sum. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 Januari 1930. missie in haar rapport dienaangaande doet opmerken, kunnen medegaan. Voor het gebruik van de privaten zouden wij eene vergoeding van 0.10 in rekening wen- schen te brengen, welk bedrag ook voor gebruik van het privaat bij de gemeentelijke rijwielbewaarplaats wordt gevraagd. De uren van openstelling kunnen nader aan de hand van de praktijk door ons worden bepaald, ter wijl de regeling van de bediening eveneens aan ons College ware over te laten. Ten slotte merken wij nog op, dat wij de kosten van het vorenomschreven werk in twee jaren zouden willen afschrijven. Onder overlegging der stukken geven wij U mitsdien in overweging a. een bedrag van 4300.beschikbaar te stellen voor het aanbrengen van urinoirs en van eene toilet inrichting voor vrouwen in de Oude Waag, met be paling, dat de daarvoor te leenen som in 2 jaren, te be ginnen in 1931, moet worden afgelost; b. Burgemeester en Wethouders te machtigen de noodige voorzieningen voor de exploitatie van de onder a genoemde inrichting te treffen. De Voorzitter: Hierbij is nog een verzoek ingekomen van den heer Muller, die voorstelt, dat Burgemeester en Wethouders t. z. t. de vergoeding voor het gebruik van de privaten niet op 10 cent maar op 5 cent zullen stellen. Burgemeester en Wethouders willen dat graag nader overwegen, wanneer hun voorstel wordt aangenomen. De beraadslagingen worden geopend. De heer Feddema: Ik mis eigenlijk uit dit voorstel en ik meende nog wel, dat daarnaar een onderzoek zou worden ingesteld de verwarming; ik geloof dat, wan neer er niet een kleine verwarming bij de closets wordt aangebracht, daaruit heel veel ellende zal voortspruiten, vooral in den winter. In de tweede plaats wil ik opmerken, dat men oor spronkelijk de privaten zou bestemmen voor mannen en voor vrouwen, maar waar dit wat moeilijk was op te lossen, omdat er dan twee portalen moeten komen, is besloten ze alleen te bestemmen voor vrouwen. Toch meen ik dat er wèl een oplossing is te vinden en ik heb dat ook in de commissie gezegd, maar Burgemeester en Wethouders schijnen daarin niet te zijn meegegaan. Er is wèl een oplossing te vinden om èn mannen èn vrouwen van een dergelijke gelegenheid gebruik te laten maken en ik meen dat dit in het belang zou zijn van deze zaak. Daarom meende ik dit even te moeten zeggen. De Voorzitter: De eerste kwestie, die de heer Feddema bespreekt, is de verwarming. Aangezien hier water spoeling in de closets enz. zal komen, zal er natuurlijk voor moeten worden gezorgd, dat de zaak niet bevriest en ook, dat eventueel de bewaarster, die daar komt, het iets warmer heeft dan het vriespunt. Wat dat laatste betreft, is het zeer wel mogelijk, daar een kleine gas- verwarming te maken, waardoor men vermoedelijk wel een zeer behoorlijke temperatuur in de wachtkamer zal kunnen krijgen. Op wat voor manier moeten nu worden verwarmd of vorstvrij gehouden de privaten, speciaal de waterleiding en de sanitaire inrichting? In de commissie is de opmerking gemaakt: door centrale verwarming. Dat kan misschien ook wel en wij hebben daarvan dan ook eens prijsopgaaf gevraagd, n.l. van centrale ver warming door middel van gas en niet van kolen, omdat de schoorsteenen in dit gebouw zeer slecht trekken en het ook moeilijk gaat om daarop nieuwe schoorsteenen te bouwen. Wij kwamen toen tot een bedrag van 700. voor aanleg en nu zeggen Burgemeester en Wethouders: het heele plan, zooals het daar ligt, moet 4300. kosten; dat hebben Burgemeester en Wethouders er nog wel voor over, maar wij zien ook wel in, dat het bij die 4300.waarschijnlijk niet zal blijven, omdat er van gemeentewege ook een bewaarster zal worden aange steld, die toch ook iets moet verdienen, en dit bedrag waarschijnlijk niet zal worden gedekt door de opbrengst van de privaten, vooral, wanneer het tarief ook nog, zooals de heer Muller wenscht, wordt gehalveerd De heer Muller: Daar wordt het beter van. De Voorzitter of men zou direct moeten zeggen dat het bezoek daardoor twee maal zoo groot zal worden, maar ook dan zullen wij nog blijven beneden de kosten. Of het tarief een dubbeltje is of 5 cent, Burgemeester en Wethouders meenen toch wel deze onderstelling te mogen uiten, dat er vermoedelijk een nadeelig saldo zal wezen. Om daarbij dan nog een centrale verwarming aan te leggen ofschoon die op zichzelf heel mooi is van 700.daar zijn Burgemeester en Wethouders eenigszins huiverig voor, te meer omdat, indien daar toch centrale verwarming zou komen, Burgemeester en Wethouders het zeer op prijs zouden stellen dat deze tevens zou worden aangebracht in de bovenzaal, omdat in het oude waaggebouw eigenlijk met Oostenwind de eene kachel niet wil branden en met Westenwind de andere niet. Het beste zal misschien wel zijn een heel andere op lossing, die in de practijk nog niet is toegepast, maar die, omdat wij nu toch den winter weer uitgaan, licht eens valt te probeeren en die betrekkelijk weinig geld zal kosten. Er is n.l. een groot transformatorstation in het waaggebouw aanwezig en verscheidene menschen zullen niet weten, dat dit zeer behoorlijk veel warmte ontwikkelt. De bedoeling is nu, daar een ventilator te plaatsen, die deze warmte overhevelt in de toiletinrich tingen. Dat is te probeeren; het is niet noodig dat de toiletten behoorlijk worden verwarmd, maar wanneer de geheele inrichting maar vorstvrij wordt gehouden de meesten zullen thuis toch ook wel geen W. C. met centrale verwarming hebben dan voldoen wij aan alle eischen. Dan hebben wij alleen maar een gat in den muur te boren en daarin een ventilator te plaatsen en dan behoeven wij die uitgaaf van 700.- niet te doen. Wat betreft de kwestie van het beschikbaar stellen der privaten voor mannen en vrouwen, wil ik zeggen, dat Burgemeester en Wethouders zich ten slotte volko men hebben neergelegd bij de meening der commissie. Het lange rapport van de commissie eindigt aldus ,,Wij geven U alzoo in overweging öf den Directeur der Gemeentewerken op te dragen aan de hand van de overgelegde schetsjes een oplossing te zoeken, öf de inrichting te maken overeenkomstig het ingediende ontwerp, doch dan de beide privaten voor vrouwen te bestemmen." Burgemeester en Wethouders hebben dien wensch van de commissie overgenomen en wat ten slotte in den boezem der commissie is behandeld, is mij niet bekend; ik verdedig op het oogenblik wel een onderdeel van Openbare Werken, maar in de vergadering van de com missie ben ik niet aanwezig geweest. Burgemeester en Wethouders meenden wel iets voor de redeneering van de commissie te kunnen voelen, omdat het voor een man altijd nog gemakkelijker is, ergens binnen te gaan b.v. in een café of iets dergelijks dan voor een vrouw. Daarom is voorgesteld beide privaten voor vrouwen te bestemmen. Verder hebben Burgemeester en Wethou ders er niets over gehoord. De heer FeddemaEr liggen toch wel een paar schetsjes bij de stukken; die heb ik er bij gedaan. De Voorzitter: Burgemeester en Wethouders hebben zich eenvoudig met de conclusie van de commissie ver- eenigd. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 Januari 1930. 11 14. Voorstel van Burgemeester en Wethouders in zake verbreeding van de Peperstraat en de Paardepijp. Dit voorstel luidt als volgt ln zijn voorstel van 29 Mei 1914 (zie bijlage no. 13 van dat jaar) tot verbreeding van de Keizersgracht, schreef het toenmalig College van Burgemeester en Wethouders, dat er ruimte was voor de vraag of, bij verdere ontwikkeling van de Kanaalbuurten en bij voort- gezetten groei van de stad, op den duur wel kon worden volstaan met de verbreeding van genoemde straat en of die maatregel niet slechts als een eerste stap moest worden beschouwd op den weg die tot verdere gelei delijke verruiming van de voor het groote verkeer zoo ondoelmatig gebouwde binnenstad moest voeren. Reeds spoedig werd dienaangaande meer zekerheid verkregen. In bijlage no. 21 van 1917 toch deelden Burgemeester en Wethouders mede, dat hoe langer hoe meer de over tuiging vasten voet kreeg, dat slechts half werk zou worden verricht wanneer niet anders dan een nieuwe verkeersweg naast de Nieuwe Oosterstraat werd aan gelegd en niet ook tevens getracht werd een goede ver binding te krijgen tusschen het Zuidelijk einde van de Tweebaksmarkt en de Nieuwestad, ter vervanging van de nauwe Oude Oosterstraat en de Peperstraat. In laatstgemelde bijlage deed het College het voorstel, en de Raad vereenigde zich daarmede in zijne vergadering van 12 Juni van dat jaar, om Burgemeester en Wethou ders te machtigen, ten einde tot de verbreeding van de Peperstraat te geraken, de vereischte stappen bij de Regeering te doen tot onteigening van de stoepen aan de Noordzijde en van de geheele kadastrale pcrceelen aan de Zuidzijde van genoemde straat. Bij de intusschen met de eigenaren gevoerde onderhandelingen bleken deze tot overdracht hunner eigendommen bereid, waarop in de Raadsvergadering van 15 April 1919 (zie bijlage no. 13 van dat jaar) tot den aankoop van bovenbedoelde stoepen en perceelen werd besloten. De voorgenomen doorbraak, welke in onze vergade ringen meermalen een punt van bespreking heeft uitge maakt, is tot nog toe door verschillende oorzaken niet in uitvoering kunnen komen. Langzamerhand is echter de toestand der gemeentelijke panden aan de Peperstraat van dien aard geworden, dat, gelijk wij reeds mede deelden in de Memorie van Antwoord op het Sectie- verslag van de begrooting voor 1930 (bijlage no. 16 van 1929), de gemeente thans moet overgaan öf tot verbree ding van de Peperstraat öf tot afdoende verbetering van de gemelde perceelen. Uit een van den Directeur der Gemeentewerken ontvangen opgave blijkt, dat voor het in behoorlijken staat van onderhoud brengen dezer hui zen een bedrag van niet minder dan 31.500.noodig is. Wordt tot die verbetering overgegaan, dan is, gelijk van zelf spreekt, daarmede tevens vastgelegd, dat in de naaste toekomst het plan tot verbreeding van de Peper straat niet wordt uitgevoerd en dat de huidige toestand ongetwijfeld nog vele jaren blijft voortbestaan. Dit laatste nu achten wij, niet het minst met het oog op de wenschelijkheid van verruiming van het drukke centrum der binnenstad, waarin de Peperstraat is gelegen, niet aanbevelenswaard, afgescheiden nog van het verlies, dat thans op de exploitatie der panden wordt geleden en dat, bij een huuropbrengst van 14.000.per jaar, gemiddeld jaarlijks ruim 7000.bedraagt. Het financiëele nadeel, dat voor de gemeente nu eenmaal is voortgevloeid uit den aankoop van de huizen kan wij wezen er in de Memorie van Antwoord reeds op door het productief maken van het bouwterrein aan de ver- breede Peperstraat wellicht nog eenigszins worden ver minderd, en in ieder geval verkrijgt men er eene doel matige verfraaiing van de binnenstad door. De indertijd aangekochte perceelen aan de Zuidzijde hebben een totale terreinoppervlakte van 1352 M2. De kosten van aankoop bedroegen ruim 320.000.terwijl tot en met 1929 op de exploitatie der huizen een totaal verlies werd geleden van ruim 65.000.te zamen rond 385.000.Voor de straatverbreeding is aan de Zuid zijde noodig ongeveer 677 M2. terrein, zoodat, na af braak van de huizen, 675 M2. voor bouwterrein be schikbaar komt. Wij zijn van meening, dat in de lijn van het oorspronkelijke plan verder moet worden ge gaan en dat thans het tijdstip is aangebroken om tot de straatverbreeding over te gaan. De kosten daarvan worden begroot op 40.000.waarbij dan een straat wordt verkregen van 12.50 Meter breedte, verdeeld in 7.20 Meter rijweg, met trottoirs ter weerszijden elk van 2.65 Meter breedte. Tegelijk met de verbetering der straat is het wenschelijk tot verbreeding van de Paar depijp tot 12.50 Meter tusschen de leuningen over te gaan. De kosten hiervan zijn opgenomen onder het bovengemelde bedrag van 40.000.—. Voordat met de werkzaamheden een aanvang kan worden gemaakt, dient opzegging van de huur, gevolgd door amoveering van de panden aan de Peperstraat plaats te hebben. De voor de straatverbreeding niet benoodigde grond kan inmiddels te koop worden aangeboden. De Commissie voor de Openbare Werken, wier ad vies wij te dezer zake inwonnen, kan zich met het ont worpen plan vereenigen. Zij geeft tevens in overweging tegelijkertijd het Westelijk gedeelte van de Oude Oos terstraat tot aan den Ossekop, door afbraak van de aan de gemeente behoorende woningen, te verbreeden. Hoewel wij de verbreeding van dit gedeelte der Oude Oosterstraat, als deel uitmakende van het onderhavige plan, eveneens van belang achten, zouden wij met de uitvoering daarvan nog gewacht willen zien, niet alleen met het oog op het belangrijke financiëele offer dat reeds van de gemeentekas wordt gevraagd, maar ook uit over weging, dat bij doorbraak van de Peperstraat en ver breeding van de Paardepijp voorloopig reeds een aan zienlijk betere toestand wordt verkregen en tot verbree ding van de Oude Oosterstraat te allen tijde alsnog be sloten kan worden. Onder nrededeeling, dat U te zijner tijd een nader voorstel met betrekking tot de bestemming van den langs de Peperstraat vrijkomenden grond zal bereiken, geven wij U thans in overweging te besluiten I. Burgemeester en Wethouders te machtigen a. tot opzegging van de huur der aan de Zuidzijde van de Peperstraat gelegen, aan de gemeente toebe- hoorende, panden; b. tot het nemen van maatregelen ter amoveering van de onder a bedoelde gebouwen; c. de noodige voorbereidende stappen te doen om tot verkoop van den voor straatverbreeding niet benoo- digden grond aan de Zuidzijde van de Peperstraat te geraken; II. a. tot verbreeding van de Peperstraat en de Paardepijp, in dier voege, dat deze eene breedte zullen verkrijgen van 12.50 Meter, verdeeld in 7.20 Meter rij weg met trottoirs ter weerszijden ter breedte van 2.65 Aletcr elk; b. voor het onder a genoemde werk een bedrag van ten hoogste 40.000.beschikbaar te stellen. De beraadslagingen worden geopend. De heer Peletier: lk moet beginnen met te verklaren, dat ik tegen deze voordracht zal stemmen en wel in de eerste plaats, omdat naar mijn meening hier absoluut geen urgentie is en in de tweede plaats, omdat dit voor de gemeente in financiëel opzicht een heele slechte zaak is. Er is geen urgentie, omdat de verbreeding van de Peperstraat eigenlijk de bedoeling heeft een verbeterden verkeersweg te krijgen, terwijl van den aanvang af de bedoeling is geweest om tegelijk met het verbreeden van de Peperstraat ook een doorgang door de Oosterstraten te krijgen, die dan ook zou moeten worden aangebracht,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1930 | | pagina 4