VerpadehnD in Diosdag 1 Dlei 1929. 70 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 16 April 1929. perceelen kan spreken, dan is de toestand anders, maar hier is de toestand zoo niet, hier betreft het bestaande aangrenzende perceelen aan een bestaanden weg en nu kiijgt spreker den indruk, dat de perceelen, die dertig of veertig jaar geleden zijn gebouwd, niet worden be last. Dat is zijn vraag. De heer Fransen (wethouder) wil trachten den heer Oosterhoff alsnog te beantwoorden. Men moet niet ver geten wat spreker in het begin heeft gezegd: het college kreeg een complex voorstellen tot straatverbetering, waarin Burgemeester en Wethouders meenden te zien een algeheele verbetering van belangrijke bestratingen. Toen is besproken om daar een stratenfonds van te maken, maar de zaak bleef geheel bij Gemeentewerken en zij betrof alleen de stratenplannen, enz. Verder is daar toen niet bij stilgestaan. Toen echter later de zaak definitief in den Raad kwam en omtrent het stratenfonds in den aanbiedingsbrief bij de begrooting werd meege deeld, dat er jaarlijks een bedrag daarvoor op de be grooting zou worden uitgetrokken, hebben de directeur van de Lichtbedrijven en de directeuren van andere instellingen gezegd: als dat gebeurt, moet dat en dat ook gebeuren. Spreker geeft toe dat die kosten er toen bij hadden gemoeten, maar ze zijn De heer Visser: Vergeten De heer Fransen (wethouder): Neen, niet ver geten, maar pas later vastgesteld. Spreker wil echter wel deze toezegging doen dat, als Burgemeester en Wethouders de volgende complexen voorstellen, daar alles bij komt, wat zij nu weten dat er bij komt De heer Westra: Ja, die staan er nu al De heer Fransen (wethouder) Die cijfers staan nu in de begrooting, zeker, maar alleen wat betreft de verbetering van de bestrating en het onderhoud. Meent men dat het noodig is een geheel nieuwe verlichting aan te brengen in de stad of in een gedeelte, dan komen die kosten er natuurlijk bij, maar het stratenfonds als zoodanig is daarvoor niet bestemd. Den heer Tamminga heeft spreker thans beter be grepen. Deze meent dat het op het oogenblik zoo is, dat de een betaalt en de ander niet, maar dat slaat toch niet op het geheele complex. Dat betreft hier alleen de heer Tamminga kan dat nagaan de heeren Dres- selhuys en Haverschniidt, die hun slooten moeten dem pen en een belangrijk stuk van hun grond kosteloos afstaan, zoodat hun medewerking in dezen noodig was. Toen hebben Burgemeester en Wethouders gezegd wat die eigenaren vragen, n.l. om de zaak voor hen be hoorlijk in orde te brengen, is billijk, waar zij toch ook een strook grond kosteloos aan de gemeente afstaan. Van de eigenaren der terreinen aan den Noordkant van den Harlingerstraatweg wordt echter een zekere bij drage gevraagd voor den aanleg van trottoirs, omdat die grond aan particuliere eigenaars behoorde, deze dien grond voor bouwterrein verkochten en niet bijbetaalden in de straatkosten. Waar nu voor het bouwen slootdem- ping noodig was en daarvoor toestemming der gemeente noodig was, heeft de gemeente gemeend die kosten te moeten eischen. Wanneer er straten worden gelegd op nieuw bouw terrein, worden de kosten daarvan over de bouwterrei nen omgeslagen, maar hier betreft het particulier eigen dom, waar de gemeente niets aan kan doen. Als men nu de slooten wil dempen, vinden Burgemeester en Wethouders dat best, maar dan zullen de eigenaren ook een deel van die kosten van het trottoir moeten betalen, omdat hun grond feitelijk goedkooper is dan deze had moeten zijn, waar de kostenomslag niet op dien grond drukt. De gewone omslag van kosten van straten en rio- leering is hier niet gebeurd De heer Tamminga: Geldt dat voor allemaal, ook voor de perceelen van vroeger De heer Fransen (wethouder): Waar de slooten gedempt waren niet, maar waar zij daarvoor permissie van de gemeente moeten hebben wel, omdat de sloot aan de gemeente behoorde. Daar alleen zijn bijdragen in die kosten gevraagd. De heer Van der Veen heeft zoopas geluisterd naar het debat tusschen den heer Oosterhoff en den wethou der van Openbare Werken en nu is het ook hem opge vallen, dat het crediet, dat men eigenlijk op het oogen blik in totaal vraagt, hooger is, dan het volgens den oorspronkelijken kapitaalspost van de begrooting zou moeten zijn. Spreker vindt echter wel juist, wat de heer Fransen zoopas heeft gezegd en hij zou er nu even den nadruk op willen leggen, dat de eigenlijke begrootings- post behoorde tot het oorspronkelijk plan tot het vormen van een stratenfonds voor een afgerond geheel, voor welk bedrag in de eerstkomende jaren verschillende werken onder handen zouden worden genomen. Spreker vindt het logisch, dat daaronder niet behoorden het ver leggen van leidingen en kabels, enz.; hij meent, dat dit op zichzelf staat, omdat dit ressorteert onder bepaalde bedrijven, die hun eigen onkosten hebben te dragen voor het verleggen van kabels, enz. De heer Oosterhoff zegt, dat het bij de begrooting wenschelijk was geweest, dat daarop de aandacht was gevestigd, maar dan hadden het toch eigenlijk twee posten moeten zijn, de gewone begrootingspost en onmiddellijk daarnaast de andere uitgaven. De eigenlijke post zou ook dan dus niet hoo ger zijn geweest dan nu het geval was. De heer Feddema acht dat niet juist. Op de Kapitaal rekening is een bedrag uitgetrokken en dat Kapitaal omvat ten slotte alle bedrijven, niet alleen Gemeente werken, maar ook de andere bedrijven. Of nu het eene bedrijf het moet betalen of het andere, het bedrag rust toch op de Kapitaalrekening en zoo is het met alles, wat een gevolg is van de wegverbetering. Wij hebben die kwestie in de commissie lang en breed besproken en daarom heeft spreker er hier niet veel over gezegd, maar het had anders gemoeten; het wegenfonds wordt straks ruim 100.000.hooger. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De Voorzitter schorst voor het doen van een paar mededeelingen in besloten vergadering de openbare vergadering en doet de deuren sluiten. Na heropening der openbare vergadering wordt, niets meer te behandelen zijnde, deze door den Voorzitter gesloten. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 7 Mei 1929. 71 Tegenwoordig 26 leden, te weten: de heeren Lauten- bach, Tiemersma, Hofstra, M. Molenaar, Visser, Hooi- ring, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, de heeren H. de Boer, J. de Boer, O. F. de Vries, Feddema, Tam minga, Westerhuis, Dijkstra, Peletier, Van der Veen, Ritmeester, Feitsma, B. Molenaar, Botke, Vromen, Oos terhoff, Muller, lj. de Vries, Westra en mevrouw Van DijkSmit. Afwezig met kennisgeving de heer Fransen. Voorzitter de heer Jhr. Air. J. M. van Beyma, Burgemeester. Te behandelen punten 1. Mededeelingen en rapporten. 2. Benoeming van a. een onderwijzeres aan gemeenteschool no. 86 (vacature mej. j. van der Veer); b. een onderwijzeres aan gemeenteschool no. 136 (vacature mej. A. I. van Dijk); c. een reserve-onderwijzeres aan scholen voor openbaar lager onderwijs (vacature mej. T. Spieksma). 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aankoop van een bleekje aan de Oostzijde van Oldega- lileën van j. Dijkstra. 4. Alsvoren tot aankoop van een strook grond aan den Harlingersingel van J. H. Maurer enz. 5. Alsvoren tot verhuring van een perceel weiland aan den Poppeweg aan J. G. Stienstra. 6. Alsvoren tot vaststelling van een rooilijn voor een gedeelte van de bebouwing aan de Zuidwestzijde van de Kievitstraat. 7. Alsvoren tot vaststelling van een kohier wegens rioolbelasting betreffende den Harlingerstraatweg, dienst 1929. 8. Alsvoren tot vaststelling van de vergoeding ex artikel 101, le lid, der Lager Onderwijswet 1920, over het dienstjaar 1926 aan besturen van bijzondere scholen. 9. Alsvoren tot toekenning van bijdragen in de kosten van het bijzonder vervolgonderwijs over het jaar 1926 ingevolge art. 102 der Lager Onderwijswet 1920. 10. Alsvoren tot voorloopige vaststelling van de balansen op 31 December 1927 en de winst- en verlies rekeningen over 1927 van 1. het bedrijf der Gemeentewerken; 2. het Gemeentelijk Grondbedrijf; 3. het Gemeentelijk Woningbedrijf; 4. de Gemeentelijke Gasfabriek; 5. het Gemeentelijk Electriciteitbedrijf; 6. het bedrijf der Gemeentereiniging; 7. de Stads Bank van Leening; 8. het Openbaar Slachthuis; en tot goedkeuring van de rekeningen over 1927 van de Stads-Armenkamer; het Stads-Ziekenhuis; c. den Armenraad. 11. Alsvoren tot vaststelling van het heffingsper centage voor de plaatselijke belasting naar het inkomen, belastingjaar 1929/30. 12. Alsvoren tot wijziging van de verordening tot het heffen van bruggeld (bijlage no. 7). 13. Alsvoren tot beschikbaarstelling van gelden voor uitbreiding van de zuiveringsinstallatie van de Watergasfabriek met bijkomende werken. 14. Alsvoren om een adres te richten tot de Voor bereidende Ontwapeningscommissie van den Volken bond 15. Praeadvies van Burgemeester en Wethouders op het voorstel van den heer Vromen in zake verhoo ging van de leeftijdsgrens voor toelating van leerlingen op de gemeentelijke bewaarscholen (bijlage no. 8). 1. Wordt medegedeeld dankbetuiging voor de gelukwenschen namens het gemeentebestuur en burgerij aan Hare Majesteit de Koningin aangeboden bij gelegenheid van de herden king van den geboortedag van Hare Koninklijke Hoog heid Prinses Juliana; dankbetuiging van Z. K. H. den Prins der Neder landen voor de gelukwenschen, Hem bij zijn verjaardag namens het gemeentebestuur aangeboden; c. dat door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd de Raadsbesluiten d.cl. 30 October 1928 tot wijziging van de Instructie voor de Hulpkeurmeesters van vee en vleesch en d.d. 26'Maart 1929 tot aanvaarding van voorschotten uit 's Rijks kas ingevolge de Woningwet. De mededeelingen sub ac worden voor kennis geving aangenomen. d. verslag van de Stads-Armenkamer over 1928. Ligt nog eenigen tijd voor de leden ter inzage. e. schrijven van het Hoofdbestuur van den Alge- meenen Nederlandschen Politiebond, houdende mede- deeling dat hij het adres van 12 Maart 1.1. omtrent de salarieering van het politiepersoneel intrekt. Wordt voor kennisgeving aangenomen. schrijven van de afdeeling Leeuwarden van den Bond van Onderwijzeressen bij het Voorbereidend On derwijs, houdende verzoek om niet tot verhooging van de leeftijdsgrens voor toelating van kinderen tot de bewaarscholen over te gaan. Wordt gevoegd bij de stukken die onder punt 15 der agenda voor heden aan de orde zijn gesteld. g. dat Burgemeester en Wethouders bij openbare inschrijving hebben verpacht een perceel grasgewas aan J. Niemendal, alhier, voor 246.76 en hebben verkocht 41 op stam staande iepen aan R. S. Timmermans, alhier, voor 549. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 2. Benoeming van: een onderwijzeres aan gemeenteschool no. 8b (vacature mej. J. van der Veer); een onderwijzeres aan gemeenteschool no. 13b (vacature mej. A. I. van Dijk); c. een reserve-onderwijzeres aan scholen voor open baar lager onderwijs (vacature mej. T. Spieksma). De voordrachten van Burgemeester en Wethouders luiden als volgt 1. mej. F. Spieksma, reserve-onderwijzeres, alhier; 2. mej. S. de Jong, onderwijzeres te Stavoren; 3. mej. E. Dijkstra, onderwijzeres te Eestrum; 1. mej. S. de Jong, onderwijzeres te Stavoren; 2. mej. E. Dijkstra, onderwijzeres te Eestrum; 3. mej. J. G. van der Noorda, onderwijzeres te Sijbrandaburen; c. 1. mej. E. Dijkstra, onderwijzeres te Eestrum; 2. mej. J. G. van der Noorda, onderwijzeres te Sijbrandaburen; 3. mevrouw M. KlamstraFolkertsma, tijdelijk onderwijzeres alhier. Met algemeene stemmen worden benoemd sub a mej. F. Spieksma, voornoemd; 6 S. de Jong, c E. Dijkstra, 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aankoop van een bleekje aan de Oostzijde van Olde- galilëen van J. Dijkstra. Dit voorstel luidt als volgt

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1929 | | pagina 1