omdat
men daar een paar motoren wil gebruiken. De werk
plaats bestaat daar dus al eenige jaren; wanneer men
nu gaat zeggen dat daar een timmerfabriek zal worden
gesticht, vindt spreker dat toch wel een klein beetje
overdreven.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi meent toch dat
het wel een heel groot verschil maakt of men een tim
mermanswerkplaats heeft met of zonder motoren.
De Voorzitter zal thans direct de kwestie even op
lossen, door een rechtstreeksch antwoord te geven op
de vraag van mevrouw Buisman. In artikel 8 van de
Hinderwet staat
.Binnen een maand na het in art. 7 bedoelde on
derzoek beslist het gemeentebestuur over het verzoek,
en geeft daarvan onmiddellijk aan den verzoeker en
gelijktijdig, door aankondiging, aan het publiek ken
nis.
Kan de beslissing binnen den in het eerste lid van
dit artikel bepaalden tijd niet genomen worden, dan
wordt zij, bij een met redenen omkleed en af te kon
digen besluit, verdaagd, hetwelk aan den verzoeker
wordt medegedeeld.
Het gemeentebestuur zorgt, dat in de gevallen, bij
artikel 6, laatste lid, voorzien, de beslissing ook in
andere gemeenten worde bekend gemaakt.
Dat laatste geldt het geval, dat de inrichting staat aan
de grens der gemeente, maar nu is bij dit artikel deze
uitspraak, dat een besluit tot verdaging om een andere
reden dan deze, n.l. een besluit, waarbij de beslissing
is verdaagd om een andere reden, dan dat zij niet bin
nen den voorgeschreven termijn kon worden genomen,
niet rechtsgeldig is. Het is dus zooals spreker reeds
dacht, het is niet aan de willekeur van een gemeente
bestuur overgelaten om iemand een paar jaar te laten
wachten, omdat het gemeentebestuur meent dat het om
redenen, buiten de Hinderwet gelegen, beter is, de ver
gunning niet te verleenen. M. a. w., als men werkelijk
om redenen, in de Hinderwet zelf gelegen, geen beslis
sing kan nemen, dan kan men, zooals in de practijk ook
nog al eens voorkomt, die beslissing verdagen. Dat
moet dan echter zijn om redenen in de Hinderwet zelf
gelegen, maar een besluit, waarbij om andere redenen
de beslissing wordt verdaagd, is niet rechtsgeldig.
Burgemeester en Wethouders kunnen dus niet deze
zaak op sleeptouw houden, alleen omdat sommige men-
schen iets anders willen, maar zij zullen wel bij de be
handeling van deze zaak in verband met de Hinderwet,
met de wenschen, die hier zijn uitgesproken, rekening
houden.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het adres sub h wordt in handen van Burgemeester
en Wethouders gesteld om praeadvies.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 October 1928. 185
1. dat Burgemeester en Wethouders aan de straat,
die zal loopen in Zuidelijke richting van het Engelsche-
plein naar den Harlingertrekweg, den naam hebben ge
geven van Vondclstraat
De Voorzitter merkt hierbij op, dat Burgemeester en
Wethouders, gezien het ontwerp-uitbreidingsplan, vol
gens hetwelk daar een geheel nieuwe wijk zal komen,
de nieuwe straten daar met de namen van dichters
willen betitelen.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
2. Benoeming van een tijdelijk leeraar in de natuur-,
schei- en wiskunde aan de Gemeentelijke Hoogere
Burgerschool met 3-jarigen cursus en daarop aanslui
tende Hoogere Handelsschool met 2-jarigen cursus.
Overeenkomstig de aanbeveling van Burgemeester en
Wethouders wordt benoemd S. B. Hooghoudt, docto
randus in de wis- en natuurkunde, te Groningen, met
24 stemmen; 1 stem is op L. L. van Keyzerswaard uit
gebracht, 1 biljet is in blanco ingeleverd.
3. Benoeming van een tijdelijk leeraar in de Fransche
taal aan bovengenoemde inrichtingen van onderwijs.
Overeenkomstig de aanbeveling van Burgemeester en
Wethouders wordt benoemd L. L. van Keyzerswaard,
alhier, met 25 stemmen, terwijl 1 biljet in blanco is
ingeleverd.
4. Benoeming van een onderwijzeres aan de school
voor buitengewoon lager onderwijs (zwakzinnigen)
wegens uitbreiding van personeel.
De voordracht van Burgemeester en Wethouders
luidt
1. mej. M. Monsma te Hempens;
2. H. H. Bounian te Bellingwolde;
3. M. T. M. F^stma te Leeuwarden.
De Voorzitter merkt op dat, zooals de Raad zal heb
ben gezien, het in de bedoeling ligt, dat degene, die
wordt benoemd, wordt aangesteld voor een proeftijd
van één maand.
Wordt benoemd mej. M. Monsma, voornoemd, met
25 stemmen, terwijl 1 biljet blanco is ingeleverd.
5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
overneming van de stoep voor het perceel Waeze no. 25.
Dit voorstel luidt als volgt
Van L. Eisma, alhier, is een verklaring ontvangen dat
hij bereid is de stoep vóór het pand Waeze no. 25 aan
de gemeente in eigendom over te dragen, welke ver
klaring mede is onderteekend door J. Holwerda, die op
12 November a.s. den eigendom van het bedoelde pand
met stoep verkrijgt.
Wij zijn op grond van hetgeen dienaangaande in het
overgelegde rapport van den Directeur der Gemeente
werken wordt opgemerkt van oordeel, dat de gemeente
op dit aanbod behoort in te gaan en geven U derhalve
in overweging te besluiten
A. in eigendom over te nemen van L. Eisma, alhier
(eventueel van J. Holwerda, alhier) de stoep, gelegen
voor het perceel Waeze no. 25, kadastraal bekend ge
meente Leeuwarden Sectie B no. 734, zulks op de vol
gende voorwaarden
1. de koopprijs bedraagt ƒ1.
2. alle kosten, op de overdracht vallende, zijn voor
rekening der gemeente Leeuwarden
3. bij trottoiraanleg door de gemeente blijft het
uitkomende materiaal desverlangd het eigendom van
den verkooper en wordt door de gemeente kosteloos
naar een door hem aan te wijzen plaats binnen de ge
meente vervoerd
4. wanneer ten gevolge van den trottoiraanleg werk
zaamheden aan den gevel van bovenvermeld gebouw
noodig zijn, geschieden deze door en voor rekening der
gemeente
en overigens op de gebruikelijke en verdere, door
Burgemeester en Wethouders noodig geachte, voor
waarden
B. de onder A bedoelde stoep te bestemmen voor
den publieken dienst.
6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
beschikbaarstelling van gelden voor het herstellen van
het perceel Nieuwekade no. 84 en tot verhuring daarvan
aan den Centralen Bond van Transportarbeiders (af
deel ing Leeuwarden).
Dit voorstel luidt als volgt
Het gebouw der voormalige Korenmeterswacht aan
de Nieuwekade, verhuurd aan de afdeeling Leeuwarden
van den Centralen Bond van Transportarbeiders, ver
keert in een toestand, die het aanbrengen van eenige
herstellingen noodzakelijk maakt. Het Bestuur der af
deeling heeft ons dan ook verzocht daartoe te willen
overgaan. De aan deze reparatie verbonden kosten
worden geraamd op 500.in welk bedrag de huurder
zich bereid heeft verklaard bij te dragen door verhoo
ging van de huursoin van 200.tot 250.per jaar,
waarmede wij ons, in overeenstemming met het advies
van den Administrateur van het Gemeentelijk Woning
bedrijf, kunnen vereenigen.
Wij geven U mitsdien in overweging
I. voor het aanbrengen van herstellingen aan het
gebouw der voormalige Korenmeterswacht aan de
Nieuwekade no. 84 een bedrag van 500.beschikbaar
te stellen
II. met ingang van een door I3urgemeester en Wet
houders te bepalen datum de bestaande huurovereen
komst betreffende het gebouw Nieuwekade no. 84 te
ontbinden en het daarna voor den tijd van tien jaren te
verhuren aan de afdeeling Leeuwarden van den Cen
tralen Bond van Transportarbeiders tegen den prijs van
250.per jaar, zulks op de bestaande, zoo noodig
eenigszins te wijzigen, voorwaarden en onder de bij de
gemeente gebruikelijke bepalingen.
7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
verhuring van een perceel gardeniersland bij „Krom en
Regt" aan de Oldegalileën aan W. ledema.
Dit voorstel luidt als volgt
Bij adres van 3 September j.l. verzoekt W. ledema
wederom voor een tijdvak van vijf jaar tegen een eenigs
zins verlaagden huurprijs, doch overigens op de be
staande voorwaarden, te mogen inhuren het gardeniers
land bij ,,Krom en Regt" aan de Oldegalileën, alhier.
De tegenwoordige huursom bedraagt 526.per jaar;
de deskundige voor de gemeentelijke landerijen is even
wel van meening, dat het billijk is, de huursom te ver
lagen tot 430.per jaar, neerkomende op 100.—
per 36% are, alswanneer de prijs in overeenstemming
is met de huur van het naastgelegen gardeniersland.
Overigens zijn de bestaande voorwaarden, behoudens
eenige wijziging van ondergeschikten aard, voldoende.
Tegen een verhuring op dezen voet bestaan, nu adres
sant zich tot dusver op behoorlijke wijze van zijne
plichten als huurder heeft gekweten, bij ons College
geen bezwaren, weshalve wij U in overweging geven
te besluiten
aan W. ledema, alhier, voor het tijdvak van 1 Januari
1929 tot 1 Januari 1934 te verhuren het perceel garde-